Go to content Go to navigation Go to search

Xenofons voorstel · 5258 dagen geleden by Ad van den Ende

[3.1.15] ἐκ τούτου ἀνίσταται
Onmiddellijk daarna staat hij op
καὶ συγκαλεῖ τοὺς Προξένου πρῶτον λοχαγούς.
en roept hij eerst de kapiteins van Proxenos bij elkaar.
ἐπεὶ δὲ συνῆλθον, ἔλεξεν˙
Toen ze bij elkaar gekomen waren, zei hij:
—ἐγώ, ὦ ἄνδρες λοχαγοί,
‘Ik, mannen kapiteins,
οὔτε καθεύδειν δύναμαι,
kan niet slapen,
ὥσπερ οἶμαι οὐδ᾽ ὑμεῖς,
zoals, naar ik meen, jullie ook niet,
οὔτε κατακεῖσθαι ἔτι,
noch (kan ik) nog neerliggen,
ὁρῶν ἐν οἵοις ἐσμέν.
nu ik zie in wat voor situatie wij ons bevinden.

[3.1.16] οἱ μὲν γὰρ πολέμιοι δῆλον
want het is dudelijk dat de vijanden
ὅτι οὐ πρότερον πρὸς ἡμᾶς τὸν πόλεμον ἐξέφηναν
niet eerder de strijd tegen ons zijn begonnen
πρὶν ἐνόμισαν
dan dat zij van mening waren
καλῶς τὰ ἑαυτῶν παρασκευάσασθαι,
hun zaakjes goed te hebben voorbereid,
ἡμῶν δ᾽ οὐδεὶς οὐδὲν ἀντεπιμελεῖται
maar van ons denkt niemand er over
ὅπως ὡς κάλλιστα ἀγωνιούμεθα.
hoe we zo goed mogelijk zullen strijden.

[3.1.17] καὶ μὴν εἰ ὑφησόμεθα
Maar waarachtig, als wij de moed opgeven
καὶ ἐπὶ βασιλεῖ γενησόμεθα,
en in de macht van de koning raken,
τί οἰόμεθα πείσεσθαι;
wat denken we (dan) te zullen ondergaan?
ὃς καὶ τοῦ ὁμομητρίου ἀδελφοῦ
Hij die van zijn bloedeigen broer,
καὶ τεθνηκότος ἤδη ἀποτεμὼν
zelfs toen die al gestorven was, na afgesneden te hebben
τὴν κεφαλὴν καὶ τὴν χεῖρα ἀνεσταύρωσεν˙
het hoofd en zijn hand, die op een paal stak?

ἡμᾶς δέ, οἷς κηδεμὼν μὲν οὐδεὶς πάρεστιν,
Maar ons, voor wie er geen beschermer is,
ἐστρατεύσαμεν δὲ ἐπ᾽ αὐτὸν
wij die optrokken tegen hem
ὡς δοῦλον ἀντὶ βασιλέως ποιήσοντες
om een slaaf iin plaats van een koning (van hem) te maken,
καὶ ἀποκτενοῦντες εἰ δυναίμεθα,
en hem te doden als we zouden kunnen,
τί ἂν οἰόμεθα παθεῖν;
wat denken we wel dat ons te wachten staat?

[3.1.18] ἆρ᾽ οὐκ ἂν ἐπὶ πᾶν ἔλθοι
Zou hij soms niet alles in het werk stellen
ὡς ἡμᾶς τὰ ἔσχατα αἰκισάμενος
dat hij, door ons de allerergste dingen aan te doen,
πᾶσιν ἀνθρώποις φόβον παράσχοι
alle mensen er van afschrikt
τοῦ στρατεῦσαί ποτε ἐπ᾽ αὐτόν;
om ooit tegen hem op te trekken?
ἀλλ᾽ ὅπως τοι μὴ ἐπ᾽ ἐκείνῳ γενησόμεθα
Maar opdat wij beslist niet in zijn macht raken
πάντα ποιητέον.
moet alles (door ons) gedaan worden.

Volgende
Terug

reageer