Gevechten met Tissafernes · 5258 dagen geleden by Ad van den Ende
[3.4.1] μείναντες δὲ ταύτην τὴν ἡμέραν
Na die dag gebleven te zijn
τῇ ἄλλῃ ἐπορεύοντο
trokken ze de volgende dag op,
πρῳαίτερον ἀναστάντες˙
na vroeger te zijn opgestaan.
χαράδραν γὰρ ἔδει αὐτοὺς διαβῆναι
Want het was nodig dat ze een ravijn overstaken
ἐφ᾽ ᾗ ἐφοβοῦντο μὴ ἐπιθοῖντο αὐτοῖς
waar ze vreesden dat de vijanden hen zouden overvallen
διαβαίνουσιν οἱ πολέμιοι.
terwijl ze hem overstaken.
[3.4.2] διαβεβηκόσι δὲ αὐτοῖς πάλιν φαίνεται Μιθραδάτης,
Terwijl ze overstaken verscheen Mithradates hun weer,
ἔχων ἱππέας χιλίους,
met duizend ruiters
τοξότας δὲ καὶ σφενδονήτας εἰς τετρακισχιλίους˙
en boogschutters en slingeraars, ongeveer vierduizend.
τοσούτους γὰρ ᾔτησε Τισσαφέρνην,
Want zo veel had hij gevraagd aan Tissafernes,
καὶ ἔλαβεν ὑποσχόμενος, ἂν τούτους λάβῃ,
en hij kreeg ze na beloofd te hebben, als hij ze kreeg,
παραδώσειν αὐτῷ τοὺς Ἕλληνας,
de Grieken aan hem uit te leveren,
καταφρονήσας,
hen geringschattend
ὅτι ἐν τῇ πρόσθεν προσβολῇ
omdat bij de eerdere aanval,
ὀλίγους ἔχων
waarbij hij slechts weinig (mannen) had,
ἔπαθε μὲν οὐδέν,
hij niets had geleden,
πολλὰ δὲ κακὰ ἐνόμιζε ποιῆσαι.
terwijl hij meende veel verliezen te hebben toegebracht.
[3.4.3] ἐπεὶ δὲ οἱ Ἕλληνες διαβεβηκότες
Toen de Grieken waren overgestoken
ἀπεῖχον τῆς χαράδρας ὅσον ὀκτὼ σταδίους,
en verwijderd waren van het ravijn over acht stadiën,
διέβαινε καὶ ὁ Μιθραδάτης ἔχων τὴν δύναμιν.
stak ook Mithradates over met zijn leger.
παρήγγελτο δὲ τῶν τε πελταστῶν
Er was al odracht gegeven aan de lichtgewapenden
οὓς ἔδει διώκειν καὶ τῶν ὁπλιτῶν,
en de zwaargewapenden, die nodig warenn te achtervolgen,
καὶ τοῖς ἱππεῦσιν εἴρητο θαῤῥοῦσι διώκειν
en aan de ruiters werd gezegd met een gerust hart te achtervolgen
ὡς ἐφεψομένης ἱκανῆς δυνάμεως.
omdat een voldoend sterke legermacht zou volgen.
[3.4.4] ἐπεὶ δὲ ὁ Μιθραδάτης κατειλήφει,
Toen Mitharadates (hen) had ingehaald,
καὶ ἤδη σφενδόναι καὶ τοξεύματα ἐξικνοῦντο,
en de slingeraars en boogschutters reeds waren aangekomen,
ἐσήμηνε τοῖς Ἕλλησι τῇ σάλπιγγι,
gaf men de Grieken een teken met de trompet,
καὶ εὐθὺς ἔθεον ὁμόσε
en terstond renden ze naar dezelfde plaats
οἷς εἴρητο καὶ οἱ ἱππεῖς ἤλαυνον˙
aan wie dat was gezegd, en de ruiters reden (er op af).
οἱ δὲ οὐκ ἐδέξαντο,
Zij (de vijanden) wachtten hen niet af
ἀλλ᾽ ἔφευγον ἐπὶ τὴν χαράδραν.
maar vluchtten naar het ravijn.
[3.4.5] ἐν ταύτῃ τῇ διώξει
Bij die achtervolging
τοῖς βαρβάροις τῶν τε πεζῶν ἀπέθανον πολλοὶ
werden bij de barbaren van de infanterie velen gedood,
καὶ τῶν ἱππέων ἐν τῇ χαράδρᾳ
en van de paarden werden er in het ravijn
ζωοὶ ἐλήφθησαν εἰς ὀκτωκαίδεκα.
ongeveer achttien levend gegrepen.
τοὺς δὲ ἀποθανόντας
Degenen die gesneuveld waren
αὐτοκέλευστοι οἱ Ἕλληνες ᾐκίσαντο,
verminkten de Grieken op eigen gelegenheid,
ὡς ὅτι φοβερώτατον
opdat het zo angstaanjagend mogelijk
τοῖς πολεμίοις εἴη ὁρᾶν.
voor de vijanden zou zijn om te zien.
III,4,6-36
‘De tοcht gααt νerder lαngs Lαrisα (eenmaal de residentie ναn de Assyrische koning Assurbanipal) en Mespila (de resten ναn het vermaarde Niniveh, op de linker Tigris-oeνer, tegenονer de plek waar thαns Μοsοel ligt). Niet νer νoorbij Μespila bieden de Rhodische slingerααrs met succes weerstαnd ααn een νrij talrijke trοepenmαcht ναn Τissαphernes. Τerwijl de Grieken nu uit de dοrpen voldoende levensmiddelen weten te hαlen, blijft Τissαphernes hen volgen, zodat telkens schermutselingen ontstaan. De carré-fοrmatie blijkt voor dit terrein niet geschikt te zijn: voortaan schuiven de vleugels bij een vernαuwing ναn de weg tussen νoor- en αchterhοede in. Ζο bereikt men een νlαkte met dorpen, waar de Grieken zich weten te hαndhανen; slechts αp mars is de vijand nog lastig. Εenmααl weten de Griekse aanvoerders, dοor hun troepen gevechtsklaar te houden, hun tegenstanders te dwingen οm tot laat οp de dag in hun buurt te blijven; zelf mαrcheren ze in de daarοpvοlgende nαcht snel weg met het gevolg, dat ze in geen drie dαgen een vijand ontmοeten.’ (Ten Veldhuys)
τῇ δὲ τετάρτῃ
Maar op de vierde (dag),
νυκτὸς προελθόντες
na ‘s nachts vooruit te zijn gegaan,
καταλαμβάνουσι χωρίον ὑπερδέξιον οἱ βάρβαροι,
bezetten de barbaren een plek rechts boven hen,
ᾗ ἔμελλον οἱ Ἕλληνες παριέναι,
waar de Grieken langs zouden gaan,
ἀκρωνυχίαν ὄρους,
de hoge uitloper van de berg
ὑφ᾽ ἣν ἡ κατάβασις ἦν εἰς τὸ πεδίον.
aan de voet waarvan de weg naar de vlakte beneden liep.
[3.4.38] ἐπειδὴ δὲ ἑώρα Χειρίσοφος
Toen Cheirisophos zag
προκατειλημμένην τὴν ἀκρωνυχίαν,
dat de hoge uitloper al bezet was
καλεῖ Ξενοφῶντα ἀπὸ τῆς οὐρᾶς
riep hij Xenophon van uit de achterhoede
καὶ κελεύει λαβόντα τοὺς πελταστὰς
en beval hem met meenemen van de lichtgewapenden
παραγενέσθαι εἰς τὸ πρόσθεν.
naar voren te komen.
[3.4.39] ὁ δὲ Ξενοφῶν τοὺς μὲν πελταστὰς οὐκ ἦγεν˙
Maar Xenophon nam de lichtgewapenden niet mee,
ἐπιφαινόμενον γὰρ ἑώρα Τισσαφέρνην καὶ τὸ στράτευμα πᾶν˙
want hij zag Tissafernes aankomen en diens hele leger.
αὐτὸς δὲ προσελάσας ἠρώτα
Na zelf naar hem toe te zijn gereden vroeg hij:
—τί καλεῖς;
‘Waarom laat je (me) roepen?’
ὁ δὲ λέγει αὐτῷ˙ —ἔξεστιν ὁρᾶν˙
‘Deze zei: ‘Dat kun je zelf zien.
κατείληπται γὰρ ἡμῖν ὁ ὑπὲρ τῆς καταβάσεως λόφος,
want de heuvel boven de weg omlaag is al bezet
καὶ οὐκ ἔστι παρελθεῖν,
en het is niet mogelijk er langs te komen
εἰ μὴ τούτους ἀποκόψομεν.
als we hen er niet afjagen.’
[3.4.40] ἀλλὰ τί οὐκ ἦγες τοὺς πελταστάς;
Maar waarom nam je de lichtgewapenden niet mee?’
ὁ δὲ λέγει ὅτι οὐκ ἐδόκει αὐτῷ
Hij (Xenophon) zei dat het hem niet goed toescheen
ἔρημα καταλιπεῖν τὰ ὄπισθεν
de achterhoede zonder bescherming te laten
πολεμίων ἐπιφαινομένων.
nu de vijanden er aan kwamen.
—ἀλλὰ μὴν ὥρα γ᾽, ἔφη, βουλεύεσθαι
‘Maar het is inderdaad hoog tijd’, zei hij, ‘om te overleggen
πῶς τις τοὺς ἄνδρας ἀπελᾷ ἀπὸ τοῦ λόφου.
hoe we die mannen van de heuvel verdrijven.’
[3.4.41] ἐνταῦθα Ξενοφῶν ὁρᾷ τοῦ ὄρους τὴν κορυφὴν
Op dat moment ziet Xenophon de top van de berg,
ὑπὲρ αὐτοῦ τοῦ ἑαυτῶν στρατεύματος οὖσαν,
juist boven het eigen leger zijnde,
καὶ ἀπὸ ταύτης ἔφοδον ἐπὶ τὸν λόφον
en dat er daarvandaan een toegangsweg (was) naar de heuvel
ἔνθα ἦσαν οἱ πολέμιοι, καὶ λέγει˙
waar de vijanden waren, en hij zegt:
—κράτιστον, ὦ Χειρίσοφε,
‘Het is het beste, Cheirisophos,
ἡμῖν ἵεσθαι ὡς τάχιστα ἐπὶ τὸ ἄκρον˙
dat wij zo snel mogelijk gaan naar de top;
ἢν γὰρ τοῦτο λάβωμεν,
want als we die bezetten
οὐ δυνήσονται μένειν οἱ ὑπὲρ τῆς ὁδοῦ.
zullen die boven de weg niet kunnen blijven.
ἀλλά, εἰ βούλει, μένε ἐπὶ τῷ στρατεύματι,
Maar, als je wilt, blijf dan bij het leger,
ἐγὼ δ᾽ ἐθέλω πορεύεσθαι˙
ik ben bereid op te rukken;
εἰ δὲ χρῄζεις, πορεύου ἐπὶ τὸ ὄρος,
mar als je dat wenst, ruk op naar de berg,
ἐγὼ δὲ μενῶ αὐτοῦ.
dan blijf ik hier.’
[3.4.42] —ἀλλὰ δίδωμί σοι,
‘Nee, ik laat het aan jou over’,
ἔφη ὁ Χειρίσοφος, ὁπότερον βούλει ἑλέσθαι.
zei Cheirisophos, ‘wat van beide je wilt kiezen.’
εἰπὼν ὁ Ξενοφῶν ὅτι νεώτερός ἐστιν
Nadat Xenophon had gezegd dat hij jonger was
αἱρεῖται πορεύεσθαι,
koos hij om op te rukken;
κελεύει δέ οἱ συμπέμψαι ἀπὸ τοῦ στόματος ἄνδρας˙
en hij verzocht hem mannen uit de voorhoede mee te sturen;
μακρὸν γὰρ ἦν ἀπὸ τῆς οὐρᾶς λαβεῖν.
want het was te ver om die uit de achterhoede te nemen.
[3.4.43] καὶ ὁ Χειρίσοφος συμπέμπει
En Cheirisophos stuurde die mee,
τοὺς ἀπὸ τοῦ στόματος πελταστάς,
de lichtgewapenden uit de voorhoede,
ἔλαβε δὲ τοὺς κατὰ μέσον πλαισίου.
en hij nam die in het midden van het carré.
συνέπεσθαι δ᾽ ἐκέλευσεν αὐτῷ
En hij beval met hem mee te gaan
καὶ τοὺς τριακοσίους οὓς αὐτὸς εἶχε τῶν ἐπιλέκτων
ook de driehonderd van de keurtroepen die hij had
ἐπὶ τῷ στόματι τοῦ πλαισίου.
bij het front van het carré.
[3.4.44] ἐντεῦθεν ἐπορεύοντο ὡς ἐδύναντο τάχιστα.
Daarna rukten ze op, zo snel als ze konden,
οἱ δ᾽ ἐπὶ τοῦ λόφου πολέμιοι
Maar toen de vijanden op de heuvel
ὡς ἐνόησαν αὐτῶν τὴν πορείαν ἐπὶ τὸ ἄκρον,
lucht kregen van hun mars naar de top,
εὐθὺς καὶ αὐτοὶ ὥρμησαν ἁμιλλᾶσθαι ἐπὶ τὸ ἄκρον.
begonnen ook zij terstond een wedloop te houden naar de top.
[3.4.45] καὶ ἐνταῦθα πολλὴ μὲν κραυγὴ ἦν
En toen was er veel geschreeuw
τοῦ Ἑλληνικοῦ στρατεύματος
van het Griekse leger,
διακελευομένων τοῖς ἑαυτῶν,
terwijl ze die van henzelf aanmoedigden,
πολλὴ δὲ κραυγὴ τῶν ἀμφὶ Τισσαφέρνην
en ook veel geschreeuw van die rondom Tissafernes,
τοῖς ἑαυτῶν διακελευομένων.
die hun eigen mannen aanmoedigden.
[3.4.46] Ξενοφῶν δὲ παρελαύνων ἐπὶ τοῦ ἵππου παρεκελεύετο˙
Terwijl Xenophon op zijn paard voorbijreed spoorde hij hen aan.
—ἄνδρες, νῦν ἐπὶ τὴν Ἑλλάδα νομίζετε ἁμιλλᾶσθαι,
‘Mannen, denken jullie je in dat je een wedloop houdt naar Griekenland,
νῦν πρὸς τοὺς παῖδας καὶ τὰς γυναῖκας,
naar je kinderen en naar je vrouw;
νῦν ὀλίγον πονήσαντες
na ons nu een beetje ingespannen te hebben
ἀμαχεὶ τὴν λοιπὴν πορευσόμεθα.
zullen we zonder strijd de rest (van de tocht) afleggen.’
[3.4.47] Σωτηρίδας δὲ ὁ Σικυώνιος εἶπεν˙
Maar Soteridas, de Sikyoniër, zei:
—οὐκ ἐξ ἴσου, ὦ Ξενοφῶν, ἐσμέν˙
‘’Wij zijn er niet gelijk aan toe, Xenophon;
σὺ μὲν γὰρ ἐφ᾽ ἵππου ὀχῇ,
want u rijdt op een paard,
ἐγὼ δὲ χαλεπῶς κάμνω τὴν ἀσπίδα φέρων.
maar ik span me hard in, terwijl ik mijn schild draag.’
[3.4.48] καὶ ὃς ἀκούσας ταῦτα
Toen hij (Xenophon) dat hoorde
καταπηδήσας ἀπὸ τοῦ ἵππου
sprong hij van zijn paard
ὠθεῖται αὐτὸν ἐκ τῆς τάξεως
en stootte hem uit het gelid,
καὶ τὴν ἀσπίδα ἀφελόμενος
en na hem zijn schild te hebben afgenomen
ὡς ἐδύνατο τάχιστα ἐπορεύετο˙
rukte hij zo snel mogelijk op.
ἐτύγχανε δὲ καὶ θώρακα ἔχων τὸν ἱππικόν˙
Het was zo dat hij ook het ruiterharnas aan,
ὥστ᾽ ἐπιέζετο.
zodat hij het benauwd had.
καὶ τοῖς μὲν ἔμπροσθεν ὑπάγειν παρεκελεύετο,
En de voorsten moedigde hij aan voort te gaan,
τοῖς δὲ ὄπισθεν παριέναι μόλις ἑπόμενος.
en die achter hem voorbij te gaan, met moeite volgend.
[3.4.49] οἱ δ᾽ ἄλλοι στρατιῶται παίουσι
Maar de andere soldaten sloegen
καὶ βάλλουσι καὶ λοιδοροῦσι τὸν Σωτηρίδαν,
en bekogelden Soteridas, en ze scholden hem uit,
ἔστε ἠνάγκασαν
tot ze hem dwongen,
λαβόντα τὴν ἀσπίδα πορεύεσθαι.
na zijn schild gepakt te hebben, op te rukken.
ὁ δὲ ἀναβάς,
Hij (Xenophon) steeg op,
ἕως μὲν βάσιμα ἦν,
en zo lang het bereidbaar terrein was
ἐπὶ τοῦ ἵππου ἦγεν,
leidde hij te paard,
ἐπεὶ δὲ ἄβατα ἦν,
maar toen het terrein onberijdbaar was
καταλιπὼν τὸν ἵππον ἔσπευδε πεζῇ.
liet hij zijn paard achter en haastte hij zich te voet.
καὶ φθάνουσιν ἐπὶ τῷ ἄκρῳ γενόμενοι τοὺς πολεμίους.
En ze waren, op de top gekomen, de vijanden voor.
‘De vijanden nemen de vlucht maar keren terug wanneer de Grieken de top met de omliggende dorpen reeds hebben bezet, en trachten de laatste in brand te steken.
Dit betekent οp de duur een te grοοt gevaar vοοr de Grieken, en aangezien een wijziging van de route naar het westen niet mοgelijk is wegens de diepte van de Tigris, besluiten ze οm dan maar naar Armenië te gaan, dwars door het bergachtige land der Carduchen, hοewel een gevangene hun weinig hοοp heeft gegeven door de bewering, dat de kοning er eens binnen viel met 120.000 man, van wie niemand terugkeerde…. Aan de sοldaten wοrdt het bevel gegeven, zich gereed te maken vοοr het vertrek, alvοrens ze ter ruste gaan.’ (Ten Veldhuys)