Go to content Go to navigation Go to search

Verliezen · 5054 dagen geleden by Ad van den Ende

[4.2.1] καὶ ἦν μὲν δείλη,
En het was wel het begin van de avond,
οἱ δ᾽ ἐκέλευον αὐτοὺς
toch gaven ze hen het bevel,
ἐμφαγόντας πορεύεσθαι.
na haastig gegeten te hebben, op tetrekken.
καὶ τὸν ἡγεμόνα δήσαντες
En na de gids geboeid te hebben
παραδιδόασιν αὐτοῖς,
droegen ze hem aan hen over,
καὶ συντίθενται τὴν μὲν νύκτα,
en ze spraken af die nacht,
ἢν λάβωσι τὸ ἄκρον,
als ze de top zouden nemen,
τὸ χωρίον φυλάττειν,
die plek te bewaken,
ἅμα δὲ τῇ ἡμέρᾳ
en bij het aanbreken van de dag
τῇ σάλπιγγι σημαίνειν·
met de trompet een teken te geven,

καὶ τοὺς μὲν ἄνω ὄντας
en dat degenen die boven waren
ἰέναι ἐπὶ τοὺς
af zouden gaan op hen
κατέχοντας τὴν φανερὰν ἔκβασιν,
die bezet hielden de zichtbare uitweg,
αὐτοὶ δὲ συμβοηθήσειν
en dat zij zelf te hulp zouden komen
ἐκβαίνοντες ὡς ἂν δύνωνται τάχιστα.
uit (het dal) komend zo snel als ze konden.

[4.2.2] ταῦτα συνθέμενοι
Na dat te hebben afgesproken
οἱ μὲν ἐπορεύοντο
trokken zij op,
πλῆθος ὡς δισχίλιοι·
in aantal ongeveer tweeduizend.
καὶ ὕδωρ πολὺ ἦν ἐξ οὐρανοῦ·
En er kwam veel water uit de hemel.

Ξενοφῶν δὲ ἔχων τοὺς ὀπισθοφύλακας
Xenophon, met de soldaten uit de achterhoede,
ἡγεῖτο πρὸς τὴν φανερὰν ἔκβασιν,
ging voorop naar de zichtbare uitweg,
ὅπως ταύτῃ τῇ ὁδῷ οἱ πολέμιοι
opdat op die weg de vijanden
προσέχοιεν τὸν νοῦν
hun aandacht zouden richten,
καὶ ὡς μάλιστα λάθοιεν
en zo veel mogelijk verborgen zouden blijven
οἱ περιιόντες.
zij die een omtrekkende beweging maakten.

[4.2.3] ἐπεὶ δὲ ἦσαν ἐπὶ χαράδρᾳ
Toen ze kwamen bij een ravijn,
οἱ ὀπισθοφύλακες
de soldaten uit de achterhoede,
ἣν ἔδει διαβάντας
waarvan het nodig was er doorheen gegaan
πρὸς τὸ ὄρθιον ἐκβαίνειν,
naar de steilte te gaan,
τηνικαῦτα ἐκύλινδον οἱ βάρβαροι
toen lieten de barbaren stenen rollen,
ὁλοιτρόχους ἁμαξιαίους
rolstenen bij karrevrachten,
καὶ μείζους καὶ ἐλάττους,
grotere en kleinere,
οἳ φερόμενοι πρὸς τὰς πέτρας
die in hun val tegen de rotsen
παίοντες διεσφενδονῶντο·
slaande in stukken sloegen;
καὶ παντάπασιν οὐδὲ πελάσαι οἷόν τ᾽ ἦν
en helemaal was het niet mogelijk
τῇ εἰσόδῳ.
de toegang te naderen.

[4.2.4] ἔνιοι δὲ τῶν λοχαγῶν,
Sommigen van de kapiteins,
εἰ μὴ ταύτῃ δύναιντο,
als ze niet langs de ene kant konden,
ἄλλῃ ἐπειρῶντο·
probeerden ze een andere;
καὶ ταῦτα ἐποίουν
en dat deden ze
μέχρι σκότος ἐγένετο·
tot het donker werd.
ἐπεὶ δὲ ᾤοντο ἀφανεῖς εἶναι ἀπιόντες,
En toen ze meenden ongezien te zijn als ze weggingen,
τότε ἀπῆλθον ἐπὶ τὸ δεῖπνον·
toen gingen ze weg naar het avondeten.
ἐτύγχανον δὲ καὶ ἀνάριστοι ὄντες
En toevallig waren ze ook zonder ontbijt geweest,
αὐτῶν οἱ ὀπισθοφυλακήσαντες.
degenen van hen die de achterhoede gevormd hadden.

οἱ μέντοι πολέμιοι οὐδὲν ἐπαύσαντο
Maar de vijanden hielden helemaal niet op,
δι᾽ ὅλης τῆς νυκτὸς κυλίνδοντες τοὺς λίθους·
de hele nacht door stenen wentelend;
τεκμαίρεσθαι δ᾽ ἦν τῷ ψόφῳ.
dat viel op te maken uit het lawaai.

[4.2.5] οἱ δ᾽ ἔχοντες τὸν ἡγεμόνα
Zij die de gids hebben,
κύκλῳ περιιόντες
in een boog een omtrekkende beweging makend,
καταλαμβάνουσι τοὺς φύλακας
overvallen de wachters
ἀμφὶ πῦρ καθημένους·
die rond het vuur zitten,
καὶ τοὺς μὲν κατακαίνοντες
en na sommigen gedood te hebben
τοὺς δὲ καταδιώξαντες
en anderen achtervolgd
αὐτοὶ ἐνταῦθ᾽ ἔμενον
bleven zij daar,
ὡς τὸ ἄκρον κατέχοντες.
in de mening de top te hebben bezet.

[4.2.6] οἱ δ᾽ οὐ κατεῖχον,
Die hadden ze echter niet bezet,
ἀλλὰ μαστὸς ἦν ὑπὲρ αὐτῶν
maar er was een heuvel boven hen
παρ᾽ ὃν ἦν ἡ στενὴ αὕτη ὁδὸς
waarlangs het smalle pad liep
ἐφ᾽ ᾗ ἐκάθηντο οἱ φύλακες.
waarop de wachters zaten.

ἔφοδος μέντοι αὐτόθεν
Er was een toegangsweg echter daarvandaan
ἐπὶ τοὺς πολεμίους ἦν
naar de vijanden
οἳ ἐπὶ τῇ φανερᾷ ὁδῷ ἐκάθηντο.
die op de zichtbare weg zaten.

[4.2.7] καὶ τὴν μὲν νύκτα ἐνταῦθα διήγαγον·
En die nacht bleven ze daar,
ἐπεὶ δ᾽ ἡμέρα ὑπέφαινεν,
maar toen de dag aanbrak,
ἐπορεύοντο σιγῇ συντεταγμένοι
trokken ze op in stilte, in slagorde opgesteld,
ἐπὶ τοὺς πολεμίους·
op de vijanden af;
καὶ γὰρ ὁμίχλη ἐγένετο,
want er was ook een nevel ontstaan,
ὥστ᾽ ἔλαθον ἐγγὺς προσελθόντες.
zodat ze verborgen bleven, naderbij gekomen.

ἐπεὶ δὲ εἶδον ἀλλήλους,
Toen ze elkaar zagen
ἥ τε σάλπιγξ ἐφθέγξατο
klonk de trompet
καὶ ἀλαλάξαντες ἵεντο ἐπὶ τοὺς ἀνθρώπους·
en opspringend stormden ze op de mannen af;
οἱ δὲ οὐκ ἐδέξαντο,
zij wachtten hen echter niet af,
ἀλλὰ λιπόντες τὴν ὁδὸν φεύγοντες
maar de weg verlatend en vluchtend
ὀλίγοι ἀπέθνῃσκον·
stierven er enkelen;
εὔζωνοι γὰρ ἦσαν.
want ze waren lichtbewapend.

[4.2.8] οἱ δὲ ἀμφὶ Χειρίσοφον
En zij rond Cheirisophos,
ἀκούσαντες τῆς σάλπιγγος
toen ze de trompet hoorden,
εὐθὺς ἵεντο ἄνω κατὰ τὴν φανερὰν ὁδόν·
stormden terstond omhoog over de zichtbare weg;
ἄλλοι δὲ τῶν στρατηγῶν
anderen van de generaals
κατὰ ἀτριβεῖς ὁδοὺς ἐπορεύοντο
trokken op over ongebaande wegen,
ᾗ ἔτυχον ἕκαστοι ὄντες,
waar ze toevallig allemaal waren,
καὶ ἀναβάντες ὡς ἐδύναντο
en omhooggegaan zo ver als ze konden
ἀνίμων ἀλλήλους τοῖς δόρασι.
trokken ze elkaar omhoog met de lansen.

[4.2.9] καὶ οὗτοι πρῶτοι συνέμειξαν
En dezen voegden zich als eersten
τοῖς προκαταλαβοῦσι τὸ χωρίον.
bij degenen die de plek eerder bezet hadden.
Ξενοφῶν δὲ ἔχων τῶν ὀπισθοφυλάκων
Xenophon, met van de soldaten van de achterhoede
τοὺς ἡμίσεις ἐπορεύετο
de helft, trok op
ᾗπερ οἱ τὸν ἡγεμόνα ἔχοντες·
langs dezelfde weg als degenen die de gids hadden;
εὐοδωτάτη γὰρ ἦν τοῖς ὑποζυγίοις·
want die was het best begaanbaar voor de lastdieren;
τοὺς δὲ ἡμίσεις ὄπισθεν τῶν ὑποζυγίων ἔταξε.
de (andere) helft stelde hij op achter de lastdieren.

[4.2.10] πορευόμενοι δ᾽ ἐντυγχάνουσι λόφῳ
Toen zij optrokken stootten ze op een heuvel
ὑπὲρ τῆς ὁδοῦ κατειλημμένῳ ὑπὸ τῶν πολεμίων,
boven de weg, die was bezet door de vijanden,
οὓς ἢ ἀποκόψαι ἦν ἀνάγκη
waarvoor het nodig was hen te verjagen,
ἢ διεζεῦχθαι
(wilden ze niet) worden afgesneden
ἀπὸ τῶν ἄλλων Ἑλλήνων.
van de andere Grieken.
καὶ αὐτοὶ μὲν ἂν ἐπορεύθησαν
En zelf hadden ze wel op kunnen trekken
ᾗπερ οἱ ἄλλοι,
(langs de weg) waarlangs de anderen (gegaan waren),
τὰ δὲ ὑποζύγια οὐκ ἦν
voor de lastdieren was het echter niet mogelijk
ἄλλῃ ἢ ταύτῃ ἐκβῆναι.
langs een andere weg dan die weg te gaan.

‘De Grieken bestormen de heuvel, daarbij aan de vijand ruimte latend voor de aftocht. Xenophon laat Kephisodoros, Amfikrates en Archarogas met een kleine bezetting van Archivers achter, omdat de langstrekkende tros in de flank moet worden beschermd. Zelf bereikt hij met zijn troepen een tweede heuvel, die op dezelfde wijze wordt genomen.’ (Ten Veldhuys)

[4.2.14] ἔτι δ᾽ αὐτοῖς τρίτος μαστὸς λοιπὸς ἦν
Voor hen restte er nog een derde heuvel,
πολὺ ὀρθιώτατος
verreweg de steilste,
ὁ ὑπὲρ τῆς
die uitstak boven die
ἐπὶ τῷ πυρὶ καταληφθείσης φυλακῆς
van de wacht die bij het vuur was overrompeld
τῆς νυκτὸς ὑπὸ τῶν ἐθελοντῶν.
die nacht door de vrijwilligers.

[4.2.15] ἐπεὶ δ᾽ ἐγγὺς ἐγένοντο οἱ Ἕλληνες,
Toen ze echter naderbij kwamen, de Grieken,
λείπουσιν οἱ βάρβαροι ἀμαχητὶ τὸν μαστόν,
verlieten de barbaren zonder strijd de heuvel,
ὥστε θαυμαστὸν πᾶσι γενέσθαι
zodat het verwonderlijk was voor allen,
καὶ ὑπώπτευον δείσαντας αὐτοὺς
en ze vermoedden dat zij, vrezend
μὴ κυκλωθέντες πολιορκοῖντο ἀπολιπεῖν.
dat ze, omsingeld, belegerd zouden worden, wegvluchtten.
οἱ δ᾽ ἄρα ἀπὸ τοῦ ἄκρου καθορῶντες
Zij, vanaf de top omlaag kijkend
τὰ ὄπισθεν γιγνόμενα
(zagen) wat er achteraan gebeurde
πάντες ἐπὶ τοὺς ὀπισθοφύλακας ἐχώρουν.
en renden allen naar de soldaten van de achterhoede.

[4.2.16] καὶ Ξενοφῶν μὲν σὺν τοῖς νεωτάτοις
En Xenophon, samen met de jongste soldaten,
ἀνέβαινεν ἐπὶ τὸ ἄκρον,
klom naar de top,
τοὺς δὲ ἄλλους ἐκέλευσεν ὑπάγειν,
en de anderen beval hij langzaam op te marcheren,,
ὅπως οἱ τελευταῖοι λόχοι προσμείξειαν,
opdat de laatste afdelingen aan zouden sluiten,
καὶ προελθόντας κατὰ τὴν ὁδὸν
en, na voort te zijn gegaan langs de weg,
ἐν τῷ ὁμαλῷ θέσθαι τὰ ὅπλα εἶπε.
zei hij, (moest men) op de vlakte halt houden.

[4.2.17] καὶ ἐν τούτῳ τῷ χρόνῳ ἦλθεν Ἀρχαγόρας ὁ Ἀργεῖος
En op dat ogenblik kwam Archagoras, de Argeër,
πεφευγὼς καὶ λέγει ὡς ἀπεκόπησαν ἀπὸ τοῦ λόφου
gevlucht, en hij zegt dat ze verjaagd zijn van de heuvel,
καὶ ὅτι τεθνᾶσι Κηφισόδωρος καὶ Ἀμφικράτης
en dat gesneuveld zijn Kephisodorus en Amphikrates,
καὶ ἄλλοι ὅσοι μὴ ἁλόμενοι κατὰ τῆς πέτρας
en alle anderen die niet, gesprongen van de rotsen,
πρὸς τοὺς ὀπισθοφύλακας ἀφίκοντο.
bij de soldaten van de achterhoede waren aangekomen.

[4.2.18] ταῦτα δὲ διαπραξάμενοι
Na dat voor elkaar te hebben gekregen
οἱ βάρβαροι ἧκον ἐπ᾽ ἀντίπορον λόφον
kwamen de barbaren naar de heuvel tegenover
τῷ μαστῷ˙
de heuvel (waar Xenophon was),
καὶ ὁ Ξενοφῶν διελέγετο αὐτοῖς
en Xenophon overlegde met hen
δι᾽ ἑρμηνέως περὶ σπονδῶν
via een tolk over een wapenstilstand,
καὶ τοὺς νεκροὺς ἀπῄτει.
en de gesneuvelden eist hij op.

[4.2.19] οἱ δὲ ἔφασαν ἀποδώσειν
Zij zeiden hen terug te geven
ἐφ᾽ ᾧ μὴ καίειν τὰς οἰκίας.
op voorwaarde dat ze de huizen niet verbranden.
συνωμολόγει ταῦτα ὁ Ξενοφῶν.
Daarmee stemt Xenophon in.

ἐν ᾧ δὲ τὸ μὲν ἄλλο στράτευμα παρῄει,
Terwijl de rest van het leger langs trok,
οἱ δὲ ταῦτα διελέγοντο,
(en) zij die dingen bespraken,
πάντες οἱ ἐκ τούτου τοῦ τόπου συνεῤῥύησαν ἐνταῦθα·
stroomden allen uit die streek daar samen.

[4.2.20] καὶ ἐπεὶ ἤρξαντο καταβαίνειν ἀπὸ τοῦ μαστοῦ
En toen ze begonnen af te dalen van de heuvel
πρὸς τοὺς ἄλλους ἔνθα τὰ ὅπλα ἔκειντο,
naar de anderen, waar ze halt hielden,
ἵεντο δὴ οἱ πολέμιοι πολλῷ πλήθει καὶ θορύβῳ·
stormden de vijanden
πολλῷ πλήθει καὶ θορύβῳ˙
in grote massa en met (veel) lawaai toe.
καὶ ἐπεὶ ἐγένοντο ἐπὶ τῆς κορυφῆς τοῦ μαστοῦ
En toen ze gekomen waren op de top van de heuvel
ἀφ᾽ οὗ Ξενοφῶν κατέβαινεν,
waarvan Xenophon afdaalde,
ἐκυλίνδουν πέτρους·
lieten ze rotsblokken (naar beneden) rollen.
καὶ ἑνὸς μὲν κατέαξαν τὸ σκέλος,
En van één (man) braken ze een been;
Ξενοφῶντα δὲ ὁ ὑπασπιστὴς
Xenophon werd door zijn schilddrager,
ἔχων τὴν ἀσπίδα ἀπέλιπεν·
die het schild meenam, in de steek gelaten.

[4.2.21] Εὐρύλοχος δὲ Λουσιεὺς, Ἀρκὰς,
Eurylochos uit Lousoi, een Arkadiër,
προσέδραμεν αὐτῷ ὁπλίτης,
snelde naar hem toe, een hopliet,
καὶ πρὸ ἀμφοῖν προβεβλημένος
en voor beiden (een schild) voorhoudend
ἀπεχώρει,
week hij terug,
καὶ οἱ ἄλλοι πρὸς τοὺς συντεταγμένους ἀπῆλθον.
en de anderen gingen weg naar hen die opgesteld stonden.

[4.2.22] ἐκ δὲ τούτου πᾶν ὁμοῦ ἐγένετο τὸ Ἑλληνικόν,
Als gevolg hiervan was het hele Griekse leger verzameld,
καὶ ἐσκήνησαν αὐτοῦ ἐν πολλαῖς καὶ καλαῖς οἰκίαις
en ze legerden zich daar in vele en mooie huizen
καὶ ἐπιτηδείοις δαψιλέσι·
en met overvloedig levnsmiddelen.
καὶ γὰρ οἶνος πολὺς ἦν,
Want ook was er veel wijn,
ὁν ἐν λάκκοις κονιατοῖς εἶχον.
die ze in gpleisterde bakken bewaarden.

[4.2.23] Ξενοφῶν δὲ καὶ Χειρίσοφος διεπράξαντο
Xenophon en Cheirisophos kregen het voor elkaar
ὥστε λαβόντες τοὺς νεκροὺς
dat ze, na het terugkrijgen van de doden,
ἀπέδοσαν τὸν ἡγεμόνα,
de gids teruggaven,
καὶ πάντα ἐποίησαν τοῖς ἀποθανοῦσιν
en ze deden alles voor de gestorvenen
ἐκ τῶν δυνατῶν
van het mogelijke,
ὥσπερ νομίζεται ἀνδράσιν ἀγαθοῖς.
zoals gebruikelijk is voor dappere mannen.

‘Zonder gids gaat het de volgende dag verder. Telkens wanneer bij en vernauwing van de weg de Kardoechen deze trachten te versperren, bezet het onbedreigde deel van de Griekse kolonne een punt, dat hoger ligt dan de vijandelijke positie. Ondanks de boogschutterscapaciteiten van de Kardoechen blijven de Grieken de baas.’ (Ten Veldhuys)

Volgende
Terug

reageer