Les 7 Het labyrint · 6281 dagen geleden by Ad van den Ende
7A De draad van Ariadne
Ariadne redt Theseus en de kinderen op de volgende manier; zij geeft hem een kluwen (wol) en Theseus neemt de kluwen aan.
Minos brengt de Atheners naar het labyrint en zegt: ‘Hier woont de Minotaurus en hij wacht op voedsel; jullie, kinderen, zullen hem voor vele dagen het voedsel verschaffen.’
Nu zeggen de kinderen echter in hun vrees: ‘Maar wij willen het voedsel niet zijn! Wij zullen dus niet naar het labyrint gaan, maar wij blijven hier; want wij zijn heel bang!’
Theseus bezit echter een grote dapperheid en hij spreekt de kinderen aldus moed in: ‘Ik verbaas me er niet over dat jullie niet verder willen gaan. Ik beveel daarom ieder van jullie om hier te blijven; ik zal alleen de Minotaurus zoeken en hem doden.’
De kinderen blijven achter, Theseus doet echter aldus: hij maakt de kluwen aan de deur vast en gaat naar het labyrint, en tegelijk rolt hij de kluwen af. Zo gaat Theseus alleen op zoek naar de Minotaurus.
7B De redding
Theseus zoekt de minotaurus, maar hij vindt hem niet. Plotseling hoort hij een vreselijk geluid. Nu krijgt de angst ook Theseus te pakken. Hij merkt de Minotaurus op, maar … het beest slaapt! Theseus gaat stilletjes naar het beest toe. Dan opent het beest zijn ogen en heft het zijn grote kop op…. Theseus pakt de kop echter aanstonds vast en slaat het met zijn vuisten; want hij is ongewapend. Zo doodt hij de verschrikkelijke Minotaurus.
Vervolgens neemt hij de kluwen en zo vindt hij de deur. Daar merken de kinderen Theseus op en zeggen: ‘Wij zijn heel blij en we bewonderen je, Theseus; want je bent heel sterk en moedig! Zo red je ons en Athene!’
Vervolgens roepen de kinderen Ariadne. Want Ariadne wacht buiten. De kinderen zeggen: ‘De Athener Theseus heet de Minotaurus gedood. Nu verlangen wij naar buiten te gaan. Wil je dus (zo goed zijn om) de deur (te) openen, Ariadne?’
Ook Ariadne is blij en ze doet de deur open. Aanstonds vluchten Theseus en Ariadne en de anderen naar de zee. Daar gaan ze naar het schip en varen ze weg.