De zee! · 5160 dagen geleden by Ad van den Ende
Anabasis 4,7,19 tot 4,7,28
[4.7.19] ἐντεῦθεν διῆλθον σταθμοὺς τέτταρας
Vandaar legden ze vier dagmarsen af,
παρασάγγας εἴκοσι πρὸς πόλιν μεγάλην
twintig uur gaans, naar een stad, groot,
καὶ εὐδαίμονα καὶ οἰκουμένην
welvarend en bewoond,
ἣ ἐκαλεῖτο Γυμνιάς.
die Gumnias werd genoemd.
ἐκ ταύτης τῆς χώρας
Uit dat gebied
ὁ ἄρχων τοῖς Ἕλλησιν ἡγεμόνα πέμπει,
stuurt de heerser de Grieken een gids,
ὅπως διὰ τῆς ἑαυτῶν πολεμίας χώρας
opdat hij hen door een hem vijandig gebied
ἄγοι αὐτούς.
zou leiden.
[4.7.20] ἐλθὼν δ᾽ ἐκεῖνος λέγει
Toen deze gekomen was zei hij
ὅτι ἄξει αὐτοὺς
dat hij hen zou voorgaan
πέντε ἡμερῶν
(langs een weg) van vijf dagen
εἰς χωρίον
naar een plaats
ὅθεν ὄψονται θάλατταν
vanwaar zij de zee zouden zien.
εἰ δὲ μή,
Zo niet,
τεθνάναι ἐπηγγείλατο.
dan verklaarde hij zich bereid om te sterven.
καὶ ἡγούμενος ἐπειδὴ ἐνέβαλλεν
En voorop gaande, toen hij binnen viel
εἰς τὴν ἑαυτοῦ πολεμίαν,
in het hem vijandige (gebied),
παρεκελεύετο
spoorde hij hen aan
αἴθειν 1 καὶ φθείρειν 2 τὴν χώραν
het gebied in brand te steken en te vernietigen.
1. αἴθω = in brand steken; brandschatten
2. φθειρω = vernietigen; ten gronde richten,
verwoesten
ᾧ καὶ δῆλον ἐγένετο ὅτι τούτου ἕνεκα ἔλθοι,
Hierdoor werd duidelijk dat hij daarom mee ging,
οὐ τῆς τῶν Ἑλλήνων εὐνοίας.
en niet vanwege genegenheid voor de Grieken.
[4.7.21] καὶ ἀφικνοῦνται ἐπὶ τὸ ὄρος τῇ πέμπτῃ ἡμέρᾳ•
En ze komen aan bij de berg op de vijfde dag;
ὄνομα δὲ τῷ ὄρει ἦν Θήχης.
de naam van de berg was Theches.
ἐπεὶ δὲ οἱ πρῶτοι ἐγένοντο ἐπὶ τοῦ ὄρους
Toen de voorsten aankwamen op de berg,
καὶ κατεῖδον τὴν θάλατταν,
en de zee zagen,
κραυγὴ πολλὴ ἐγένετο.
brak er een luid geschreeuw los.
[4.7.22] ἀκούσας δὲ ὁ Ξενοφῶν
Toen Xenofon dat hoorde,
καὶ οἱ ὀπισθοφύλακες
en de soldaten van de achterhoede,
ᾠήθησαν ἔμπροσθεν
meenden ze dat aan de voorkant
ἄλλους ἐπιτίθεσθαι πολεμίους
andere vijanden hen aanvielen.
εἵποντο γὰρ ὄπισθεν
Want ze werden van achteren gevolgd
ἐκ τῆς καιομένης χώρας,
(door mannen) uit het in brand gestoken gebied,
καὶ αὐτῶν οἱ ὀπισθοφύλακες ἀπέκτεινάν
en van hen doodden de achterhoede-soldaten
τέ τινας
er enkelen,
καὶ ἐζώγρησαν
en (anderen) namen ze levend gevangen
ἐνέδραν ποιησάμενοι,
na een hinderlaag gelegd te hebben,
καὶ γέῤῥα ἔλαβον
en kleine schilden maakten ze buit
δασειῶν βοῶν ὠμοβόεια
van behaarde huiden van ongelooid runderleer,
ἀμφὶ τὰ εἴκοσιν.
rond de twintig.
[4.7.23] ἐπειδὴ δὲ βοὴ πλείων τε ἐγίγνετο
Maar toen het geroep sterker werd,
καὶ ἐγγύτερον
en dichterbij (kwam),
καὶ οἱ ἀεὶ ἐπιόντες ἔθεον
renden ook degenen die na elkaar aankwamen
δρόμῳ ἐπὶ τοὺς ἀεὶ βοῶντας
in draf naar degenen die steeds maar schreeuwden,
καὶ πολλῷ μείζων ἐγίγνετο ἡ βοὴ
en nog veel luider werd het geroep,
ὅσῳ δὴ πλείους ἐγίγνοντο,
naarmate er meer mensen bij kwamen.
[4.7.24] ἐδόκει δὴ,
Het kwam Xenofon voor
μεῖζόν τι εἶναι τῷ Ξενοφῶντι
dat er iets heel belangrijks aan de hand was,
καὶ ἀναβὰς ἐφ᾽ ἵππον καὶ Λύκιον
en na te paard te zijn gestegen, en Lukios
καὶ τοὺς ἱππέας ἀναλαβὼν
en de ruiters te hebben meegenomen
παρεβοήθει
snelde hij te hulp;
καὶ τάχα δὴ ἀκούουσι
en al snel horen ze
βοώντων τῶν στρατιωτῶν
van de soldaten dat ze roepen:
—θάλαττα θάλαττα
‘De zee! De zee!’,
καὶ παρεγγυώντων.
en ook van degenen die dat doorgeven.
ἔνθα δὴ ἔθεον πάντες καὶ οἱ ὀπισθοφύλακες,
Toen renden allen, ook de achterhoede-soldaten;
καὶ τὰ ὑποζύγια ἠλαύνετο
ook de lastdieren draafden mee,
καὶ οἱ ἵπποι.
en de paarden.
[4.7.25] ἐπεὶ δὲ ἀφίκοντο πάντες ἐπὶ τὸ ἄκρον,
Toen allen waren aangekomen op de top,
ἐνταῦθα δὴ περιέβαλλον ἀλλήλους
toen omhelsden ze elkaar
καὶ στρατηγοὺς καὶ λοχαγοὺς δακρύοντες.
en de generaals en de kapiteins, huilend (van vreugde).
καὶ ἐξαπίνης ὅτου δὴ παρεγγυήσαντος
En plotseling – wie ook de opdracht had gegeven – οἱ στρατιῶται φέρουσι λίθους
dragen de soldaten stenen aan
καὶ ποιοῦσι κολωνὸν μέγαν.
en maken ze een grote stapel.
·
[4.7.26] ἐνταῦθα ἀνετίθεσαν 1 δερμάτων πλῆθος
Daar boven op legden ze een hoop huiden
ὠμοβοείων καὶ βακτηρίας
van ongelooid runderleer en stokken
καὶ τὰ αἰχμάλωτα γέῤῥα,
en de buitgemaakte kleine schilden;
καὶ ὁ ἡγεμὼν αὐτός τε κατέτεμνε τὰ γέῤῥα
en de gids sneed de schilden zelf in stukken
καὶ τοῖς ἄλλοις διεκελεύετο 2.
en ook de anderen moedigde hij (daartoe) aan.
1. ἀνα-τιθημι = bovenop leggen; wijden
2. δια-κελευομαι = aanmoedigen
[4.7.27] μετὰ ταῦτα τὸν ἡγεμόνα οἱ Ἕλληνες ἀποπέμπουσι
Daarna sturen de Grieken de gids terug,
δῶρα δόντες
hem geschenken gegeven hebbend
ἀπὸ κοινοῦ ἵππον
uit het gemeenschappelijke, een paard,
καὶ φιάλην ἀργυρᾶν καὶ σκευὴν Περσικὴν
en een zilveren schaal en een Perzisch gewaad
καὶ δαρεικοὺς δέκα
en tien darieken.
ᾔτει δὲ μάλιστα τοὺς δακτυλίους,
Hij vroeg vooral de ringen
καὶ ἔλαβε πολλοὺς παρὰ τῶν στρατιωτῶν.
en hij kreeg er veel van de soldaten.
κώμην δὲ δείξας αὐτοῖς
En na hun een dorp te hebben gewezen
οὗ σκηνήσουσι
waar ze zich konden legeren,
καὶ τὴν ὁδὸν ἣν πορεύσονται
en de weg die ze konden gaan
εἰς Μάκρωνας,
naar de Makronen,
ἐπεὶ ἑσπέρα ἐγένετο,
toen het avond was geworden,
ᾤχετο τῆς νυκτὸς ἀπιών.
ging hij in het donker weg.