Go to content Go to navigation Go to search

De aardbeving begint. · 5241 dagen geleden by Ad van den Ende

C. PLINIUS TACITO SUO S.
C. Plinius aan zijn vriend Tacitus: gegroet!

1 Ais te adductum litteris
Je zegt dat jij, ertoe gebracht door de brief
quas exigenti tibi
die ik aan jou, omdat je er om vroeg,
de morte avunculi mei scripsi,
over de dood van mijn oom heb geschreven,
cupere cognoscere,
verlangt te vernemen
quos
welke angsten niet alleen
ego Miseni relictus
ik, die te Misenum was achtergelaten
( id enim ingressus abruperam )
( daarmee immers begonnen had ik – die brief – afgebroken )
non solum metus verum etiam
maar ook
casus pertulerim.
(welke) gevaren ik heb doorstaan.

‘Quamquam animus meminisse horret, …
‘Hoewel mijn ziel bij de herinnering huivert,…
incipiam.’
zal ik beginnen.’

2 Profecto avunculo
Nadat mijn oom was vertrokken
ipse reliquum tempus studiis
heb ik zelf de overige tijd aan studie
( ideo enim remanseram ) impendi;
(daarom was ik immers gebleven) besteed;
mox balineum cena
daarna een bad, een maaltijd,
somnus inquietus et brevis.
een slaap, onrustig en kort.

3 Praecesserat
Daaraan voorafgegaan was,
per multos dies
vele dagen lang
tremor terrae,
het schokken van de aarde,
minus formidolosus
minder angstaanjagend
quia Campaniae solitus;
omdat men er in Campania aan gewend is;

illa vero nocte
maar in die nacht
ita invaluit,
was dat zoveel sterker geworden
ut non moveri omnia
dat men geloofde dat alles niet(alleen) bewogen werd
sed verti crederentur.
maar ondersteboven werd geworpen.

4 Irrupit cubiculum meum mater;
Mijn moeder stormde mijn slaapkamer binnen;
surgebam invicem,
ik was, op mijn beurt, bezig op te staan
si quiesceret excitaturus.
(van plan),als ze zou slapen, haar te wekken.

Resedimus in area domus,
We gingen zitten op het terras van het huis,
quae mare a tectis modico spatio dividebat.
dat de zee met weinig ruimte van het huis scheidde.

5 Dubito, constantiam vocare
Ik twijfel of ik dit dapperheid moet noemen
an imprudentiam debeam —
of domheid – agebam enim duodevicensimum annum -:
ik was immers (pas) in mijn achttiende levensjaar-;

posco librum Titi Livi,
ik vraag om een boek van Titus Livius
et quasi per otium lego
en alsof er niets aan de hand was lees ik
atque etiam ut coeperam excerpo.
en maak ik ook een uittreksel zoals ik al begonnen was.

Ecce amicus avunculi
Er kwam een vriend van mijn oom
qui nuper ad eum ex Hispania venerat,
die onlangs uit Spanje naar hem gekomen was;
ut me et matrem sedentes,
toen hij mij en mijn moeder zag zitten,
me vero etiam legentem videt,
en mij ook zelfs zag zitten lezen,
illius patientiam securitatem meam corripit.
keurde hij sterk haar passiviteit en mijn zorgeloosheid af.
Nihilo segnius ego intentus in librum.
Desalniettemin (bleef ik) vol aandacht voor mijn boek.

Volgende
Terug

reageer