Een pas · 5259 dagen geleden by Ad van den Ende
[4.6.1] ἐπεὶ δ᾽ ἡμέρα ἦν ὀγδόη,
Toen het de achtste dag was
τὸν μὲν ἡγεμόνα παραδίδωσι Χειρισόφῳ,
draagt hij (Xenophon) de gids over aan Cheirisophos,
τοὺς δὲ οἰκέτας καταλείπει τῷ κωμάρχῳ,
maar de huisgenoten laat hij achter voor het dorpshoofd,
πλὴν τοῦ υἱοῦ τοῦ ἄρτι ἡβάσκοντος·
behalve de zoon die juist volwassen wordt.
τοῦτον δὲ Πλεισθένει Ἀμφιπολίτῃ δίδωσι φυλάττειν,
Hem geeft hij aan Pleistenes uit Amfipolis om te bewaken,
ὅπως εἰ καλῶς ἡγήσοιτο,
opdat hij, als hij goed de weg zou wijzen,
ἔχων καὶ τοῦτον ἀπίοι.
ook met hem weg zou gaan.
καὶ εἰς τὴν οἰκίαν αὐτοῦ εἰσεφόρησαν
En in zijn huis brachten ze naar binnen
ὡς ἐδύναντο πλεῖστα,
zoveel als ze konden,
καὶ ἀναζεύξαντες ἐπορεύοντο.
en na te zijn opgebroken trokken ze verder.
[4.6.2] ἡγεῖτο δ᾽ αὐτοῖς ὁ κώμαρχος
Hij ging hen voor, het dorpshoofd,
λελυμένος διὰ χιόνος·
zonder boeien, door de sneeuw;
καὶ ἤδη τε ἦν ἐν τῷ τρίτῳ σταθμῷ,
en het was al bij de derde halteplaats,
καὶ Χειρίσοφος αὐτῷ ἐχαλεπάνθη
en Cheirisophos werd erg nijdig op hem
ὅτι οὐκ εἰς κώμας ἤγαγεν.
omdat hij niet naar dorpen de weg wees.
ὁ δ᾽ ἔλεγεν ὅτι οὐκ εἶεν
Maar hij zei dat die er niet waren
ἐν τῷ τόπῳ τούτῳ.
in die streek.
[4.6.3] ὁ δὲ Χειρίσοφος αὐτὸν ἔπαισεν,
Cheirisophos sloeg hem,
ἔδησε δ᾽ οὔ.
maar bond hem niet.
ἐκ δὲ τούτου ἐκεῖνος τῆς νυκτὸς ἀποδρὰς ᾤχετο
Ten gevolge daarvan liep hij ’s nachts weg
καταλιπὼν τὸν υἱόν.
met achterlating van zijn zoon.
τοῦτό γε δὴ Χειρισόφῳ καὶ Ξενοφῶντι
Dat was voor Cheirisophos en Xenophon
μόνον διάφορον ἐν τῇ πορείᾳ ἐγένετο,
de enige onenigheid tijdens de tocht:
ἡ τοῦ ἡγεμόνος κάκωσις
de mishandeling van de gids
καὶ ἀμέλεια.
en de nalatigheid (door hem te laten ontsnappen).
‘Να het ονersteken ναn de riνier de Phasis kοmen de trοepen in het land ναn de Chalybes, die zich sαmen met de Τaochi en de Phasiani οp een bergpαs hebben νerschαnst. Χenophon kοmt met het νοlgende plαn : de hοοfdmαcht zαl tegen zοnsοndergαng lαrgs de weg een schijnaanval dοen; intussen zullen lichtgewapenden de tοppen lαngs een omweg bestijgen en νuren brαnden ten teken ναn hun ααnkοmst. Deze οpzet gelukt. Vοοrdαt de hοοfdmαcht οnder Chirisοphus de νοlgende οchtend οp de pas is ααngekοmen, hebben de Grieken οp de tοppen reeds contact met de tegenstαnders en weten die te νerjαgen. Het gevolg is, dαt nu οοk de νijαndelijke hοοfdmαcht zich terugtrekt en de dοοrtοcht vrij is. De Grieken kοmen dαn in een νlαkte met welvarende dοrpen.’ (Ten Veldhuys)