Go to content Go to navigation Go to search

Egyptische schilderkunst · Mar 18, 10:01 PM by Ad van den Ende

De ganzen van Meidoem

Ganzen naar links

Dit ziet er uit als een realistisch stukje natuur. In werkelijkheid is het streng gecomponeerd. “De fries geeft reeds de ook voor de volgende eeuwen bepalende kenmerken van de Egyptische kunst te zien: stilering, idealisering en voorstelling en profil.” (Hagen)
De vogels zijn symmetrisch gerangschikt: drie naar rechts, drie naar links. Van elke drie lopen er twee, en staat de voorste stil en eet gras. Ze zijn perfect; ze passen in het hiernamaals van een grafdecoratie.
Er is evenwicht tussen stilering en natuurgetrouwheid. Dit was een kenmerk van de Egyptische kunst in het algemeen.
De ganzen zijn zo perfect geschilderd dat je denkt dat zij het resultaat zijn van een zeer lange ontwikkeling. In werkelijkheid dateren zij van het begin van de Egyptische schilderkunst. De fries werd al als grafversiering geschilderd in het Oude Rijk onder farao Snofroe, de stichter van de vierde dynastie. Hij was de vader van Cheops, de bouwer van de grote piramide.

Muurschileringen in de grafkamer van Nebamoen.

Nebamoen was een groot staatsman uit de achttiende dynastie van Egypte.

De rijke en levendige fresco’s geven een geïdealiseerd beeld van Nebamoens leven, met nadruk op de aktiviteiten die de overledene in het hiernamaals voort wenste te zetten. Ze tonen hem terwijl hij op hoenderjacht is.

Nebamoen op hoenderjacht

of terwijl hij de opbrengst van zijn landgoederen keurt.

Vee-opbrengst
Ze tonen ook een banketscène met dansende meisjes en muzikanten.

Dansende meisjes

Muzikanten

Verder is er een tuin met een vijver vol vis .

In de vijver zemmen vissen die we van opzij zien. Egyptische schilders gaven alles niet weer zoals zij het zagen, maar zoals zij wisten dat her er uit zag. Mensen beelden zij vaak af met het gezicht en profil, en de borst van voren.
De vijver is omgeven met vijgenbomen, olijfbomen, papyrus en andere gewassen. De onderste rij bomen is ‘verkeerd om’ geschilderd; dat geeft het geheel diepte.
De verf werd aangebracht op een droge pleisterlaag, een techniek die als fresco a secco wordt omschreven.

Het geheel geeft de overvloed en geneugten weer die Nebamoen na zijn dood wachten. Het geeft ook een fascinerend beeld van Het Egyptische leven van circa vierduizend jaar geleden.

Isis en Osiris

In de mythologie wordt verteld over farao Osiris. Hij was getrouwd met zijn zus Isis.
De broer van Osiris was Seth. Seth was jaloers op zijn broer omdat hij koning was. Hij doodde hem, hakte het dode lichaam van Osiris in stukken en gooide deze over de uithoeken van het oude Egypte. Isis trok jarenlang rond op zoek naar de stoffelijke resten van haar echtgenoot. Na lang zoeken vond ze de lichaamsstukken terug. Zij smeekte de goden hem weer tot leven te wekken. Dat werd voor één nacht toegestaan. In die nacht werd Horus verwekt; hij heeft het hoofd van een valk.. Horus werd na een lange strijd met Seth koning van Egypte.

“De mythe van Osiris is het bekendste verhaal uit het oude Egypte en gaat over zijn dood en wederopstanding – een thema dat de dagelijkse cyclus weerspiegelt van het ‘sterven’ van de zon bij zonsondergang en zijn ‘geboorte’ bij zonsopkomst. Osiris was niet alleen god van het koningschap en de levenskracht van de farao, hij was de personificatie van de vruchtbaarheid van het land en de geest van de vegetatiecyclus. Als heerser over het dodenrijk schonk hij hen, die de onsterfelijkheid hadden verdiend door hun zuivere levenswandel, nieuw leven.” (Wikipedia)

Osiris, Horus en Isis

Twee zittende mannen

Ploegende boer

De veldarbeid

Dodengericht

Toverspreuken ten behoeve van de overledene werden oorspronkelijk in de muren van de piramiden gebeiteld. Vanaf ongeveer 1550 vC werden deze spreuken in ‘dodenboeken’ opgeschreven; zo werden zij voor de rijke bovenlaag betaalbaar.
Het was belangrijk dat men de magische formules juist kon beantwoorden. Bij deze formules hoorde de ‘negatieve belijdenis van zonden’: “Ik heb geen onrecht tegen mensen begaan, ik heb geen dieren mishandeld, ik heb het overstromingswater niet tegengehouden in het seizoen”.

De god van de onderwereld, de jakhalskoppige god Amoebis, knielt onder de weegschaal en gaat na of het hart van de overledene (links op de weegschaal) niet zwaarder is dan de veer rechts. Deze veer was het symbool van de god der gerechtigheid.
Rechts schrijft de ibiskoppige Thot, god van de schrijvers en de magie, de uitslag van de toetsing op. Is deze gunstig dan wordt deze uitslag rechtmatig en wordt de overledene niet verslonden door de dodenverslindster, die al begerig naar de schrijver opziet. Deze dodenverslindster was een kruising van een wilde kat, een krokodil en een nijlpaard.

De overledene mag als ‘gerechtvaardigde’ de donkere krocht van de onderwereld verlaten en het zonlicht weer aanschouwen. Dit dodenboek werd daarom het ‘Boek van het het uittreden in de dag’ genoemd.

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.