Van genreschilderij naar portret · Sep 1, 12:44 AM by Ad van den Ende
Frans was waarschijnlijk een leerling van Carel van Mander. In 1610 werd hij lid van het Sint-Lucasgilde en vanaf dat moment mocht hij ook leerling-schilders in dienst nemen.
Zijn vroegst gedateerde werk is uit 1611 maar hij moet al veel eerder volleerd zijn geweest. Het is een raadsel waarom er geen eerder werk van hem is bewaard gebleven. Misschien is er veel verloren gegaan, of reisde hij veel. Hij stond bekend om zijn ‘lustich leven’.
Waarschijnlijk schilderde hij in 1611 een schilderij “Over het gewone leven”,een zogenaamd ‘genreschilderij’:
De Carnavalsvierders
“De compositie is gewrongen, er is een overmaat aan details, de kleuren zijn schreeuwend, en de dikke verf in de blozende gezichten is nog ver verwijderd van de latere lichtere toets van de meester. Toch is het wezen van zijn kracht en vitaliteit al in dit werk aanwezig.(…)
Onder de handen van Hals werd genre schilderen een soort portret schilderen, maar dan met een vrijer, stoutmoediger en meer onthullend karakter dan dat van de in opdracht uitgevoerde portretten van die tijd.In deze werken trok hij zich niets aan van de gewoontes in de officiële portret-schilderkunst. Vóór Hals had geen schilder ooit de gewone mensen met hetzelfde sympathieke gevoel en liefde voor een onvervalste uitdrukking van levensvreugde benaderd. Hals slaagde er in de vitaliteit en spontaniteit die hij in zijn genreschilderijen ten toon spreidde te introduceren in zijn in opdracht uitgevoerde portretten.” (Seymour Slive)
Catherina Hooft en haar verzorgster
De verzorgster biedt het kind een appeltje aan. Het is alsof ze op dat moment gestoord worden omdat de schilder binnenkomt. Steeds probeert Frans Hals het te doen voorkomen alsof hij een moment uit het dagelijks leven weergeeft.
Catherina is van zeer hoge komaf. Zij zou later trouwen met een burgemeester van Amsterdam.
Portret van een vrolijk lachend stel 1622
“Een vrolijk lachend stel, dat vertrouwd dicht bij elkaar zit. Het was in die tijd ongewoon om zo samen te poseren. De vriendschap met de schilder en de feestelijke aanleiding voor het portret – het stel trouwde in
april 1622 – maakten dit mogelijk. Het schilderij vertelt dan ook over liefde en trouw, met een liefdestuin rechts en een distel met de bijnaam ‘mannentrouw’ links.” (Rijksmuseum)
Liefdestuin rechts op de achtergrond. De fontein is het symbol van vruchbaarheid. De pauwen zijn de vaste attributen van de liefdesgodin Juno.
“Als geen ander wist Frans Hals mensen levendig, vol karakter in beeld te brengen. Op dit portret staat de Haarlemse koopman Lucas de Clercq met de linkerarm in de zij en de rechter voor de buik. Hij houdt zijn handen verborgen en stil. Toch komt de man heel vitaal over door de beweeglijke contour van zijn lichaam en zijn gedraaide hoofd.” (Tekst Rijksmuseum)
1635 Portret van Feyntje van Steenkiste
“Dit portret hoort bij dat van haar echtgenoot Lucas de Clercq. Het was de gewoonte om echtgenoten apart af te beelden, hij links, zij rechts, naar elkaar toe gewend. Het licht liet men bijna altijd van links vallen, zodat het gezicht van de vrouw gelijkmatig werd belicht, terwijl over dat van de man markante slagschaduwen speelden. Hals gaf de vrouw – zoals gebruikelijk was – een rustigere pose.” (Tekst Rijksmuseum)
1635 Portret van een man
“De man zit scheef op zijn stoel, zijn arm rust op de rugleuning. Het is alsof hij zich zojuist met een ruk heeft omgedraaid om een onverwachte bezoeker beter te kunnen zien. Zijn rechterhand past nog maar net op het doek. De schilderstijl is vrij en losjes; de verfstreken zijn afzonderlijk te zien. Het is een – voor die tijd – ongewoon informeel portret.” (Tekst Rijksmuseum)
“Naast het dynamische mansportret maakt dat van zijn echtgenote een wat formelere indruk. De houding is traditioneel, het bovenlichaam iets naar links gewend. Ze kijkt ons recht aan, met licht geopende mond, alsof ze op het punt staat te gaan spreken. Het gezicht is in veel dunnere verf geschilderd dan dat van de man; zo wordt prachtig de zachtere vrouwenhuid gesuggereerd.” (Tekst Rijksmuseum)
1639 Portret van Maritge Vooght
“Frans Hals schilderde een groot aantal fraaie portretten van de Haarlemse hogere klasse; kennelijk voldeed hij aan alle eisen van zijn voorname opdrachtgevers. Maritge Vooght, echtgenote van burgemeester Pieter Olycan, poseert hier in een traditionele houding, fier rechtop, de toeschouwer recht aankijkend. Aan de linkerkant vermeldde Frans Hals haar leeftijd: 62 jaar. Haar wapen daarboven werd later door een andere
hand toegevoegd.” (Tekst Rijksmuseum)
Portret van Jasper Schade
Jasper is van hoge komaf, en daar is hij zich zeer goed van bewust. Hij kijkt op de mensen neer. Dat maakt Frans Hals hier heel goed duidelijk. Jasper hield ook van mooie kleren. Een neef van hem werd door diens vader gewaarschuwd niet zoveel geld aan kleren uit te geven als Jasper deed.
Met zigzaglijnen op mouw en voorkant van het jasje geeft Frans Hals heel effectief het spel van het zonlicht op het zijden jasje weer.
Ook hij kijkt op ons neer, maar met een heel wat vriendelijker gezicht.
Pieter van den Broecke, 1633
Hier “zien wij een van de prachtige portretten die Hals en zijn gezin zo weinig opbrachten. Vergeleken met vroegere portretten ziet het er bijna uit als een momentopname. Wij schijnen deze Pieter van den Broecke, een echt avontuurlijke koopman uit de zeventiende eeuw, te kennen. (…) De portretten van Frans Hals geven ons (…) de indruk dat de schilder zijn model op een typisch moment heeft ‘genomen’, en dit voor altijd op het doek heeft vastgelegd. Wij kunnen ons moeilijk voorstellen hoe stoutmoedig en onconventioneel deze schilderijen het publiek moeten zijn voorgekomen. Juist de manier, waarop Hals verf en penseel hanteerde, wijst er op dat hij een voorbijgaande indruk snel wist te grijpen.” (E.H.Gombrich)
Van genreschilderij naar portret
Frans was waarschijnlijk een leerling van Carel van Mander. In 1610 werd hij lid van het Sint-Lucasgilde en vanaf dat moment mocht hij ook leerling-schilders in dienst nemen.
Zijn vroegst gedateerde werk is uit 1611 maar hij moet al veel eerder volleerd zijn geweest. Het is een raadsel waarom er geen eerder werk van hem is bewaard gebleven. Misschien is er veel verloren gegaan, of reisde hij veel. Hij stond bekend om zijn ‘lustich leven’.
Waarschijnlijk schilderde hij in 1611 een schilderij “Over het gewone leven”,een zogenaamd ‘genreschilderij’:
De Carnavalsvierders
“De compositie is gewrongen, er is een overmaat aan details, de kleuren zijn schreeuwend, en de dike verf in de blozende gezichten is nog ver verwijderd van de latere lichtere toets van de meester. Toch is het wezen van zijn kracht en vitaliteit al in dit werk aanwezig.(…)
Onder de handen van Hals werd genre schilderen een soort portret schilderen, maar dan met een vrijer, stoutmoediger en meer onthullend karakter dan dat van de in opdracht uitgevoerde portretten van die tijd.In deze werken trok hij zich niets aan van de gewoontes in de officiële portret-schilderkunst. Vóór Hals had geen schilder ooit de gewone mensen met hetzelfde sympathieke gevoel en liefde voor een onvervalste uitdrukking van levensvreugde benaderd. Hals slaagde er in de vitaliteit en spontaniteit die hij in zijn genreschilderijen ten toon spreidde te introduceren in zijn in opdracht uitgevoerde portretten.” (Seymour Slive)
Catherina Hooft en haar verzorgster
De verzorgster biedt het kind een appeltje aan. Het is alsof ze op dat moment gestoord worden omdat de schilder binnenkomt. Steeds probeert Frans Hals het te doen voorkomen alsof hij een moment uit het dagelijks leven weergeeft.
Catherina is van zeer hoge komaf. Zij zou later trouwen met een burgemeester van Amsterdam.
Portret van een vrolijk lachend stel 1622
“Een vrolijk lachend stel, dat vertrouwd dicht bij elkaar zit. Het was in die tijd ongewoon om zo samen te poseren. De vriendschap met de schilder en de feestelijke aanleiding voor het portret – het stel trouwde in
april 1622 – maakten dit mogelijk. Het schilderij vertelt dan ook over liefde en trouw, met een liefdestuin rechts en een distel met de bijnaam ‘mannentrouw’ links.” (Rijksmuseum)
Liefdestuin rechts op de achtergrond. De fontein is het symbol van vruchbaarheid. De pauwen zijn de vaste attributen van de liefdesgodin Juno.
“Als geen ander wist Frans Hals mensen levendig, vol karakter in beeld te brengen. Op dit portret staat de Haarlemse koopman Lucas de Clercq met de linkerarm in de zij en de rechter voor de buik. Hij houdt zijn handen verborgen en stil. Toch komt de man heel vitaal over door de beweeglijke contour van zijn lichaam en zijn gedraaide hoofd.” (Tekst Rijksmuseum)
1635 Portret van Feyntje van Steenkiste
“Dit portret hoort bij dat van haar echtgenoot Lucas de Clercq. Het was de gewoonte om echtgenoten apart af te beelden, hij links, zij rechts, naar elkaar toe gewend. Het licht liet men bijna altijd van links vallen, zodat het gezicht van de vrouw gelijkmatig werd belicht, terwijl over dat van de man markante slagschaduwen speelden. Hals gaf de vrouw – zoals gebruikelijk was – een rustigere pose.” (Tekst Rijksmuseum)
1635 Portret van een man
“De man zit scheef op zijn stoel, zijn arm rust op de rugleuning. Het is alsof hij zich zojuist met een ruk heeft omgedraaid om een onverwachte bezoeker beter te kunnen zien. Zijn rechterhand past nog maar net op het doek. De schilderstijl is vrij en losjes; de verfstreken zijn afzonderlijk te zien. Het is een – voor die tijd – ongewoon informeel portret.” (Tekst Rijksmuseum)
“Naast het dynamische mansportret maakt dat van zijn echtgenote een wat formelere indruk. De houding is traditioneel, het bovenlichaam iets naar links gewend. Ze kijkt ons recht aan, met licht geopende mond, alsof ze op het punt staat te gaan spreken. Het gezicht is in veel dunnere verf geschilderd dan dat van de man; zo wordt prachtig de zachtere vrouwenhuid gesuggereerd.” (Tekst Rijksmuseum)
1639 Portret van Maritge Vooght
“Frans Hals schilderde een groot aantal fraaie portretten van de Haarlemse hogere klasse; kennelijk voldeed hij aan alle eisen van zijn voorname opdrachtgevers. Maritge Vooght, echtgenote van burgemeester Pieter Olycan, poseert hier in een traditionele houding, fier rechtop, de toeschouwer recht aankijkend. Aan de linkerkant vermeldde Frans Hals haar leeftijd: 62 jaar. Haar wapen daarboven werd later door een andere
hand toegevoegd.” (Tekst Rijksmuseum)
Portret van Jasper Schade
Jasper is van hoge komaf, en daar is hij zich zeer goed van bewust. Hij kijkt op de mensen neer. Dat maakt Frans Hals hier heel goed duidelijk. Jasper hield ook van mooie kleren. Een neef van hem werd door diens vader gewaarschuwd niet zoveel geld aan kleren uit te geven als Jasper deed.
Met zigzaglijnen op mouw en voorkant van het jasje geeft Frans Hals heel effectief het spel van het zonlicht op het zijden jasje weer.
Ook hij kijkt op ons neer, maar met een heel wat vriendelijker gezicht.
Pieter van den Broecke, 1633
Hier “zien wij een van de prachtige portretten die Hals en zijn gezin zo weinig opbrachten. Vergeleken met vroegere portretten ziet het er bijna uit als een momentopname. Wij schijnen deze Pieter van den Broecke, een echt avontuurlijke koopman uit de zeventiende eeuw, te kennen. (…) De portretten van Frans Hals geven ons (…) de indruk dat de schilder zijn model op een typisch moment heeft ‘genomen’, en dit voor altijd op het doek heeft vastgelegd. Wij kunnen ons moeilijk voorstellen hoe stoutmoedig en onconventioneel deze schilderijen het publiek moeten zijn voorgekomen. Juist de manier, waarop Hals verf en penseel hanteerde, wijst er op dat hij een voorbijgaande indruk snel wist te grijpen.” (E.H.Gombrich)
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.