De Kardoechen · 5336 dagen geleden by Ad van den Ende
[4.1.5]
ἡνίκα δ᾽ ἦν ἀμφὶ τὴν τελευταίαν φυλακὴν
Toen het was rond de laatste nachtwake
καὶ ἐλείπετο τῆς νυκτὸς,
en er van de nacht (genoeg) was overgebleven
ὅσον σκοταίους διελθεῖν τὸ πεδίον,
om in de duisternis de vlakte over te steken,
τηνικαῦτα ἀναστάντες ἀπὸ παραγγέλσεως πορευόμενοι
na toen opgestaan te zijn en na het commando opgetrokken
ἀφικνοῦνται ἅμα τῇ ἡμέρᾳ πρὸς τὸ ὄρος.
kwamen ze bij het aanbreken van de dag bij de berg.
[4.1.6] ἔνθα δὴ Χειρίσοφος μὲν ἡγεῖτο τοῦ στρατεύματος
Toen leidde CHeirisophos het leger
λαβὼν τὸ ἀμφ᾽ αὑτὸν καὶ τοὺς γυμνῆτας πάντας,
met zijn eigen afdeling en alle lichtgewapenden,
Ξενοφῶν δὲ σὺν τοῖς ὀπισθοφύλαξιν ὁπλίταις εἵπετο
en Xenophon volgde met de zwaargewapenden van de achterhoede,
οὐδένα ἔχων γυμνῆτα·
met geen enkele lichtgewapende;
οὐδεὶς γὰρ κίνδυνος ἐδόκει εἶναι
want er scheen geen enkel gevaar te zijn
μή τις ἄνω πορευομένων
dat iemand de omhoog marcherenden
ἐκ τοῦ ὄπισθεν ἐπίσποιτο.
van achteren zou volgen.
[4.1.7] καὶ ἐπὶ μὲν τὸ ἄκρον ἀναβαίνει Χειρίσοφος
En Cheirisiphos ging omhoog naar de top
πρίν τινα αἰσθέσθαι τῶν πολεμίων·
voordat iemand het merkte van de vijanden;
ἔπειτα δ᾽ ὑφηγεῖτο·
vervolgens ging hij langzaam voor;
ἐφείπετο δὲ ἀεὶ τὸ ὑπερβάλλον τοῦ στρατεύματος
steeds volgde het (de berg) overtrekkende leger
εἰς τὰς κώμας τὰς ἐν τοῖς ἄγκεσί τε καὶ μυχοῖς τῶν ὀρέων.
naar de dorpen in de dalen en kloven van de bergen,
[4.1.8] ἔνθα δὴ οἱ μὲν Καρδοῦχοι ἐκλιπόντες τὰς οἰκίας
Toen verlieten de Kardoechen hun huizen;
ἔχοντες καὶ γυναῖκας καὶ παῖδας
met meename van hun vrouwen en kinderen
ἔφευγον ἐπὶ τὰ ὄρη.
vluchtten ze naar de bergen.
τὰ δὲ ἐπιτήδεια πολλὰ ἦν
Het was mogelijk de levensmiddelen in grote hoeveelheden
λαμβάνειν,
mee te nemen;
ἦσαν δὲ καὶ χαλκώμασι παμπόλλοις κατεσκευασμέναι αἱ οἰκίαι,
ook waren de huizen van zeer veel bronzen vaatwerk voorzien,
ὧν οὐδὲν ἔφερον οἱ Ἕλληνες,
waarvan de Grieken niets meenamen.
οὐδὲ τοὺς ἀνθρώπους ἐδίωκον, ὑποφειδόμενοι,
en ook vervolgden ze de mensen niet, in de hoop dat
εἴ πως ἐθελήσειαν οἱ Καρδοῦχοι
de Kardoechen wellicht goed zouden vinden
διιέναι αὐτοὺς ὡς διὰ φιλίας τῆς χώρας,
dat zij (door hun streek) gingen als door een bevriend gebied,
ἐπείπερ βασιλεῖ πολέμιοι ἦσαν.
aangezien zij vijanden van de koning waren.
[4.1.9] τὰ μέντοι ἐπιτήδεια ὅτῳ τις ἐπιτυγχάνοι ἐλάμβανεν·
Maar de levensmiddelen, die men vond, pakte men;
ἀνάγκη γὰρ ἦν.
want dat was noodzaak.
οἱ δὲ Καρδοῦχοι οὔτε καλούντων ὑπήκουον
Maar de Kardoechen –als ze riepen – luisterden niet
οὔτε ἄλλο φιλικὸν οὐδὲν ἐποίουν.
en ze deden ook niet iets anders vriendelijks.
[4.1.10] ἐπεὶ δὲ οἱ τελευταῖοι τῶν Ἑλλήνων κατέβαινον
Toen de laatsten van de Grieken omlaag gingen
εἰς τὰς κώμας ἀπὸ τοῦ ἄκρου ἤδη σκοταῖοι
naar de dorpen, van de top af, al in nde duisternis
(διὰ γὰρ τὸ στενὴν εἶναι τὴν ὁδὸν
(omdat de weg smal was
ὅλην τὴν ἡμέραν ἡ ἀνάβασις αὐτοῖς ἐγένετο
hadden ze de hele dag nodig voor de tocht omhoog
καὶ κατάβασις),
en de tocht omlaag),
τότε δὴ συλλεγέντες τινὲς τῶν Καρδούχων
toen vielen enkelen van de Kardoechen, die zich verzameld hadden,
τοῖς τελευταίοις ἐπετίθεντο,
de laatsten aan,
καὶ ἀπέκτεινάν τινας
en doodden enigen
καὶ λίθοις καὶ τοξεύμασι κατέτρωσαν,
en met stenen en pijlen verwondden ze hen,
ὀλίγοι ὄντες·
terwijl ze met weinigen waren;
ἐξ ἀπροσδοκήτου γὰρ αὐτοῖς ἐπέπεσε τὸ Ἑλληνικόν.
want onverwacht stootte het Griekse leger op hen.
[4.1.11] εἰ μέντοι τότε πλείους συνελέγησαν,
Maar als ze toen meer (mannen) verzameld hadden
ἐκινδύνευσεν ἂν διαφθαρῆναι πολὺ τοῦ στρατεύματος.
zou een groot deel van het leger gevaar gelopen hebben
vernietigd te worden.
καὶ ταύτην μὲν τὴν νύκτα οὕτως ἐν ταῖς κώμαις ηὐλίσθησαν·
En die nacht bivakkeerden ze zo in de dorpen.
οἱ δὲ Καρδοῦχοι πυρὰ πολλὰ ἔκαιον κύκλῳ
En de Kardoechen brandden vele vuren in het rond
ἐπὶ τῶν ὀρέων καὶ συνεώρων ἀλλήλους.
op de bergen en bleven (zo) in verbinding met elkaar.
[4.1.12] ἅμα δὲ τῇ ἡμέρᾳ συνελθοῦσι τοῖς στρατηγοῖς
Voor de bij het aanbreken van de dag bij elkaar gekomen generaals
καὶ λοχαγοῖς τῶν Ἑλλήνων ἔδοξε
en kapiteins van de Grieken goed toe
τῶν τε ὑποζυγίων τὰ ἀναγκαῖα καὶ δυνατώτατα ἔχοντας
van de lastdieren de noodzakelijke en sterkste mee te nemen
πορεύεσθαι, καταλιπόντας τἆλλα,
en verder te trekken, met achterlating van de andere,
καὶ ὅσα ἦν νεωστὶ αἰχμάλωτα ἀνδράποδα
en alle onlangs buitgemaakte slaven
ἐν τῇ στρατιᾷ πάντα ἀφεῖναι.
in het leger vrij te laten.
[4.1.13] σχολαίαν γὰρ ἐποίουν τὴν πορείαν
Want ze maakten de tocht langzaam,
πολλὰ ὄντα τὰ ὑποζύγια καὶ τὰ αἰχμάλωτα,
omdat ze met velen waren, de lastdieren en de buitgemaakte (slaven),
πολλοὶ δὲ οἱ ἐπὶ τούτοις ὄντες ἀπόμαχοι ἦσαν,
en velen die over hen gesteld waren, niet konden vechten,
διπλάσιά τε ἐπιτήδεια ἔδει πορίζεσθαι
en er twee keer zoveel levensmiddelen buitgemaakt
καὶ φέρεσθαι
en vervoerd moest worden,
πολλῶν τῶν ἀνθρώπων ὄντων.
omdat er veel mensen waren.
δόξαν δὲ ταῦτα
Nadat ze dat besloten hadden
ἐκήρυξαν οὕτω ποιεῖν.
lieten ze bekend maken zo te handelen.
[4.1.14] ἐπεὶ δὲ ἀριστήσαντες ἐπορεύοντο,
Toen zij, na ontbeten te hebben, optrokken,
ὑποστήσαντες ἐν τῷ στενῷ
nadat ze (enkelen) heimelijk op een nauwe plaats hadden opgesteld,
οἱ στρατηγοί,
de generaals,
εἴ τι εὑρίσκοιεν τῶν εἰρημένων
als ze iets vonden van de genoemde dingen
μὴ ἀφειμένον,
dat niet achtergelaten was,
ἀφῃροῦντο, οἱ δ᾽ ἐπείθοντο,
namen ze het af; zij gehoorzaamden,
πλὴν εἴ τις ἔκλεψεν,
behalve als iemand (iets) heimelijk achterhield,
οἷον ἢ παιδὸς ἐπιθυμήσας
zoals bijvoorbeeld als hij verliefd was op een jongen
ἢ γυναικὸς τῶν εὐπρεπῶν.
of op een vrouw, (een) van de schoonheden.
καὶ ταύτην μὲν τὴν ἡμέραν οὕτως ἐπορεύθησαν,
En die dag trokken ze zo op,
τὰ μέν τι μαχόμενοι
deels terwijl zij enige strijd leverden,
τὰ δὲ καὶ ἀναπαυόμενοι.
deels terwijl ze met rust werden gelaten.
[4.1.15] εἰς δὲ τὴν ὑστεραίαν γίγνεται χειμὼν πολύς,
Tot de volgende dag woedt er een zware storm,
ἀναγκαῖον δ᾽ ἦν πορεύεσθαι·
maar het was nodig op te trekken,
οὐ γὰρ ἦν ἱκανὰ τἀπιτήδεια.
want niet voldoende waren de voedselvoorraden.
καὶ ἡγεῖτο μὲν Χειρίσοφος,
En voorop ging Cheirisofos,
ὠπισθοφυλάκει δὲ Ξενοφῶν.
de achterhoede voerde Xenophon aan.
[4.1.16] καὶ οἱ πολέμιοι ἰσχυρῶς ἐπετίθεντο,
En de vijanden vielen krachtig aan,
καὶ στενῶν ὄντων τῶν χωρίων
en omdat de passen smal waren
ἐγγὺς προσιόντες ἐτόξευον
schoten ze, dichtbij komend, pijlen af
καὶ ἐσφενδόνων·
en slingerden zij stenen,
ὥστε ἠναγκάζοντο οἱ Ἕλληνες ἐπιδιώκοντες
zodat zij de Grieken dwongen, achtervolgend
καὶ πάλιν ἀναχάζοντες σχολῇ πορεύεσθαι·
en weer terugtrekkend, langzaam op te trekken;
καὶ θαμινὰ παρήγγελλεν ὁ Ξενοφῶν ὑπομένειν,
en dikwijls gaf Xenophon het bericht door te wachten,
ὅτε οἱ πολέμιοι ἰσχυρῶς ἐπικέοιντο.
omdat de vijanden krachtig aanvielen.
[4.1.17] ἐνταῦθα ὁ Χειρίσοφος ἄλλοτε μὲν
Nu wachtte Cheirisophos anders wel,
ὅτε παρεγγυῷτο ὑπέμενε,
telkens wanneer (het verzoek) werd doorgegeven,
τότε δὲ οὐχ ὑπέμενεν,
toen wachtte hij echter niet,
ἀλλ᾽ ἦγε ταχέως καὶ παρηγγύα ἕπεσθαι,
maar trok snel voort en spoorde aan hem te volgen,
ὥστε δῆλον ἦν
zodat het duidelijk was
ὅτι πρᾶγμά τι εἴη·
dat er een of andere moeilijkheid was.
σχολὴ δ᾽ οὐκ ἦν ἰδεῖν
Tijd was er niet om te zien,
παρελθόντι
voor iemand die naar voren zou zijn gegaan,
τὸ αἴτιον τῆς σπουδῆς·
de oorzaak van die haast.
ὥστε ἡ πορεία ὁμοία φυγῇ ἐγίγνετο
zodat de tocht gelijk aan een vlucht werd
τοῖς ὀπισθοφύλαξι.
voor de soldaten van de achterhoede.
[4.1.18] καὶ ἐνταῦθα ἀποθνῄσκει ἀνὴρ ἀγαθὸς
En toen stierf een dappere man,
Λακωνικὸς Λεώνυμος τοξευθεὶς
Leonymos uit Sparta, getroffen door een pijl
διὰ τῆς ἀσπίδος καὶ τῆς σπολάδος
door het schild en leren pantser heen
εἰς τὰς πλευράς, καὶ Βασίας Ἀρκὰς
in zijn zij, en de Arkadiër Basias,
διαμπερὲς τὴν κεφαλήν.
dwars door het hoofd (geschoten).
[4.1.19] ἐπεὶ δὲ ἀφίκοντο ἐπὶ σταθμόν,
Toen ze waren aangekomen op de halteplaats,
εὐθὺς ὥσπερ εἶχεν ὁ Ξενοφῶν
terstond gegaan zoals hij was (gekleed), Xenophon,
ἐλθὼν πρὸς τὸν Χειρίσοφον
naar Cheirisophos,
ᾐτιᾶτο αὐτὸν ὅτι οὐχ ὑπέμενεν,
vroeg hij hem waarom hij niet wachtte,
ἀλλ᾽ ἠναγκάζοντο
en zij gedwongen werden
φεύγοντες ἅμα μάχεσθαι.
tegelijk te vluchten en te vechten.
καὶ νῦν δύο καλώ τε καὶ ἀγαθὼ ἄνδρε τέθνατον
‘En nu zijn twee flinke en dappere mannen gestorven
καὶ οὔτε ἀνελέσθαι
en noch om hen mee te nemen
οὔτε θάψαι ἐδυνάμεθα.
noch om hen te begraven waren wij in staat.’
[4.1.20] ἀποκρίνεται ὁ Χειρίσοφος·
Cheirisophos antwoordde:
—βλέψον, ἔφη, πρὸς τὰ ὄρη
‘Kijk’, zei hij, ‘naar de bergen,
καὶ ἰδὲ ὡς ἄβατα πάντα ἐστί·
en zie hoe ontoegankelijk alle zijn;
μία δ᾽ αὕτη ὁδὸς, ἣν ὁρᾷς, ὀρθία,
de enige is deze weg, die je ziet, een steile,
καὶ ἐπὶ ταύτῃ ἀνθρώπων ὁρᾶν ἔξεστί σοι
en daarop kun je zien
ὄχλον τοσοῦτον,
zo’n grote menigte mannen,
οἳ κατειληφότες
die, na (de weg) bezet te hebben
φυλάττουσι τὴν ἔκβασιν.
de weg eruit bewaken.
[4.1.21] ταῦτ᾽ ἐγὼ ἔσπευδον
Daarom haastte ik mij,
καὶ διὰ τοῦτό σε οὐχ ὑπέμενον,
en om die reden wachtte ik niet op je,
εἴ πως δυναίμην φθάσαι
(om te zien of) ik misschien eerder kon zijn
πρὶν κατειλῆφθαι τὴν ὑπερβολήν·
vóór de bergpas bezet werd.
οἱ δ᾽ ἡγεμόνες οὓς ἔχομεν
De gidsen, die we hebben,
οὔ φασιν εἶναι ἄλλην ὁδόν.
zeggen niet dat er een andere weg is,’
[4.1.22] ὁ δὲ Ξενοφῶν λέγει·
En Xenophon zei:
—ἀλλ᾽ ἐγὼ ἔχω δύο ἄνδρας.
‘Maar ik heb twee mannen.
ἐπεὶ γὰρ ἡμῖν πράγματα παρεῖχον,
Want toen zij ons moeilijkheden bezorgden
ἐνηδρεύσαμεν,
legden wij een hinderlaag,
ὅπερ ἡμᾶς καὶ ἀναπνεῦσαι ἐποίησε,
wat juist maakte dat wij op adem konden komen,
καὶ ἀπεκτείναμέν τινας αὐτῶν,
en we doodden enkelen van hen,
καὶ ζῶντας προυθυμήθημεν λαβεῖν
en we deden ons best (enigen) levend te pakken,
αὐτοῦ τούτου ἕνεκα ὅπως ἡγεμόσιν
juist daarom opdat we gidsen,
εἰδόσι τὴν χώραν χρησαίμεθα.
die de streek kennen, konden gebruiken.’
[4.1.23] καὶ εὐθὺς ἀγαγόντες τοὺς ἀνθρώπους
En na meteen de mannen te hebben laten brengen
ἤλεγχον
ondervroegen ze (hen),
διαλαβόντες
na hen van elkaar gescheiden te hebben,
εἴ τινα εἰδεῖεν ἄλλην ὁδὸν
of ze een andere weg kenden
ἢ τὴν φανεράν.
dan de zichtbare.
ὁ μὲν οὖν ἕτερος οὐκ ἔφη μάλα
De ene zei niet veel,
πολλῶν φόβων
ook al werden veel verschrikkingen
προσαγομένων˙
in het vooruitzicht gesteld.
ἐπεὶ δὲ οὐδὲν ὠφέλιμον ἔλεγεν,
Omdat hij niets nuttigs zei
ὁρῶντος τοῦ ἑτέρου κατεσφάγη.
werd hij, terwijl de ander toekeek, gedood.
[4.1.24] ὁ δὲ λοιπὸς ἔλεξεν
De overgeblevene zei
ὅτι οὗτος μὲν οὐ φαίη διὰ ταῦτα εἰδέναι,
dat de ander daarom niet zei het te weten
ὅτι αὐτῷ ἐτύγχανε θυγάτηρ ἐκεῖ
omdat het zo was dat zijn dochter daar
παρ᾽ ἀνδρὶ ἐκδεδομένη·
aan een man was uitgehuwelijkt.
αὐτὸς δ᾽ ἔφη ἡγήσεσθαι
Zelf zei hij te zullen voorgaan
δυνατὴν καὶ ὑποζυγίοις πορεύεσθαι ὁδόν.
over een weg die mogelijk was ook voor lastdieren om te begaan.
[4.1.25] ἐρωτώμενος δ᾽ εἰ εἴη τι ἐν αὐτῇ
Gevraagd of er daarlangs was een
δυσπάριτον χωρίον,
slecht begaanbare plek,
ἔφη εἶναι ἄκρον ὃ
zei hij dat er een top was die,
εἰ μή τις προκαταλήψοιτο,
als men die niet van te voren bezet had,
ἀδύνατον ἔσεσθαι παρελθεῖν.
onmogelijk zou zijn om te passeren.
[4.1.26] ἐνταῦθα δ᾽ ἐδόκει συγκαλέσαντας λοχαγοὺς
Toen besloot men, na de kapiteins bijeen te hebben geroepen
καὶ τῶν πελταστῶν καὶ τῶν ὁπλιτῶν
zowel van de licht- als van de zwaargewapenden,
λέγειν τε τὰ παρόντα
te vertellen wat er aan de hand was,
καὶ ἐρωτᾶν εἴ τις αὐτῶν ἔστιν
en te vragen of er iemand van hen was
ὅστις ἀνὴρ ἀγαθὸς ἐθέλοι ἂν γενέσθαι
die een dapper man zou willen worden
καὶ ὑποστὰς
en, na zich opgegeven te hebben,
ἐθελοντὴς πορεύεσθαι.
als vrijwilliger (zou willen) optrekken.
[4.1.27] ὑφίστανται τῶν μὲν ὁπλιτῶν
Er tonden op van de hoplieten
Ἀριστώνυμος Μεθυδριεὺς
Aristonymos uit Methydrion
καὶ Ἀγασίας Στυμφάλιος,
en Agasias uit Stymphalos,
ἀντιστασιάζων δὲ αὐτοῖς
en uit wedijver met hen
Καλλίμαχος Παῤῥάσιος
(ook) Kallimachos uit Parrhasia;
ἔφη ἐθέλειν πορεύεσθαι
hij zei te willen optrekken
προσλαβὼν ἐθελοντὰς ἐκ παντὸς τοῦ στρατεύματος·
met daarbij vrijwilligers uit heel het leger;
ἐγὼ γάρ, ἔφη, οἶδα
‘Want ik weet’, zei hij
ὅτι ἕψονται πολλοὶ τῶν νέων
dat mee zullen gaan veel jongens
ἐμοῦ ἡγουμένου.
als ik voorga.’
[4.1.28] ἐκ τούτου ἐρωτῶσιν
Daarna vroegen ze
εἴ τις καὶ
of er ook iemand
τῶν γυμνήτων ταξιάρχων
van de lichtgewapende afdelingshoofden
ἐθέλοι συμπορεύεσθαι.
wilde mee optrekken.
ὑφίσταται Ἀριστέας Χῖος,
Aristeas uit Chios bood zich aan
ὃς πολλαχοῦ πολλοῦ ἄξιος
die dikwijls van veel waarde was
τῇ στρατιᾷ εἰς τὰ τοιαῦτα ἐγένετο.
voor het leger als het om zulke dingen ging.