II. Midden bronstijd · Nov 3, 10:12 PM by Ad van den Ende
2000 – 1600 voor Christus
Rond 2000 voor Christus werd het eiland Kreta het middelpunt van de beschaving in de regio. Hier verrezen rond 1900 voor Christus monumentale paleizen. Het grootste daarvan, in Knossos, werd naar de mythische figuur Minos genoemd. In de sagen rond koning Minos, en in de eredienst, speelde de stier een belangrijke rol. Minos zou de Minotaurus, een wezen met het lichaam van een man en de kop van een stier, in het onmetelijke labyrinth bij het paleis hebben opgesloten. Na een oorlog met koning Aegeus van Athene eiste hij dat veertien jongeren aan de Minotaurus geofferd zouden worden.
De Atheense prins Theseus wist de Minotaurus echter te doden. Dank zij de kluwen draad, die prinses Ariadne, dochter van koning Minos, hem meegegeven had, vond hij de uitgang van het labyrinth. Samen met Ariadne wist hij van het eiland te ontsnappen. Dit verhaal had toch geen happy end. Koning Aegeus keek elke dag over zee uit naar zijn zoon. De afspraak was dat, bij mislukking van de expeditie, de zeilen van de schepen zwart zouden zijn; bij succes wit. In de opwinding vergat Theseus de zwarte zeilen door witte te vervangen: uit wanhoop wierp koning Aegeus zich van de rotsen.
Indrukwekkend is de bronzen groep van de stier en de acrobaat, gemaakt tussen 1700 en 1450 voor Christus.
Hier zien we een acrobaat die een salto-mortale maakt, en daarbij met beide benen op de rug van de stier belandt. Dit was mogelijk onderdeel van een rituele dans.
De groep is in één keer gegoten met behulp van de “verloren was”-techniek. Daarbij wordt er eerst een model geboetseerd van was; dit wordt met klei bedekt. Door verhitting wordt de klei hard en smelt de was. Deze laat men via een opening wegvloeien; dan wordt brons ingegoten. Na afkoeling wordt de klei verwijderd en wordt het beeld gepolijst.
De Minoïsche kunstvoorwerpen kunnen volgens twee thema’s worden ingedeeld: de eredienst en de natuur. De afbeeldingen van stierenspelen zijn een voorbeeld van het eerste.
De natuur wordt weergegeven in bijzonder mooie staaltjes van edelsmeedkunst:
de gouden oorhanger in de vorm van een geit gemaakt van bladgoud in de jaren 1700 -1550 voor Christus;
Ook heel fraai is de wespen hanger. Twee wespen zuigen beide aan een druppel honing op deze gouden hanger, bedoeld voor aan een halsketting (ca 1700 voor Christus).
Ook de pottenbakkers wisten schitterende voorwerpen te maken. Rond 1800 voor Christus zien we dat zij abstracte versieringen toepassen, zoals op een kruik met een duizelingwekkende abstracte versiering,
en op een fruitschaal met een geschilderd spiraal-motief. De kleuren zijn feestelijk.
Korte tijd later gingen zij er toe over voorwerpen uit het dagelijks leven op mensen te doen lijken. Dit blijkt uit de vaas met zwierig omhooggerichte tuit, gevonden op het eiland Milos, een van de Cycladen (1800 – 1550 voor Christus). Door er ogen op te schilderen, of een halsketting, werd dit effect nog versterkt.
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.