Go to content Go to navigation Go to search

Voorwoord · Feb 22, 01:24 AM by Ad van den Ende

Op mijn tiende verjaardag kreeg ik zowel een fiets als een atlas; een paar dagen later besloot ik naar India te fietsen. Ik ben nooit de exacte plaats vergeten, op een heuvel bij mijn huis in Lismore, graafschap Waterford, waar deze beslissing werd genomen. Het leek mij toen, en dat doet het nog steeds, een logische beslissing, gebaseerd op de constateringen dat fietsen een manier van vervoer was die heel veel voldoening gaf, en dat de weg naar India minder waterhindernissen bevatte dan enige andere bestemming op gelijke afstand (met uitzondering van de U.S.S.R, en dit om politieke redenen).
Maar ik was een slim kind dus hield ik mijn ambitie voor me; zo ontweek ik de welwillende geamuseerdheid waarmee mijn ouders gereageerd zouden hebben. Ik stelde er geen prijs op dat mij sussend verzekerd zou worden dat dit maar een voorbijgaande gril was, want ik was er heel zeker van dat ik inderdaad eens naar India zou fietsen.
Dat was begin december 1941, en 14 januari 1963 begon ik te fietsen van Duinkerken naar Delhi.
De voorbereidingen waren eenvoudig geweest. Een van de voordelen van fietsen is dat het er automatisch voor zorgt dat een reis geen expeditie wordt. Ik had al een een uitstekende Armstrong Cadet mannenfiets met de naam Rozinante, beter bekend als ‘Roz’. Toevallig had ik haar gekocht op 14 januari 1961, dus begon onze reis op haar tweede verjaardag. Dat was ideaal: we waren tegen die tijd een gelukkig team, we hadden samen al duizenden kilometers afgelegd, maar ze was toch nog jong genoeg om afhankelijk te zijn.

Terug

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.