Go to content Go to navigation Go to search

Venetië, Parma en Duitsland · Mar 9, 04:26 PM by Ad van den Ende

Venetië

In Noord-Italië werd minder getekend dan in midden-Italië, maar er werden wel met meer enthousiasme tekeningen verzameld.
De Venetianen legden zich minder toe op het voorbereiden van tekeningen dan Rafaël en anderen.

Vittore Carpaccio
(1472-1526)
Hij was een van de weinige Venetianen die even veel tekende als zijn Florentijnse collega’s. Hij verzamelde veel van zijn tekeningen in modelboeken.

Portret van man op middelbare leeftijd

Penseel en bruin pigment over zwart krijt, met witte ophogingen op blauw papier.
Hij maakt hier geen gebruik van een penseel om de bruine inkt en witte ophogingen met elkaar te vermengen: lichte en donkere streken blijven van elkaar gescheiden.

Kardinaal Bessarion brengt een relikwie met een fragment van het ware kruis

Hij maakte eerst een ruwe schets in rood krijt. Daarover tekende hij snel een boom rechts, paarden links en op de rivier een boot met daarin figuren die alleen door wat verticale lijnen en enkele cirkeltjes worden aangeduid. Ook al zijn de figuren heel schetsmatig getekend, toch tekende hij ook wolken en de reflectie van bomen in het water. Deze schets markeert het begin van het creatieve proces.

St. Augustinus in zijn studeerkamer 1502

Deze schets markeert het einde van het creatieve proces. Hij was waarschijnlijk bedoeld als contract-tekening, bedoeld om de patroon te laten zien hoe het schilderij er uit zou komen te zien. Er is inderdaad een schilderij naar gemaakt, met slechts weinig wijzigingen.

Titiaan (1488 – 1576)

Zes studies voor St. Sebastiaan 1520

Titiaan maakte drie soorten tekeningen: eerste ideeën, studies en contract-tekeningen.
Hier streeft hij er naar Michelangelo’s Opstandige Slaaf om te zetten in een beeld van de stervende St. Sebastiaan.

Opstandige Slaaf
Titiaan benadrukt contourlijnen. In plaats van verbeteringen aan te brengen tekent hij een figuur een aantal malen opnieuw.

Paar dat elkaar omhelst

Alle lijnen tuimelen als het ware om het koppel.
Titiaan tekende geklede en ongeklede figuren met zwart krijt en houtskool en verhoogde de tekening met wit op blauw papier. Deze combinatie beviel hem als schilder.

Landschap met slapend naakt 1560

Er zijn van Titiaan vijftien landschapstekeningen bewaard, uitgevoerd met pen en inkt. Dit waren zijn eerste tekeningen die bewonderd en verzameld werden.
Hij werd beïnvloed door Dürer; deze was van 1505 tot 1507 in Venetië. Deze tekeningen waren waarschijnlijk bedoeld voor reproductie in houtsneden en gravures.
De slaap van de naakte vrouw wijst op luiheid, de bron van erotische gedachten. De geit en de beer versterken deze gedachten. Deze tekening was waarschijnlijk bedoeld voor Filips II van Spanje.
De tekening leidt het oog snel van links beneden naar rechts boven. Deze diagonaal snijdt de tekening in twee delen: het heldere landschap rechts onder en de donkere stad links boven.
Titiaan tekent de wolken met lange lijnen, het gebladerte met korte curven en de stad met horizontale en verticale lijntjes..

Jacopo Tintoretto (1518 – 1594)
Ook hij was een prominent lid van de Gouden Eeuw van Venetië. Hij liet ongeveer 130 tekeningen na. In plaats van talrijke schetsen te maken kneedde hij beeldjes van was en klei en belichtte die van verschillende kanten; dit om gemakkelijker verkortingen te kunnen tekenen.
Hij dacht ongeveer hetzelfde over tekenen als Titiaan en andere Venetiaanse kunstenaars.

Twee studies van Simson die de Filistijnen verslaat

Hij tekende ook vaak naar klassieke beelden, met name naar beelden van Michelang.

Simson die de Filistijnen verslaat Michelangelo

Boogschutter 1580s
1580s Houtskool
Meestal tekende hij naar levende modellen, vaak als voorbereiding voor een schilderij. Hij en zijn werkplaats gebruikten ook tekeningen voor meerdere schilderijen.
Bij deze boogschutter zijn armen en benen evenwijdig aan elkaar. Boog en lichaam hebben dezelfde kromming. De lijnen hebben minder te maken met anatomie dan met energie.
Hij tekende met houtkool. Dat stelde hem in staat om fors en met gemak te tekenen.

In de jaren 1550 -1560 schijnt hij voor eigen genoegen getekend te hebben.

Maagd en kind, omgeven door zes engelen
ca 1560 Pen en was op blauw-grijs papier, met wit opgehoogd.

Paolo Veronese (1528 – 1588)

Studie voor het martelaarschap van St. Joris 1566

Hij tekent soms composities met veel figuren. Zijn “Studie voor het martelaarschap van St. Joris” is een eerste voorbereiding van een schilderij. Hij tekent dozijnen figuren die in een zig-zag-bewegiing hemel en aarde met elkaar verbinden.

Palma Giovane (1548-1628)
Hij liet meer dan duizend tekeningen na. Hij leerde zichzelf tekenen. Van 1567 tot 1570 was hij in Rome en bestudeerde hij de kunst van de grote renaissance kunstenaars, vooral die van Michelangelo.
Kort na zijn terugkeer naar Venetië ontwikkelde hij een fascinatie voor de stijl van Tintoretto. Op de duur vond hij pen en inkt in de stijl van Veronese toch betere resultaten geven.

Moord op de onnozele kinderen ca 1600
Lood potlood, pen en bruine inkt, penseel, bruine was.

Palma ontleende de vloeiende lijnen van zijn figuren aan Tintoretto. Maar wat bij Tintoretto tekenen van energie waren werd bij Pama iets gekunstelds.

Parma

Correggio ( 1534)

Het tekenen speelde een belangrijke rol in zijn creatieve proces.

Madonna en kind met heiligen ca. 1523

Hij schetste eerst in rode kalk, daarna paste hij met een penseel bruine inkt toe m zijn ideeën te verhelderen. Hij schijnt hier de methode van Leonardo te hebben gevolgd om eerst als een wilde te tekenen, tot het beeld er vanzelf uit naar voren komt.

Madonna en kind met heiligen

Net als Mantegna arceerde hij in één diagonale richting; maar in tegenstelling tot Mantegna tekende hij geen nadrukkelijke contouren. Hij gaf de voorkeur aan “sfumato”, in navolging van Leonarde.
.
Correggio maakte zeven tekeningen als voorbereiding van een schilderij van Christus. Dit is nummer vier. Hij varieerde telkens de pose en kleding tot er een harmonieuze tekening overbleef. Bij een schilderij bracht hij meestal ook weer wijzigingen aan.
Correggio’s tekenmethode inspireerde een van de origineelste tekenaars van de eerste helft van de zestiende eeuw: Parmigianino.

Parmigianino (1503-1540)

De maagd en kind met de heiligen Johannes de Doper en Hiëronymus
Er zijn dertig tekeningen overgebleven die een voorbereiding waren op het betreffende schilderij.
In deze vroege schets probeerde hij de traditionele compositie te doorbreken door de twee heiligen tegenover elkaar te plaatsen, de een in vooraanzicht en de ander in achteraanzicht, de een zittend, de ander geknield.
Parmigianino kopieerde een aantal van Corregio’s tekeningen, maar hij nam diens “brainstorming” methode niet over, noch diens sfumato techniek die we zien in diens Christus, maar hij nam wel diens methode over om een voorstelling te ontwikkelen door een aantal studies, zonder naar het leven te tekenen.
Parmigianino hield meer van tekenen dan van schilderen. “Hij was geboren om te tekenen” zei Vasari. In zijn korte carrière maakte hij weinig schilderijen, maar wel bijna duizend tekeningen.
Hij paste een groot aantal technieken toe.
Hij verkende ook allerlei verschillende genres: religieus, mythologisch, naakt, het dagelijks leven, landschappen, stil leven, zelfs erotische scènes.
Hij hield er van zijn figuren te verlengen, en was zo een voorloper van de maniëristen.

Hoofd van een kind
Hij tekende “Hoofd van een kind” waarschijnlijk als voorbereiding voor een schilderij. Hij modelleerde het gezicht van het kind met grote gevoeligheid in rood en zwart krijt.
Het is een van een klein aantal tekeningen waarin hij Correggio’s Sfumato (verdoezeling)navolgde.

Drie studies van de heilige Hiëronymus en Franciscus 1535-39
Het blad “Drie studies van de heiligen Hieronymus en Franciscus” is een van de bijna vijftig voorbereidende tekeningen voor zijn beroemde schilderij
De Madonna met de lange hals .
Zijn arceringen en kruisarceringen gaan in verschillende diagonale richtingen.

Hij werkte samen met drukkers en etste ook zelf. Zijn vertrouwdheid met druktechnieken deed hem de karakteristieke stijlen daarvan overnemen in zijn tekeningen.

De standaarddrager 1530s
De vloeiende lijnen doen vermoeden dat dit een ets is.
In 1527 plunderden duizenden Duitse soldaten Rome. Ze lieten Parmigianino met rust toen hij hun een aantal van zijn tekeningen gaf.

Federico Barocci (ca. 1535-1612)

Een schilder in Parma liet Barocci vroeg in diens carrière een aantal tekeningen van Correggio zien. Deze tekeningen leerden Barocci te tekenen naar de natuur met kleur en licht.
Barocci woonde in Urbino, de geboorteplaats van Rafaël. In de jaren 1555-57 and 1560-63 woonde en werkte hij in Rome. Daar bestudeerde hij Rafaëls kunst en wijze van werken, met veel voorbereidende getekende studies. Maar hij volgde ook het schilderachtige van de Venetianen Correggio en Titiaan. Maar bijna al zijn 2000 tekeningen dienden voor zijn methodische schepping van zijn schilderijen en prenten.

Hij begon altijd met een “prima pensiero”. Een voorbeeld hiervan zien we in
Studie voor de kruisafname 1568-69

De kruisafname

Barocci bedekte vaak een gedeelte van het papier met arceringen in lange evenwijdige lijnen om licht en donker te creëren.

V0or zijn schilderijen maakte Barocci studies van afzonderlijke figuren om de gepaste anatomie, pose en uitdrukking te bepalen. Dat deed hij met name voor
Studie voor de maagd, staande onder het kruis ca. 1566

De Maagd, staande onder het kruis

De heilige Maagd en het kind, verschijnend voor Johannes de Doper en Franciscus

Hoofd van een vrouw 1574-75

Duitsland

Martin Schongauer (d. 1491)

De Madonna met een pink ca. 1575-80

Deze tekening maakte veel indruk op andere kunstenaars, met name op Dürer. De figuur is goed van verhoudingen. De kleding is goed getekend, met sterke contrasten van licht en donker. Het licht komt van links; ook de schaduwen zijn goed getekend.
Deze tekening diende als voorbeeld voor een of meer schilderjen.

Grünewald (1470/80-1528)

Er zijn van hem ruim dertig tekeningen bewaard gebleven. alle in zwart krijt, soms met wit opgehoogd om een meer schilderachtig effect te bereiken. Veel tekeningen waren voorbereidingen voor schilderijen.

Rouwende vrouw ca. 1575

De heilige Dorothea ca. 1511-12

Altdorfer (ca. 1480-1538)

Twee lansdragers 1506
Twee lansdragers kijken naar een minnekozend paar.
Altdorfer tekende eerst de figuren, en daarna de omgeving. Hij hield er hier geen rekening mee dat de schaal van de bomen niet overeenkwam met die van het verliefde paar.

Hans Holbein de oude (ca. 1465-1524)
Hij tekende portretten om echte karakters weer te geven..

Studieblad met zeven handen ca. 1502
Hij tekende deze zeven handen in voorbereiding op een schilderij over het lijden van Christus.

Hans Holbein de jonge (1497/98-1543)

Hij tekende levensechte portretten.
Portret van Jacob Mijer 1516
Dit is een van zijn eerste portretten, gemaakt met zilverpunt en rood krijt.
Het is mogelijk dat hij gekleurde kalktekeningen heeft gezien van Jean Clouet toen hij in 1524 door Frankrijk reisde.

Albrecht Dürer (1471‑1528)

Hij was de grootste kunstenaar van de Noordelijke Renaissance.

Zijn vader was goudsmid, die had samengewerkt met de grote kunstenaars uit de zuidelijke Nederlanden. Via hem leerde hij waarschijnlijk het werk van Rogier van der Weijden kennen.

Zelfportret op jonge leeftijd 1484
Dit is waarschijnlijk het oudste afzonderlijke zelfportret. Dúrer was toen dertien jaar.

De Heilige Familie 1492-93

“De tekening toont een idyllisch landschap dat terugwijkt achter Maria en Jozef d.m.v. het perspectief van de rij bomen en door de atmosfeer (de dunne penlijnen die verminderd zwart-wit creëren” (Buser)
Deze tekening met pen en inkt is heel helder. Hij zou met een burijn in een koperplaat gegraveerd kunnen worden, of met een mes in een houtblok worden uitgesneden.

Dürer maakte twee reizen naar Venetië om de geheimen van de Italiaanse Renaissance te leren kennen. Hij kopiëerde er werk van Pollaiuolo en Mantegna.
Hij deed dat vrij nauwkeurig, maar verving hun diagonale rechtlijnige arcering gewoonlijk door arcering die zich kromt rond de vormen. Dit maakte de naakten omvangrijker en statiger.

“Toen de Venetiaanse schilder Jacopo de’ Barbari hem naakten liet zien, geconstrueerd uitgaande van geometrische principes, begon Dürer zijn levenslange studie van menselijke proporties, uitgewerkt in talloze tekeningen.”
(Buser)

Tijdens zijn tweede reis naar Venetië leerde Dürer tekenen met penseel en gekleurd papier.

Hoofd van een engel 1506 Penseel en zwarte inkt, verhoogd met wit, op blauw Venetiaans papier.

Hoofd van de moeder van de kunstenaar 1514

In tegenstelling met zijn Italiaanse tijdgenoten tekende Dürer veel portretten, zoals dit van zijn moeder. In de Nederlanden en de Duitse landen tekende men wel veel portretten, in de 15e eeuw in Italië niet. Rond 1503 had hij waarschijnlijk veel portretten gezien van Grünewald die met houtskool waren getekend. Het voordeel van houtskool is dat men er snel mee kan tekenen, ideaal voor portretten. Van toen af werd houtskool zijn favoriete materiaal voor portretten. Met houtskool kan men goed grote portretten tekenen, in één keer, zodat men zich kan concentreren op het essentiële.

“Hij paste deze karakteristieken van het medium nooit zo volledig toe als in het portret van zijn moeder. De ruwe lijnen van het houtskool beschrijven perfect
de kleding van haar hoofddoek en de rimpels van haar nek. Dürer verscherpte het houtskool om de details rond haar ogen en en de lijn van haar mond weer te geven die haar karakter zo goed weergeven.” (Buser)
Zij stierf twee maanden nadat haar zoon haar had getekend.
“Haar grote ogen schenen de toekomst met trotse vastberadenheid tegemoet te zien.”(Buser)

In de jaren 1520-1521 reisde hij door de Nederlanden. In een schetsboek tekende hij alles wat hem interesseerde, vaak met een zilverstift op roze gekleurd papier. Met een zilverstift was het gemakkelijk om onderweg te tekenen. Bovendien was de zilverstift populair in de Nederlanden.

Twee studies van een leeuw 1521

In Gent zag hij een deze leeuw. Het majestueuze karakter ervan gaf hij weer door de vloeiende lijnen van de manen, en dor de massa er van.

Toch bleef de pen Dürers meest geliefde instrument.

Christus die het kruis draagt 1520

‘Christus die het kruis draagt’ is een van zijn religieuze werken met de grootste diepgang. We zien een plechtige processie uit een stadspoort komen, op weg naar Golgotha (achter de massieve muur links). Jezus kijkt naar de knielende Veronica, die het bloed van zijn gelaat zal wissen. De mensen hebben contact met elkaar, en treuren. Rechts zien we een treurende Maria. Hier geen arceringen die krommen rond de figuren: Dürer keert hier terug naar de rechtlijnige arceringen van Mantegna. De helderheid van compositie maakt het mogelijk dat de toeschouwers in de geest deelnemen aan het lijden van Christus.

Albrecht Dürer, De tekenaar van de liggende vrouw, ca. 1525. Houtsnede

Keizer Maximiliaan
De arrogantie ‘druipt er af.’

Studie van handen

Twee voeten

Jonge vrouw

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.