Go to content Go to navigation Go to search

Aankomst op Ithaca · Oct 18, 05:55 PM by Ad van den Ende

Odysseus ontvangt nog meer geschenken van de Faiaken.

Odysseus krijgt van de Faiaken nog meer geschenken. Dan roeien Faiaken hem naar Ithaca, terwijl Odysseus ligt te slapen. Hij komt slapend aan op Ithaka. De roeiers brengen hem slapend aan land, en leggen de geschenken naast hem neer.

Poseidon straft de Faiaken.

Met instemming van Zeus brengt Poseidon het schip op zee tot stilstand, terwijl het al in het zicht is van het eiland van de Faiaken. Hij versteent schip en roeiers. Dan herinnert Antinoos zich een oude voorspelling die hij van zijn vader had gehoord: ‘Vader beweerde dat Poseidon ooit een prachtschip van de Faiaken bij terugkeer van een geleide, midden op de nevelige zee zou laten vergaan.’ Hij stelt voor aan Poseidon twaalf stieren te offeren om hem mild te stemmen. Dat gebeurt.

Odysseus wordt wakker en ontmoet Athene.

Odysseus wordt wakker uit zijn slaap in zijn vaderland, maar door zijn lange afwezigheid herkent hij het niet. De godin Pallas Athene giet een nevel rondom hem uit om hem onherkenbaar te maken.
Zij komt naar hem toe in de gedaante van een een schaapherder. Zij legt hem uit dat hij op Ithaka is.

Odysseus verzint een verleden.

Odysseus verzint een heel verhaal over wie hij is en hoe hij in Ithaka is beland.

ὣς φάτο, μείδησεν δὲ θεὰ γλαυκῶπις Ἀθήνη,
Zo sprak hij; ze glimlachte, de godin, de uilogige Athene,
χειρί τέ μιν κατέρεξε· δέμας δ᾽ ἤϊκτο γυναικὶ
zij streelde hem met haar hand; in gestalte leek ze op een vrouw,
καλῇ τε μεγάλῃ τε καὶ ἀγλαὰ ἔργα ἰδυίῃ·
mooi en groot en in schitterende werken bedreven.
καί μιν φωνήσασ᾽ ἔπεα πτερόεντα προσηύδα·
En tegen hem haar stem verheffend sprak zij de gevleugelde woorden:

“κερδαλέος κ᾽ εἴη καὶ ἐπίκλοπος ὅς σε παρέλθοι
“Hij moet wel slim zijn en doortrapt, wie jou zou overtreffen
ἐν πάντεσσι δόλοισι, καὶ εἰ θεὸς ἀντιάσειε.
in alle mogelijke listen, zelfs als een god het tegen je opnam!
σχέτλιε, ποικιλομῆτα, δόλων ἆτ᾽, οὐκ ἄρ᾽ ἔμελλες,
Stijfkop! Fantast! In listen onverzadelijk! Je zou dus,
οὐδ᾽ ἐν σῇ περ ἐὼν γαίῃ, λήξειν ἀπατάων
zelfs niet zijnde in je eigen land, ophouden met bedriegerijen
μύθων τε κλοπίων, οἵ τοι πεδόθεν φίλοι εἰσίν.
en misleidende woorden, die je hartgrondig vertrouwd zijn.

ἀλλ᾽ ἄγε, μηκέτι ταῦτα λεγώμεθα, εἰδότες ἄμφω
Maar kom, laten we daar niet meer over praten, beiden bedreven in
κέρδε᾽, ἐπεὶ σὺ μέν ἐσσι βροτῶν ὄχ᾽ ἄριστος ἁπάντων
listige gedachten, want jij bent van alle mensen veruit de beste
βουλῇ καὶ μύθοισιν, ἐγὼ δ᾽ ἐν πᾶσι θεοῖσι
in advies en in woorden, ik ben onder alle goden
μήτι τε κλέομαι καὶ κέρδεσιν· οὐδὲ σύ γ᾽ ἔγνως
om mijn slimheid beroemd en om mijn listigheid. Juist jij herkende niet
Παλλάδ᾽ Ἀθηναίην, κούρην Διός, ἥ τέ τοι αἰεὶ
Pallas Athene, dochter van Zeus, die jou altijd
ἐν πάντεσσι πόνοισι παρίσταμαι ἠδὲ φυλάσσω,
in alle inspanningen terzijde staat en je beschermt.

καὶ δέ σε Φαιήκεσσι φίλον πάντεσσιν ἔθηκα,
Ook heb ik jou bij alle Faiaken geliefd gemaakt,
νῦν αὖ δεῦρ᾽ ἱκόμην, ἵνα τοι σὺν μῆτιν ὑφήνω
nu ben ik weer hierheen gekomen, om samen met jou een plan te beramen
χρήματά τε κρύψω, ὅσα τοι Φαίηκες ἀγαυοὶ
en de schatten te verbergen die de fiere Faiaken
ὤπασαν οἴκαδ᾽ ἰόντι ἐμῇ βουλῇ τε νόῳ τε,
je gaven toen je naar huis ging, op mijn advies en volgens mijn wil.

εἴπω θ᾽ ὅσσα τοι αἶσα δόμοις ἔνι ποιητοῖσι
En laat ik je zeggen hoeveel zorgen te verdragen je lot is in je goedgebouwde huis,
κήδε᾽ ἀνασχέσθαι· σὺ δὲ τετλάμεναι καὶ ἀνάγκῃ,
je moet het verdragen, al moet je jezelf dwingen,
μηδέ τῳ ἐκφάσθαι μήτ᾽ ἀνδρῶν μήτε γυναικῶν,
en maak niet aan iemand bekend, noch van alle mannen, noch van de vrouwen
πάντων, οὕνεκ᾽ ἄρ᾽ ἦλθες ἀλώμενος, ἀλλὰ σιωπῇ
dat je dus terug bent gekomen, al zwervend, maar in stilte
πάσχειν ἄλγεα πολλά, βίας ὑποδέγμενος ἀνδρῶν.”
verdraag de vele beproevingen, de geweldplegingen verdragend van mannen”.

Athene onthult voor Odysseus zijn vaderland.

τὴν δ᾽ ἀπαμειβόμενος προσέφη πολύμητις Ὀδυσσεύς·
Haar antwoordend sprak de listenrijke Odysseus:
“ἀργαλέον σε, θεά, γνῶναι βροτῷ ἀντιάσαντι,
“Het is lastig u, godin, te herkennen voor een sterveling wanneer hij u ontmoet,
καὶ μάλ᾽ ἐπισταμένῳ· σὲ γὰρ αὐτὴν παντὶ ἐΐσκεις.
ook zeer kundig zijnde, want u maakt uzelf aan ieder gelijk,
τοῦτο δ᾽ ἐγὼν εὖ οἶδ᾽, ὅτι μοι πάρος ἠπίη ἦσθα,
Maar dit weet ik wel, dat u mij voorheen vriendelijk gezind was,
ἧος ἐνὶ Τροίῃ πολεμίζομεν υἷες Ἀχαιῶν.
zo lang wij in Troje oorlog voerden,wij, zonen der Grieken.

αὐτὰρ ἐπεὶ Πριάμοιο πόλιν διεπέρσαμεν αἰπήν,
Maar toen wij van Priamos hadden verwoest de hoogoprijzende stad
βῆμεν δ᾽ ἐν νήεσσι, θεὸς δ᾽ ἐκέδασσεν Ἀχαιούς,
en wij waren weggegaan in de schepen, en een god de Grieken uiteen dreef,
οὔ σέ γ᾽ ἔπειτα ἴδον, κούρη Διός, οὐδ᾽ ἐνόησα
daarna heb ik u toch niet gezien, dochter van Zeus, noch gemerkt
νηὸς ἐμῆς ἐπιβᾶσαν, ὅπως τί μοι ἄλγος ἀλάλκοις.
dat u aan boord kwam van mijn schip, om mij voor leed te beschermen;

ἀλλ᾽ αἰεὶ φρεσὶν ᾗσιν ἔχων δεδαϊγμένον ἦτορ
altijd in mijn binnenste hebbend een verscheurd hart
ἠλώμην, ἧός με θεοὶ κακότητος ἔλυσαν·
zwierf ik rond, totdat goden mij uit mijn ellende bevrijdden,
πρίν γ᾽ ὅτε Φαιήκων ἀνδρῶν ἐν πίονι δήμῳ
teminste voordat u mij in het welvarende volk der Faiaken mannen
θάρσυνάς τε ἔπεσσι καὶ ἐς πόλιν ἤγαγες αὐτή.
gerust stelde met woorden en me zelf naar de stad bracht.

νῦν δέ σε πρὸς πατρὸς γουνάζομαι—οὐ γὰρ ὀΐω
Maar nu, bij uw vader smeek ik u – ik geloof toch niet
ἥκειν εἰς Ἰθάκην εὐδείελον, ἀλλά τιν᾽ ἄλλην
aangekomen te zijn in het ver zichtbare Ithaka maar dat ik in een ander
γαῖαν ἀναστρέφομαι· σὲ δὲ κερτομέουσαν ὀΐω
land rondzwerf; en ik denk dat u plagend
ταῦτ᾽ ἀγορευέμεναι, ἵν᾽ ἐμὰς φρένας ἠπεροπεύσῃς—
dit vertelt opdat u mijn hart bedriegt.
εἰπέ μοι εἰ ἐτεόν γε φίλην ἐς πατρίδ᾽ ἱκάνω.”
Zeg me toch of ik werkelijk in mijn geliefde vaderland ben aangekomen”.

Athene legt uit dat hij inderdaad op Ithaka is, en dat zijn vrouw nog leeft maar hulpeloos en bedroefd in haar paleis zit. Athene kon zich geen ruzie met Poseidon permitteren, en heeft hem daarom niet eerder geholpen. Samen bergen zij alles op wat de Faiaken gegeven hebben. Zij vertelt ook over de vrijers, die al drie jaar het paleis onveilig maken.
Zij belooft Odysseus te helpen in zijn strijd tegen de vrijers. Ze begint met hem onherkenbaar te maken en hult hem in lompen. Ze geeft hem een stok en een versleten knapzak.
Odysseus moet eerst naar de zwijnhoeder gaan, die hem en Penelope trouw is gebleven. Daar moet hij wachten. Athene zelf zal naar Sparta gaan om Telemachus te roepen en te waarschuwen voor de hinderlaag die de vrijers hem leggen.

Volgende
Terug

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.