Go to content Go to navigation Go to search

I 7-13 Kandaules en Gyges · Feb 9, 04:49 PM by Ad van den Ende

7.
Ἡ δὲ ἡγεμονίη οὕτω περιῆλθε,
Het koningschap kwam op de volgende wijze,
ἐοῦσα Ἡρακλειδέων,
terwijl het in handen van Hèrakliden was,
ἐς τὸ γένος τὸ Κροίσου, καλεομένους δὲ Μερμνάδας.
aan het geslacht van Kroisos, de zogenaamde Mermnaden.
ἦν Κανδαύλης, τὸν οἱ Ἕλληνές Μυρσίλον ὀνομάζουσι,
Kandaulès, die de Grieken Myrsilos noemen, was
τύραννος Σαρδίων, ἀπόγονος
heerser over Sardeis, hijzelf een afstammeling
δὲ Ἀλκαίου τοῦ Ἡρακλέος.
van Alkaios, de zoon van Hèraklès.

Ἄγρων μὲν γὰρ ὁ Νίνου
Want Agroon, zoon van Ninos,
τοῦ Βήλου τοῦ Ἀλκαίου
zoon van Bèlos, zoon van Alkkaios,
πρῶτος Ἡρακλειδέων
was de eerste uit het Hèrakliden-geslacht
βασιλεὺς ἐγένετο Σαρδίων,
die koning werd van Sardeis,
Κανδαύλης δὲ ὁ Μύρσου ὕστατος.
en Kandaulès, zoon van Myrsos, de laatste.
οἱ δὲ πρότερον Ἄγρωνος
Maar zij, die vóór Agroon
βασιλεύσαντες ταύτης τῆς χώρης
koning waren over dat gebied
ἦσαν ἀπόγονοὶ Λυδοῦ τοῦ Ἄτυος,
waren afstammelingen van Lydos, de zoon van Atys,
ἀπ᾽ ὅτευ ὁ δῆμος Λύδιος ἐκλήθη ὁ πᾶς οὗτος,
naar wie dat gehele volk het Lydische genoemd werd,
πρότερον Μηίων καλεόμενος.
terwijl het vroeger het Maionische genoemd werd.

παρὰ τούτων Ἡρακλεῖδαι ἐπιτραφθέντες
De Hèrakliden, door dezen met het bewind belast
ἔσχον τὴν ἀρχήν ἐκ θεοπροπίου,
verkregen de heerschappij na een godsoordeel,
ἐκ δούλης τε τῆς Ἰαρδάνου γεγονότες
van een slavin van Iardanos afstammend
καὶ Ἡρακλέος,
en van Hèraklès.
ἄρξαντες μὲν ἐπὶ δύο τε καὶ εἴκοσι γενεᾶς ἀνδρῶν
regerend gedurende 22 mensengeslachten,
ἔτεα πέντε τε καὶ πεντακόσια,
vijf en vijfhonderd jaren,
παῖς παρὰ πατρὸς ἐκδεκόμενος τὴν ἀρχήν,
waarbij steeds de zoon van de vader de heerschappij overnam,
μέχρι Κανδαύλεω τοῦ Μύρσου.
tot aan Kandaulès, de zoon van Myrsos.

8.
οὗτος δὴ ὦν ὁ Κανδαύλης ἠράσθη τῆς ἑωυτοῦ γυναικός,
Deze Kandaulès nu was verliefd op zijn eigen vrouw,
ἐρασθεὶς δὲ ἐνόμιζέ οἱ εἶναι γυναῖκα
en, verliefd, meende hij dat hij een vrouw had
πολλὸν πασέων καλλίστην.
veruit van alle de mooiste.

ὥστε δὲ ταῦτα νομίζων,
Daar was hij van overtuigd.
ἦν γάρ οἱ τῶν αἰχμοφόρων Γύγης
Nu had hij onder zijn lansdragers een zekere Gygès,
ὁ Δασκύλου ἀρεσκόμενος μάλιστα,
zoon van Daskylès, het meest geliefd,
τούτῳ τῷ Γύγῃ
en met die Gyges
καὶ τὰ σπουδαιέστερα τῶν πρηγμάτων ὑπερετίθετο ὁ Κανδαύλης
besprak Kandaulès zelfs de meer gewichtige staatszaken,
καὶ δὴ καὶ τὸ εἶδος τῆς γυναικὸς ὑπερεπαινέων.
en ook het figuur van zijn vrouw, haar flink ophemelend.

χρόνου δὲ οὐ πολλοῦ διελθόντος
Nadat er niet veel tijd verstreken was
(χρῆν γὰρ Κανδαύλῃ γενέσθαι κακῶς)
(het moest nu eenmaal met Kandaulès slecht aflopen)
ἔλεγε πρὸς τὸν Γύγην τοιάδε.
zei hij tegen Gygès het volgende:
“Γύγη, οὐ γὰρ σε δοκέω πείθεσθαι μοι
‘Gygès, het lijkt dat u mij niet gelooft
λέγοντι περὶ τοῦ εἴδεος τῆς γυναικός
als ik u vertel over het figuur van mijn vrouw.
(ὦτα γὰρ τυγχάνει ἀνθρώποισι ἐόντα
(De oren van de mensen zijn blijkbaar
ἀπιστότερα ὀφθαλμῶν),
minder betrouwbaar dan de ogen),
ποίεε ὅκως ἐκείνην θεήσεαι γυμνήν.”
maak dat je haar eens naakt ziet.’

ὃ δ᾽ ἀμβώσας εἶπε
Hij (Gygès), luid protesterend, zei:
“δέσποτα, τίνα λέγεις λόγον οὐκ ὑγιέα,
‘Heer, wat zegt u nu voor iets dat niet gezond is,
κελεύων με δέσποιναν τὴν ἐμὴν θεήσασθαι γυμνήν;
mij bevelend mijn eigen gebiedster naakt te zien?
ἅμα δὲ κιθῶνι ἐκδυομένῳ .
Tegelijk met het uitdoen van haar kleren
συνεκδύεται καὶ τὴν αἰδῶ γυνή
legt een vrouw ook haar schaamte af.

πάλαι δὲ τὰ καλὰ ἀνθρώποισι ἐξεύρηται,
Van oudsher zijn er ‘mooie dingen voor de mensen’ bedacht
ἐκ τῶν μανθάνειν δεῖ· ἐν τοῖσι ἓν τόδε ἐστί,
waaruit we moeten leren. Daaronder is er één,
σκοπέειν τινὰ τὰ ἑωυτοῦ.
dat iemand zich met zijn eigen zaken bemoeit.
ἐγὼ δὲ πείθομαι Ik neem gaarne aan,
ἐκείνην εἶναι πασέων γυναικῶν καλλίστην,
dat zij is van alle vrouwen de mooiste,
καὶ σέο δέομαι μὴ δέεσθαι ἀνόμων.”
en ik smeek u niet iets onbehoorlijks te verlangen.’

9. Ὃ μὲν δὴ λέγων τοιαῦτα ἀπεμάχετο,
Zeggend dergelijke dingen beet hij (Gygès) van zich af,
ἀρρωδέων μὴ τί οἱ ἐξ αὐτῶν
vrezend dat er daaruit voor hem
γένηται κακόν.
iets slechts zou voortvloeien.

ὃ δ᾽ ἀμείβετο τοῖσδε.
Maar hij (de koning) antwoordde met deze woorden:
“θάρσεε, Γύγη,
‘Vat moed, Gygès,
καὶ μὴ φοβεῦ μήτε ἐμέ,
en vrees niet dat ik,
ὡς σέο πειρώμενος
als om u op de proef te stellen
λέγω λόγον τόνδε,
dit voorstel doe,
μήτε γυναῖκα τὴν ἐμήν,
noch (wees bang voor) mijn vrouw,
μὴ τὶ τοι ἐξ αὐτῆς
dat je van haar kant
γένηται βλάβος.
enige schade zult ondervinden.

ἀρχήν γὰρ ἐγὼ μηχανήσομαι οὕτω
Want helemaal zal ik het zo aanleggen
ὥστε μηδέ μαθεῖν μιν ὀφθεῖσαν ὑπὸ σεῦ.
dat zij niet merkt dat zij door jou gezien wordt.
ἐγὼ γάρ σε ἐς τὸ οἴκημα
Want ik zal je in de kamer
ἐν τῷ κοιμώμεθα
waarin wij slapen,
ὄπισθε τῆς ἀνοιγομένης θύρης στήσω.
achter de geopende deur neerzetten.

μετὰ δ᾽ ἐμὲ ἐσελθόντα
Nadat ik ben binnen gekomen
παρέσται καὶ ἡ γυνὴ ἡ ἐμὴ ἐς κοῖτον.
zal ook mijn vrouw verschijnen om te gaan slapen.
κεῖται δὲ ἀγχοῦ τῆς ἐσόδου θρόνος·
Er staat dichtbij de ingang een stoel;
ἐπὶ τοῦτον τῶν ἱματίων κατὰ ἕν ἕκαστον
daarop zal zij van haar kleren telkens één,
ἐκδύνουσα θήσει,
na het uitgetrokken te hebben, neerleggen,
καὶ κατ᾽ ἡσυχίην πολλὴν παρέξει τοι θεήσασθαι.
en in alle rust zal het jou mogelijk zijn (haar) te zien.

ἐπεὰν δέ ἀπὸ τοῦ θρόνου στείχῃ
Wanneer zij nu van de stoel weggaat
ἐπὶ τὴν εὐνήν κατὰ νώτου τε αὐτῆς γένῃ,
naar het bed ben je achter haar rug;
σοὶ μελέτω τὸ ἐνθεῦτεν
zorg er voor dat vandaar
ὅκως μὴ σε ὄψεται ἰόντα διὰ θυρέων.”
zij jou niet ziet, weggaande door de deur.»

10. Ὃ μὲν δὴ ὡς οὐκ ἐδύνατο διαφυγεῖν,
Hij (Gyges), omdat hij er niet aan kon ontkomen,
ἦν ἕτοιμος· ὁ δὲ Κανδαύλης,
was bereid. Kandaules nu,
ἐπεὶ ἐδόκεε ὥρη τῆς κοίτης εἶναι,
toen hij van mening was dat het tijd werd om te gaan slapen,
ἤγαγε τὸν Γύγεα ἐς τὸ οἴκημα.
bracht Gyges naar het vertrek.

καὶ μετὰ ταῦτα αὐτίκα παρῆν καὶ ἡ γυνή.
En meteen daarna verscheen ook de vrouw.
ἐσελθοῦσαν δὲ καὶ τιθεῖσαν τὰ εἵματα ἐθηεῖτο ὁ Γύγης.
Gyges zag haar, binnen komend en haar kleren neerleggend.
ὡς δὲ κατὰ νώτου ἐγένετο
Toen hij achter haar rug was,
ἰούσης τῆς γυναικός ἐς τὴν κοίτην,
toen de vrouw naar het bed liep,
ὑπεκδὺς ἐχώρεε ἔξω,
stiekem tevoorschijn gekomen, liep hij naar buiten,
καὶ ἡ γυνὴ ἐπορᾷ μιν ἐξιόντα.
en de vrouw zag hem weggaan.

μαθοῦσὰ δὲ τὸ ποιηθέν
Toen zij begreep wat er gebeurd was
ἐκ τοῦ ἀνδρὸς
door toedoen van haar man
οὔτε ἀνέβωσε αἰσχυνθεῖσα
slaakte ze geen kreet hoewel ze te schande was gemaakt,
οὔτε ἔδοξε μαθεῖν,
noch wekte ze de indruk het gemerkt te hebben,
ἐν νοῶ ἔχουσα τίσεσθαι τὸν Κανδαύλεα.
omdat ze van plan was zich te wreken op Kandaules.

παρὰ γὰρ τοῖσι Λυδοῖσι,
Want bij de Lydiërs,
σχεδὸν δὲ καὶ παρὰ τοῖσι ἄλλοισι βαρβάροισι
ongeveer net als bij de andere buitenlanders,
καὶ ἄνδρα ὀφθῆναι γυμνόν
zelfs dat een man naakt gezien wordt
ἐς αἰσχύνην μεγάλην φέρει.
leidt tot grote schande.

11. τότε μὲν δὴ οὕτω οὐδέν δηλώσασα
Terwijl zij toen dus niets liet merken
ἡσυχίην εἶχε.
hield ze zich rustig.
ὡς δὲ ἡμέρη τάχιστα ἐγεγόνεε,
Maar zodra het dag was geworden,
τῶν οἰκετέων
nadat ze van de bedienden (degenen)
τοὺς μάλιστα ὥρα πιστοὺς ἐόντας ἑωυτῇ,
die ze als het meest trouw aan haar beschouwde
ἑτοίμους ποιησαμένη ἐκάλεε τὸν Γύγεα.
gereed had gemaakt riep ze Gyges.

ὁ δὲ οὐδὲν δοκέων
Hij nu, niet vermoedend
αὐτήν τῶν πρηχθέντων ἐπίστασθαι
dat zij van het gebeurde op de hoogte was,
ἦλθε καλεόμενος·
kwam toen hij ontboden werd.
ἐώθεε γὰρ καὶ πρόσθε,
Want hij was al eerder gewoon,
ὅκως ἡ βασίλεια καλέοι, φοιτᾶν.
wanneer de koningin hem ontbood, te komen.

ὡς δὲ ὁ Γύγης ἀπίκετο,
Toen Gyge was aangekomen
ἔλεγε ἡ γυνὴ τάδε.
zei de vrouw het volgende:
«νῦν τοί δυῶν ὁδῶν παρεουσέων Γύγη
“Nu er voor u twee wegen open liggen, Gyges,
δίδωμί αἵρεσιν, ὁκοτέρην βούλεαι τραπέσθαι.
geef ik u de keus welk van beide u wilt inslaan.
ἢ γὰρ Κανδαύλεα ἀποκτείνας
Want óf na Kandaules gedood te hebben
ἐμέ τε καὶ τὴν βασιληίην ἔχε τὴν Λυδῶν,
heb je én mij én het koningschap van de Lydiërs,
ἢ αὐτόν σε αὐτίκα οὕτω ἀποθνήσκειν δεῖ,
óf het is nodig dat jij onmiddellijk zonder meer sterft,
ὡς ἂν μὴ πάντα πειθόμενος Κανδαύλῃ
opdat jij niet, in alles gehoorzamend aan Kandaules,
τοῦ λοιποῦ ἴδῃς τὰ μὴ σε δεῖ.
voortaan ziet wat je niet moet (zien).

ἀλλ᾽ ἤτοι κεῖνόν γε
Maar ofwel is het nodig dat hij
τὸν ταῦτα βουλεύσαντα δεῖ ἀπόλλυσθαι,
die dat beraamd heeft, omkomt,
ἢ σε τὸν ἐμὲ γυμνήν θεησάμενον
óf jij die mij naakt gezien hebt
καὶ ποιήσαντα οὐ νομιζόμενα.»
en gedaan hebt wat niet netjes is.

ὁ δὲ Γύγης τέως μὲν ἀπεθώμαζε
Gyges stond een tijd lang verstomd over
τὰ λεγόμενα,
wat gezegd was,
μετὰ δὲ ἱκέτευε μὴ μιν ἀναγκαίῃ ἐνδέειν
daarna smeekte hij haar hem niet te dwingen
διακρῖναι τοιαύτην αἵρεσιν.
een dergelijke keuze te maken.

οὔκ ων δὴ ἔπειθε,
Hij kon (haar) echter niet overtuigen
ἀλλ᾽ ὥρα ἀναγκαίην ἀληθέως προκειμένην
maar zag de noodzaak echt aanwezig
ἢ τὸν δεσπότεα ἀπολλύναι
óf zijn heer te doden
ἢ αὐτὸν ὑπ᾽ ἄλλων ἀπόλλυσθαι·
óf zelf door anderen gedood te worden;
αἱρέεται αὐτὸς περιεῖναι.
hij kiest er voor zelf in leven te blijven.

ἐπειρώτα δὴ λέγων τάδε.
Hij vroeg, zeggend het volgende:
«ἐπεί με ἀναγκάζεις
“Omdat u me dwingt
δεσπότεα τὸν ἐμὸν κτείνειν
mijn heer te doden,
οὐκ ἐθέλοντα,
terwijl ik dat niet wil,
φέρε ἀκούσω τέῳ καὶ τρόπῳ
welaan dan, laat mij horen op welke manier dan wel
ἐπιχειρήσομεν αὐτῷ.»
wij hem aan zullen vallen.”

ἣ δὲ ὑπολαβοῦσα ἔφη
Zij, antwoordend, zei:
«ἐκ τοῦ αὐτοῦ μὲν χωρίου ἡ ὁρμή ἔσται
“Vanuit dezelfde plek zal de aanval zijn
ὅθεν περ καὶ ἐκεῖνος ἐμέ ἐπεδέξατο γυμνήν,
vanwaar juist hij mij naakt heeft laten zien,
ὑπνωμένῳ δὲ ἡ ἐπιχείρησις ἔσται.»
op hem als hij slaapt zal de aanval zijn.
 
12. ὡς δὲ ἤρτυσαν τὴν ἐπιβουλήν,
Toen zij de aanslag hadden voorbereid,
νυκτὸς γενομένης
en het nacht was geworden
(οὐ γὰρ ἐμετίετο ὁ Γύγης,
want Gyges werd niet met rust gelaten
οὐδέ οἱ ἦν ἀπαλλαγὴ οὐδεμία,
en voor hem was er geen enkele uitweg,
ἀλλ᾽ ἔδεε ἤ αὐτὸν ἀπολωλέναι
maar het was nodig dat óf hijzelf omkwam
ἢ Κανδαύλεα)
óf Kandaules)
εἵπετο ἐς τὸν θάλαμον τῇ γυναικί,
volgde hij de vrouw naar de slaapkamer
καί μιν ἐκείνη, ἐγχειρίδιον δοῦσα,
en zij, na hem een dolk te geven,
κατακρύπτει ὑπὸ τὴν αὐτὴν θύρην.
verbergt hem achter dezelfde deur,
καὶ μετὰ ταῦτα ἀναπαυομένου Κανδαύλεω
en daarna, terwijl Kandaules rustte,
ὑπεκδύς τε καὶ ἀποκτείνας αὐτὸν
tevoorschijn gekomen en hem gedood hebbend,
ἔσχε καὶ τὴν γυναῖκα καὶ τὴν βασιληίην Γύγης
kreeg Gyges én de vrouw én het koningschap,
τοῦ καὶ Ἀρχίλοχος ὁ Πάριος
(Gyges) van wie ook Archilogos de Pariër,
κατὰ τὸν αὐτὸν χρόνον γενόμενος
die in dezelfde tijd leefde,
ἐν ἰάμβῳ τριμέτρῳ ἐπεμνήσθη.
in een jambische trimeter melding heeft gemaakt.

13. ἔσχε δὲ τὴν βασιληίην
En hij kreeg het koningschap,
καὶ ἐκρατύνθη
en hij werd in zijn macht bevestigd
τοῦ ἐν Δελφοῖσι χρηστηρίου.
door het orakel in Delphi.
ὡς γὰρ δὴ οἱ Λυδοὶ δεινόν ἐποιεῦντο
want toen de Lydiërs vreselijk vonden
τὸ Κανδαύλεω πάθος
het lot van Kandaules
καὶ ἐν ὅπλοισι ἦσαν,
en in de wapenen waren,
συνέβησαν ἐς τὠυτὸ
kwamen ze overeen,
οἳ τε τοῦ Γύγεω στασιῶται
de soldaten van Gyges
καί οἱ λοιποὶ Λυδοί,
en de overige Lydiërs,
ἤν μὲν τὸ χρηστήριον ἀνέλῃ
dat, als het orakel de uitspraak zou doen
μιν βασιλέα εἶναι Λυδῶν,
dat hij koning zou zijn van de Lydiërs,
τόν δὲ βασιλεύειν,
dat hij dan koning was,
ἤν δὲ μή,
maar zo niet
ἀποδοῦναι ὀπίσω
dat hij dan terug zou geven
ἐς Ἡρακλείδας τὴν ἀρχήν.
aan de Heracliden de heerschappij.

ἀνεῖλέ τε δὴ τὸ χρηστήριον
Het orakel deed dus uitspraak
καὶ ἐβασίλευσε οὕτω Γύγης.
en zo werd Gyges koning.
τοσόνδε μέντοι εἶπε ἡ Πυθίη,
Dit echter zei de Pythia (er bij)
ὡς Ἡρακλείδῃσι τίσις ἥξει
dat er voor de Herakliden wraak zou komen
ἐς τὸν πέμπτον ἀπόγονον Γύγεω.
tegen de vijfde nakomeling van Gyges.

τούτου τοῦ ἔπεος Λυδοί
Met dat woord evenwel hielden de Lydiërs
τε καί οἱ βασιλέες αὐτῶν
en hun koningen
λόγον οὐδένα ἐποιεῦντο,
in het geheel geen rekening
πρὶν δὴ ἐπετελέσθη.
voor het vervuld werd. 
 
Terug

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.