Go to content Go to navigation Go to search

De reis van Sint Brandaan · Sep 25, 03:36 PM by Ad van den Ende

Ondertiteling door Ad van den Ende

Inleiding van Willem Wilmink

“Er was eens een man, Brandaan geheten, die het enige bestaande exemplaar van een boek over de wereldwonderen in het vuur gooide aangezien hij dacht dat de auteur van dat boek hem in de maling nam. Maar terwijl het boek nog brandde, kwam er een engel die hem opdroeg een wereldreis te maken om al die wonderen opnieuw te boek te laten stellen. En het boek over die wereldreis, dat meteen ook het nieuwe wonderenboek zelf zou worden, heet Van Sente Brandane en is nog net zo nieuw en leuk als toen het geschreven werd. Het is ons overgeleverd in het Comburgse handschrift van 1404 (…). Ook staat het, helaas zonder de eerste 322 regels, in het Hulthemse handschrift van ongeveer 1370.”

Navigatio Sancti Brendani volgens het Hulthemse handschrift.

Tekst: Bibliotheca Augustana

Hoofdstuk I

Het Heerlijke Eiland

Sanctus Brendanus filius Finloca De heilige Brandaan, zoon van Finloch, nepotis Alti van de neef van van Alta de genere Eogeni uit het geslacht van Eogen, stagnili regione in het moerassig gebied Mumenensium ortus fuit. van Munster was hij geboren.

Erat vir magnae abstinentiae
Hij was een man van grote soberheid
et in virtutibus clarus
en om zijn deugden beroemd,
trium milium fere monachorum pater.
van bijna drieduizend monniken de vader.

Cum esset in suo certamine
In de tijd toen hij was in zijn strijd
in loco qui dicitur
op de plaats die genoemd wordt
saltus virtutis Brendani
Pas van de deugd van Brandaan
contigit quidam patrum
gebeurde het dat iemand van de vaderen
ad illum quadam vespera venisset
bij hem op een avond gekomen was,
nomine Barinthus nepos illius.
met de naam Barinthus, een neef van hem.

Cumque interrogatus esset
Toem hij ondervraagd was
multis sermonibus
in vele bewoordingen
a praedicto sancto patre
door voornoemde heilige vader
cepit lacrimari
begon hij te huilen
et prostrare se in terram
en zich te werpen op de grond
et diutius permanere in oratione.
en langere tijd te blijven in gebed.

Sanctus Brendanus erexit illum de terra
De heilige Brandaan richtte hem op van de grond,
et osculatus est eum dicens:
en omhelsde hem, zeggend: «Pater cur tristiciam habemus in adventu tuo?
‘Vader, waarom hebben wij droefenis bij uw komst?
Nonne ad consolationem nostram venisti?
Bent u soms niet voor onze troost gekomen?
Magis laeticiam tu debes fratribus preparare.
Liever moet u vreugde aan de broeders bereiden.

Indica nobis verbum Dei
Toon ons het woord van God
et refice animas nostras
en verkwik onze zielen
de diversis miraculis
met verschillende wonderen
quae vidisti in Oceano»
die u hebt gezien op de oceaan.’

Tunc Sanctus Barintus
De heilige Barinthus dan,
expletis his sermonibus Brendani
toen Brendaan zijn woorden had beëindigd,
cepit narrare de quadam insula
begon te vertellen over een zeker eiland,
dicens: ‘Filiolus meus Mernocatus
zeggend: ‘Mijn kleine zoon Mernoc,
procurator pauperum Christi
verzorger van de armen van Christus,
cum fugit a facie mea
toen hij vluchtte voor mijn aangezicht
et voluit se esse solitarium.
en wilde dat hij een kluizenaar was.

Invenitque insulam juxta montem lapidis,
Hij heeft gevonden een eiland vlakbij de Berg van Steen;
nomen ejus Insula Deliciosa.
de naam er van (is) het Heerlijke Eiland.
Post multum vero temporis
Na veel tijd echter
nuntiatum est mihi
is mij bericht
quod plures monachos habuisset
dat hij meerdere monniken (bij zich) had
et Deus multa mirabilia (per illum) ostendisset.
en dat God vele wonderen (via hem) had laten zien.

Itaque perrexi
Daarom ging ik op weg
visitare filiolum meum.
om mijn zoon te bezoeken.
Cumque appropinquassem
En toen ik genaderd was
(per) trium dierum (iter)
(na een reis) van drie dagen,
in occursum mihi festinavit
heeft hij zich mij tegemoet gehaast
cum fratribus suis.
met zijn broeders.
Revelavit enim Dominus sibi
De Heer had immers onthuld aan hem
adventum meum.
mijn komst.

Navigan (tibus nobis) in praedicta insula
Terwijl wij afvoeren op voornoemd eiland
occurrerunt obviam sicut examen apium
kwamen ze ons tegemoet als een zwerm bijen
ex diversis cellulis fratres.
uit verschillende cellen, de broeders.

Erat enim habitacio eorum sparsa.
Hun wijze van wonen was immers verspreid.
Sed tamen unanimiter illorum conversatio
Maar toch was de omgang van hen eensgezind.
in spe et fide et caritate (…)
in hoop en geloof en liefde.

Nihil aliud cibi monstratur
Niets anders te eten was te zien
nisi poma et nuces at (que) radices
dan vruchten, noten en wortels
et cetera genera herborum.
en dergelijke soorten groenten.

At post completorium
Maar na de Completen
singuli in suis cellulis
bleven allen afzonderlijk in hun cellen
usque ad gallorum cantum
tot het gezang van de hanen
seu pulsum campanae permanserunt.
of het luiden van de bel.

Het land van de Belofte van de Heiligen

Me autem pernoctante
Toen ik er de nacht doorbracht
insulamque totam perambulante
en het eiland geheel rondwandelde,
meus filiolus duxit me ad litus maris
leidde mijn zoon mij naar de kust van de zee,
contra occidentem ubi erat navicula
naar het westen, waar een scheepje lag
et dixit mihi:
en hij zei me:

«Pater ascende in navim
“Vader, stap in het schip,
et navigemus contra occidentalem plagam
en laten we varen naar een westelijke kust
ad insulam quae dicitur
naar een eiland dat genoemd wordt
terra repromissionis sanctorum
het land van de Belofte van de Heiligen
quam daturus est Deus
dat God zal geven
successoribus nostris
aan onze opvolgers
in novissimo tempore».
op de jongste dag.”

Ascendentibus nobis et navigantibus
Toen wij aan boord gingen en weg voeren
nebulae cooperuerunt nos undique
bedekten nevels ons van alle kanten
in tantum ut vix potuissemus
in die mate dat wij nauwelijks konden
puppim aut proram naviculae aspicere.
achtersteven of voorsteven van het scheepje zien.

Transacto vero spacia
Nadat echter voorbij gegaan waren de ruimtes
quasi unius horae
als van een uur
circumfulsit nos lux ingens
schitterde rond ons een geweldig vuur,
et apparuit terra
en verscheen er een land,
spaciosa et herbosa
weids en vol gras
pomiferosaque valde.
en zeer fruitrijk.

Cum stetisset navis ad terram
Toen het schip aan land kwam,
ascendimus nos
zijn we uitgestapt
et cepimus ire et perambulare
en zijn we begonnen te gaan en rond te lopen,
per XV ut putavimus dies insulam
gedurende 40 dagen, zoals we dachten, over het eiland,
et non potuimus finem ipsius invenire.
en we konden niet het einde ervan vinden.

Nihil herbae vidimus
Niets aan gras hebben we gezien
nisi flores arborum sine fructu.
tenzij bloemen van bomen zonder vrucht.
Lapides enim ipsius
De stenen er van immers
preciosi genere sunt.
zijn van een kostbare soort.

Porro quintodecimo die
Daarna op de vijftiende dag
invenimus fluvium
vonden we een rivier
vergentem ab orientali parte
stromend vanuit het oostelijk deel
ad occasum.
naar het westen.

(Cum consideremus) haec omnia
Toen we dit alles bekeken
dubium nobis erat
was het twijfelachtig voor ons
quid agere debuissemus.
wat we zouden moeten doen.

Een man in een grote lichtglans

Placuitque nobis(transire) flumen.
Het leek ons goed toe de rivier (over te steken).
Sed expectavimus Dei consilium.
Maar we wachtten eerst de raad van God af.

Cum haec exposuissemus
Terwijl we dit overdachten,
intra nos subito apparuit
verscheen plotseling onder ons
quidam vir magno splendore coram nobis.
een man in een grote lichtglans bij ons,
Qui statim propriis nominibus nos (appelavit)
die meteen bij onze eigen namen ons (aangesproken heeft)
atque salutavit dicens:
en ons groette, zeggend:

«Euge boni fratres.
“Goed zo, beste broeders!
Dominus enim revalavit vobis
De Heer immers heeft u onthuld
istam terram (quam daturus est) suis sanctis.
dat land (dat Hij zal geven) aan Zijn heiligen.

Est enim medietas insulae istius
Het is immers het midden van dit eiland
usque ad istud flumen.
tot die rivier.
(Non licet vobis transire) ulterius.
Het is u niet toegestaan verder te gaan!
Revertimini igitur unde existis.»
Keer dus terug naar vanwaar u weggegaan bent.”
Cum haec dixisset
Toen hij dit gezegd had
(statim illum interrogavi unde esset)
(heb ik hem meteen gevraagd vanwaar hij was,)
aut quo nomine vocaretur, Qui ait:
of met welke naam hij genoemd werd. Hij zei:

«Cur me interrogas
“Waarom ondervraagt u mij
(unde sim aut quomodo vocer?)
(vanwaar ik ben of hoe ik genoemd word?)
Quare me non interrigas de ista insula?
Waarom ondervraagt u mij niet over dit eiland?
Sicut illam vides
Zoals u het ziet,
(modo ita ab inicio) mundi permansit.
zo is het vanaf het begin van de wereld geweest.

Indigesne aliquid cibi
Hebt u behoefte aan iets van spijs
aut potus sive vestimenti?
of drank of kleren?
(unum annum enim)
Een jaar immers
in hac insula fuisti
bent u op dit eiland geweest,
et non indiguisti
en niet hebt u behoefte gehad
cibo aut potu.
aan spijs of drank.

(Numquam) fuisti oppressus
Nooit bent u overmand geweest
somno nec nox te operuit.
door slaap noch heeft de nacht u bedekt.
Dies namque est semper
Want de dag is altijd
sine ulla cecitate (tenebrarum hic.
zonder enige verblinding van duisternissen hier.
Dominus noster Jhesus Christus)
Onze Heer Jezus Christus
Lux ipsius est.
is het Licht er van”

Confestim inchoavimus iter
Onmiddellijk zijn we begonnen aan de reis,
et ille vir praedictus
en die voornoemde man
(nobiscum pervenit usque ad… caliginem)
ging met ons mee tot … de nevel,
(ad insulam deliciosam.)
naar het Heerlijke Eiland.

At ubi fratres nos viderunt
En zodra de broeders ons zagen
exultabant exultatione magna
verheugden zij zich met grote vreugde de ad(ventu nostro
over onze komst
et plorabant) de absencia nostra
en klaagden over onze afwezigheid
multum temporis dicentes:
lange tijd, zeggend:

«Cur patres dimisistis
“Waarom, vaders, hebt u achtergelaten
(vestras oves sine pastore)
uw schapen zonder herder
in ista silva errantes?
in dit woud ronddwalend?

Novimus abbatem nostrum
We weten wel dat onze abt
frequenter a nobis discedere
vaak bij ons weggaat,
(in aliquam partem
naar een of andere plaats,
sed) nescimus in quam
maar we weten niet naar welke,
et ibidem commemorari
en dat hij daar blijft,
aliqando unum mensem
soms een maand,
aliquando duabus ebdomadibus
soms twee weken
(seu una ebdomada)
of een week
vel plusminusve.»
of meer of minder.”

Cum haec audissem
Zodra ik dat hoorde,
cepi illos confortare
begon ik hen te troosten,
dicens eis:
hun zeggend:
«Nolite fratres
“Wil niet, broeders,
(putare aliquid nisi bonum.
iets denken tenzij iets goeds.

Vestra conversacio) procul dubio est
Uw levenswandel is zonder twijfel
ante portam Paradisi.
voor de poort van het Paradijs.
Hic prope est insula
Hier vlakbij is een eiland
quae vocatur
dat genoemd wordt
(terra repromissionis sanctorum)
het Land van Belofte van de Heiligen,
ubi nec nox imminet
waar noch de nacht te wachten staat,
nec dies finitur.
noch de dag eindigt.

In het Paradijs van God

(Angelus enim Domini custodit) illam.
Een engel Gods immers bewaakt het.
Et illuc frequentatur noster abbas Mernocatus.
En daarheen gaat vaak onze abt Mernoc.
Nonne cognoscitis
Merken jullie niet
in odore vestimentorum nostrorum
aan de geur van onze kleren
quod in Paradisio Dei Fuimus?
dat wij in het Paradijs van God zijn geweest?”

Tunc fratres responderunt dicentes:
Toen antwoordden de broeders, zeggend:
«Abba novimus
“Abt, we weten
quia fuistis in Paradiso Dei
dat u bent geweest in het Paradijs van God,
spatio maris
in de ruimte van de zee.
sed ubi sit ille paradisus
Maar waar dat paradijs is,
ignoravimus.
weten wij niet.

Nam saepe fragancia(m) vestimentorum
Want vaak hebben we het aroom van de kleren
abbatis nostri
van onze abt
XL dierum spatio inde revertenti(s)
als hij na veertig dagen vandaar terugkwam
probavimus redolentem».
gemerkt, geurend.”

Illic vero mansi
Daar echter ben ik gebleven
duas abdamadas cum filiolo meo
twee volle weken bij mijn zoon,
sine cibo et potu.
zonder spijs en drank.

Ibi in tantum habuimus
Daar hadden we zoveel
de satietate corporali
van lichameliijke verzadiging
ut ab aliis videbamur
dat we voor anderen leken
repleti musto.
vervuld van zoete wijn.

Post vero XL dies
Na veertig dagen echter,
accepta benedictione fratrum et abbatis
ontvangen zijnde de zegen van de broeders en de abt,
reversus sum cum sociis
ben ik teruggekeerd met mijn reisgenoten
ut redirem ad cellam meam
opdat ik terug zou gaan naar mijn cel,
ad quam iterus ero cras.»
waar ik terug zal zijn morgen.”

C a p i t u l u m II

HIS AUDITIS SANCTUS BRENDANUS
Toen de heilige Brandaan dit gehoord had
cum omni congregatione sua prostraverunt se
viel hij met heel zijn gemeenschap languit
ad terram, glorificantes Deum et dicentes:
op de grond, God verheerlijkend en zeggend:
«Justus Dominus in omnibus viis suis
‘Rechtvaardig (is) de Heer in al Zijn wegen
et sanctus in omnibus operibus suis,
en heilig in al Zijn werken,
qui revelavit servis suis
die heeft onthuld aan Zijn dienaren
tanta ac talia mirabilia
zo vele en zodanige wonderen
et benedictus in donis suis
en gezegend (is) in Zijn gaven,
qui hodie nos refecit
die vandaag ons gevoed heeft
cum tali gustu spiritali.»
met zo een geestelijk maal.’

His finitis sermonibus
Na zijn gebeden beëindigd te hebben
dixit sanctus Brendanus;
zei de heilige Brandaan:
«Eamus
‘Laten we ons bezig houden
ad refectionem corporis
met de versterking van ons lichaam
et ad mandatum novum.»
en met het nieuwe gebod.”
Transacta autem illa nocte
Toen nu die nacht voorbijgegaan was,
accepta benedictione mane fratrum
toen hij gekregen had ‘s morgens de zegen van de broeders
ad cellam suam sanctus Barinthus perrexit.
is de heilige Barinthus naar zijn cel gegaan.

C a p i t u l u m III

VOORBEREIDING VAN DE REIS

Igitur Sanctus Brendanus De heilige Brandaan nu, de omni congregatione sua na uit zijn hele gemeenschap electis bis septem fratribus gekozen te hebben tweemaal zeven broeders, conclusit se in uno oratorio trok zich terug in een gebedsruimte cum illis et locutus est ad illos samen met hen en sprak tot hen, dicens: «Combellatores mei amantissimi zeggend: “Mijn zeer geliefde medestrijders, consilium atque adjutorium advies en hulp a vobis prestolor vraag ik van u quia cor meum omdat mijn hart et omnes cogitationes meae en al mijn gedachten conglutinatae sunt in una voluntate. zijn gericht op één wil: Tantum si Dei voluntas est Zozeer, als het de wil van God is, terram de qua locutus est pater Barinthus het land waarover vader Barinthus gesproken heeft, repromissionis sanctorum van de Belofte van de Heiligen, in corde meo proposui querere. te zoeken heb ik me in mijn hart voorgenomen. Quomodo vobis videtur Hoe lijkt jullie dat toe? aut quod consilium En welk advies mihi vultis dare?» willen jullie me geven?’

Agnita vero voluntate sancti patris
Toen begrepen was de wil van hun heilige vader
quasi uno ore dicunt omnes:
zeggen allen als uit één mond:
«Abba voluntas tua ipsa est et nostra.
‘Abt, uw wil is ook de onze.
Nonne parentes nostros dimisimus?
Hebben wij niet onze ouders achtergelaten
Nonne hereditatem nostram despeximus
En niet ons erfdeel opgegeven,
et corpora nostra tradidimus in manus tuas?
en onze lichamen overgegeven in uw handen?
Itaque parati sumus sive ad mortem
Wij zijn dus bereid hetzij tot de dood
sive ad vitam ire.
hetzij tot het leven (met u mee) te gaan.

Unam tantum queramus
‘Laten we slechts één ding zoeken:
Dei voluntatem».
de wil van God.’
Definivit igitur Sanctus Brendanus
Hij besloot daarom, de heilige Brandaan
et hi qui cum eo erant
en zij die met hem waren,
jejunium XL dierum
tot een vasten van veertig dagen,
semper par triduanas
steeds gedurende drie dagen,
et postea proficisci.
en daarna te vertrekken.

Naar het eiland van een
heilige vader die Ende heette

Transactis jam XL diebus
Zodra de veertig dagen verstreken waren,
et salutatis fratribus
en de broeders gegroet waren,
commendatisque omnibus
en allen aan de zorg toevertrouwd waren
preposito monasterii sui
van de prior van zijn klooster,
qui fuit postea ejus successor
die later zijn opvolger werd
(in eodem) loco
op dezelfde plaats,
profectus est contra occidentalem plagam
is hij vertrokken naar een westelijke kust
cum quattuordecim fratribus
met veertien broeders,
ad insulam cujusdam (sancti) patris
naar een eiland van een heilige vader
nomine Ende
met de naam Ende.
ibique demoratus est
En daar is hij gebleven
tribus diebus et tribus noctibus.
drie dagen en drie nachten.

C a p i t u l u m IV Post haec accepta benedictione Hierna gekregen hebbend de zegen sancti patris van de heilige vader monachorumque omnium qui cum eo erant en van alle monniken die met hem waren, profectus est is hij vertrokken in ultimam partem regionis suae naar het verste punt van zijn gebied ubi demorabantur (parentes) ejus. waar zijn ouders woonden.

At tamen noluit illos videre
Maar toch wilde hij hen niet zien.
sed in cujusdam summitate montis
maar op de top van een berg
extendentis se longe in (oceanum)
die ver uitsteekt in de Oceaan,
in loco qui dicitur
op een plaats die genoemd wordt
sedes Brendani
de zetel van Brandaan
fixit tentorium ubi erat
sloeg hij een tent op, waar was
(introitus) unius navis.
de toegang van één schip.

Er wordt een schp gebouwd.

Sanctus Brendanus
De heilige Brandaan
(et qui) cum eo erant
en die met hem waren,
acceptis
ter hand genomen hebbend
ferramentis
ijzeren (werktuigen)
fecerunt unam naviculam
maakten een scheepje.
(levissimam
heel licht,
costatam et columnatam),
de ribben en dragende balken
ex silva
van hout,
sicut mos est in illis partibus
zoals gewoonte is in die gebieden,
et cooperuerunt illam coriis bovinis
en bedekten die met huiden van een rund,
(atque rubricatis in cortice) ruborino.
en gelooid met eikenschors.
Et linierunt foras
En ze smeerden van buiten
omnes juncturas pellium ex butyro.
alle naden van de huiden in met vet.

(et miserunt duas alias)
En ze wierpen twee andere
paraturas navis
scheepsartikelen
de aliis coriis intus in navim
van andere huiden in het schip,
et dispendia XL dierum
en proviand voor veertig dagen,
et butyrum ad pelles preparandas
en vet om de huiden te bewerken
ad cooperimentum navis
tot buitenbekleding van het schip,
et cetera utensilia
en andere benodigdheden
quae ad usum
die voor het onderhoud
vitae humanae pertinent.
van het menselijk leven strekken.

Arborem quoque posuerunt
Een mast ook plaatsten zij
in medio navis
in het midden van het schip,
fixum et velum et cetera
en een vastgemaakt zeil en andere dingen
quae ad gubernationem navis pertinent.
die voor het bestuur van het schip nodig zijn.

Sanctus autem Brendanus
De heilige Brandaan nu
fratribus suis precepit
droeg zijn broeders op,
in nomine Patris et Filii
in de naam van de Vader en de Zoon
et Spiritus Sancti
en de Heilige Geest
intrare in navim.
aan boord te gaan.

Cumque ille solus stetisset in litore
En toen hij alleen op de kust stond
et benedixisset portum
en de haven zegende,
ecce tres fratres supervenerant
zie, drie broeders verschenen ineens
de suo monasterio post illum
uit zijn klooster achter hem.
(Qui statim ceciderunt
Die meteen vielen
ante)pedes sancti patris dicentes:
voor de voeten van de heilige vader, zeggend:
«Pater dimitte nos ire tecum
‘Vader! laat ons gaan met u ,
quo iturus es;
waar u naar toe zult gaan;
(alioquin moriemur) in isto loco
anders zullen we sterven op deze plaats
fame et siti.
van honger en dorst!
Decrevimus enim peregrinari
Wij hebben immers besloten te pelgrimeren
omnibus diebus vitae nostrae.»
alle dagen van ons leven.’

Men steekt van wal.

Cumque vir Dei
En toen de man Gods
vidisset illorum angustiam
had gezien hun benauwdheid
precepit illos
gaf hij hun opdracht
intrare in navim dicens:
aan boord te gaan, zeggend:
«Fiat voluntas vestra filioli».
‘Jullie wil geschiede, mijn zonen!’
Et addidit:
En hij voegde er aan toe:
«Scio quomodo vos venistis.
‘Ik begrijp hoe jullie zijn gekomen:
Iste frater bonum opus operatus est.
Die broeder heeft een goed werk verricht.
Nam Deus preparavit sibi
Want God heeft bereid voor hem
altissimum locum.»
een zeer hoge plaats.”

HET EERSTE EILAND

Ascendit vero Sanctus Brendanus in navim
De zeer heilige Brandaan nu ging aan boord,
extensisque velis
en met gehesen zeilen
ceperunt navigare
begonnen zij te varen
contra solsticium
in de richting van de zonnewende.
(…)
Habebant autem prosperum ventum.
Ze hadden een gunstige wind.
Nihil opus fuit eis navigare
Niets was voor hen nodig om te varen
nisi tenere vela.
behalve de zeilen vast te houden.

C a p i t u l u m V

Windstilte

Post quindecim vero dies Na vijftien dagen echter cessavit ventus ging de wind liggen et ceperunt navigare en gingen ze roeien, usque vires eorum defecerunt. tot hun krachten het begaven.

Confestim sanctus Brendanus cepit
Meteen begon de heilige Brandaan
illos confortare admonere
hen te versterken en te bemoedigen
dicens: «Fratres nolite formidare.
Zeggend: ‘Broeders, wil niet bang zijn,
Deus enim noster adjutor est
God is immers onze Helper
et nautor et gubernator atque gubernat.
en Matroos en Stuurman en Hij stuurt.

Mittite intus omnes remiges
Haal binnenboord alle roeiriemen
et gubernamus.
en we sturen.
Tantum dimittite vela extensa
Laat alleen de zeilen gehesen,
et faciat Deus sicut vult
en moge God doen zoals Hij wil
de servis suis et de sua nave.»
met Zijn dienaren en Zijn schip.”

Reficiebant autem semper ad vesperam
Ze gebruikten de maaltijd altijd ‘s avonds
dum aliquando ventum habebant.
terwijl ze soms wind hadden.
Sed tamen ignorabant
maar ze wisten toch niet
ex qua parte veniebat
uit welke richting die kwam,
aut in quam partem ferebatur navis.
of in welke richting het schip gevoerd werd.

Consummatis jam XL diebus
Toen er veertig dagen om waren
et omnibus dispendiis
en alle dingen op
quae ad victum pertinebantur
die tot proviand dienden
apparuit illis quaedam insula
kwam er voor hen in zicht een eiland
ex parte septentrionalis
in noordelijke richting.
valde saxosa et alta.
zeer rotsachtig en hoog.

Een hoog, rotsachtig eiland

Cum autem appropinquassent
Toen ze echter genaderd waren
ad litus illius
tot de kust er van,
viderunt ripam altissimam
zagen ze een oever, zeer hoog
sicut murum et diversos rivulos
als een muur, en verschillende kleine stroompjes
descendentes de summitate insulae
omlaag gaande, vanaf de top van het eiland
fluentes in mare.
stromend in zee.

Tamen minime poterant
Toch konden ze allerminst
invenire portum
een aanlegplaats vinden
ubi stetisset navis.
waar het schip kon aanleggen.
Fratres enim vexati erant valde
De broeders werden zeer gekweld
fame et siti.
door honger en dorst

Singuli vero acceperunt vascula
Een paar namen er bekers
ut aliquid de aqua potuissent sumere.
opdat ze wat water konden nemen.
Sanctus Brendanus
De heilige Brandaan,
cum haec vidisset dixit:
toen hij dat zag, zei hij:
«Sic nolite facere.
‘Wil dat niet doen!
Stultum est enim quod agitis.
Het is immers dwaas wat jullie doen.
Ad huc Deus non vult nobis
Tot nu toe wil God ons niet
ostendere portum intrandi
een haven tonen om in te gaan
et vultis rapinam facere.
en jullie willen een roof plegen?

Dominus Jhesus Christus post tres dies
De Heer Jezus Christus zal na drie dagen
ostendet portum
een haven tonen
et locum manendi
en een plaats om te blijven
et reficientur
en verkwikt zullen worden
corpora vexatorum.”
de lichamen van de gekwelden.’

C a p i t u l u m VI Cum autem circuissent Toen ze nu omvaren hadden per tres dies illam insulam drie dagen lang dat eiland, tertia die circa horam nonam op de derde dag rond het negende uur invenerunt portum vonden ze een aanlegplaats ubi erat aditus unius navis. waar een toegang was voor één schip.

Eindelijk een ligplaats

(Et) statim surrexit sanctus Brendanus
En meteen stond de heilige Brandaan op
et benedixit introitum.
en zegende de toegang.
Erat autem (petra) incisa
Het was een rots, uitgehouwen
ex utraque parte
aan beide kanten,
mirae altitudinis
van een wonderlijke hoogte,
sicut murus.
als een muur.

Cum vero omnes
Toen nu allen
ascendissent de navi
van boord waren gegaan
et stetissent foras ad terram
en er buiten stonden op het land
precepit sanctus Brendanus
beval de heilige Brandaan
(et) nihil de suppellectile
dat ze niets van de uitrusting
tulissent de navi foras.
zouden halen van het schip naar buiten.

Een hond gaat hun voor.

Porro ambulantibus
Terwijl ze wandelden
(per) ripas maris
langs de oevers van de zee
occurit illis canis
kwam hun een hond tegemoet
per quandam semitam
langs een weggetje,
et venit ad pedes
en kwam naar de voeten
sancti Brendani
van de heilige Brandaan,
sicut solent canes venire
zoals honden gewoon zijn te komen
ad pedes dominorum suorum.
naar de voeten van hun bazen.

Tunc Sanctus Brendanus
De heilige Brandaan nu
cum suis fratribus
met zijn broeders
secuti sunt canem
zijn de hond gevolgd
usque ad oppidum.
tot aan een stad.

Intrantibus autem in (oppidum)
Toen ze binnen traden in de stad
viderunt aulam magnam
zagen ze een grote hal
ac stratam lectulis
bedekt met bedden
et sedibus aquamque
en stoelen en water
(ad) pedes lavandos.
om de voeten te wassen.

Cum autem resedissent
Toen zij evenwel hun intrek hadden genomen
precepit sanctus Brendanus
richtte de heilige Brandaan zich streng
suis (sociis)
tot zijn metgezellen,
dicens: «Cavete fratres
zeggend: ‘Pas op, broeders,
ne Sathanas perducat vos
dat de Satan jullie niet leidt
in temptationem.
in bekoring.

Video illum suadentem
Ik zie hem verleidend
unum ex tribus fratribus
één van de drie broeders
qui post nos venerunt
die na ons zijn gekomen
(de) nostro monasterio
uit ons klooster
de furto pessimo.
tot een vreselijke diefstal.

Propterea orate pro anima (ejus).
Daarom, bid voor zijn ziel.
Nam caro ejus tradita est
Want zijn lichaam is overgeleverd
in potestatem Sathane».
in de handen van Satan…’

Men wordt verwend.

Illa domus in qua residebant
Dat huis waar ze hun intrek hadden
erat quasi inserta per parietes
was zowat bedekt aan de muren
in circuitu
in de rondte
de appendentibus
met er aan hangende
(vasculis diversi) generis
vaten van verschillend soort,
metalli frenis
met riemen van metaal
et cornibus circumdatis argento.
en hoorns, omgeven met zilver….

(Tunc sanctus) Brendanus
Toen heeft de heilige Brandaan
dixit ministro suo
gezegd tegen zijn bediende
qui solebat panem
die gewoon was het brood
apponere fratribus:
op te dienen voor de broeders:

«Fer prandium
‘Breng het maal
quod nobis Deus misit».
dat God ons heeft gezonden.’
Qui statim surrexit
Hij kwam meteen overeind
invenitque mensam positam
en vond een gedekte tafel
et linteamina et panes singulos
en linnengoed en voor ieder brood
miri candoris et pisces.
van wonderlijk witte kleur en vissen.

Cum allata fuissent omnia
Toen alles was aangedragen
benedixit sanctus Brendanus
zegende de heilige Brandaan
prandium et dixit fratribus:
het maal en zei tot zijn broeders:
“Confitemini Deo caeli
“Prijzen wij de God van de hemel,
qui dat escam
die spijs geeft
omni carni
aan alle vlees;

Residebant igitur fratres
De broeders gingen dus zitten
et magnificabant Dominum.
en verheerlijkten de Heer.
Similiter inveniebant et de potu
Eveneens vonden ze aan drank
quantum volebant.
zoveel ze wilden.

Finita jam cena
Toen de maaltijd nu beëindigd was
et opere Dei perfinito
en het werk van God (het officie) volbracht,
dixit predictus vir:
zei de voornoemde man:
«Requiescite;

“Rust uit!
ecce singula lectura
Kijk, afzonderlijke bedden,
et bene strata.
en goed opgemaakt.
Opus est vobis
Het is nodig voor jullie
ut repausetis membra vestra
dat jullie je ledematen rust geven,
ex labore nimio fatigat(a)».
door inspanning al te zeer vermoeid.’

Cum autem obdormissent fratres
Toen echter de broeders in slaap waren gevallen
vidit sanctus Brendanus
zag de heilige Brandaan
opus diaboli
het werk van de duivel:
scilicet infantem aethiopem
namelijk een zwart kindje
habentem frenum in manu
hebbend een halssnoer in de hand,
et jocantem
en grappen makend met
ante fratrem predictum.
de eerder genoemde broeder.

Statim sanctus Brendanus surrexit
Meteen stond de heilige Brandaan op
et cepit orare
en begon te bidden,
pernoctans usque ad diem.
wakend tot de ochtend.

Jam vero mane facto
Toen het nu ochtend was geworden
cum fratres ad opus Dei
en toen de broeders zich naar het officie
festinassent
gehaast hadden,
post peracta misteria divina
na de goddelijke diensten verricht te hebben,
dum ut egissent ad navim
zodra ze gelopen waren naar het schip,
ecce apparuit mensa parata
kijk, er verscheen een gedekte tafel
sicut et pridie.
zoals ook daags tevoren.
Ita et per tres dies
Zo ook gedurende drie dagen
et tres noctes preparavit Deus
en drie nachten bereidde God
prandium servis suis.
een maal voor Zijn dienaren.

C a p i t u l u m VII Post haec Sanctus Brendanus Hierna (begon) de heilige Brandaan cum suis sociis met zijn metgezellen iter agere een reis te maken et fratribus dicere en aan de broeders te zeggen: «Videte ne aliquis ex vobis “Zie toe dat niet iemand van u aliquid ex substancia istius insulae iets uit de substantie van dat eiland tollat secum». meeneemt met zich.

De diefstal

At illi omnes responderunt:
Maar zij allen antwoorden:
«Absit pater
“Moge het niet zo zijn, vader,
ut aliquid furti
dat iets van diefstal
violet nostrum iter».
onze reis bezoedelt.”
Tunc Sanctus Brendanus dixit:
Toen zei de heilige Brandaan:
«Ecce frater noster
‘Kijk, onze broeder
quem predixi vobis heri
over wie ik jullie sprak gisteren
habet frenum argenteum
heeft een zilveren halssnoer
in sinu suo
onder zijn pij
quem hac nocte
dat vannacht
tradidit sibi diabolus».
de duivel hem heeft gegeven.”

Cum haec dixisset
Toen hij dit gezegd had
predictus frater jactavit illum frenum
gooide voornoemde broeder dat snoer
de sinu suo
uit zijn pij
et cecidit ante pedes viri Dei
en viel voor de voeten van de man Gods,
dicens: «Peccavi pater
zeggend: ‘Ik heb gezondigd, vader!
ignosce et ora pro anima mea
‘Vergeef mij! En bid voor mijn ziel,
ne pereat».
dat ze niet verloren gaat.’

Confestim omnes simul prosternebant
Onmiddellijk wierpen allen tegelijk
se ad terram
zich op de grond
deprecantes Dominum
biddend tot de Heer
pro anima fratris.
voor de ziel van hun broeder.

Een duiveltje klaagt.

Elevantes autem se a terra
Toen de broeders zich nu verhieven van de grond
elevatoque fratre
en de broeder overeind was geholpen
a predicto sancto patre
door voornoemde heilige vader,
ecce viderunt aethiopem parvulum
zie, toen zagen ze het zwarte kindje
salire de sino suo
springen uit zijn pij
et ululantem voce magna
en jankend luidkeels,
ac dicentem:
en zeggend:
«Cur me vir Dei jactas
‘Waarom, man Gods, gooi je me
de mea habitatione
uit mijn woning,
in qua habitavi septem annos
waarin ik heb gewoond zeven jaar,
et facis me alienari
en laat je mij vervreemden
ab hereditate mea?»
van mijn erfdeel?’

Sanctus Brendanus
De heilige Brandaan
ad hanc vocem dixit:
zei tegen deze stem:
«Precipio tibi
‘Ik gelast jou
in nomine Domini nostri Jhesu Christi
in de naam van de Heer Jezus Christus,
ut nullum hominem laudas
dat je geen mens meer lastig valt
usque ad diem judicii».
tot op de Dag des Oordeels.’

Iterum conversus vir Dei
De man Gods, zich opnieuw wendend
ad predictum fratrem ait:
tot voornoemde broeder, zei:
«Sume corpus et sanguinem Domini
‘Neem het lichaam en bloed van de Heer,
quia anima tua
want je ziel
modo agredietur de corpore.
zal aanstonds je lichaam verlaten.
Hic enim habebis
Hier immers zul je hebben
locum sepulturae tuae,
de plaats van je graf.

Et frater tuus
En je medebroeder
qui venit tecum de monasterio nostro
die kwam samen met jou uit ons klooster
in inferno habet locum sepulturae».
heeft in de hel de plaats van zijn graf!’

Itaque accepta eucharistia
En zo, nadat de eucharistie was ontvangen,
anima fratris egressa est de corpore
is de ziel van de broeder uit het lichaam getreden,
suscepta ab angelis lucis
ontvangen door engelen van het licht,
videntibus fratribus .
terwijl de broeders het zagen.
Corpus autem ejus
Maar zijn lichaam
conditum est in eodem loco
is begraven op dezelfde plaats
a predicto sancto patre.
door voornoemde heilige vader.

C a p i t u l u m VIII Igitur fratres cum Brendano venerunt Zo kwamen de broeders samen met Brandaan ad litus ejusdem insulae bij de kust van hetzelfde eiland, ubi erat illorum navis. waar hun schip was. Ascendentibus autem illis navim Terwijl zij aan boord gingen occurrit illis juvenis kwam hun een jongen tegemoet portans cophinum plenum panibus dragend een mand vol broden et amphoram aquae. en een kruik water. Qui dixit illis: Die zei tegen hen: «Sumite benedictionem ‘Ontvangt de zegen de manu fratris vestri. uit de hand van uw broeder. Restat enim longum iter Er staat u immers een lange reis te wachten usque dum inveniatis consolationem. totdat u troost zult vinden.

Tamen non deficiet vobis panis
Toch zal het u niet ontbreken aan brood
neque aqua ab isto die usque in Pascha».
noch aan water vanaf deze dag tot Pasen toe.’
Accepta autem benedictione
Toen nu de zegen ontvangen was
ceperunt navigare in oceanum
begonnen zij te varen de oceaan op,
semper per biduanas reficientes.
Steeds om de andere dag de maaltijd gebruikend.
Itaque per diversa loca oceani
Op verschillende delen van de oceaan
ferebatur navis.
kwam het schip zo terecht.

C a p i t u l u m IX Quadam die viderunt insulam Op zekere dag zagen ze een eiland, non longe ab illis. niet ver van hen. Cumque cepissent navigare Toen ze begonnen waren te varen ad illam subvenit illis erheen kwam hun prosper ventus in adjutorium een gunstige wind te hulp, ut non laborassent waardoor ze niet hoefden te werken plus quam vires poterant sustinere. meer dan hun krachten konden verdragen.

Cum vero navis stetisset in portum
Toen nu het schip in de haven lag
precepit vir Dei omnes exire foras.
beval de man Gods allen aan wal te gaan;
Ipse autem egressus est post illos.
zelf echter is hij uitgestapt na hen.
Cumque cepissent
En toen ze begonnen waren
circuire illam insulam
dat eiland rond te lopen
viderunt aquas largissimas
zagen ze zeer grote hoeveelheden water
manare ex diversis fontibus
stromen vanuit verschillende bronnen,
plenas piscibus.
vol vissen.

Dixitque Sanctus Brendanus fratribus suis:
En de heilige Brandaan zei tot zijn broeders:
«Faciamus hic opus divinum.
‘Laten we hier het werk Gods (het officie) houden!
Sacrificemus Deo
Laten we aan God offeren
immaculatam hostiam
een onbevlekte hostie,
quia hodie est Cena Domini».
want vandaag is het de Maaltijd van de Heer
(Witte Donderdag).’
Et ibi manserunt
En daar bleven zij
usque in sabbatum sanctum Paschae.
tot heilige sabbat van Pasen (Paaszaterdag).

Perambulantes autem illam insulam
Toen zij nu wandelden over het eiland
invenerunt diverses turmas
vonden ze verschillende kuddes
ovium unius coloris
schapen van één kleur,
id est albi
dat is: wit,
ita ut non possent ultra videre terram
zó dat ze niet meer konden zien de grond
prae multitudine ovium.
vanwege de menigte schapen.

Convocatisque fratribus suis
En na zijn broeders bij elkaar geroepen te hebben
Sanctus Brendanus dixit illis:
zei de heilige Brandaan tot hen:
«Accipite quae necessaria
‘Neem de dingen die nodig zijn
ad diem festum de grege».
voor de feestdag uit de kudde.’
Fratres vero secundum mandatum viri Dei
De broeders, volgens de opdracht van de man Gods,
festinabant ad gregem.
haastten zich naar de kudde.
Qui statim acceperunt
En terstond pakten zij
de grege unam ovem.
uit de kudde één schaap.

Et cum illam alligassent
En toen ze het gebonden hadden
per cornua
aan de hoorns
sequebatur illa quasi domestica
volgde het als een mak (dier)
illum qui tenebat ligaturam in manu sua
hem die het touw hield in zijn hand,
usque ad locum ubi stetit vir Dei.
tot aan de plaats waar de man Gods stond.

Iterum ait vir Dei uni ex fratribus:
Opnieuw zei de man Gods tegen een van zijn broeders:
«Accipite agnum immaculatum de grege».
‘Neem een onbevlekt lam uit de kudde.’
Qui festinavit et fecit
Deze haastte zich en heeft gedaan
sicut sibi injunctum fuerat.
zoals hem gezegd was.

Cum illi parassent omnia
Toen ze alles voorbereid hadden
ad opus crastinae diei
voor het officie van de volgende dag,
ecce apparuit illis vir
zie, er verscheen voor hen een man
habens in manu
hebbend in zijn hand
sportam plenam panibus subcinericiis
een mand vol broden uit de oven
et cetera quae necessaria erant.
en andere dingen die nodig waren.

Cum haec posuisset ante virum Dei
Toen hij deze neergezet had voor de man Gods
cecidit pronus super faciem suam
viel hij voorover op zijn gezicht,
tribus vicibus ad pedes sancti patris
drie maal, voor de voeten van de heilige vader.
Dicens: «Unde mihi merito margarita Dei
Zeggend: ‘Waar heb ik het aan verdiend, parel van God,
ut pascharis in istis sanctis diebus
dat u wilt eten op deze heilige dagen
de labore manuum mearum?»
van het werk van mijn handen?’

Sanctus Brendanus
De heilige Brandaan,
elevato eo de terra
na hem te hebben laten opstaan van de grond,
et dato osculo dixit:
en hem omhelsd te hebben zei:
«Fili Dominus noster Jhesus Christus
‘Mijn zoon, onze Heer Jezus Christus,
proponit nobis locum
stelt ons een plaats voor
ubi celebrare possimus
waar wij vieren zouden kunnen
sanctam suam resurrectionem».
zijn Heilige Verrijzenis .’

Cui ait predictus vir:
Tot hem zei voornoemde man:
«Pater, hic celebrabitis
‘Vader, hier zult u vieren
istud sabbatum sanctum.
die heilige sabbat (Paaszaterdag).

Cras in illa insula quam vos videtis
Morgen, op dat eiland dat u ziet
proposuit Deus celebrare
heeft God beschikt te vieren
Vigilias vero et missas
de vigilies echter en missen
suae resurrectionis».
van Zijn Verrijzenis.’

Dum haec dixisset
Toen hij dat gezegd had
cepit obsequium famulorum Dei
begon hij tot hulp van de dienaren Gods
omnia quae necessaria erant
alle dingen die nodig waren
in crastinum preparare.
voor de volgende dag voor te bereiden.

Finitis omnibus
Toen alles gedaan was
et illatis in navim
en op het schip was gebracht,
dixit ad Sanctum Brendanum:
zei hij tegen de heilige Brandaan:
«Vestra navicula non potest amplius portare.
‘Uw scheepje kan niet meer dragen.
Ego vobis transmittam
Ik zal u komen brengen
quae vobis necessaria sunt
de dingen die voor u nodig zijn
de cibo et de potu
aan spijs en drank
usque in pentecostem».
tot Pinksteren.’

Sanctus Brendanus dixit:
De heilige Brandaan zei:
«Unde tu nosti
‘Vanwaar weet u
ubi erimus post octo dies?»
waar wij zullen zijn over acht dagen?’

Cui ait:
Aan hem zei hij:
«Hac nocte eritis in illa insula
‘Deze nacht zult u zijn op dat eiland
quam vos videtis prope
dat u vlakbij ziet,
et cras usque in sextam.
en morgen tot het zesde uur (de middag).

Postea navigabitis ad aliam insulam
Daarna zul u varen naar een ander eiland
quae est non longe ab ista insula
dat niet ver is van dat eiland,
contra occidentalem plagam
ten westen daarvan,
quae vocatur paradysus avium.
dat genoemd wordt het paradijs van vogels.
Ibique manebitis
En daar zult u blijven
usque in octavas Pentecostes».
tot het octaaf van Pinksteren.’

Schapen als koeien!

Interrogabat quoque Sanctus Brendanus illum
De heilige Brandaan vroeg hem ook
quomodo potuissent oves esse
hoe de schapen konden zijn
tam magnae sicut ibi visae sunt.
zo groot als ze daar gezien worden.
Erant enim majores quam boves.
Ze waren immers groter dan koeien.

Cui ille dixit:
Aan hem zei hij:
«Nemo colligit lac de ovibus
‘Niemand verzamelt melk van de schapen
in hac insula
op dit eiland,
nec hiemps distringit illas
en de winter verplaatst ze niet,
sed in pascuis semper commorantur
maar in de weiden verblijven ze altijd,
die noctuque.
dag en nacht.
Ideoque majores sunt hic
Daarom zijn ze hier groter
quam in vestris regionibus».
dan in uw streken.’

C a p i t u l u m X Profectique sunt ad navim En zij zijn vertrokken naar het schip et ceperunt navigare en zijn begonnen te varen. data benedictione vicissim . nadat wederzijds de zegen gegeven was.

Cum autem venissent
Toen ze echter gekomen waren
ad aliam insulam,
bij het andere eiland
cepit illa navis stare
begon dat schip stil te liggen
antequam portum illius
voordat ze een aanlegplaats er van
potuissent tenere.
hadden kunnen bereiken.

Sanctus Brendanus precepit fratribus
De heilige Brandaan beval de broeders
exire de navi et ita fecerunt.
van boord te gaan, en zo deden ze.
Tenebantque navim ex utraque parte
Ze hielden het schip van beide kanten vast
cum funibus usque dum ad portum venit.
met touwen totdat het bij een aanlegplaats kwam.

Erat autem illa insula petrosa
Dat eiland echter was rotsachtig
sine ulla herba.
zonder enig kruid.
Silva rara erat ibi
Bos was daar zeldzaam
et in litore illius nihil de arena fuit.
en op de kust er van was niets van zand.
Porro pernoctantibus in orationibus
Terwijl ze de nacht buiten doorbrachten in gebed
et in vigiliis fratribus foras (de) navi
en in wake, de broeders, buiten het schip,
vir Dei sedebat intus.
zat de man Gods binnen (op het schip).

C a p i t u l u m XI

Sanctus vero Brendanus sciebat De heilige Brandaan echter wist qualis erat illa insula wat dat voor eiland was, sed tamen noluit illis indicare maar wilde het niet aan hen vertellen ne fuissent perterriti. opdat ze niet zeer verschrikt werden.

Mane autem facto
Toen het nu ochtend was geworden
precepit sacerdotibus
beval hij de priesters
ut singuli missas cantasset
dat zij elk de mis zouden zingen,
et ita fecerunt.
en zo hebben ze gedaan.
Cum ergo sanctus Brendanus
Zodra nu de heilige Brandaan
et ipse cantasset missam in navim
ook zelf een mis had gezongen op het schip
ceperunt fratres crudas carnes
begonnen de broeders rauw vlees
portera foras de navi
naar buiten te dragen vanaf het schip
ut condidissent sale
om het te bewerken met zout,
et etiam pisces
en ook vissen,
quos secum tulerunt
die ze met zich mee hadden genomen.
de alia insula.
vanaf het andere eiland.

Cum haec fecissent
Toen ze dit geaan hadden
posuerunt cacabum super ignem.
zetten ze een pot op een vuur.
Cum autem ministrassent lignis ignem
Toen ze echter het vuur opgestookt hadden met stukken hout
et fervere cepisset cacabus
en de pot was begonnen te koken,
cepit illa insula se movere
begon dat eiland zich te bewegen
sicut unda.
als een golf.
Fratres vero ceperunt
De broeders nu begonnen
currere ad navim
te hollen naar het schip
deprecantes patrocinium sancti patris.
terwijl ze inriepen de hulp van de heilige vader.

At ille singulos per manus trahebat intus.
En hij trok hen elk met zijn handen aan boord.
Relictisque omnibus
En toen alles achtergelaten was
quae portabant in illam insulam
wat ze op dat eiland brachten
ceperunt navigare.
begonnen ze te varen.

Porro illa insula ferebatur in oceanum.
Dat eiland dreef verder de oceaan op.
Tunc poterant videre ignem ardentem
Toen konden zij zien het brandende vuur
super duo miliaria.
op meer dan twee mijl.
Sanctus Brendanus narravit fratribus
De heilige Brandaan vertelde de broeders
quod hoc esset dicens:
wat dit was, zeggend:

Fratres admiramini
‘Beste broeders, zijn jullie verbaasd
quod fecit haec insula?»
over wat dit eiland deed?’
Aiunt: «Admiramur valde
Ze zeggen: We zijn erg verbaasd
nec non et ingens pavor
en bovendien heeft een enorme schrik
penetravit nos.»
ons doordrongen.’

Qui dixit illis:
Hij zei hun:
«Filioli mei nolite expavescere.
‘‘Lieve zoons, wees niet bang.
Deus enim revelavit mihi hac nocte
God immers heeft aan mij geopenbaard vannacht
per visionem scramentum hujus rei.
in een visioen het geheim van deze zaak.
Insula non est
Het is geen eiland
ubi fuimus sed piscis.
waar we geweest zijn, maar een vis.
Prior omnium natancium in oceano
Groter dan alles wat zwemt in de oceaan;
querit semper suam caudam
hij zoekt altijd zijn staart,
ut simul jungat capiti
opdat hij hem verbindt met zijn kop,
et non potest pro longitudine
en kan het niet vanwege de lengte
die hij heeft; hij heeft de naam Jasconius.’

Brendaan cap. XII

Cum autem navigassent Toen zij echter gevaren hadden juxta illam insulam in de buurt van dat eiland (waar ze geweest waren) per triduum antea gedurende drie dagen, et venissent ad summitatem illius en gekomen waren bij de top er van contra occidentalem plagam viderunt zagen zij in westelijke richting aliam insulam een ander eiland prope sibi junctam bijna ermee verbonden, interveniente freto magno met ertussen een sterke stroming, herbosam et memorososam met veel kruiden en bomen plenamque floribus en vol bloemen, et ceperunt querere portum en zij begonnen te zoeken een haven per circuitum insulae. rond het eiland.

Porro navigantibus contra meridianam plagam
Terwijl ze verder voeren in zuidelijke richting
eiusdem insulae
langs hetzelfde eiland
invenerunt rivulum vergentem in mare
vonden zij een riviertje dat in zee uitstroomde,
ibique navim ad terram miserunt.
en daar brachten zij het schip aan land.

Ascendentibus autem illis de navi
Terwijl zij opstapten uit de boot
precepit Sanctus Brendanus
gaf de heilige Brendaan het bevel
ut navim per funes
dat zij de boot met touwen
contra alveum fluminis traxissent
tegen de bedding van de rivier (omhoog) zouden trekken,
quantum plus potuissent.
zoveel als ze konden.

Erat autem illud flumen
Maar die stroom was
tam latum sicut et latitudo illius navis.
zo breed als de breedte van hun boot.
Predictus vero pater sedebat in navi
De voornoemde vader nu zat in de boot,
et ita fecerunt per spacium unius miliarii
en zo hebben ze gedaan over de afstand van een mijl,
usque dum ad fontem venerant
tot ze bij de bron kwamen
eiusdem fluminis.
van die rivier.

Dixit Sanctus Brendanus:
De heilige Brandaan zei:
«Ecce Dominus noster, Jhesus Christus
“Kijk, onze Heer, Jezus Christus,
nobis dedit locum ad manendum
heeft ons een plaats gegeven om te blijven
(usque)in suam sanctam resurrectionem».
(tot) aan zijn heilige verrijzenis.”

Et addidit:
En hij voegde daaraan toe,
«Si non habuissemus
“Als wij niet gehad zouden hebben
alia dispendia
andere voorraden
excepto isto fonte
behalve die bron,
sufficeret credo nobis
zou deze (toch) voldoende zijn, geloof ik, voor ons
ad victum et ad potum ille.»
voor eten en voor drinken.”

Erat autem super illum
Er was echter boven hem (die bron)
arbor mirae latitudinis in girum
een boom van geweldige breedte in het rond,
non nimiae altitudinis
en van niet minder hoogte,
cooperta avibus candidissimis.
bedekt met de schitterendste vogels.

In tantum cooperverunt illam
Zozeer hadden zij hem bedekt
ut folia et rami eius vix viderentur.
dat zijn bladeren en takken nauwelijks gezien werden.
Ergo cum vidisset vir Dei
Derhalve, toen hij het gezien had, de man Gods,
cepit intra se cogitare et tractare
begon hij bij zichzelf te denken en na te gaan
quidnam esset aut quae causa fuisset
wat het toch was of welke oorzaak het was
quod tante multitudo avium
dat zo’n menigte van vogels
potuisset esse in una collectione.
er kon zijn in één zwerm.

Ad hoc in tantum sibi erat taedium
Hierover ergerde hij zich zo
ut effunderet lacrimas
dat hij tranen vergoot,
provolutis genibus
met gebogen knieën,
atque deprecasset Deum dicens:
en God smeekte, zeggend:

«Deus cognitor incognitorum
“God, kenner van de ongekende dingen,
et revelator absconditorum omnium
en onthuller van alle verborgenheden,
tu scis angustiam cordis mei.
U kent de benauwdheid van mijn hart.

Deprecor tuam majestatem
Ik smeek uw majesteit
ut mihi peccatori digneris
dat u mij, zondaar, waardig acht
per tuam magnam misericordiam
door uw grote barmhartigheid
revelare tuum secretum
te onthullen uw geheim
quod modo prae oculis meis est.
dat zojuist voor mijn ogen is.
Non dignitatis aut meriti presumo
Niet op mijn waarde of verdienste reken ik
sed clementiae tuae».
maar op uw goedertierenheid.”

Cum haec dixisset intra se
Toen hij dit bij zichzelf gezegd had
atque resedisset
en weer was gaan zitten,
ecce una ex illis avibus
zie, een van die vogels
volabat de arbore
vloog uit de boom
(et sonabant alae eius
en zijn vleugels klonken
quasi tintinnabulum contra navim
als een bel) naar de boot
ubi vir Dei sedebat.
waar de man Gods zat.

Quae sedit in summitate prorae
Zij (de vogel) streek neer op de punt van de boeg
et cepit extendere alas
en begon haar vleugels uit te slaan
quasi signum laetitiae
als een teken van blijdschap
et placido vultu
en met rustige blik
aspicere sanctum patrem
te kijken naar de heilige vader.

Statim agnovit vir Dei
Terstond begreep de man Gods
quia Deus recordatus esset
dat God gedacht had
deprecationem Cordis eius.
aan de smeekbede van zijn hart.

Et ait ad avem:
En hij zei tegen de vogel:
«Si nuntius Dei es
“Als jij de bode van God bent
narra mihi unde sunt aves istae
vertel mij dan vanwaar die vogels zijn
aut pro qua re illarum est collectio hic?»
of waarom is die zwerm van hen hier?”

Quae statim ait:
Zij zei terstond:
«Nos sumus
“Wij zijn (overgebleven van)
de illa magna ruina
die grote val
antiqui hostis.
van de oude vijand.

Namque mox ut simul creati sumus
Want zodra wij geschapen zijn
peccando illius
hebben wij het zondigen van hem
omnino non contradiximus
in het geheel niet tegengesproken,
labente illo cum suis satellibus
en toe hij viel met zijn trawanten
contigit et nostra ruina.
betekende dat ook onze val.

Deus autem noster justus
Maar onze God, rechtvaardig
et verax per suum magnum judicium
en waarachtig, door zijn goede oordeel
misit nos in istum mundum
zond Hij ons naar deze wereld,
ubi penas non sustinemus
waar wij geen straffen ondergaan,
nisi quod presentiam Dei
behalve dat wij de aanwezigheid van God
videre non possumus.
niet zien kunnen.

Sicque misericorder
Zo heeft Hij in zijn barmhartigheid
alienavit nos a consortio aliorum
ons afgezonderd van het gezelschap van de anderen
qui fuerunt superbi.
die trots zijn geweest.

Pervagamur quoque
Wij zwerven ook
per diverses partes aeris
door verschillende gedeelten van de lucht
et firmamenti et terrarum
en van het firmament en van de aarden
sicut alii (s)piritus
zoals ook andere geesten
qui mittuntur.
die gezonden worden.

Sed in sanctis diebus
Maar op heilige dagen
atque dominicis
en op zondagen
accipimus corpora talia
krijgen we zulke lichamen
qualia tu nunc vides
als u nu ziet
et commoramur hic
en gedenken we hier
laudamusque nostrum creatorem.
en prijzen we onze schepper.

Tu autem cum tuis fratribis
U echter met uw broeders
habes unum annum in tuo itinere.
hebt één jaar gereisd.

Adhuc restant sex.
Nu blijven er nog zes over.
Ubi hodie celebrasti pascha
Waar u vandaag Pasen hebt gevierd,
ibi omni anno celebrabis
daar zult u het elk jaar vieren,
et postea invenies
en daarna zult u vinden
quae posuisti in corde tuo
wat u in uw hart hebt ingesloten:
id est terra repromissionis sanctorum».
dat is: het land van belofte van de heiligen.

C a p i t u l u m XIII Cum haec dixisset Toen hij dit gezegd had levavit se de prora illa avis verhief hij zich van de boeg, die vogel, et cepit volare ad alias. en begon hij te vliegen naar de anderen.

Cum autem vespertina hora appropinquasset
Toen evenwel het uur van de vesper was genaderd
ceperunt omnes qui in arbore erant
begonnen allen die in de bomen waren
quasi una voce cantare
als met één stem te zingen,
percucientes latera sua
klapperend met hun vleugels,
atque dicentes:
en zeggend:

«Te decet hymnus Deus in Sion
“U komt lofzang toe, God, in Sion,
et tibi reddetur votum in Jerusalem».
en moge u een offer gebracht worden in Sion.”

Et semper reciprocabant predictum versiculum
En voortdurend herhaalden ze voornoemd vers,
quasi per spatium unius horae
ongeveer gedurende een uur,
et videbatur viro Dei
en het werd gezien door de man Gods
et illis qui cum eo erant
en door degenen die met hem waren,
illa modulatio et sonus alarum
dat gezang en het geluid van de vleugels
quasi canticum
als een lied.

Tunc sanctus Brendanus ait fratribus
Toen sprak de heilige Brandaan tot de broeders:
«Reficite corpora vestra
“Verkwik uw lichamen
quia hodie animae nostrae
want heden zijn onze zielen
divina refectione satiatae sunt».
door goddelijke verkwikking verzadigd.”

Finita jam cena
Toen tenslotte de maaltijd ten einde was.
ceperunt opus Dei peragere.
begonnen zij het werk Gods (het officie) te volbrengen.

His omnibus finitis
Toen dit alles ten einde was
vir Dei et qui cum eo erant dederunt
gaven de man Gods en die met hem waren
corporibus quietem
aan hun lichamen rust
usque ad terciam vigiliam noctis.
tot het derde vigilie van de nacht.

Evigilans vero (vir) Dei
Maar de man Gods, wakker blijvend,
cepit suscitare fratres suos
begon zijn broeders te wekken
ad vigilias sanctae noctis
voor de wake van de heilige nacht,
incipiens illum versiculum:
beginnend met dat korte vers:
«Domine labia mea aperies».
“Heer, open mijn lippen”.
Finita jam oratione viri Dei
Toen het gebed van de man Gods nu was geëindigd
omnes aves alis
klonken alle vogels, met hun vleugels (klapperend)
et ore resonabant dicentes:
en met hun snavel zeggend:
«Laudate Dominum omnes angeli ejus, l
“Looft de Heer, al zijn engelen,
laudate eum omnes virtutes ejus».
prijst hem, al zijn legerscharen.”
Similiter et ad vesperas
Op gelijke wijze – tot de vespers,
per spatium horae
gedurende een uur,
semper cantabant.
zongen ze steeds.

Cum aurora refulsisset Toen de dageraad was aangebroken ceperunt cantare: zjn ze begonnen te zingen: «Et sit splendor» et cetera “En moge de lichtglans” enzovoorts,
equali modulatione et longitudine psallendi
op dezelfde melodie en even lang zingend
sicut et in matutinis laudibus,
als bij de ochtend-lauden.
Similiter ad tertiam horam istum versiculum:
Evenzo zongen ze bij de terts dat vers:
«Psallite Deo nostro
“Zingt psalmen voor onze God,
psallite» et cetera.
zingt psalmen” enzovoorts.
Ad sextam:
Bij de sext
«illumina Domine
“Doe lichten, Heer,
vultum tuum super nos
Uw aangezicht over ons,
et miserere nostri».
en ontferm u over ons.
Ad nonam psallebant:
Bij de Nonen zongen ze de psalm:
«Ecce quam bonum et quam jucundum
“Zie hoe goed en hoe aangenaam (is het)
habitare fratres in unum.»
als broeders tezamen te wonen.”
Ita die et nocte aves reddebant Domino laudes.
Zo zongen de vogels dag en nacht de lof van God.
Igitur Sanctus Brendanus
Zo liet de heilige Brendaan
usque in octavum diem reficiebat
tot de achtste dag op krachten komen
fratres suos festivitate Paschali.
zijn broeders bij het feest van Pasen.

Consummatis itaque diebus festis dixit:
Toen dan de feestdagen voorbij waren zij hij:
«Accipite de isto fonte stipendia
“Neemt uit die bron een voorraad,
quia usque modo non fuit nobis opus
want tot nu toe was het voor ons niet nodig,
nisi aut manus aut pedes lavare».
tenzij om of de handen of de voeten te wassen.”
His dictis ecce predictus vir
Toen dit gezegd was, zie de voornoemde man
cum quo antea fuerunt
met wie ze vroeger geweest waren
tribuum ante Pascha
drie dagen voor Pasen,
qui tribuit illis alimonia paschalia
die hun had gegeven de levensmiddelen van Pasen
venit ad illos cum sua navi
kwam naar hen met zijn schip,
plena victu et potu.
vol eten en drinken.

Allatisque omnibus de navi
Toen alles van het schip was afgehaald,
coram sancto patre
in tegenwoordigheid van de heilige vader
locutus est dicens:
sprak hij, zeggend:
«Viri fratres
“Mannen broeders,
hic habetis sufficienter
hier hebben jullie voldoende
usque ad diem sanctum Pentecostem
tot de dag van de heilige Pinksteren.
et nolite bibere de hoc fonte.
En wil niet drinken uit deze bron.
Fortis namque est bibendum.
Want hiij is (te) sterk om van te drinken.
Dicam vobis naturam illius.
Ik zal u zeggen de aard ervan.
Quisquis ex eo biberit
Alwie er van gedronken heeft,
irruet super eum sopor
op hem zal vallen een diepe slaap,
et non evigilat
en hij wordt niet wakker
usque dum compleantur XXIIII horae.
totdat 24 uren zijn verstreken.
(Maar wat buien de bron stroomt,
dat heeft de smaak
en de kwaliteit van gewoon water.”)

Acceptaque benedictione patris
Na de zegen van de vader te hebben ontvangen
reversus est in locum suum.
is hij teruggekeerd naar zijn plaats.
Sanctus autem Brendanus
Maar de heilige Brendaan
mansit in eodem loco
bleef op dezelfde plaats
usque in octavas Pentecostem.
tot het octaaf van Pinksteren.
Nam illorum erat refocilatio avium cantus.
Want er was iets dat hen versterkte: het gezang van de vogels.

Dis vero pentecostem
Op de dag nu van Pinksteren,
cum sanctus vir
toen de heilige man
cum suis familis cantasset
met zijn broeders (de mis) gezongen had
venit illorum procurator
kwam hun verzorger.
portans omnia
dragend alle dingen
quae ad opus diei festi
die voor de viering van de feestdag
necessaria erant.
nodig waren.
Cum autem simul discubuissent ad prandium
Toen ze nu bij elkaar zaten voor de maaltijd
locutus est illis idem vir Dei dicens:
sprak dezelfde man Gods hun toe, zeggend:

«Restat vobis magnum iter.
“Er rest u een grote reis.
Accipite de isto fonte
Neemt uit die bron
vestra vascula plena
uw kruiken gevuld (met water),
et panes siccos
en (neem) gedroogd broden,
quos potestis observare in alium annum.
die u kunt bewaren tot een ander jaar.
Ego quidem vobis tribuam
Ik zal u geven
quantum vestra navis potest portare.»
zoveel als uw schip kan dragen.”

C a p i t u l u m XIV Hoofdstuk 14.

      Cum autem hoc perfinitum esset
Toen dat nu volbracht was,
accepta benedictione
na de zegen ontvangen te hebben,
reversus est in locum suum.
is hij naar zijn plaats teruggekeerd.
Sanctus vero Brendanus post octo dies
De heilige Brandaan nu, na acht dagen,
fecit navim
heeft een schip gemaakt
onerari de omnibus
om te laden van alles
quae sibi tribuit predictus vir
wat voornoemde man hem had gegeven.
et de illo fonte
en uit die bron
omnia vascula impleri fecit .
heeft hij alle vaten laten vullen.
Ductis autem omnibus ad litus
Toen nu alles naar de kust was gebracht,
ecce predicta avis cito volatu venit
zie, de voornoemde vogel kwam snel aangevlogen
et resedit super proram navis.
en ging zitten op de voorplecht van het schip.
Et vero vir Dei agnovit
Toen begreep de man Gods
quod aliquid sibi voluisset indicare.
dat hij iets aan hem had willen duidelijk maken.
Tunc humana voce ait predicta avis:
Toen zei voornoemde vogel met menselijke stem:
«Nobiscum celabrabitis
“Samen met ons zullen jullie vieren
diem sanctum Paschae
de heilige dag Pasen,
(et istud tempus preteritum
en die dag voorbijgegaan
in futuro anno.
in het toekomstige jaar.)
Et ubi fuistis in isto anno
En waar jullie geweest zijn in dat jaar
in cena Domini
bij de maaltijd van de Heer,
ibi eritis (in anno) futuro
daar zullen jullie zijn in het toekomstige jaar
in praesenti die.
op de huidige dag.
Similiter noctem dominicam paschae
Eveneens zullen jullie de zondagse nacht van Pasen
celebrabitis ubi prius celebrastis
vieren waar jullie hem eerder hebben gevierd
super dorsum Jasconii.
op de rug van Jasconius.

Invenietis quoque insulam
Jullie zullen ook een eiland vinden,
et post octo menses
na acht aanden,
quae vocatur insula familiae Albei
dat genoemd wordt het eiland van de familie Albei,
et ibi celebrabitis Nativitatem Domini».
en daar zullen jullie vieren de Geboorte van de Heer.”
Et cum haec narrasset
En toen hij dat verteld had
reversa est in locum suum.
is hij teruggekeerd naar zijn plaats.
Fratres vero ceperunt extendere vela
De broeders echter begonnen de zeilen te hijsen
et navigare in oceanum
en naar de oceaan te varen.
et aves cantabant quasi voce:
En de vogels zongen, als met een stem:
«Exaudi nos Deus salutaris noster
“Hoor ons, God ons heil,
spes omnium finium terrae
hoop van alle grenzen van de aarde
et in mari longe».
en ver in de zee.”
Igitur sanctus pater
Dus werd de heilige vader
cum sua familia per equora oceani
met zijn gezin over de avontuurlijke oceaan
huc atque illuc agitabatur
hierheen en daarheen gevoerd,
per tres menses
drie maanden lang,
et nihil poterant videre
en niets konden ze zien
nisi caelum et mare.
dan de hemel en de zee.
Reficienbantur autem semper
Zij werden echter steeds verkwikt
per biduum aut triduum
gedurende twee of drie dagen.

      C a p i t u l u m   XV
Hoofdstuk 15

      Quadam vero die
Maar op zekere dag
apparuit illis insula non longe.
verscheen hun een eiland, niet ver.
Et cum appropinquassent ad litus,
En toen ze de kust waren genaderd
traxit illos ventus in parte .
trok de wind hen in één richting.
Qui ita per XL dies
Zij hebben zo gedurende veertig dagen
per insulae circuitum navigabant
in de rondte van het eiland gevaren,
nec poterant portum invenire.
en konden niet een haven vinden.
Fratres vero qui in navi erant,
De broeders echter, die in het schip waren,
ceperunt Dominum deprecare cum fletu
begonnen de Heer te smeken onder geween
et illis adjutorium prestaret.
en dat hij hun hulp zou verlenen.
Vires enim illorum
Hun krachten immers,
prae nimia lassitudine
door een al te grote vermoeidheid
paene defecerant.
waren hun bijna ontvallen.

Cum autem permansissent
Toen ze evenwel volhard hadden
in crebris orationibus par triduum
in herhaalde gebeden, drie dagen lang,
et in abstinentia,
en in vasten,
apparuit illis portus angustus,
verscheen hun een nauwe haven,
tantum unius receptionis
voor de ontvangst van slecht één (schip)
et apparuerunt illis
en er verschenen hun
ibidem duo fontes,
daar twee bronnen,
unus turbidus
de een vuil
et alter clarus.
en de ander helder.
Porro fratres festinabant
Daarop haastten de broeders zich
cum vasculis ad hauriendam aquam.
met potjes om water te putten.
Intuens vir dei illos dixit:
Dat ziende zei de man gods hun:
«Filioli, nolite
“Mijn zonen, wil niet
peragere illicitam rem
volvoeren iets ongeoorloofds.
sine licentia seniorum
zonder toestemming van de ouderen
qui in hac insula commorantur.
die op dit eiland verblijven.
Tribuent namque vobis
Want zij zullen u geven
has aquas spontanee
dit water spontaan,
quas modo vultis furtim bibere».
dat jullie bij wijze van diefstal willen drinken!”

C a p i t u l u m   XVI
Hoofdstuk 16

Igitur descendentibus illis de navi
Toen zij nu van het schip afdaalden
et considerantibus qua parte ituri essent,
en overwogen in welke richting zij zouden gaan.
occurit eis senex
kwam een grijsaard hen tegemoet,
niniae gravitatis capillis niveo candore
van groot gewicht, met schitterend witte haren
et facie clarus
en helder van blik,
qui tribus vicibus se ad terram prostravit
die zich drie keer op de aarde wierp
antequam oscularetur virum dei.
alvorens hij de man gods kuste.
At vero Sanctus Brendanus
Maar de heilige Brandaan,
et qui cum eo erant
en die met hem waren,
elevaverunt eum de terra.
richtten hem van de grond op.
Osculantibus autem se invicem,
Terwijl zij elkaar wederzijds kusten
tenuit manum sancti patris idem senex
hield deze grijsaard de hand van de heilige vader vast
et ibat cum illo iter
en ging met hem de afstand
unius stadii
van een renbaan
usque ad monasterium.
tot het klooster.

Terug

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.