Daedalus en Icarus · Mar 14, 07:56 PM by Ad van den Ende
Daedalus et Icarus
Daedalus interea Creten longumque perosus
Ondertussen was Daedalus, vol afkeer van Kreta en zijn lange
exilium tactusque loci natalis amore
ballingschap, en bewogen door liefde voor zijn geboorteland,
clausus erat pelago. ‘terras licet’ inquit ‘et undas
afgesloten door de zee. ‘Ook al verspert hij (Minos) de landen en de golven’ zei hij:
obstruat: et caelum certe patet; ibimus illac:
de hemel staat in ieder geval open ; daar zullen we langs gaan ;
omnia possideat, non possidet aera Minos.’
Minos mag alles bezitten, de lucht bezit hij niet.
dixit et ignotas animum dimittit in artes
Zo sprak hij, en hij laat zijn gedachten gaan over onbekende vaardigheden,
naturamque novat. nam ponit in ordine pennas
en hij zoekt heel nieuwe wegen; want hij plaatst veren op een rij,
a minima coeptas, longam breviore sequenti,
te beginnen bij de kleinste, en een lange terwijl een kortere volgt,
ut clivo crevisse putes: sic rustica quondam
zodat je zou denken dat ze op een heuvel gegroeid zijn; zo ontstaat steeds een boeren-
fistula disparibus paulatim surgit avenis;
fluit stukje voor stukje door ongelijke rietstengels.
tum lino medias et ceris alligat imas
Dan verbindt hij door een draad de veren in het midden en de onderste door was,
atque ita conpositas parvo curvamine flectit,
en de veren die zo zijn samengesteld buigt hij zo in een kleine kromming
ut veras imitetur aves. puer Icarus una
dat hij echte vleugels nabootst. Het knaapje Icarus stond er bij,
stabat et, ignarus sua se tractare pericla,
en, zich niet bewust dat hij aanraakte wat een gevaar voor hem zou zijn,
ore renidenti modo, quas vaga moverat aura,
greep nu eens met een stralend gezicht de veren die een dwarrelende wind bewoog,
captabat plumas, flavam modo pollice ceram
dan weer maakte hij de goudgele was met zijn duim
mollibat lusuque suo mirabile patris
zacht en door zijn spel belemmerde hij het wonderlijke
impediebat opus. postquam manus ultima coeptis
werk van zijn vader. Nadat hij aan hetgeen hij begonnen was de laatste hand
inposita est, geminas opifex libravit in alas
had gelegd, heeft de maker zijn lichaam in evenwicht gebracht tussen beide vleugels
ipse suum corpus motaque pependit in aura;
en zelf liet hij het zweven in de in beweging gebrachte lucht ;
instruit et natum ‘medio’ que ‘ut limite curras,
Hij gaf ook aanwijzingen aan zijn zoon. ‘Dat je in het midden vliegt,
Icare,’ ait ‘moneo, ne, si demissior ibis,
Icarus !’ zei hij, ‘dat raad ik je aan, opdat niet, als je lager gaat,
unda gravet pennas, si celsior, ignis adurat:
het water de veren zwaar maakt, en, als je hoger gaat, het vuur ze verschroeit :
inter utrumque vola. nec te spectare Booten
vlieg tussen beide in. En ik beveel je niet naar de Ossendrijver te kijken
aut Helicen iubeo strictumque Orionis ensem:
of naar de Grote Beer of naar het getrokken zwaard van De Jager :
me duce carpe viam!’ pariter praecepta volandi
leg met mij als gids de weg af!’ Tegelijkertijd geeft hij voorschriften voor het vliegen
tradit et ignotas umeris accommodat alas.
en maakt hij de vreemde vleugels vast aan (Icarus’) schouders.
inter opus monitusque genae maduere seniles,
Tijdens daad en raad werden de wangen van de oude man vochtig
et patriae tremuere manus; dedit oscula nato
en de vaderlijke handen trilden ; hij gaf zijn zoon kussen
non iterum repetenda suo pennisque levatus
die niet weer herhaald zouden worden en zich op zijn vleugels verheffend
ante volat comitique timet, velut ales, ab alto
vliegt hij voor en hij is bezorgd voor zijn gezel, zoals een vogel
quae teneram prolem produxit in aera nido,
die haar jonge kroost naar buiten leidt in de lucht vanuit het hoge nest,
hortaturque sequi damnosasque erudit artes
en hij spoort hem aan te volgen en leert hem de fatale vliegkunst,
et movet ipse suas et nati respicit alas.
en beweegt zelf zijn eigen vleugels, en kijkt om naar de vleugels van zijn zoon.
hos aliquis tremula dum captat harundine pisces,
Hen zag iemand die met een trillende hengel vissen vangt,
aut pastor baculo stivave innixus arator
of een herder die steunt op zijn stok of een ploeger die leunt op zijn ploegstaart
vidit et obstipuit, quique aethera carpere possent,
en hij is stomverbaasd, en wie door de hoge hemel konden vliegen
credidit esse deos. et iam Iunonia laeva
(daarvan) geloofde hij dat het goden waren. En reeds was het aan Juno gewijde
parte Samos (fuerant Delosque Parosque relictae)
Samos links van hen (en waren ze Delos en Paros al voorbij) ;
dextra Lebinthos erat fecundaque melle Calymne,
rechts was Lebinthos en Calymne, rijk aan honing,
cum puer audaci coepit gaudere volatu
toen de jongen plezier begon te krijgen in de stoutmoedige vlucht
deseruitque ducem caelique cupidine tractus
en zijn gids verliet en, beheerst door het verlangen naar de hemel
altius egit iter. rapidi vicinia solis
een hogere weg koos. De nabijheid van de verzengende zon
mollit odoratas, pennarum vincula, ceras;
maakt zacht de geurende was, de verbinding van de veren;
tabuerant cerae: nudos quatit ille lacertos,
de was smelt: hij slaat met de naakte bovenarmen,
remigioque carens non ullas percipit auras,
en, bij gemis aan wieken, had hij totaal geen vat meer op de lucht,
oraque caerulea patrium clamantia nomen
en zijn mond, die de naam van zijn vader roept,
excipiuntur aqua, quae nomen traxit ab illo.
wordt gesmoord door het blauwgroene water, dat zijn naam aan hem ontleent.
at pater infelix, nec iam pater, ‘Icare,’ dixit,
Maar de ongelukkige vader, al geen vader meer, riep: ‘Icarus,
‘Icare,’ dixit ‘ubi es? qua te regione requiram?’
Icarus,’ riep hij, ‘waar ben je ? Waar moet ik je zoeken ?
‘Icare’ dicebat: pennas aspexit in undis
‘Icarus’ fluisterde hij: veren zag hij in de golven;
devovitque suas artes corpusque sepulcro
hij vervloekte zijn vaardigheden en heeft het lichaam in een graf
condidit, et tellus a nomine dicta sepulti.
ter aarde besteld, en de aarde heeft de naam gekregen van hem die er begraven ligt.
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.