Go to content Go to navigation Go to search

Bouts en Van der Goes · Mar 23, 11:52 AM by Ad van den Ende

Dirk Bouts, ook wel Dieric Bouts (waarschijnlijk Haarlem ca. 1420 – Leuven 1475) wordt beschouwd als een van de vooraanstaanden van de Vlaamse Primitieven.
Hij vestigde zich in Leuven.

Schilderstijl

De kenmerken van Bouts’ schilderwerk zijn:
een sfeer van ingetogenheid, een stille wereld;
de figuren worden volledig opgenomen in het interieur of het landschap;
de figuren en de ruimte vormen een eenheid;
er is een evenwichtige en symmetrische compositie;
er is een verdwijnpunt. Bouts was daarmee van de noordelijke schilders één van de eersten.

Enkele van zijn belangrijkste werken zijn:

Het Laatste Avondmaal

Bouts kiest het ogenblik waarop Christus het brood in zijn handen heeft en zegt dat het zijn lichaam is. De apostelen zitten rond een grote vierkante tafel. Het gezichtspunt is vrij hoog, waardoor we min of meer van boven op het tafereel kijken. Zo komen alle apostelen in beeld. Christus is precies in het midden van de compositie geplaatst.
Links en rechts zien we afbeeldingen van gebeurtenissen in het Oude Testament waarvan men meende dat zij naar de eucharistie vooruit wezen,
Links boven zien we Abraham, die brood en wijn krijgt van de priester Melchisedech. Links onder zien we Israëlieten die staande het Paasmaal nuttigen vóór zij uit Egypte wegvluchten.
Rechts boven zien we het manna dat in we woestijn omlaag dwarrelt om de Israëlieten te eten te geven. Rechts onder krijgt de profeet Elia in de woestijn brood en wijn van een engel.

Het martelaarschap van de H. Hyppolytus

Graflegging van Christus

Portret van een man

Hugo van der Goes (ca. 1430-1440 – 1482)

Zijn belangrijkste werk, “het Portinari-altaar” (Florence, Uffizi) wordt samen met het Lam Gods van de gebroeders van Eyck gerekend tot de belangrijkste schilderijen uit de school van de Vlaamse primitieven.

Hij werd in Gent geboren. Merkwaardig is dat in 1468 de Gentse schildersgilde een congres inrichtte voor artiesten. Hugo van der Goes is als gezworene werkzaam voor deze bijeenkomst. Dit was voor die periode zeer vernieuwend. Deze bijeenkomst is het oudst bekende congres van kunstenaars.
Herhaaldelijk werd Hugo van der Goes aangesteld als deken van het Gentse St.-Lucasambacht; dit wijst op een hoge waardering.
Hugo leed aan depressies. Hij meende dat hij verdoemd was. Hij trad in het klooster. In het klooster werd hij zeer gewaardeerd . Hij kreeg bezoek van talrijke belangrijke personen, o.m. de latere keizer Mximiliaan. In 1482 overleed hij. De kloosterkroniek vermeldt dat zijn gelijke langs deze kant van de bergen (Alpen) niet te vinden was.

Portinari-triptiek

Hugo van der Goes’ belangrijkste en bekendste werk is het gigantische altaarstuk Aanbidding der Herders, dat ook wel bekendstaat als de Portinari-triptiek. Het werd in 1475-76 in Gent geschilderd in opdracht van Tommaso Portinari, een vertegenwoordiger van de De’ Medici-familie in Brugge.

Aanbiddung van de herders

Aanbidding van de herders (detail)

Het altaarstuk was bedoeld voor de kapel van het hospitaal van Santa Maria Nuova in Florence. Toen het daar aankwam bracht zijn realisme een ongelofelijke sensatie teweeg.

Het middenpaneel laat het pasgeboren kind Jezus zien met Jozef en Maria, aanbeden door herders en engelen. Op de zijpanelen zijn de leden van de familie Portinari afgebeeld met hun beschermheiligen. De Portinari’s lijken abnormaal klein; dit heeft een symbolische betekenis, het laat zien dat ze lager in rang zijn. Ook de engelen van het middenpaneel zijn van dit formaat.

In het centrale paneel vallen drie herders voor het kind Jezus op de knieën. Van der Goes schilderde deze boerse figuren heel realistisch. De maagd en het kind worden door knielende engelen omgeven. Het kind ligt op de grond, niet in een kribbe. Deze ongebruikelijke voorstelling van de aanbidding van Jezus is waarschijnlijk gebaseerd op een van de visioenen van de heilige Brigitta van Zweden.

Op het centrale paneel staan mensen en engelen als een cirkel rond het heilige gebeuren. Maria (groter dan de overige figuren) is samen met haar kind min of meer geïsoleerd. De figuren zijn gerangschikt langs diagonale lijnen rond Maria. Haar handen vormen het middelpunt van de compositie.

De figuren tonen weinig diepte, zijn min of meer tweedimensionaal, terwijl het perspectief van de gebouwen op de achtergrond wel klopt. Dit leidt tot een zekere spanning die typerend is voor de latere Van der Goes.

Het werk bevat ook vel symboliek: let op de vaas met rode lelies (symbool voor de Passie), irissen en de akelei (symbool voor de melancholie, het lijden van Maria). Het graan verwijst naar Bethlehem (in het Hebreeuws = “huis van brood”) en de eucharistie/incarnatie. Het gebouw op de achtergrond is het paleis van David.
Hiermee zijn ook de twee belangrijkste aspecten van de Vlaamse Primitieven vermeld: het realisme en de symboliek.

Dit realisme had grote invloed op de Florentijnse schilders. Dat zien we o.a. in de Aanbidding van de herders van Domenico Ghirlandaio.

Het realisme zien we ook al rond 1450 in de Aanbidding van de herders van Andrea Mantegna. In dit vroege werk van Mantegna is zijn stijl al duidelijk ontwikkeld: heldere kleuren, nauwkeurige tekening, veel oog voor detail.

In dit schilderij kwamen het realisme van Van Eyck, het monumentale van Rogier van der Weijden en de perfectie van Dirk Bouts samen.

Van de hand van Hugo van der Goes zijn ook de schilderijen

De zondeval

en de Aanbidding der koningen .

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.