Cimabue en Giotto · Apr 14, 07:28 PM by Ad van den Ende
Cimabue (ca 1240 – ca. 1302)
Cimabue was de belangrijkste kunstenaar van zijn tijd. Hij stond op de overgang van Byzantijnse kunst en natuurgetrouwe kunst.
Hij was de eerste Florentijnse kunstenaar die zich liet inspireren door de kunst uit de oudheid. Hij had in 1272 in Rome gewerkt. In die tijd werden daar door Pietro Cavallini vroeg-christelijke muurschilderingen gerestaureerd. Cimabue heeft die goed bestudeerd en hij heeft die indrukken in zijn kunst verwerkt.
Cimabue wordt gezien als de ontdekker en leermeester van Giotto di Bondone. Giotto ging al jong bij hem in de leer.
Als we het werk van Cimabue en Giotto met elkaar vergelijken zien we hoe radicaal Giotto met de Byzantijnse kunst heeft gebroken.
De Madonna en kind van Cimabue (1280) was stilistisch aanzienlijk beter dan veel vroegere Byzantijnse werken, maar het heeft slechts weinig diepte. Het heeft de conventionele gouden achtergrond, maar de figuren lijken erg tweedimensionaal, zoals die op speelkaarten.
In de Ognissanti Madonna van Giotto zien we wel diepte. De Madonna zit stevig op een driedimensionale troon. De figuren nemen veel meer ruimte in dan die van Cimabue. De knielende engelen op de voorgrond geven een gevoel van afstand tussen hen en de tronende Madonna.
We weten maar weinig over het leven van Cimabue en over zijn werken. Het is wel bekend dat hij opdracht kreeg om fresco’s te schilderen voor de basiliek van St. Franciscus van Assisi. Van die fresco’s is helaas weinig overgebleven.
St. Franciscus van Assisi
Toen hij jong was leefde hij, volgens zijn eerste biograaf, als een wildebras. Hij gaf, volgens hem, veel geld uit aan drank en kleding.
Bij een veldslag tussen Assisi en Perugia, in 1202, werd hij krijgsgevangen gemaakt. Na een jaar kwam hij vrij. Hij werd toen ernstig ziek. Toen hij weer bijna beter was werd hij getroffen door het leed van de melaatsen. Zij werden in die tijd uit de samenleving verstoten. Hij bekeerde zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen. In 1205 meende hij een visioen te zien in een vervallen kerkje, en Jezus te horen zeggen: “Franciscus, herstel mijn huis.” Vanaf die tijd wijdde hij zich aan de melaatsen, aan het herstellen van kerkjes en aan het gebed.
Mensen die een visioen meenden te zien hadden het moeilijk in die tijd. Vaak werden zij tot ketters verklaard en zwaar gestraft. Franciscus had geluk: zijn bisschop en de toenmalige paus, Innocentius III, hadden vertrouwen in hem. De paus raadde hem aan een congregatie te stichten.
Dat werd de congregatie van de Franciscanen, die sterk de nadruk legde op gehoorzaamheid, kuisheid en armoede.
Franciscus leidde een leven dat de mensen geweldig aansprak. Tot die tijd waren zeer veel mensen op het platteland nog heidens. Na hem veranderde dat. Franciscus heeft van de Kerk een echte volkskerk gemaakt. Hij was de man die na Paulus het meest gedaan heeft om de christelijke godsdienst te verspreiden. Mensen zagen in Franciscus een tweede Christus.
In de dertiende en veertiende eeuw was de kunst vooral religieus. Opleving van de godsdienst betekende ook opleving van de kunst. Er werden zelfs schilderijen gemaakt van de plaatsen waar Franciscus geweest was.
Er was in die tijd ook veel weerstand tegen Franciscus en tegen zijn orde. Dat was waarschijnlijk de reden dat hij in dit schilderij werd voorgesteld als een hemelse, en dus ook onschendbare, figuur.
Schilders vergrootten de eerbied voor Franciscus.
Cimabue schilderde al fresco’s voor de basiliek van St. Franciscus in Assisi. Giotto heeft er nog meer aan gedaan om de eerbied voor Franciscus te vergroten.
Giotto en Franciscus
Franciscus ontdoet zich van zijn kleren .
Door zich van zijn kleren te ontdoen gaf Franciscus aan volledig afstand te nemen van zijn vader. Zijn bisschop was hierbij aanwezig. Met zijn mantel bedekte hij de naaktheid van Franciscus.
Franciscus spreekt tot de vogels .
Hij zegt dat zij ter ere van God moeten zingen.
De grote waardering van Franciscus voor de natuur, als schepping van God, heeft op schilderkunstig gebied grote gevolgen gehad.
Franciscus ontvangt de stigmata .
De stigmata zijn de wonden in handen en voeten die Christus heeft opgelopen toen hij aan het kruis werd genageld.
Iemand spreidt zijn mantel voor Franciscus uit
De broeders rouwen om Franciscus (detail) 1325 Bardi kapel, Santa Croce, Florence
De kale plek geeft aan waar ooit een graftombe tegen de muur aan gebouwd was. De bewening van Franciscus is ingetogener dan de fresco’s in de Arena-kapel, maar toont aan dat Giotto de menselijke gevoelens nog steeds goed kon weergeven. Vasari schreef dat Giotto met veel effect de tranen had geschilderd van een aantal broeders die de dood van hun heilige betreurden.
Giotto (ca. 1266 – 1337)
“Het treffende realisme en de dramatische kracht van zijn werk was een openbaring voor zijn tijdgenoten en luidde een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van de schilderkunst in.” (Meesters in de schilderkunst)
Giotto was een leerling van Cimabue, maar ontwikkelde al snel zijn eigen stijl. Hij reisde veel. Vanuit Florence bracht hij zijn krachtige schilderstijl naar Padua, Assisi en Rome.
Tijdens een reis naar Padua kreeg hij, in 1320, van de rijke koopman Enrico degli Scrovegni de opdracht de Arena-kapel te decoreren, die hij liet bouwen.
De Arena-kapel
“De eenvoudige inrichting was zeer geschikt voor Giotto’s monumentale stijl en de fresco’s die hij produceerde waren ongekend in hun dramatische kracht en schitterende kleuren.” (Meesters in de schilderkunst)
Giotto heeft in de Arena-kaplel drie verhalen verteld. In de bovenste rij vertelt hij het verhaal van Maria en haar ouders Anna en Joachim. In de twee middelste rijen gaat het over het leven en lijden van Jezus. In de onderste rij worden de deugden en ondeugden van de mens getoond. De gelovige ‘las’ de vier verhalen één voor één.
Er kwamen veel pelgrims naar de kapel. In 1304 verleende paus Benedictus XI een aflaat aan allen die de kapel bezochten. Dat waren er velen. Reeds in 1308 werden de fresco’s door schrijvers en critici hogelijk geprezen.
In zijn Divina Comedia schreef Dante: “Cimabue meende dat hij in de schilderkunst heer en meester was, en nu is het Gotto die naam maakt en de naam van zijn voorganger weer verduistert.” Dit is het eerste voorbeeld van een kunstenaar die al tijdens zijn leven werd geëerd.
Kus Goudem Poort (detail)
Volgens de legende werd een offer van Joachim eerst gewijgerd omdat hij geen kinderen had; dat zou een straf van God zijn. Later kondigde een engel de toekomstige geboorte aan van zijn dochter Maria. Verheugd gaat hij naar zijn vrouw Anna. Bij de stadspoort ontmoeten ze elkaar. Giotto laat Anna haar man liefdevol kussen. Deze kuise omhelzing is een symbool van de ‘onbevlekte ontvangenis’ van Maria.
Afbeeldingen over gebeurtenissen uit het leven van Christus, en daarna.
Geboorte van Christus
Giotto heeft dit geschilderd volgens de Byzantijnse traditie: Maria ligt en neemt het kind aan. Nieuw is het liefdevolle gebaar waarmee Maria Jezus aanneemt. Jozef is een oude man. Vermoeid ondersteunt hij zijn hoofd.
De drie wijzen brengen het Christuskind eer. Zij zijn in drie leeftijden afgebeeld. Nu heeft iedereen het kind bekeken: jong en oud, rijk en arm; knechten houden de kamelen aan de teugel.
Moord op de kinderen in Bethlehem
In opdracht van Herodes worden de kinderen in Bethlehem vermoord. Zo hoopte hij de pas geboren koning van Israël uit te schakelen. Hij staat boven in de toren en geeft leiding aan de slachting. Giotto heeft het lijden van de vrouwen met veel medegevoel weergegeven. Tranen stromen over hun wangen.
Christus doet intocht in Jeruzalem.
We zien de combinatie van het verhevene en het alledaagse: één mantel ligt al op d grond, een tweede hangt nog om het hoofd van een man, een derde man trekt aan een mouw. Jongens zijn in bomen geklommen om palmtakken te plukken.
Judas verraadt Christus door hem te kussen (detail).
Judas verraadt Christus door hem te kussen.
Judas omarmt Jezus. Zijn gele mantel van verraad vormt een centraal blok. Jezus en Judas kijken elkaar van heel dichtbij in de ogen, Jezus met een serene blik, Judas met een heel bezorgde blik. De speren steken als pieken omhoog, en verhogen zo het dramatische van de gebeurtenis.
Bewening van Christus
Het drama van het lijden van Christus beleeft in deze scène zijn hoogtepunt. De bezoeker van de kapel ervaart het verdriet van de dierbaren van Christus en krijgt zo de kans het verdriet zelf te beleven.
Giotto voegt aan het verhaal menselijke gevoelens toe, die zijn onderwerp levendig en toegankelijk maken.
Cimabue, Giotto en Duccio: een vergelijkug van drie Madonna’s
In de dertiende en veertiende eeuw beginnen kunstenaars en geleerden zich af te keren van de Middeleeuwse filosofie en kunstvoorstellingen en beginnen zij de ideeën van het Humanisme over te nemen. Men noemt dit de Italiaanse Gotiek, en ook wel de ‘Proto-Renaissance’ in de kunst.
Madonna van Cimabue
(1290 – 96)
Op het eerste gezicht zien Cimabue’s Madonna en engelen er tamelijk abstract uit. De gezichten van de engelen lijken allemaal op elkaar, ze zien er gewichtloos uit en staan boven op elkaar, Vergeleken met Byzantijnse voorbeelden hebben ze echter meer volume en vertonen hun gewaden realistische plooien.
Byzantijnse iconen zijn mooi, maar ze zijn uitsluitend gemaakt om godsdienstige redenen, ze zijn nooit bedoeld om de werkelijkheid weer te geven.
Giorgio Vasari was van mening dat met Cimabue de Renaissance was begonnen. De kunsthstoricus Frederick Hartt was daarentegen van mening dat Cimabue de laatste kunstenaar was van de Byzantijnse traditie.
De vernieuwingen van Giotto kan men zien in zijn ‘Ognissanti Madonna’ (de Madonna van Allerheiligen).
Ognissanti Madonna
(1308-10)
Giotto’s figuren zijn stevig en hebben gewicht. De gezichten zijn heel expressief en individueel; de troon is een realistisch driedimensionale ding, en de engelen staan achter elkaar in plaats van opgestapeld te zijn.
Veel kunsthistorici zien in Giotto de vader van de Italiaanse Renaissance. Zijn vernieuwingen in de kunst zijn vooral evident in zijn vele fresco-cycli, waarin hij heel duidelijk de emoties van ieder individu weet weer te geven.
Maestâ van Duccio
(1308)
Cimabue en Giotto waren Florentijnen; Duccio was een vooraanstaande schilder in Siena.
Florence en Siena waren aan elkaar vijandig. Florence steunde de paus, Siena koos de kant van de keizer. Door hun banden met het Heilige Roomse Rijk en de Franse paus in Avignon werden de kunstenaars van Siena sterker beïnvloed door de internationale Gotische Stijl die ten Noorden van de Alpen in zwang was. Dat nemen we waar in de poses en de gewaden van hun figuren. Maar net als Giotto gaf Duccio de intelligentie en persoonlijkheid weer van elke heilige.
De voorkant van Duccio’s Maestà schildert de Madonna en Kind op een troon, omgeven door heiligen en engelen (Maestà betekent: de Maagd Maria in majesteit). De achterkant toont bijna vijftig scènes uit het leven van Christus.
In zijn artikel Duccio en het begin van de Westerse Schilderkunst schrijft Keith Christiansen: “Uitgaande van het Byzantijnse begrip van een schilderij als een symbolische weergave van een goddelijk wezen begiftigde Duccio, de stichter van de Sienese schilderkunst, zijn figuren met een nieuwe menselijkheid, en verkende hij de psychologische band tussen Moeder en Kind.”
Cimabue, Giotto en Duccio verkennen alle drie de psychologie van de figuren die zij schilderen. Welke naam je ook aan deze kunstperiode geeft, het is duidelijk dat de ideeën van Renaisssance en Humanisme in de samenleving beginnen door te dringen.
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.