De dag na de veldslag · May 18, 12:19 AM by Ad van den Ende
Anabasis, boek II
Hoofdstuk I
De νοlgende dαg bereikt het bericht ναn Kyros’ dοοd en de νlucht ναn Ariaeus het griekse kamp. Klearchos stuuτt Cheirisophos en Meno nααr Ariaeus, wiens νerblijfplααts bekend is, οm hem te winnen αls kαndίdααt νοοr het Perzische kοningschαp, op grond ναn de behααlde overwinning. Intussen zien de Grieken zich gedwongen om hun eigen runderen te brαden op een νuur, dαt met de pijlen der νele overlopers wordt gestοοkt. (Ten Veldhuys)
[1.7] καὶ ἤδη τε ἦν περὶ πλήθουσαν ἀγορὰν
En het was reeds rond (de tijd dat) de markt vol was
καὶ ἔρχονται παρὰ βασιλέως καὶ Τισσαφέρνους κήρυκες
en er komen van de kant van de koning en Tissafernes gezanten;
οἱ μὲν ἄλλοι βάρβαροι,
deze anderen waren Perzen,
ἦν δ᾽ αὐτῶν Φαλῖνος εἷς Ἕλλην,
onder hen was er echter één Griek, Falinos,
ὃς ἐτύγχανε παρὰ Τισσαφέρνει ὢν
die toevallig bij Tissafernes was
καὶ ἐντίμως ἔχων˙
en in hoog aanzien stond;
καὶ γὰρ προσεποιεῖτο
want hij deed het voorkomen
ἐπιστήμων εἶναι
op de hoogte te zijn
τῶν ἀμφὶ τάξεις
van alles rond slagordes
τε καὶ ὁπλομαχίαν.
en het strijden met zware wapenen.
[1.8] οὗτοι δὲ προσελθόντες
Als zij dichterbij zijn gekomen
καὶ καλέσαντες τοὺς τῶν Ἑλλήνων ἄρχοντας
en de aanvoerders van de Grieken geroeopen hebben,
λέγουσιν ὅτι βασιλεὺς κελεύει τοὺς Ἕλληνας,
zeggen ze dat de koning de Grieken beveelt,
ἐπεὶ νικῶν τυγχάνει
omdat hij nu eenmaal gewonnen heeft,
καὶ Κῦρον ἀπέκτονε,
en Kyros doodde,
παραδόντας τὰ ὅπλα
na de wapens te hebben overgegeven,
ἰόντας ἐπὶ βασιλέως θύρας
gaande naar het hof van de koning,
εὑρίσκεσθαι
uit te vinden
ἄν τι δύνωνται ἀγαθόν.
of ze iets goeds konden bereiken.
[1.9] ταῦτα μὲν εἶπον οἱ βασιλέως κήρυκες˙
Dat zeiden de gezanten van de koning;
οἱ δὲ Ἕλληνες βαρέως μὲν ἤκουσαν,
de Grieken hoorden het met verontwaardiging;
ὅμως δὲ Κλέαρχος τοσοῦτον εἶπεν,
toch zei Klearchos slechts het volgende:
ὅτι οὐ τῶν νικώντων εἴη
dat het niet aan overwinnaars was
τὰ ὅπλα παραδιδόναι˙
om de wapens in te leveren.
[1.20]παρ᾽ ἡμῶν δὲ ἀπάγγελλε τάδε,
Neem van ons dit antwoord mee,
ὅτι ἡμεῖς οἰόμεθα,
dat wij van mening zijn dat,
εἰ μὲν δέοι
als het er op aankomt
βασιλεῖ φίλους εἶναι,
met de koning bevriend te zijn
πλείονος ἂν ἄξιοι εἶναι
het waardevoller zal zijn
φίλοι ἔχοντες τὰ ὅπλα
als vrienden de wapens te hebben
ἢ παραδόντες ἄλλῳ,
dan ze aan een ander af te geven;
εἰ δὲ δέοι πολεμεῖν,
maar als het nodig is oorlog te voeren
ἄμεινον ἂν πολεμεῖν
dat het dan beter is te vechten
ἔχοντες τὰ ὅπλα
wanneer we de wapens nog hebben
ἢ ἄλλῳ παραδόντες.
dan wanneer we die aan een ander hebben gegeven.
[1.21] ὁ δὲ Φαλῖνος εἶπε:
Falinos antwoordde:
—ταῦτα μὲν δὴ ἀπαγγελοῦμεν˙
‘Dat zullen wij berichten;
ἀλλὰ καὶ τάδε ὑμῖν εἰπεῖν ἐκέλευσε βασιλεύς,
Maar ook dit beval de koning u te zeggen,
ὅτι μένουσι μὲν ὑμῖν αὐτοῦ,
dat er met u, wanneer u hier blijft,
σπονδαὶ εἴησαν
een verdrag is;
προϊοῦσι
maar wanneer u vooruit
δὲ καὶ ἀπιοῦσι πόλεμος.
of achteruit marcheert: oorlog.
εἴπατε οὖν καὶ περὶ τούτου
Zeg dus daarover
πότερα μενεῖτε καὶ σπονδαί εἰσιν
of u blijft en er een verdrag is,
ἢ ὡς πολέμου ὄντος
of, in de mening dat er oorlog is,
παρ᾽ ὑμῶν ἀπαγγελῶ.
ik dat namens u zal meedelen.’
[1.22] Κλέαρχος δ ἔλεξεν:
Klearchos zei:
—ἀπάγγελλε τοίνυν καὶ περὶ τούτου
‘Rapporteert u ook daar maar over
ὅτι καὶ ἡμῖν ταὐτὰ δοκεῖ
dat wij daarover precies zo denken
ἅπερ καὶ βασιλεῖ.
als de koning.’
- τί οὖν ταῦτά ἐστιν; ἔφη ὁ Φαλῖνος.
‘Wat betekent dat dus?’ vroeg Falinos.
ἀπεκρίνατο Κλέαρχος:
Klearchos antwoordde:
—ἢν μὲν μένωμεν, σπονδαί,
‘Als we blijven, een verdrag,
ἀπιοῦσι δὲ καὶ προϊοῦσι πόλεμος.
als we voor- of achteruit gaan: oorlog.’
[1.23] ὁ δὲ πάλιν ἠρώτησε˙
Hij vroeg opnieuw:
—σπονδὰς
‘Zal ik dus een verdrag
ἢ πόλεμον ἀπαγγελῶ;
of een oorlog berichten?’
Κλέαρχος δὲ ταὐτὰ πάλιν ἀπεκρίνατο:
Maar Klearchos antwoordde hetzelfde opnieuw:
—σπονδαὶ μὲν μένουσιν,
‘Een verdrag voor ons als we blijven,
ἀπιοῦσι
voor ons als we voor-
δὲ καὶ προϊοῦσι πόλεμος.
of achteruitgaan: oorlog.’
ὅ τι δὲ ποιήσοι
Maar wat hij doen zou
οὐ διεσήμηνε.
gaf hij niet duidelijk te kennen.
Hoofdstuk II
Het leger ααnνααrdt stilzwijgend de leiding van Klearchos. Αls de νerbinding met Αriαeus tot stαnd is gekοmen, zweren de beide pαrtijen elkααr trοuw. Men is het er over eens, dαt het trekken door een streek, wααr ονerνlοed van leνensmiddelen is, en het νermijden ναn de kοning de grοndslαg mοeten νοrmen νοοr de te νοlgen route. Να een grοte bοcht door west nααr nοοrd-οοst te hebben gemααkt krijgen ze echter bijnα weer contact met de νijαnd; de trοepen van Kyros gααn in οp een ααnbοd tot οnderhαndelingen met αfgezαnten van de kοning, die νerklαren, hun νοedselgebieden te zullen wijzen, mits ze een wαpenstilstαndsνerdrαg ααnνααrden. Dit geschiedt en de gezαnten gααn hun νοοr. Men bereikt weldrα kαnαlen, die νοοr de tijd van het jααr rijkelijk νοl zijn, zοdαt de Grieken twijfelen, οf die wel νοοr beνlοeiing dienen. De ονertοcht νindt plααts met behulp van een sοοrt pοntοns, uit pαlmhοut νerνααrdigd. (Ten Veldhuys)
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.