Het nieuwe landschap (1600 – 1630) · Mar 9, 11:55 AM by Ad van den Ende
Tot 1600 tekenden kunstenaars de landschappen uit het hoofd. Dat waren grootse landschappen, met bergen en weidse vergezichten.
Na1600 ontdekte men in de Noordelijke Nederlanden het landschap in de eigen omgeving: men tekende “eenvoudige gezichtjes met niet veel meer dan wat bomen, een landweg en een dorp”.
Natuurgetrouw
Het waren kunstenaars in Haarlem en Amsterdam die het voortouw namen: Claes Jansz Visscher, Esaias van de Velde, Willem Buytewech en Jan van de Velde II. Via prenten raakte hun kijk op het landschap verder verbreid. Er verschenen prentseries met Hollandse landschappen. De teken- en prentkunst liep voorop: pas rond 1620 verschenen er ook schilderijen over het Hollandse landschap.
Op dit gebied gaven de Zuidelijke Nederlanden het voorbeeld. Halverwege de 16e eeuw waren er daar twee prentseries verschenen over het Brabantse platteland. In het Noorden was daar veel belangstelling voor. Daar had men in 1609 in de vrijheidsstrijd een belangrijke mijlpaal bereikt door de sluiting van het twaalfjarig bestand. Men werd trots op de schoonheid van het eigen land. Bovendien begon men in de natuur de schepping van God te zien. Door het landschap weer te geven gaf de kunstenaar eer aan God.
Zo ontwikkelde het Noord-Nederlandse landschap zich tot een van de beroemdste genres van de gouden eeuw.
Schetsen in de bergen
Roelant Saverij
Roelant Savery (1576 – 1639) was een Zuid-Nederlandse schilder, graveur en tekenaar. Hij schilderde landschappen in de Vlaamse traditie van Gillis van Coninxloo.
Saverij werkte voor keizer Rudolf II in Praag. Deze stuurde hem naar Tirol om zich te oefenen in het tekenen van bergen en watervallen. We zien hier een berghelling met een waterval en een bergpad waarlangs twee wandelaars afdalen.
De compositie is doordacht: de berghelling is netjes in plans achter elkaar weergegeven; dit suggereert diepte. Waarschijnlijk is dit werk in het atelier tot stand gekomen.
Knoestige bomen bij het water en jagers 1605 – 1610
We zien niet meer dan “een knoestige boom die met zijn wortels in het moeras staat. Alle nadruk ligt op het gekrioel van wortels, stammen, takken en gebladerte, dat Saverij met onverholen genoegen met behulp van een groot aantal lijnen, haaltjes en kruisarceringen heeft weergegeven. (…) Als gezicht op een klein stukje schilderachtige natuur, met een grote boom, wandelaars en een licht glooiend landschap, is Saverijs ets een voorloper van een type landschap dat latere Nederlandse kunstenaars, onder wie Jacob van Ruysdael, beroemd zou maken.” (Epco Runia)
Studie van boomstammen en wortels 1606 – 1607
Rotsachtig landschap met waterval
Claes Jansz Visscher
Eenvoudige boerderijen
De Amsterdammer Claes Jansz Visscher maakte vanaf 1607 tekeningen in de omgeving van Amsterdam en Haarlem. Op een daarvan zien we een groep boerderijen met een grote plas water op de voorgrond.
De Spaarndammerdijk bij de Braakjes
Het zijn eenvoudige boerderijtjes (veel eenvoudiger dan de Brabantse boerderijen op de Vlaamse prenten van een halve eeuw eerder!). We zien geen opvallende gebouwen en geen natuurschoon. Goltzius tekende vanaf een hoog standpunt; Visscher koos voor een laag standpunt; de horizon was laag, daardoor zien we minder details, maar wel een hoge lucht. Het was gebruikelijk op de voorgrond een groot voorwerp te tekenen om diepte te suggereren; hier is de voorgrond leeg. “De tekening maakt een natuurlijke, ongekunstelde indruk, alsof Visscher zonder meer getekend heeft wat hij zag. De indruk wordt versterkt door de spontane tekenstijl. De rook uit de schoorsteen van de boerderij stijgt in een vlotte spiraal op. En het reliëf in de dijk is aangegeven met niet meer dan wat korte, evenwijdige haaltjes van de pen, twee snel neergezette lijntjes en een rijtje stippen.” (Epco Rumia)
Bleekvelden bij de Haarlemmer Hout
Landschappen in serie
Esaias van de Velde (1587 – 1630)
Hij was waarschijnlijk een leerling van Gillis van Coninxloo (III) en David Vinckboons. In 1612 werd hij in Haarlem ingeschreven bij het Sint-Lucasgilde. In 1618 werd hij ingeschreven bij het Haagse schildersgilde. Van de Velde was leraar van Jan van Goyen.
Hij tekende buiten. In een zo’n tekening zien we het dorp Spaarnwoude in de omgeving van Haarlem.
Gezicht op Spaarnwoude 1610 -1615
Op de voorgrond zijn wat wandelende figuren getekend, en een weggetje dat de blik naar het dorp leidt. Iets links van het midden zien we het meest opvallende object, een kerktoren. Iets rechts van het midden zien we een doorkijkje naar boerderijen in de verte. Dit doorkijkje en de kerktoren houden elkaar mooi in evenwicht. Met een penseel en bruine inkt heeft Van de Velde de tekening van schaduwpartijen voorzien. Daardoor steekt vooral de kerktoren duidelijk tegen de lucht af.
Een dergelijke tekening was waarschijnlijk bedoeld als voorbereiding voor een ets. Een van zijn etsen zien we in Landschap met galgen bij Haarlem.
Landschap met galgen bij Haarlem
“Het is een eenvoudige maar doeltreffende compositie met een sterke suggestie van ruimte en openheid. De lucht, neergezet in niet meer dan een paar schetsmatige etslijnen, roept een ijle atmosfeer op.” (Epco Runia)
Deze ets maakte onderdeel uit van een serie van tien landschappen.
In “Landschap met bomen” heeft Esaias van de Velde veel aandacht voor decoratieve elementen. De lege lucht dient als achtergrond waar de bomen mooi tegen afsteken. De boom rechts is donker, en weegt daardoor in zijn eentje op tegen de boompartij links. We zien een groot aantal verschillende structuren: rechte lijnen, ronde clusters, korte haaltjes, golvende lijnen. “Zo benutte Van de Velde de vele mogelijkheden van de ets en schiep daarmee een fantasievolle interpretatie van het Hollandse landschap.” (Epco Runia)
Boerderij met bomen aan een rivier
Schaatsers op het ijs bij een molen
Boerderij bij een bevroren rivier
Willem Buytewech
Willem Pieterszoon Buytewech (Rotterdam, 1591/1592 – 1624) geldt als de “uitvinder” van de Nederlandse genrestukken. Zijn leertijd bracht hij door in Haarlem. Daar werd hij in 1612 bij het Sint Lucasgilde ingeschreven. Kort tevoren, in 1610, was ook Frans Hals gildelid geworden. Deze heeft met zijn werk een sterke invloed op Willem Buytewech gehad.
In 1613 trouwde Buytewech met Aeltje van Amerongen en keerde hij terug naar Rotterdam. De banden met Haarlem bleven echter bestaan. Hij was in de eerste plaats werkzaam als graficus.
“Verscheyden lantschappen” waren zijn beroemdste etsen.
Landschap met kale bomen aan een water
Op een daarvan zien we een rij hoge, kale bomen, evenwijdig aan het beeldvlak. De dunne bomen en de uitwaaierende takken worden met expressieve lijnen weergegeven. Achter de bomen lijkt de ruïne van een kasteel te liggen. Op de voorgrond zien we omgehakte bomen, een gebukte boer en keurig opgestapeld brandhout.
Ruïnes van het huis te Kleef bij Haarlem
Op een andere ets zien we resten van het middeleeuwse kasteel Huis te Kleef, even ten noorden van Haarlem. Met regelmatige rijen stippen weet Buytewech een weids firmament te suggereren. Met beperkte middelen roept hij een maximum aan sfeer op.
Deze etsen herinneren ons “aan de vergankelijkheid van al het aardse: bomen groeien, maar worden uiteindelijk omgehakt door mensen; mensen bouwen kastelen, maar ook die vervallen tot ruïnes”.
Landschap met boerderij tussen bomen
Het voorbeeld van de gravure
Jan van de Velde II
Van de Velde werd geboren in Rotterdam of Delft. Hij werd in 1614 in Haarlem lid van het plaatselijke Sint-Lucasgilde. Hij verwierf vooral faam als tekenaar en etser van landschappen. Zijn werk beïnvloedde andere meesters in het genre, onder wie Rembrandt.
Vanaf 1636 was hij werkzaam in Enkhuizen. Daar stierf hij in 1641.
Ook Jan de Velde II was een kunstenaar die bepalend was voor de ontwikkeling van de nieuwe landschapsstijl. Hij was een neef van Esaias van de Velde.
Hij etste de vier seizoenen. Dit was een al lang bekend onderwerp. Het onderwerp van de Herfst was dus niet nieuw, maar zijn voorstelling was dat wel. De horizon ligt laag, zodat we een hoge, typisch Hollandse wolkenlucht zien, met veel regen. Op een wagen bij de schuur ligt het riet om het gat in het schuurdak te dichten.
Deze vier seizoenen maken een officiële indruk. Het formaat is groot. De boompartij rechts geeft, als een coulisse, diepte aan het landschap. Het sterrenbeeld schorpioen, hoog in de lucht, hoort al sinds lang bij de herfst. Ook het onderschrift heeft een traditioneel karakter: rechts de naam van de maker, links van de uitgever, en in het midden de titel Herfst (“Autumnus” in het Latijn) en een eveneens Latijns vierregelig vers over de herfst in het algemeen.
Beurtschip met volle zeilen varend
Winterlandschap met schaatsers
Hendrick Avercamp 1595 – 1634
Hendrick Averkamp was doofstom. Hij kreeg zijn opleiding in Amsterdam, en ging werken in Kampen.
In deze tekening zien we vissers bezig bij maanlicht; een man kijkt toe.
Avercamp werkte hier met dekverf. Die verf mengt niet, en eist een bijzonder vaste hand bij het tekenen. Hij tekende eerst de figuren met een pen, en bracht daarna de dekverf met een penseel aan. We zien nergens het papier; dit is een goedkoop – en fraai – alternatief voor een olieverfschilderij.
Jan van Goyen
Boerderijen bij een rij kale bomen
Deze schetsmatige tekening was bedoeld voor de tekenaar zelf, als voorstudie voor een schilderij of een meer uitgewerkte tekening. Het was waarschijnlijk onderdeel van een schetsboekje. Daar heeft Van Goyen veel gebruik van gemaakt om onderweg snelle impressies te maken. Later werden de boekjes uit elkaar gehaald om de tekeningen apart te verkopen.
Van Goyen werkte met krijt; door er harder op te drukken – zoals bij de bomen – kregen de onderdelen meer nadruk.
Dit is een schets; vandaar het grote verschil met de tekening van Avercamp, die als apart kunstwerk was bedoeld.
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.
Het uiterlijk van de dingen 1600 – 1650 De Gouden Eeuw; tekeningen en prenten