Go to content Go to navigation Go to search

Voor en na de Italië-reis · Mar 9, 05:32 PM by Ad van den Ende

In 1591 was hij alweer terug in Haarlem, als een ander mens. Van nu af tekende en schilderde hij mensen met meer normale proporties en gewone bewegingen. Hij was een van de eerste aanhangers van het classicisme, de stroming die de Griekse en Romeinse kunst als esthetische norm aanvaardt; deze stroming zou zich de eerste tien jaar van de 17e eeuw verder in Europa verspreiden.

Hij maakte schitterende portretten – zoals het Portret van een man.

Na zijn terugkomst uit Italië werkte hij nog maar zelden met een metaalstift. ´Langzamerhand begonnen andere materialen de metaalstift te vervangen. Soms bediende Goltzius zich van de pen, nu eens om een snelle schets te maken, dan weer om op gravure-achtige wijze zijn weergaloze virtuositeit ten toon te spreiden. (…) De beeltenissen van schilders en beeldhouwers die Goltzius in Venetië, Florence en Rome tekende, vormen een reeks bravourestukken van de hoogste orde.’ (Marijn Schapelhouman)

Johannes Stradanus

1581 – 1585

Gillis van Breen

1588

Gillis van Breen was waarschijnlijk een vriend van Goltzius. Deze heeft hem verschillende keren getekend, ook in de voor hem nieuwe technieken. ´Ondanks het nog wat aarzelende, tastende karakter van de tekening heeft het portret van Gillis van Breen iets avontuurlijks, alsof de kunstenaar nog niet ten volle besefte wat de rijkweidte van zijn experiment zou zijn. Gecombineerd met de onmiskenbare sympathie van de tekenaar voor zijn model, die de tekening uitstraalt, maakt dit het portret misschien wel tot een van de intrigerendste in Goltzius´ oeuvre.´ (Marijn Schapelhouman)

Gillis van Breen

1586 – 1590

Gillis van Breen, tekenend of hout snijdend

1568 – 1617

Pierre Francavilla

1590 – 1591

Francavilla (Francheville) was afkomstig uit Kamerijk (Cambrai). In het begin van de jaren ‘70 vestigde hij zich in Florence. Daar werd hij de medewerker van de grootste Italiaanse beeldhouwer van die tijd, Giambologna.

Het portret van Dirck Volkertsz Coornhert, ca 1591-1592

‘Het lijkt er (…) op dat Goltzius hier, in het portret van de man die zijn eerste en enige leermeester in de grafische kunst was geweest, alle registers van zijn kunnen heeft opengetrokken. (…) De gravure – Goltzius’ grootste portretprent – heeft een bijna beangstigend realiteitsgehalte. De beschouwer ondergaat de ongemakkelijke sensatie dat hij de slappe, uitgezakte huid onder de ogen kan aanraken, dat hij de wratten op het voorhoofd en naast de neusbrug, de opstaande aderen op de slaap kan voelen. Heel de superieure graveertechniek is hier in dienst gesteld van het streven de lijfelijke aanwezigheid van de man te suggereren.’ (Marijn Schapelhouman)

Portret van Hans Bol

1593
De schilder Hans Bol was waarschijnlijk een goede bekende van Goltzius. Het doodshoofd met twee gekruiste beenderen en de omgekeerde fakkels met gedoofde vlam wijzen er op dat dit bedoeld is als een getekend grafmonument. De putti aan de bovenzijde, die een –wereld-bol natekenen vormen een grappig contrast met de ernst van het geheel.

Jan Nicquet

In 1595 tekende Goltzius voor het laatst een kleine portretgravure met een figuur ten halven lijve. Nicquet was koopman en kunstverzamelaar. Waarschijnlijk was hij een goed bekende van Goltzius. ‘Weer blijkt Goltzius’ uitzonderlijke bedrevenheid in het weergeven van verschillende oppervlakken: huid, haren, draperieën, alles krijgt een nagenoeg tastbare aanwezigheid.’ (Marijn Schapelhouman)

Jongen met hond
In de 16e en 17e eeuw waren kindertekeningen heel zeldzaam. We zien hier een kind dat zogenaamd op valkenjacht gaat. De hond is zijn paard, de duif die op zijn hand neerstrijkt is de valk. Dit maakt van het geheel een levendig en levensecht kinderportret.
Frederik de Vries was de zoon van de schilder Dirck de Vries, een vriend van Goltzius. Hij woonde bijna twintig jaar in Venetië, en had Frederik en diens broer aan de zorgen van Goltzius toevertrouwd.

Piëta betekent ‘compassie’ of ‘piëteit’. In de kunst is het de benaming voor een uitbeelding van de dode Christus, die wordt beweend door Maria.
De bekendste Piëta is die van Michelangelo in de Sint Pieter in Rome.

Piëta

Hendrick Goltzius, 1596
Bij deze Piëta heeft Goltzius verschillende elementen ontleend aan Dürer.

Venus en Amor

1575 – 1607

Amor was in de Romeinse mythologie de god van de liefde.
Venus was oorspronkelijk een Ouditalische vegetatiegodin, beschermster van tuinen en wijngaarden. Later werd zij de Romeinse godin van de liefde

Daphne verandert in een laurierboom

1589

Daphne is een nimf uit de Griekse mythologie. Haar naam betekent ´laurier´. De god Apollo achtervolgde haar, maar zij wilde niets van hem weten. Daphne smeekte de riviergod Peneos om haar te helpen en hij veranderde haar in een laurierboom. Voor Apollo werd dit een heilige boom.

Saturnus

1591 – 1596

Saturnus is een figuur uit de Romeinse mythologie. Hij was de oude Italische god van de landbouw. Hij werd ook wel als een onderwereldgodheid beschouwd. In de vijfde eeuw voor Christus werd voor hem op het Forum Romanum een grote tempel gebouwd. Daarvan bestaan nog steeds resten.

Staande Juno
1600 – 1617

Juno heerste in de Romeinse mythologie samen met haar man Jupiter over de hemel. Zij was de moeder van Vulcanus en Mars.

Maria met Christuskind op een halve maan

1593 – 1597

Aanbidding van de herders

Philips Galle
1589

Buste van een oude man

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.