Go to content Go to navigation Go to search

Een meisje komt tussenbeide · Aug 3, 08:37 PM by Ad van den Ende

XLIX. [1]
ἀπικνέεται δὲ ὦν ὁ Ἀρισταγόρης ὁ Μιλήτου τύραννος
Aristagoras nu, de heerser van Milete, kwam
ἐς τὴν Σπάρτην Κλεομένεος
naar Sparta toen Kleomenes
ἔχοντος τὴν ἀρχήν·
de heerschappij had,
τῷ δὴ ἐς λόγους ἤιε,
met wie hij in gesprek kwam,
ὡς Λακεδαιμόνιοι λέγουσι,
zoals de Spartanen zeggen,
ἔχων χάλκεον πίνακα
hebbende een bronzen plaat,
ἐν τῷ γῆς ἁπάσης περίοδος ἐνετέτμητο
waarin van de hele aarde de omtrek was gegrift
καὶ θάλασσά τε πᾶσα καὶ ποταμοὶ πάντες.
en de gehele zee en alle rivieren.

[2] ἀπικνεόμενος δὲ ἐς λόγους
In gesprek geraakt
ὁ Ἀρισταγόρης ἔλεγε πρὸς αὐτὸν τάδε.
zei Aristagoras tegen hem het volgende.
«Κλεόμενες, σπουδὴν μὲν τὴν ἐμὴν
“Kleomenes, over mijn haast
μὴ θωμάσῃς τῆς ἐνθαῦτα ἀπίξιος·
van mijn komst hier moet je je niet verbazen.
τὰ γὰρ κατήκοντα ἐστὶ τοιαῦτα·
Want de zich voordoende dingen zijn zo.

Ἰώνων παῖδας δούλους εἶναι
Dat de zonen van de Ioniërs slaven zijn
ἀντ᾽ ἐλευθέρων ὄνειδος
in plaats van vrijen zijn een allergrootste schande
καὶ ἄλγος μέγιστον μὲν αὐτοῖσι ἡμῖν,
en verdriet zowel voor onszelf
ἔτι δὲ τῶν λοιπῶν ὑμῖν,
als van de anderen voor jullie,
ὅσῳ προέστατε τῆς Ἑλλάδος.
daar jullie aan het hoofd staan van Griekenland.

[3] νῦν ὦν πρὸς θεῶν τῶν Ἑλληνίων
Nu dus, bij de Griekse goden,
ῥύσασθε Ἴωνας ἐκ δουλοσύνης
redt de Ioniërs van de slavernij,
ἄνδρας ὁμαίμονας.
mannen van hetzelfde bloed,
εὐπετέως δὲ ὑμῖν ταῦτα
gemakkelijk voor jullie zijn die dingen,
οἷά τε χωρέειν ἐστί·
makkelijk om te lukken.
οὔτε γὰρ οἱ βάρβαροι ἄλκιμοι εἰσί,
Want enerzijds zijn de barbaren niet weerbaar
ὑμεῖς τε τὰ
anderzijds zijn jullie wat betreft die dingen
ἐς τὸν πόλεμον
met betrekking tot de oorlog
ἐς τὰ μέγιστα ἀνήκετε
tot de hoogste toppen opgeklommen
ἀρετῆς πέρι,
wat betreft dapperheid.

ἥ τε μάχη αὐτῶν ἐστὶ τοιήδε,
De strijdwjze van hen is zó:
τόξα καὶ αἰχμὴ βραχέα·
bogen en een korte lans,
ἀναξυρίδας δὲ ἔχοντες
grote wijde broeken hebbende
ἔρχονται ἐς τὰς μάχας
gaan zij naar de gevechten,
κυρβασίας ἐπὶ τῇσι κεφαλῇσι.
tulbanden op hun hoofden.

[4] οὕτω εὐπετέες χειρωθῆναι εἰσί.
Zo zijn ze gemakkelijk te overwinnen.
ἔστι δὲ καὶ ἀγαθὰ τοῖσι
Er zijn ook goede dingen voor hen die
τὴν ἤπειρον ἐκείνην νεμομένοισι
dat vasteland bewonen,
ὅσα οὐδὲ
zo veel als er zelfs niet zijn
τοῖσι συνάπασι ἄλλοισι,
voor alle anderen tezamen,
ἀπὸ χρυσοῦ ἀρξαμένοισι,
te beginnen bij goud,
ἄργυρος καὶ χαλκὸς
zilver en brons,
καὶ ἐσθὴς ποικίλη
en bontgekleurde kleding,
καὶ ὑποζύγιά τε καὶ ἀνδράποδα·
en lastdieren en slaven.
τὰ θυμῷ βουλόμενοι
Dat in je hart willende
αὐτοὶ ἂν ἔχοιτε.
zouden jullie zelf kunnen hebben.

[5] κατοίκηνται δὲ ἀλλήλων ἐχόμενοι
Zij wonen aan elkaar grenzend
ὡς ἐγὼ φράσω,
zoals ik uit zal leggen.
Ἰώνων μὲν τῶνδε οἵδε Λυδοί,
Naast deze Ioniërs de Lydiërs hier,
οἰκέοντές τε χώρην ἀγαθὴν
bewonend een vruchtbaar land,
καὶ πολυαργυρώτατοι ἐόντες.»
en het rijkst aan zilver zijnde.”

δεικνὺς δὲ ἔλεγε ταῦτα
Hij zei het volgende terwijl hij wees
ἐς τῆς γῆς τὴν περίοδον,
naar de omtrek van de aarde
τὴν ἐφέρετο ἐν τῷ πίνακι ἐντετμημένην.
die hij droeg in de ingegrifte kaart.

«Λυδῶν δέ» ἔφη λέγων ὁ Ἀρισταγόρης
“Aan de Lydiërs” sprak Aristagoras, al vertellend,
«οἵδε ἔχονται Φρύγες οἱ πρὸς τὴν ἠῶ,
“grenzen hier de Phrygiërs in het Oosten,
πολυπροβατώτατοί τε ἐόντες
het meest rijk aan schapen zijnde
πάντων τῶν ἐγὼ οἶδα καὶ πολυκαρπότατοι.
van allen die ik ken, en het meest rijk aan vruchten.

[6] Φρυγῶν δὲ ἔχονται Καππαδόκαι,
Aan de Phrygiërs grenzen de Cappadociërs,
τοὺς ἡμεῖς Συρίους καλέομεν.
die wij de Syriërs noemen;
τούτοισι δὲ πρόσουροι Κίλικες,
aan hen zijn aangrenzend de Kilikiërs,
κατήκοντες ἐπὶ θάλασσαν τήνδε,
zich uitstrekkend naar deze zee,
ἐν τῇ ἥδε Κύπρος νῆσος κέεται·
waarin dit eiland Kupros ligt.
οἳ πεντακόσια τάλαντα βασιλέι
Zij betalen aan de koning vijfhonderd talenten
τὸν ἐπέτειον φόρον ἐπιτελεῦσι.
als jaarlijkse belasting.

Κιλίκων δὲ τῶνδε ἔχονται Ἀρμένιοι οἵδε,
Aan deze Kilikiërs grenzen de Armeniërs hier,
καὶ οὗτοι ἐόντες πολυπρόβατοι,
ook dezen zijnde rijk aan schapen.
Ἀρμενίων δὲ Ματιηνοὶ
Aan de Armeniërs (grenzen) de Matiënen
χώρην τήνδε ἔχοντες.
die dit land hebben.

[7] ἔχεται δὲ τούτων γῆ ἥδε Κισσίη,
Aan hen grenst dit Kissische land,
ἐν τῇ δὴ παρὰ ποταμὸν τόνδε Χοάσπην
waarin langs deze rivier de Choaspes
κείμενα ἐστὶ τὰ Σοῦσα ταῦτα,
gelegen is Sousa daar,
ἔνθα βασιλεύς τε μέγας δίαιταν ποιέεται,
waar de grote koning verblijf houdt,
καὶ τῶν χρημάτων οἱ θησαυροὶ ἐνθαῦτα εἰσί·
en van de bezittingen zijn de schatkamers daar.

ἑλόντες δὲ ταύτην τὴν πόλιν θαρσέονὶτες
Genomen hebbende die stad, vol zelfvertrouwen,
ἤδη τῷ Διὶ
dan kun je met Zeus
πλούτου πέρι ἐρίζετε.
wat betreft rijkdom wedijveren.

[8] ἀλλὰ περὶ μὲν χώρης ἄρα
Maar om een gebied dus
οὐ πολλῆς οὐδὲ οὕτω πχρηστῆς
dat niet groot is noch zo vruchtbaar
και οὔρων σμικρῶν
en een klein grensgebied,
χρεόν ἐστι ὑμέας μάχας ἀναβάλλεσθαι
is het nodig dat jullie de strijd aandurven
πρός τε Μεσσηνίους ἐόντας ἰσοπαλέας
tegen de Messeniërs, die even sterk zijn,
καὶ Ἀρκάδας τε καὶ Ἀργείους,
en de Arkadiërs en Argeërs,
τοῖσι οὔτε χρυσοῦ ἐχόμενον ἐστι οὐδὲν
aan wie totaal niets van goud is
οὔτε ἀργύρου,
noch van zilver,
τῶν πέρι καί τινα ἐνάγει προθυμίη
waarvoor het verlangen ook maar iemand aanspoort
μαχόμενον ἀποθνήσκειν·
al vechtend te sterven,
παρέχον δὲ
terwijl het mogelijk is
τῆς Ἀσίης πάσης ἄρχειν εὐπετέως,
gemakkelijk over heel Azië te heersen,
ἄλλο τι αἱρήσεσθε;»
zullen jullie (niet) iets anders kiezen?”

[9] Ἀρισταγόρης μὲν ταῦτα ἔλεξε,
Dat zei Aristagoras,
Κλεομένης δὲ ἀμείβετο τοῖσιδε.
en Kleomenes antwoordde met de volgemde woorden:
«ὦ ξεῖνε Μιλήσιε,
“O gast uit Milete,
ἀναβάλλομαί τοι
ik stel het voor jou uit
ἐς τρίτην ἡμέρην ὑποκρινέεσθαι.»
tot de derde dag om te antwoorden.”

L. [1] τότε μὲν ἐς τοσοῦτον ἤλασαν·
Toen kwamen zij dus tot zover.
ἐπείτε δὲ ἡ κυρίη ἡμέρη ἐγένετο
Toen nu de vastgestelde dag was aangebroken
τῆς ὑποκρίσιος
van het antwoord
καὶ ἦλθον ἐς τὸ συγκείμενον,
en zij op de vastgestelde plaats waren gekomen,
εἴρετο ὁ Κλεομένης τὸν Ἀρισταγόρην
vroeg Kleomenes aan Aristagoras
ὁκοσέων ἡμερέων ἀπὸ θαλάσσης
van hoeveel dagen vanaf de zee
τῆς Ἰώνων ὁδὸς εἴη παρὰ βασιλέα.
de weg van de Ioniërs was naar de koning.

[2] ὁ δὲ Ἀρισταγόρης
En Aristagoras,
τἆλλα ἐὼν σοφὸς
in de andere dingen wijs zijnde,
καὶ διαβάλλων ἐκεῖνον εὖ
en hem goed om de tuin leidend,
ἐν τούτῳ ἐσφάλη·
vergiste zich daarbij.
χρὲον γάρ
Want terwijl het nodig was
μιν μὴ λέγειν τὸ ἐόν,
dat hij niet de waarheid zei,
βουλόμενόν γε Σπαρτιήτας
omdat hij de Spartanen wilde
ἐξαγαγεῖν ἐς τὴν Ἀσίην,
laten oprukken naar Azië,
λέγει δ᾽ ὦν
zegt hij (de waarheid) dus
τριῶν μηνῶν φὰς εἶναι τὴν ἄνοδον.
zeggend dat de weg omhoog drie maanden was.

ὁ δὲ ὑπαρπάσας τὸν ἐπίλοιπον λόγον
Hij, afkappend de rest van het verhaal
τὸν ὁ Ἀρισταγόρης ὥρμητο
dat Aristagoras wilde
λέγειν περὶ τῆς ὁδοῦ, εἶπε
zeggen over die weg, zei:
[3] «ὦ ξεῖνε Μιλήσιε,
“O gast uit Milete,
ἀπαλλάσσεο ἐκ Σπάρτης
ga weg uit Sparta
πρὸ δύντος ἡλίου·
vóór de zon ondergaat!
οὐδένα γὰρ λόγον εὐεπέα
Want geen enkel aangenaam klinkend woord
λέγεις Λακεδαιμονίοισι,
zeg je aan de Spartanen,
ἐθέλων σφέας ἀπὸ θαλάσσης
willend hen vanaf de zee
τριῶν μηνῶν ὁδὸν ἀγαγεῖν.»
over een weg van drie maanden meevoeren.

LI. [1]
ὁ μὲν Κλεομένης ταῦτα εἴπας
Toen Keomenes dat gezegd had
ἤιε ἐς τὰ οἰκία,
ging hij naar huis.
ὁ δὲ Ἀρισταγόρης
En Aristagoras,
λαβὼν ἱκετηρίην
na een smekelingenstaf genomen te hebben,
ἤιε ἐς τοῦ Κλεομένεος,
ging naar het huis van Kleomenes.

ἐσελθὼν δὲ ἔσω
Toen hij naar binnen was gegaan,
ἅτε ἱκετεύων
omdat hij een smekeling was
ἐπακοῦσαι ἐκέλευε τὸν Κλεομένεα
verzocht hij Kleomenes te luisteren
ἀποπέμψαντα τὸ παιδίον·
nadat hij het kind had weggestuurd.
προσεστήκεε γὰρ δὴ τῷ Κλεομένεϊ
Want bij Kleomenes stond
ἡ θυγάτηρ, τῇ οὔνομα ἦν Γοργώ·
de dochter, die de naam Gorgo had.
τοῦτο δέ οἱ καὶ μοῦνον τέκνον ἐτύγχανε ἐὸν
Zij was roevallig ook de enige dochter,
ἐτέων ὀκτὼ ἢ ἐννέα ἡλικίην.
acht of negen jaar in leeftijd.
Κλεομένης δὲ λέγειν μιν ἐκέλευε
Maar Kleomenes verzocht hem te zeggen
τὰ βούλεται
wat hij wilde
μηδὲ ἐπισχεῖν τοῦ παιδίου εἵνεκα.
en zich niet in te houden vanwege het kind.

[2] ἐνθαῦτα δὴ ὁ Ἀρισταγόρης ἄρχετο
Toen begon Aristagoras
ἐκ δέκα ταλάντων ὑπισχνεόμενος,
vanaf tien talenten biedend
ἤν οἱ ἐπιτελέσῃ τῶν ἐδέετο.
als hij voor hem deed wat hij vroeg.

ἀνανεύοντος δὲ τοῦ Κλεομένεος
En toen Kleomenes weigerde
προέβαινε τοῖσι χρήμασι
ging Aristagoras door met het geld
ὑπερβάλλων ὁ Ἀρισταγόρης,
hoger biedend
ἐς οὗ πεντήκοντά τε τάλαντα
totdat hij vijftig talenten
ὑπεδέδεκτο καὶ τὸ παιδίον ηὐδάξατο «πάτερ,
had beloofd en het kind uitriep: “Vader,
διαφθερέει σε ὁ ξεῖνος,
de vreemdeling zal u te gronde richten
ἢν μὴ ἀποστὰς ἴῃς.»
als je niet, na je verwijderd te hebben, weggaat.”
[3] ὅ τε δὴ Κλεομένης
En Kleomenes,
ἡσθεὶς τοῦ παιδίου τῇ παραινέσι
verheugd over de aansporing van het kind,
ἤιε ἐς ἕτερον οἴκημα,
ging naar een ander vertrek.
καὶ ὁ Ἀρισταγόρης ἀπαλλάσσετο
En Aristagoras vertrok
τὸ παράπαν ἐκ τῆς Σπάρτης,
geheel en al uit Sparta,
οὐδέ οἱ ἐξεγένετο ἐπὶ πλέον ἔτι
en het was hem niet mogelijk in nog meer (tijd)
σημῆναι
duidelijkheid te verschaffen
περὶ τῆς ἀνόδου
over de tocht het binnenland in
τῆς παρὰ βασιλέα.
naar de koning.

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.