Giovanni Bellini en Leonardo da Vinci · May 22, 07:26 PM by Ad van den Ende
Giovanni Bellini (ca. 1430 – 1516)
De Bellini’s woonden in Venetië. Dat was indertijd een rijke stad, maar op het gebied van kunst wel erg behoudend.
Giovanni werd opgeleid door zijn vader, Jacopo Bellini. Deze schilderde enigszins in Byzantijnse stijl. Ook zijn broer Gentile schilderde. In de werkplaats van hun vader hebben de Bellini’s het vak geleerd. Zij schilderden vaak religieuze voorstellingen.
Rond 1460 schilderde Giovanni Christus in de Hof van Olijven .
De achtergrond bepaalt voor een groot gedeelte de stemming van het schilderij. We zien Christus in doodsangst, in de nacht voor de kruisiging.
De buurstad Padua had een universiteit, en was wel op de hoogte van de vernieuwingen van de Renaissance. In deze stad maakten de Bellini’s kennis met vernieuwende kunstenaars als Donatello en Andrea Mantegna. Deze trouwde in 1453 0f 1454 met Nicolosia Bellini, een zus van Giovanni. Na enige tijd trad Giovanni in de voetsporen van Mantegna.
In 1470 of 1471 overleed Jacopo. Giovanni en zijn broer waren toen welvarende kunstenaars.
Omstreeks 1475 verscheen de Siciliaanse kunstenaar Antonello da Messina in Venetië. Hij was enige tijd in Vlaanderen geweest en was daar in aanraking gekomen met werken van Vlaamse kunstenaars, die zich het werken met olieverf eigen hadden gemaakt. Antonello’s invloed was van groot belang voor de ontwikkeling van de Venetiaanse schilderkunst.
Giovanni maakte spoedig gebruik van dit nieuwe medium om kleuren te verfijnen en subtiele lichteffecten te bereiken. Met behulp van Antonello da Messina ontrafelde hij de geheimen van het mengen van kleuren en van de atmosferische gradatie van tonen.
Voorheen werden eerst de contouren getekend en vervolgens ingevuld met kleur. Voortaan werden vormen opgebouwd uit subtiele kleurschakeringen.
Bellini’s eerste experrimenten met olieverf zien we in de stralende schilderijen van De H. Franciscus (ca. (1480 – 1490) en in De Transfiguratie i. (1480 – 1490)
Deze schilderijen illustreren Bellini’s talent om mystieke gebeurtenissen af te beelden. Bij de Transfiguratie zouden de profeten Mozes en Elia aan Christus’ zijde zijn verschenen, terwijl drie apostelen toekeken.
In het schilderij van de H. Franciscus zien we hem in een staat van vervoering. In zijn uitgestrekte handen zien we zijn stigmata: tekens die overeenkwamen met de wonden van Christus.
De lineaire stijl van vader Jacopo en zwager Mantegna zien we hier plaats maken voor een zeer verfijnde stijl waarin vormen gecreëerd worden met kleur en licht.
Giovanni heeft de Venetiaanse schilderkunst een meer gevoelige en kleurrijke kant op laten gaan.
Hij wordt wel de belangrijkste landschapsschilder van de vroege renaissance genoemd. Zijn atmosfeervolle landschappen hadden grote invloed op zijn leerlingen Giorgione en Titiaan.
Een voorstelling wordt verzacht door een romantisch kleurgebruik. Dat zien we bijvoorbeeld in
De H.Hieronymus in de woestijn .
De heilige zou eens een leeuw van een pijnlijke doorn in diens poot bevrijd hebben. Vandaar de leeuw.
In 1483 werd Giovanni benoemd tot de officiële schilder van de republiek Venetië.
Het altaarstuk van San Giobbe (ca. 1487 – 1490)
Dit altaarstuk werd geschilderd voor het hospitaal ‘San Giobbe’ (H.Job). Job is de oude man links met de lendedoek. Een toepasselijke patroon voor een ziekenhuis, gezien de standvastige wijze waarop hij zijn lijden verdroeg.
Het altaarstuk van Frari (1488)
In 1505 bezocht Albrecht Dürer Venetië voor een tweede keer. Hij noemde Giovanni de beste schilder van Venetië, en iemand die zeer voorkomend was voor broeders in de kunst.
Hij was zo onder de indruk van dit schilderij dat hij de heiligenfiguren van dit schilderij afbeeldde in zijn laatste grote schilderij ‘De vier apostelen’.
De H.Maagd met kind tussen de H.Catharina en de H Maria Magdalena (ca 1490)
Door de effen achtergrond komen de figuren dichter bij de toeschouwer. “Bellini doet wonderen met de prachtige warme kleuren en de liefdevolle afbeelding van details zoals de sieraden en de zijden lokken van Maria Magdalena.” (Meesters in de schilderkunst)
Portret van Doge Leonardo Loredan (ca. 1501)
In 1501 werd Leonardo Loredan gekozen tot Doge van Venetië. Hij wordt hier geportretteerd als een zeer serieus iemand. Bellini blijkt hier in staat om met behulp van olieverf weefselstructuren op een virtuoze manier weer te geven.
Het altaarstuk van San Zaccaria (1505)
Di is een van Giovanni’s meest geliefde onderwerpen: de H. Maagd met kind en heiligen. “Het evenaart de beste prestaties van de Florentijnse en Romeinse schilderkunst van die tijd wat betreft de prachtige vormen, en overtreft ze in kleurgebruik en harmonie.” (Meesters in de schilderkunst)
De Madonna van het veld (1505 – 1515)
De lieflijkheid van het landschap evenaart de tederheid op het gelaat van de H. Maagd.
Jonge vrouw met spiegel ( 1505)
Dit schilderij is mogelijk bedoeld als een allegorie van de ijdelheid.
Leonardo da Vinci (1452 – 1519)
Leonardo had een onrustige geest. Voortdurend was hij ontevreden over de bereikte resultaten en probeerde hij die te verbeteren.
Leonardo is geboren in de nabijheid van Vinci, een dorp niet ver van Florence. Zijn vader bewonderde zijn gave om te tekenen, en nam daarover contact op met de schilder Andrea del Verrochio. Deze nam Leonardo aan als schildergezel.
In Verrochio’s
Doop in de Jordaan mocht Leonardo de engeltjes schilderen.
Van 1482 tot 1499 werkte Leonardo voor de Hertog van Milaan. Hij had een eigen studio, met leerlingen. Toen de Fransen Milaan bezetten, keerde hij terug naar Florence. Daar ging hij voor Cesare Borgia werken als militair architect en ingenieur. In 1506 keerde hij terug naar Milaan.
Van 1513 tot 1516 woonde hij in Rome, waar toentertijd ook de jongere schilders Rafaël en Michelangelo werkten. Met hen had hij weinig contact. Met Michelangelo werd hij gevraagd voor de uitvoering van grote muurschilderingen in het Palazzo Vecchio in Florence. Leonardo wilde een schildering maken van De slag bij Anghiari .
Vanwege technische problemen heeft hij dit niet afgemaakt.
Michelangelo tekende de
Slag bij Cascina . Omdat hij naar Rome werd weggeroepen heeft ook hij dit het schilderij niet gemaakt.
In 1516 ging Leonardo werken voor koning Frans I van Frankrijk in het
kasteel van Amboise .
Leonardo was een controversieel persoon. Onder andere vanwege zijn artistieke kwaliteiten kreeg hij diverse opdrachten van de Kerk voor het vervaardigen van religieuze kunst, met name schilderwerk. Hij werkte ook voor de legeraanvoerder Cesare Borgia.
Karakter
Leonrdo begon vaak enthousiast aan een opdracht of nieuwe interesse maar maakte regelmatig zijn begonnen werk niet af.
Hij had een grote fascinatie voor de intellectuele problemen van de schilderkunst. Zijns inziens moest de schilder twee belangrijke dingen weergeven: ‘de mens’ en de ‘zieleroerselen’ van de mens. Het eerste was niet zo moeilijk. Het tweede – de onthulling van het karakter via de expressie en de houding – was veel moeilijker.
Deze fascinatie was een van de redenen waarom hij zoveel meer tekeningen dan schilderijen heeft gemaakt.
Leonardo was een van de eersten in Italië die met olieverf ging werken. Omdat olieverf langzaam droogt kon hij eindeloos subtiele kleurschakeringen aanbrengen.
Hij wilde bij muurschilderingen dezelfde perfectie bereiken. Experimenten op dat gebied verliepen rampzalig. Het Laatste Avondmaal
begon al tijdens zijn leven van de muur te bladderen.
Leonardo had grote invloed op veel schilders na hem, door zijn kunst en door zijn talloze verhandelingen over schilderkunst.
Schilderijen
De aankondiging (1472)
Dit is het eerste schilderij dat Leonardo zelfstandig heeft gemaakt. Hij schilderde het toen hij nog geen twintig was.
Links zien we de aartsengel Gabriël die Maria voorspelt dat zij een zoon zou baren die de zoon van de allerhoogste genoemd zou worden. Beide figuren zijn in een driehoekige vorm weergegeven, met oog voor detail. Het landschap en de bouwkunige elementen zijn wat grover weergegeven.
Gabriël maakt een zegenend gebaar; Maria maakt een gebaar van schrik. Gabriël heeft een lelie in zijn hand: die duidt op de kuisheid van Maria.
Dit is een van Leonardo’s mooiste schilderijen.
Ginevra de Benci (1474)
Leonardo heeft dit schilderij waarschijnlijk geschilderd in verband met de bruiloft van Ginevra de Benci, de dochter van een vriend van hem. Ze kijkt nogal nors, maar Leonardo slaagt er wel in de grote oorspronkelijkheid van haat persoonlijkheid weer te geven.
Dame en Hermelijn (1485)
Dit stelt waarschijnlijk de minnares van Ludovicio Sforza voor. De hermelijn was een van zijn emblemen. Haar aandachtige blik en de roofzuchtigheid van de hermelijn zijn met even veel vaardigheid geschilderd.
Het Laatste Avondmaal (1495 – 1498)
Dit is een weergave van het Avondmaal, kort voor de gevangenname van Christus. Hij heeft zojuist verteld dat een van de apostelen hem zou verraden. De apostelen schrikken daarvan, en praten daar over in groepjes van drie. Jezus zit onbeweeglijk in het midden, met een ernstige uitdrukking op zijn gezicht. “Het werk is een les in fysionomie, een aandachtige en gedetailleerd uitgevoerde studie van de gebaren en gezichtsuitdrukkingen van elk van de figuren op basis van hun persoonlijkheid en temperament.” (Vigué)
Heilige Anna te drieën met Johannes de Doper (1499)
Deze pastel was een oefening in het weergeven van gegroepeerde personen. Later maakte Leonardo een overeenkomstig schilderij met een lam in plaats van Johannes de Doper.
Madonna in de grot (1508)
Sommige gedeelten zijn mogelijk het werk van leerlingen, maar de mooiste gedeelten zijn van een ongeëvenaarde kwaliteit.
Uit radiologisch onderzoek blijkt dat Leonardo lang aan dit schilderij heeft gewerkt, en verschillende laagjes verf heeft aangebracht. Men zegt dat hij muzikanten liet spelen terwijl hij schilderde. Dat verklaart wellicht de raadselachtige glimlach.
Leonardo heeft diepte gecreërd door een afnemende scherpte bij een grotere afstand.
Dit is een uniek werk; het is een van de beroemdste schilderijen ter wereld.
Het werk is niet voltooid, maar bevat wel enkele zeer mooie gedeelten. Leonardo was zeer bedreven in de techniek van sfumato: het zo subtiel mengen van tinten dat ze, zoals hij zei, ‘zonder lijnen of randen als rook in elkaar overgaan’.
Johannes de doper (1513 – 1515)
Dit is een voorbode van de clair-obscur techniek van Caravaggio.
De figuur komt uit de schaduw tevoorschijn in een teer sfumato dat de contouren vervaagt en het tot een mooi geheel maakt. De huidskleur is met grote gevoeligheid weergegeven. Het spirituele element weegt hier zwaarder dan het anatomische.
Dit is waarschijnlijk het laatste schilderij dat Leonardo gemaakt heeft.
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.