De sluier opgelicht · Dec 2, 05:57 PM by Ad van den Ende
Toen we afdaalden werd het nog heter. Overal om ons heen staken hoekige zwarte en rode rotsen tientallen meters uit de grond omhoog. Ze zagen er vreemd uit als pieken zonder bergen. Pas rond 12.30 uur bereikten we een paar kromgetrokken dwergbomen. We laadden Egbert af, lieten hem achter bij een weinig belovende wirwar van sprietig gras, en lieten ons neervallen als een paar hoopjes transpiratie. De bomen gaven maar een minimaal beetje schaduw en krioelden op elke tak en stronk van geweldige zwarte mieren. Zij vielen in zwermen op ons neer, bij vlagen, maar daarom niet minder irritant. Dat was de eerste van vele middag’rust’pauzes die ons weinig ontspanning bezorgden.
Een uur later zagen we tot onze vreugde een hele vloot donkere regenwolken over de bergen heen komen zeilen. We stonden net op het punt op te laden toen er weer een Range Rover aan kwam rijden, op weg naar het ‘Hoofdkwartier’. Twee passagiers waren Duits-Zwitserse vee-deskundigen, de derde was een beleefde maar behoedzaam om zich heen kijkende Kameroenees in spijkerbroek en een vrolijk T-shirt. Toen we ons hadden voorgesteld liet de oudste deskundige zijn metgezellen bij de auto achter en liep met mij richting Egbert. Hij maakte een behoorlijk verwarde indruk en deed plotseling een stap opzij en ging onder een boom zitten.
‘Dus u heeft deze ranch gezien!’ zei hij. ‘Dan kunt u zich mijn frustraties wel indenken – niet? Ik denk dat u hier geen woorden voor heeft, voor deze toepassing van KI, om grote dieren te maken nog voor ze die kunnen voeren! En dus wordt het vee ziek, niet? En als de kalven geboren worden sterven er veel koeien. Zebu koeien zijn nauw geschapen, kalveren met een Holstein vader zijn breed, niet? Jaren geleden kom ik hier, bestudeer ik alles, en zeg tegen ze: “Eerst moet je er tijd en geld in steken om nieuwe, rijkere weiden te maken. Dan neem je Holstein zaad voor sommige koeien, voor die koeien die zulke kalveren kunnen dragen.”
Maar nee! nee! nee! In één keer moeten alle koeien grote kalveren hebben! Dan kom ik terug en kijk rond en zeg tegen ze: “Nu jullie half-Europees vee gemaakt hebben moeten jullie ze Europees voer geven! In het droge seizoen hebben deze dieren behoefte aan brouwers graan, rijst zemelen, katoen-zaad koek, bonen- poeder en sporen mineralen.” Maar nee! nee! nee! Zij willen alleen grote dieren zien, en niet een hoop geld er in steken – alleen om ze te maken….
Voor hen is KI de Magie van de Blanke Man, zij brengen zware rassen nooit in verband met wetenschappelijk voedsel! Als er dieren ziek worden of sterven zeggen ze dat wij hun slecht zaad geven – snap je mijn frustraties? Waarom kom ik hier terug om mijn tijd te verknoeien? Zij zullen nooit luisteren – deze Grote Mannen niet. De Fulani’s, die zouden wel met me werken, die zouden kunnen leren.
Deze rijke lui, die komen allemaal uit gebieden zonder vee, zij denken dat dit gewoon een andere manier is om snel rijk te worden.’ Hij keek om, omdat zijn collega hem ongeduldig riep. ‘Nu ga ik terug naar mijn frustraties! Op een dag zullen we elkaar misschien weer tegen komen en kan ik je meer vertellen. Veel, veel meer! Maar pas dan wanneer ik dit land voor de laatste keer verlaat – snapt u? Ha, ik zie dat u me snapt! U bent een wijze vrouw die de wereld kent, niet?’
Terwijl we verder gingen had ik een knagend gevoel van sympathie voor de Mannen van Yaoundé. Het is grotendeels onze schuld dat zo veel Afrikanen in de war raken over de toepassing van Blanke landbouwmethoden in Zwarte landen. Tientallen jaren hebben landbouw-hulp adviseurs totaal onpractische preken afgestoken. Onze Zwitserse kennis had gelijk toen hij dacht dat Fulani boeren met hem meegewerkt zouden hebben; maar hoeveel ‘experts’ van USAID, de FAO of de Wereldbank weten de intelligentie, het gezonde verstand en de overgeërfde wijsheid van de Derde-Wereld-boeren op waarde te schatten?
In 1985 analyseerde de Wereldbank de resultaten van zeventien zeer grote landbouw hulp projecten in Afrika: dertien waren mislukt. De gemiddelde opbrengst van vee-projekten bedroeg min twee procent, vergeleken met zo’n elf procent winst in Azië en Latijns Amerika. Deze projekt waren de idiote hersenspinsels van met bullen overladen academici, die er op gebrand waren de domme Afrikaanse boeren van de gevolgen van hun eigen onwetendheid te redden.
Men ging er van uit dat de resultaten die in hooggekwalificeerde onserzoekstations behaald waren door dorpelingen evenaard konden worden. Er werden allerlei soorten kunstmest geïntroduceerd, en prompt nam de zuurgraad van de grond in vochtige gebieden toe, terwijl ze nauwelijks verschil maakten voor de opbrengst in droge gebieden – en dus hun aanzienlijke kosten niet terug verdienden.
Monoculturen werden aangemoedigd, ten koste van de gelijktijdige verbouw van meer gewassen. Geïmporteerde zware machines vernietigden de broze structuur van de velden. Er werd geen rekening gehouden met variaties in regenval. Er werden nieuwe technologieën, nieuwe zaad-variëteiten en gewassen ingevoerd zonder acht te slaan op de rampzalige gevolgen die ze konden hebben (en gewoonlijk ook hadden) op delicate evenwichtssystemen. De laatste vijfentwintig jaar heb ik heel wat gehoord over het lompe optreden van Westerse hulp ‘experts’ in andere continenten. Maar nergens zijn ze zo destructief geweest als in Afrika.
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.