VLAAMSE PRIMITIEVEN · Apr 2, 11:28 AM by Ad van den Ende
Kenmerken van de Vlaamse Primitieven
Gebruik van olieverf
In de achtste eeuw paste men de olieverfschilderkunst al toe, maar Jan van Eyck heeft deze kunst sterk verbeterd. De monnik Theofilus raadde hem aan witte vernis uit Brugge te combineren met lijnzaadolie en enkele andere ingrediënten.
Door verschillende doorschijnende laagjes verf op elkaar te leggen, verkreeg Van Eyck een rijke detaillering en dieptewerking, en verrassende lichteffecten of weerkaatsingen.
Geïdealiseerde open landschappen
Religieuze voorstellingen werden traditioneel tegen een vlakke gouden achtergrond geplaatst. Deze wordt nu vervangen door open landschappen, kerk- of woninginterieurs, met stadsgezichten of landelijke streken.
Aandachtige natuurwaarneming
Er is sprake van een aandachtige analytische natuurwaarneming, met een sterke aandacht voor het detail. De kunstenaar observeert de natuur zodanig dat deze bijna tastbaar wordt voor de toeschouwer.
In Italië wist men diepte te bereiken door het lineair perspectief; de Vlaamse primitieven waren zich bewust van het atmosferisch perspectief en pasten dat toe. Hierbij bracht men vooral door het gebruik van kleur een indruk van diepte in het schilderij.
De effecten van afstand op de kleuren in een landschap zijn:
Een afnemen van het contrast; daardoor worden details minder goed waargenomen
Blauwkleuring van donkere partijen
Ineenvloeien van de kleuren van de achtergrond.
Broederlam, Campin, Van Eyck · Mar 28, 03:50 PM by Ad van den Ende
Melchior Broederlam (ca. 1350/60 – 1410)
Broederlam was vanaf 13 februari 1384 in dienst van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië.
Geheel in de geest van de kunst van zijn tijd zit zijn werk vol symbolische verwijzingen, zoals blijkt uit de afgebeelde bloemen en planten waarvoor hij een grote voorliefde koesterde.
De hertog van Bourgondië gaf hem de opdracht tot het beschilderen van de zijpanelen van het grote Kruisigingsretabel, dat hij in 1392 besteld had, een drieluik dat was bestemd voor de kapel van het kartuizerklooster Champmol nabij Dijon. De twee zijluiken bevatten elk twee onderwerpen: de Annunciatie en de Visitatie op de linkervleugel, de Opdracht in de Tempel en de Vlucht naar Egypte op de rechtervleugel.
Op hetzelfde moment dat Broederlam hieraan werkte, was beeldhouwer Claus Sluter actief in Champmol, zodat de twee kunstenaars vermoedelijk contact gehad hebben en elkaar mogelijk beïnvloed hebben. De vier scènes zijn geplaatst in een architecturaal kader en in een weids landschap, dat de invloed verraadt van het Toscaanse Trecento en meer bepaald van de werkwijze van Giotto en van de schilders uit Siena, zoals Duccio en de gebroeders Lorenzetti.
Ook de afgebeelde architectuur kreeg een symbolische lading. Zo zit Maria in de Annunciatie in een Gotisch paviljoentje dat lijkt op een kartuizerscel, en dat als het ware haakt in een groter, Romaans gebouw.
Broederlams expressieve werk is Vlaams van inspiratie, waarbij de realistische natuurdecors getuigen van Italiaanse invloed. Hij heeft het tijdvak van de Vlaamse Primitieven ingeluid en heeft invloed gehad op de schilders van de volgende generatie, zoals Robert Campin en Jan van Eyck.
(Wikipedia, met inkorting)
Annunciatie
Opdracht in de Tempel. Jezus kijkt zijn moeder aan en voelt in de baard van de priester; heel menselijk.
De Vlucht naar Egypte
Deze vlucht wordt wel heel realistisch weergegeven. Jozef drinkt tijdens de vlucht uit zijn veldfles. Met Jozef werd af en toe lichtelijk de draak gestoken.
Robert Campin
Het Merode altaarstuk
1425 – 1428
De engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maia. We zien verschillende symbolen: de bijbel op tafel staat voor devotie, de kaars voor verering van God, de lelie en het wasbekken symboliseren de reinheid van Maria, het boek in haar handen symboliseert haar wijsheid, het feit dat zij op een voetenbankje zit symboliseert haar nederigheid.
Op het wasbekken na zien we hier dezelfde symbolen.
Het onderwerp van de Annunciatie (de aankondiging door de Engel Gabr[ël aan Maria van de geboorte van Jezus) sprak hem zeer aan en heeft hij meerdere keren geschilderd. Maria zit, als teken van haar nederigheid, op een voetenbankje. Zij leest, als symbool van haar wijsheid. Een pilaar verdeelt de ingang van de kerk in twee delen: het linkerdeel, met de engel, is het deel van God, het rechterdeel, met Maria, is het domein van de mens.
De Geboorte
1425
Deze triptiek wordt beschouwd als het eerste werk van Campin. Op het middenpaneel zien we hoe Jezus in het graf wordt gelegd. Maria, Nicodemus, Jozef van Arimathea en Maria van Magdala wikkelen hem in een lijkwade, Maria wordt ondersteund door de apostel Johannes. Engelen dragen verschillende passiewerktuigen. De ladder tegen het middelste kruis herinnert aan de kruisafneming. Het landschap heeft weinig diepte.
Het rechterpaneel toont Jezus’ opstanding. Op het linkerpaneel knielt de opdrachtgever,
Alle drie panelen zijn gedecoreerd met gouden druiventrossen en -ranken, als symbool van Christus, de Ware Wijnstok.
Hier zien we hoe, tegen de achtergrond van de middeleeuwse decoratieve stijl, een meer realistische stijl in zwang komt.
Jan van Eyck
Jan van Eyck (ca 1390 – 1441)
Nog geen generatie na de gebroeders van Limburg wisten twee andere broers, Hubert en Jan van Eyck uit Maaseik, het al bereikte realisme op een aanzienlijk hoger plan te brengen. Twee factoren speelden daarbij een rol: een verbetering van de techniek, de olieverfschilderkunst, en de groeiende behoefte aan ”echtheid”, zowel op het gebied van de portretschilderkunst als op het uitbeelden van religieuze gebeurtenissen.
Jan van Eyck begon als miniaturist. Voor Jan van Beieren, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, werkte hij in de jaren 1422-1424 aan het Getijdenboek van Turijn. Uit het weinige dat daarvan rest kunnen we ons toch een beeld vormen van de belangrijke vernieuwingen die Jan in de miniatuurkunst tot stand bracht.
Onderaan het “De doop door Johannes de Doper” zien we heel fijn geschilderde, kleurige landschapjes.
Met name de behandeling van het licht betekent een grote vernieuwing in de schilderkunst. “Deze landschappen zijn fascinerend vanwege de tederheid van het beweeglijke en diffuse licht dat het water en de kastelen in de verte, de oevers in de voorgrond, en de paden, nog nat van de regen, zichtbaar maakt, en in deze omgeving zijn de personages volledig geïntegreerd (…). Dit licht beheerst het hele landschap en verleent het een ongekende waarachtigheid. De figuren, fijn gemodelleerd met schaduwen, vormen een eenheid met de natuur, waardoor een weergaloze harmonie ontstaat” (Castelfranchi Vegas).
Het Lam Gods
Beschrijving van het gesloten altaarstuk
Links- en rechtsonder zijn de schenkers afgebeeld. Tussen hen in staan twee standbeelden in grisailletechniek geschilderd. De linker is Johannes de Doper, de rechter is Johannes de Evangelist. Boven hen is de Annunciatie te zien met aan de linkerkant de aartsengel Gabriël en aan de rechterkant de Heilige Maagd. Boven de engel is de profeet Zacharia afgebeeld en boven Maria de profeet Micha. Tussen de profeten zijn twee sibillen te zien. Zij zouden de komst van Christus hebben voorspeld. (Wikipedia)
Beschrijving van het geopende altaarstuk
De bovenste panelen tonen van links naar rechts: Adam, zingende engelen, Maria, de goddelijke Heer op de troon, Johannes de Doper, musicerende engelen en Eva. Boven Adam is het offer van Kaïn en Abel uitgebeeld, en boven Eva de moord van Kaïn op Abel.
De Goddelijke Heer kan God de Vader zijn of Christus.
De onderste panelen tonen links en rechts figuren die op weg zijn naar de aanbidding van het Lam: “de Rechtvaardige Rechters”, “de Ridders van Christus”, de kluizenaars en de pelgrims op bedevaart.
Het middenstuk
Het middelpunt van de voorstelling is de aanbidding van het Lam Gods. Het Lam, symbool van Christus die zich opofferde, staat op een altaar en zijn bloed vloeit in een kelk. Op de voorgrond de levensfontein, de bron van de verlossing, waaruit de rivieren van het Paradijs ontspringen. Hoog boven het Lam spreidt een duif, symbool van de Heilige Geest, zijn stralen van Goddelijke liefde uit over allen die zijn gekomen om het Lam te aanbidden.
Zij vieren de eeuwige verlossing. De expressie op hun gezichten laat zien dat Van Eyck hen als individuele karakters heeft afgebeeld.
Adam en Eva hebben, volgens het Paradijsverhaal, tegen de wil van God gegeten van de Boom van de kennis van Goed en kwaad. Volgens Paulus hebben zij daardoor de erfzonde over de wereld gebracht. Zij waren dus schuldig aan het lijden en de dood van Jezus, want, aldus Paulus, daardoor heeft Jezus de erfzonde uitgewist.
Deze afbeeldingen waren de eerste naakten in Noord-Europa, en waren typerend voor de Vlaamse school van die tijd. In de gotiek was een symbolisch ideaalbeeld van de mens belangrijker dan een waarheidsgetrouwe weergave. Eva wordt hier echter op een realistische manier weergegeven. Van Eyck hield zich wel aan de regels voor schoonheid die toen golden: Eva heeft smalle, afhangende schouders, kleine borsten, een smal torso, een ronde buik en lange, dunne benen. De haren zijn wel die van een heel gewone vrouw. Van Eyck schildert een donkere achtergrond en zachte tonen die de vormen van het model goed uit laten komen.
Man met rode tulband.
Waarschijnlijk is dit een zelfportret. Het is een buitengewoon krachtig portret. Tegen een donkere achtergrond steekt het gezicht zeer sterk af. De man kijkt de toeschouwer strak aan. Niets leidt de aandacht van hem af.
Portret van Boudouin de Lannoy (1436 – 38) Hij reisde samen met Jan op een diplomatieke missie naar Portugal. Hij draagt de insignes van het Gulden Vlies, de ridderorde die Filips de Goede in 1430 in het leven had geroepen.
Portret van Jan de Leeuw (1436). Hij was een van de belangrijkste leden van het Brugse gilde van Goudsmeden. De ring die hij vasthoudt is een voorbeeld van zijn vakmanschap. Hij heeft een zeer doordringende blik.
Bovenstaande afbeeldingen tonen aan dat Jan een goede portretschilder was. Er zijn van hem ook enkele groepsportretten bewaard gebleven.
Giovanni Arnolfini en zijn bruid, Giovanna Cenami, kwamen beide uit Lucca. Hij vestigde zich in 1420 als koopman in Brugge. Het schilderij lijkt niet meer dan een weergave van een verfijnd burgerlijk milieu. De ontwikkelde toeschouwer uit die tijd herkende er echter veel symbolische toespelingen in: de “hond”: wijst op de huwelijkstrouw; de brandende kaars op de goddelijke aanwezigheid, en de slippers doen denken aan Mozes die op de berg Sinaï zijn sandalen uit moest trekken omdat hij een gewijde plaats betrad.
Madonna met kanunnik Joris van der PaeleDe Madonna met kanunnik Joris van der Paele is na het Lam Gods het grootste schilderij dat van Jan van Eyck bewaard is gebleven. Het paneel neemt een bijzondere plaats in de geschiedenis van de Westerse schilderkunst in. Het is namelijk wellicht het vroegste voorbeeld van een zogenaamde “Sacra Conversazione” (Heilige conversatie): een schilderij waarin op een realistische manier heiligen en soms ook gewone stervelingen zijn afgebeeld alsof ze aan een alledaags gesprek deelnemen.
Kanunnik Van der Paele was een rijke geestelijke die dit schilderij schonk aan de Sint Donatiuskerk in Brugge. Sint Donatius staat links, Sint Joris, de naamheilige van de kanunnik, staat rechts. Sint Joris stelt de kanunnik aan Maria en het kind voor. Het gerimpelde gezicht van de oude man wordt onbarmhartig realistisch weergegeven. De wapenrusting van Sint Joris weerspiegelt heel nauwkeurig details van het tafereel. Van Eyck was in staat monumentale onderwerpen te combineren met een feilloze weergave van het detail.
Madonna en kind met kanselier Rolin
Nicolaas Rolin was kanselier van Bourgondië en Brabant. Door de bogen zien we twee mannen op de rug; zij kijken naar een landschap dat door een rivier in tweeën wordt gedeeld. Mogelijk zien we een gedeelte van Luik. Van Eyck schilderde meestal geen landschap zoals het er precies uitzag, maar een landschap dat min of meer bekend voorkwam.
Rolin smeekte misschien vergiffenis af voor het feit dat hij Jeanne d’Arc aan de Engelsen had verkocht, en zo mede schuldig was aan haar dood op de brandstapel.
Memling en Van der Weyden · Mar 25, 06:22 PM by Ad van den Ende
Hans Memling (1440 – 1494)
Hans Memling was een va n de belangrijkste Vlaamse primitieven. Hij heeft verschillende belangrijke vernieuwingen doorgevoerd.
Hij heeft waarschijnlijk enige tijd als gezel in het atelier van Rogier van der Weyden in Brussel gewerkt. Aan Hans Memling zijn in totaal 93 werken toegeschreven. De omvang van zijn oeuvre en de herhaling van composities en figuren in meerdere werken doen vermoeden dat hij aan het hoofd stond van een groot atelier met veel assistenten, waar een sterke arbeidsverdeling was doorgevoerd.
Memling was de lievelingsschilder van de Brugse bourgeoisie. Zijn stijl is heel herkenbaar. Geïdealiseerde slanke mensen verblijven in een paradijselijke omgeving. De compositie is evenwichtig, de uitwerking vlekkeloos, de sfeer wat sentimenteel. Memling maakte een synthese van de vernieuwingen van zijn voorgangers Jan van Eyck en Rogier van der Weyden.
Door zijn realistische en tegelijk idealiserende stijl was Memling heel geliefd als portretschilder. Aan Memling worden eenendertig portretten toegeschreven.
De opdrachtgever bepaalde wat er werd afgebeeld, en in grote lijnen ook hoe het werd afgebeeld. Opdrachtgevers kwamen met de schilder niet alleen een prijs overeen, zij kozen ook het formaat, de pose en het type achtergrond. Zijn klanten hadden de keus uit neutrale achtergronden, interieurs, interieurs met doorkijk op een landschap of een openluchtlandschap als achtergrond.
In Italië hielden schilders in die tijd nog vast aan het profiel-portret, terwijl in de Bourgondische Nederlanden al vanaf 1430 gekozen werd voor het levendiger driekwartportret.
Toen de Engelsman Sir John Donne Brugge bezocht zag hij daar het werk van Hans Memling. Hij raakte er zo van onder de indruk dat hij een triptiek bij hem bestelde. Op het hoofdpaneel zien we hem links geknield in aanbidding voor Maria en het kind. Rechts knielen zijn vrouw en een dochter. Hun houding is heel nederig, maar hun kleding straalt rijkdom uit. Op de zijpanelen zijn de naamheiligen van Sir John afgebeeld: links (met lam) Sint Jan de Doper, rechts Sint Jan de Evangelist.
Op het middenpaneel reikt het kindje naar de vrucht die een engel hem voorhoudt. De heilige Catharina en Barbara presenteren Sir John en zijn vrouw aan Maria en het kindje. Catharina staat links. Zij werd gewoonlijk geschilderd met een rad, omdat zij op een rad zou zij gemarteld. Op de achtergrond staat een rad; dat herinnert daaraan.
Het landschap is heel mooi en realistisch geschilderd. Toch verstoort dit realisme de serene atmosfeer niet.
Deze triptiek is geschilderd door Hans Memling in opdracht van het Oude St. Jans ziekenhuis in Brugge.
Het bevat bijna identieke scènes als de Donnetriptiek. Links zien we de onthoofding van Johannes de Doper. Geheel rechts schrijft de Evangelist Johannes het boek van de Openbaring.
Het schilderij verbeeldt de dag des oordeels, zoals die wordt beschreven in het bijbelboek ‘Openbaring’ van Johannes. Memling liet zich voor de compositie inspireren door een schilderij van zijn leermeester Rogier van der Weyden. Christus is afgebeeld op het middenstuk, zittend op een regenboog, omringd door zijn discipelen, Maria en Johannes de Doper.
De aartsengel Michaël weegt aan de voeten van Christus de zielen. Op het linkerpaneel worden de uitverkorenen de hemel ingeleid door Petrus en engelen, op het rechterpaneel worden de verdoemden naar de hel gestuurd.
“Het Moreeltriptiek is een drieluik van Hans Memling, dat hij in 1484 in opdracht van Willem Moreel schilderde, een belangrijke politicus uit Brugge. Het vormt een bewijs van de uitzonderlijke portretkunst van de schilder. Bovendien is het werk het oudste portret van een volledig gezin in de Nederlanden. (…)
Op het middenpaneel zijn drie heiligen afgebeeld, Christoffel in het midden, Maurus met bisschpsstaf en open boek links en rechts Egidius, te herkennen aan de hinde en de pijl in zijn arm. Verschillende elementen uit de legende van Christoffel komen naar voren, het Christuskind op zijn schouder, de kluizenaar die hen bijlicht en de staf waaraan een groene tak ontspringt.
Op de zijpanelen zijn de schenkers en hun kinderen en beschermheiligen geschilderd. Links is Willem Moreel te zien met Willem van Maleval, onder meer te herkennen aan het habijt dat hij over zijn harnas draagt. Rechts zijn vrouw Barbara van Vlaenderbergh alias van Hertsvelde en de heilige Barbara met haar attribuut de toren. Ook de heiligen op het middenpaneel zijn direct met de namen van het echtpaar verbonden. Maurus en Moreel hebben dezelfde etymologie en Egidius’ hert is een duidelijk verwijzing naar de achternaam van zijn vrouw.
Dat Christoffel in de late middeleeuwen werd aangeroepen om een plotselinge dood te vermijden, kan een verklaring zijn voor de keuze voor deze heilige op het drieluik.” (Wikipedia)
Zij heeft Jezus gezalfd, vandaar het flesje.
Rogier van der Weyden (Doornik, 1399/1400 — Brussel, 1464)
Rogier is rond 1399 in Doornik geboren. Omstreeks 1427 ging hij in de leer bij Robert Campin, de toonaangevende schilder van Doornik. In 1432 liet Rogier zich als meester in het schildersgilde van Doornik inschrijven. Enige jaren later verhuisde Rogier naar Brussel. In 1436 werd hij daar als stadsschilder ingeschreven.
Rogier wordt gerekend tot de school der Vlaamse Primitieven. Naast Jan van Eyck wordt Van der Weyden als de belangrijkste Vlaamse schilder van de 15e eeuw beschouwd. In zijn eigen tijd was hij in heel Europa bekend, en hij kan wellicht als de invloedrijkste schilder van zijn eeuw worden beschouwd. Hij versmolt de stijl van zijn tijdgenoot Jan van Eyck en van zijn leermeester Robert Campin en voegde er het element ‘emotie’ aan toe.
Dit is misschien wel het mooiste werk van Rogier van der Weyden.. Het is ook het eerste werk dat met enige zekerheid aan hem kan worden toegeschreven.
Centraal staat het levenloze, lijkwitte lichaam van Jezus.
De schedel op de voorgrond bevestigt dat het tafereel zich afspeelt op de heuvel Golgotha: de Hoofdschedelplaats.
Door de omkadering heeft Rogier een bijzonder intieme sfeer geschapen. Voorzichtig laten Nicodemus en Jozef van Arimathea het lichaam van Jezus neer. Maria valt flauw aan de voeten van Johannes, die haar ondersteunt. De diagonale lijn die het lichaam van Maria beschrijft vormt een afspiegeling van het levenloze lichaam van Jezus. Van der Weyden slaagt er in de scène een buitengewone emotionele lading te verlenen.
De stijl van Rogier was zeer geschikt voor aristocratische portretten. Het portret van deze in zichzelf gekeerde vrouw illustreert de verfijning die zijn geportretteerden karakteriseren. Op basis van het kostuum mogen we aannemen dat het een laat werk van Rogier is geweest. De gevoelige uitstraling er van past bij een groot meester op het hoogtepunt van zijn kunnen.
Linkerluik van het Altaarstuk der zeven sacramenten
Op dit linkerluik zien we de volgende sacramenten: Doop, het Vormsel en de Biecht.
Filips de Goede was hertog van Bourgondië en Vlaanderen. Brussel was een van zijn belangrijkste verblijfplaatsen. Hier draagt hij de onderscheidingstekens van de Orde van het Gulden Vlies.
Dit is een kopie van een werk dat verloren is gegaan.
Dit is het enige portret waarop een vrouw een lichte glimlach toont. Wijst dit er op dat dit Rogiers vrouw was?
Bouts en Van der Goes · Mar 23, 11:52 AM by Ad van den Ende
Dirk Bouts, ook wel Dieric Bouts (waarschijnlijk Haarlem ca. 1420 – Leuven 1475) wordt beschouwd als een van de vooraanstaanden van de Vlaamse Primitieven.
Hij vestigde zich in Leuven.
Schilderstijl
De kenmerken van Bouts’ schilderwerk zijn:
een sfeer van ingetogenheid, een stille wereld;
de figuren worden volledig opgenomen in het interieur of het landschap;
de figuren en de ruimte vormen een eenheid;
er is een evenwichtige en symmetrische compositie;
er is een verdwijnpunt. Bouts was daarmee van de noordelijke schilders één van de eersten.
Enkele van zijn belangrijkste werken zijn:
Bouts kiest het ogenblik waarop Christus het brood in zijn handen heeft en zegt dat het zijn lichaam is. De apostelen zitten rond een grote vierkante tafel. Het gezichtspunt is vrij hoog, waardoor we min of meer van boven op het tafereel kijken. Zo komen alle apostelen in beeld. Christus is precies in het midden van de compositie geplaatst.
Links en rechts zien we afbeeldingen van gebeurtenissen in het Oude Testament waarvan men meende dat zij naar de eucharistie vooruit wezen,
Links boven zien we Abraham, die brood en wijn krijgt van de priester Melchisedech. Links onder zien we Israëlieten die staande het Paasmaal nuttigen vóór zij uit Egypte wegvluchten.
Rechts boven zien we het manna dat in we woestijn omlaag dwarrelt om de Israëlieten te eten te geven. Rechts onder krijgt de profeet Elia in de woestijn brood en wijn van een engel.
Het martelaarschap van de H. Hyppolytus
Hugo van der Goes (ca. 1430-1440 – 1482)
Zijn belangrijkste werk, “het Portinari-altaar” (Florence, Uffizi) wordt samen met het Lam Gods van de gebroeders van Eyck gerekend tot de belangrijkste schilderijen uit de school van de Vlaamse primitieven.
Hij werd in Gent geboren. Merkwaardig is dat in 1468 de Gentse schildersgilde een congres inrichtte voor artiesten. Hugo van der Goes is als gezworene werkzaam voor deze bijeenkomst. Dit was voor die periode zeer vernieuwend. Deze bijeenkomst is het oudst bekende congres van kunstenaars.
Herhaaldelijk werd Hugo van der Goes aangesteld als deken van het Gentse St.-Lucasambacht; dit wijst op een hoge waardering.
Hugo leed aan depressies. Hij meende dat hij verdoemd was. Hij trad in het klooster. In het klooster werd hij zeer gewaardeerd . Hij kreeg bezoek van talrijke belangrijke personen, o.m. de latere keizer Mximiliaan. In 1482 overleed hij. De kloosterkroniek vermeldt dat zijn gelijke langs deze kant van de bergen (Alpen) niet te vinden was.
Portinari-triptiek
Hugo van der Goes’ belangrijkste en bekendste werk is het gigantische altaarstuk Aanbidding der Herders, dat ook wel bekendstaat als de Portinari-triptiek. Het werd in 1475-76 in Gent geschilderd in opdracht van Tommaso Portinari, een vertegenwoordiger van de De’ Medici-familie in Brugge.
Aanbidding van de herders (detail)
Het altaarstuk was bedoeld voor de kapel van het hospitaal van Santa Maria Nuova in Florence. Toen het daar aankwam bracht zijn realisme een ongelofelijke sensatie teweeg.
Het middenpaneel laat het pasgeboren kind Jezus zien met Jozef en Maria, aanbeden door herders en engelen. Op de zijpanelen zijn de leden van de familie Portinari afgebeeld met hun beschermheiligen. De Portinari’s lijken abnormaal klein; dit heeft een symbolische betekenis, het laat zien dat ze lager in rang zijn. Ook de engelen van het middenpaneel zijn van dit formaat.
In het centrale paneel vallen drie herders voor het kind Jezus op de knieën. Van der Goes schilderde deze boerse figuren heel realistisch. De maagd en het kind worden door knielende engelen omgeven. Het kind ligt op de grond, niet in een kribbe. Deze ongebruikelijke voorstelling van de aanbidding van Jezus is waarschijnlijk gebaseerd op een van de visioenen van de heilige Brigitta van Zweden.
Op het centrale paneel staan mensen en engelen als een cirkel rond het heilige gebeuren. Maria (groter dan de overige figuren) is samen met haar kind min of meer geïsoleerd. De figuren zijn gerangschikt langs diagonale lijnen rond Maria. Haar handen vormen het middelpunt van de compositie.
De figuren tonen weinig diepte, zijn min of meer tweedimensionaal, terwijl het perspectief van de gebouwen op de achtergrond wel klopt. Dit leidt tot een zekere spanning die typerend is voor de latere Van der Goes.
Het werk bevat ook vel symboliek: let op de vaas met rode lelies (symbool voor de Passie), irissen en de akelei (symbool voor de melancholie, het lijden van Maria). Het graan verwijst naar Bethlehem (in het Hebreeuws = “huis van brood”) en de eucharistie/incarnatie. Het gebouw op de achtergrond is het paleis van David.
Hiermee zijn ook de twee belangrijkste aspecten van de Vlaamse Primitieven vermeld: het realisme en de symboliek.
Dit realisme had grote invloed op de Florentijnse schilders. Dat zien we o.a. in de Aanbidding van de herders van Domenico Ghirlandaio.
Het realisme zien we ook al rond 1450 in de Aanbidding van de herders van Andrea Mantegna. In dit vroege werk van Mantegna is zijn stijl al duidelijk ontwikkeld: heldere kleuren, nauwkeurige tekening, veel oog voor detail.
In dit schilderij kwamen het realisme van Van Eyck, het monumentale van Rogier van der Weijden en de perfectie van Dirk Bouts samen.
Van de hand van Hugo van der Goes zijn ook de schilderijen
en de Aanbidding der koningen .
DE OUDHEID · Mar 21, 05:12 PM by Ad van den Ende
Bronnen
Fletcher, Joann, Het oude Egypte, leven, mythen en kunst, Librero, 2004
Fuchs, W, en Hutter, I, Gaade’s Stijlenboek, Zürich, 1963
Gombrich, E.H. Eeuwige Schoonheid, Wageningen, 1984
Hagen, Rose-Marie en Rainer, Egyptische kunst, Librero, 2008
Herodotus, Historiën
Homerus, Ilias en Odyssee
Spivey, Nigel, Greek Art, Phaidon, 1997
Ravenna, City of art
Wikipedia
Voorwoord
De Europese schilderkunst dateert al van meer dan 40.000 jaar geleden. Waren het sjamanen die het aandurfden de diepe grotten in Zuid-Frankrijk en Spanje binnen te gaan en op de wanden interessante voorstellingen te schilderen van dieren?
Het merendeel van de Egyptische kunst werd vervaardigd om aan de overledenen in hun graf te worden meegegeven om hen in het hiernamaals te beschermen en te onderhouden.
Men geloofde dat de juiste bezwering dergelijke afbeeldingen letterlijk tot leven kon wekken.
“Om zo volledig mogelijk te kunnen zien, horen, ruiken en spreken moest het portret van de godheid of de overledene zodanig worden afgebeeld dat elk relevant lichamelijk kenmerk zo duidelijk mogelijk zichtbaar was. In de kunst in twee dimensies wordt het gezicht daarom en profil getekend om zo de ogen en de mond optimaal naar voren te laten komen, waarbij het oog volledig werd afgebeeld, alsof het van voren werd gezien.” (Fletcher)
De Griekse schilderkunst moet een hoog niveau hebben bereikt, maar daar is niets van overgebleven. Een weerspiegeling treffen we aan op de fraaie zwartfigurige en roodfigurige glazen.
De Byzantijnse kunst stond in dienst van het geloof en werd veel toegepast in de vroegchristelijke kerken met het aanbrengen van religieuze mozaïeken en later fresco’s en iconen. Kunstenaars beeldden vooral Jezus en Maria af.
Byzantijnse kunst · Mar 21, 11:58 AM by Ad van den Ende
De kunst van het Byzantijnse Rijk ( 4e tot de 13e eeuw) stond in dienst van het geloof.
In de ruim duizend jaar dat deze kunstvorm zich ontwikkelde laat het een samensmelting zien van Oud-Griekse en Romeinse kunst gecombineerd met oosterse invloeden.
De Byzantijnse kunst stond in dienst van het geloof en werd veel toegepast in de vroegchristelijke kerken met het aanbrengen van religieuze mozaïeken en later fresco’s en iconen. Kunstenaars beeldden vooral vertellingen af uit het leven van Jezus.
De werken zijn in hoge mate symmetrisch en symbolisch en lijken statisch.
Kenmerkend voor de Byzantijnse kunst is een strakke compositie en frontaliteit.
Iconen
Een religieuze icoon is een afbeelding van Christus, van Maria, van andere heiligen of hoogfeesten.
Religieuze iconen behoren tot de oosters-orthodoxe, de oriëntaals-orthodoxe en oosters-katholieke kerken en zijn onlosmakelijk verbonden met het kerkelijke en spirituele leven van deze kerken en hun gelovigen.
Iconen zijn geschilderd op een houten paneel. Bij het schilderen dient rekening gehouden te worden met bepaalde regels. Deze regels hebben de bedoeling voor zuiverheid en uniformiteit te zorgen en niet af te wijken van de leerstellingen van de Kerk.
Het schilderen van iconen is binnen de oosters-orthodoxe kerk een werk waarvoor Gods zegen gevraagd wordt; het gaat in de regel gepaard met gebed en vasten. Een icoon wordt meestal niet gesigneerd, omdat men er van uitgaat dat het Gods hand is die het schilderen begeleidde; de Grieken signeren hun iconen wel. (Gedeeltelijk van Wikipedia)
Engel met gouden haar
(12e eeuw), een meesterwerk van de Novgorod-school, Rusland.
Dit is een van de beroemdste Russische iconen. “In de tiende en elfde eeuw breidde het christendom zich vanuit Constantinopel uit naar het Noorden. Het Slavische deel van Rusland maakte kennis met de Byzantijnse kunst. Dit leidde tot een nieuwe benadering van de iconografie.” (Mary Cooch)
Het icoon dient om de mens tot vrome overpeinzing te brengen. Het juweel in haar/zijn haar geeft aan dat zij/hij tot de orde van aartsengelen behoort. “Met grote gestileerde ogen kijkt de engel langs ons heen als naar een onuitsprekelijk mysterie.” (Mary Cooch)
Maria en kind
Byzantijnse icoon (12e eeuw). Ook deze icoon is een van de meest vereerde iconen in Rusland.
Boris en Gleb
Zij waren de eerste Russische heiligen. Vroeg 14e-eeuwse icoon van de school van Moskou.
Vergadering van de aartsengelen Michaël en Gabriël; zij houden samen een schild vast waarop Christus zegenend is afgebeeld. Onderaan zijn cherubijnen en serafijnen afgebeeld. (Russische icoon, 19e eeuw)
Ravenna
De Byzantijnse kunst oefende veel invloed uit in Italië. Dat zien we in de vele mozaïeken in verschillende kerken in Ravenna.
Keizer Justinianus met bisschop Maximianus en dienaren
Drie pelgrims die eten ontvangen
Griekse schilderkunst · Mar 20, 08:28 PM by Ad van den Ende
De Europese beschaving vind haar wortels in de kunst en cultuur van het oude Griekenland.
De kunst van Oud Griekenland wordt stilistisch gewoonlijk verdeeld in vier periodes: de Geometrische, Archaïsche, Klassieke en Hellenistische periode.
De Geometrische periode duurt van 1050 v.Chr. tot ongeveer 720 v.Chr. De periode dankt zijn naam aan de decoratie van het Grieks aardewerk, het materiaal dat het best bewaard is gebleven.
De Geometrische periode begint met rijk versierd aardewerk.
De kenmerkende decoratieve motieven zijn banden met meanders en andere geometrische vormen, terwijl vanaf ongeveer 775 v.Chr. de menselijke figuur en enkele dieren (voornamelijk paarden) hun intrede doen.
De Archaïsche periode duurt van 720 v.Chr. tot 480 v.Chr. Deze lange periode kenmerkt zich door de ontwikkeling naar een eigen, Griekse beeldtaal met een steeds grotere natuurgetrouwheid.Achilles en Ajax spelen een bordspel (zwartfigurig)
Het offer van Polyxena
De dood van Priamus, de koning van Troje, en zijn kleinzoon Astyanax, de zoon van Hector
Achilles doodt Penthesilea
Helana en Andromache
Klassieke periode (480 – 323 v.c.)
De schilder Ganymedes
ca. 500-490 v.C.
In de Archaïsche kunst werd een figuur frontaal of in zijaanzicht werd weergegeven; de Klassieke kunst kende deze beperkingen niet. Daardoor worden de figuren levensechter uitgebeeld.
Achilles doodt Hektor
Menelaos ontmoet zijn vrouw Helena, na de val van Troje. Hij was van plan haar te doden, maar als hij haar ziet wordt hij op slag weer verliefd op haar en laat hij zijn zwaard uit zijn handen vallen.
Briseis, de oorlogsbuit van Achilles, wordt hem ontnomen.
Achilles krijgt nieuwe wapens, nadat zijn vriend ze in de strijd had verloren.
De godin ‘Twist’ wordt niet uitgenodigd voor een godenvergadering. Uit wraak gooit zij een appel in deze vergadering en roept: “Voor de mooiste”! Drie vrouwen dingen mee. De Trojaanse prins Paris moet kiezen. Hij kiest de godin die hem de mooiste vrouw van de wereld (Helena) belooft.
Helana en Paris ontmoeten elkaar. Helena laat zich schaken. De Trojaanse oorlog kan beginnen.
Het huwelijk van Paris
Odysseus is (naakt) aan land gespoeld en ontmoet de mooie prinses Nausikaa. Zij geeft hem te eten en kleren en wijst hwm de weg naar het paleis van haar vader, de koning van de Faiaken.
De beroemdste Griekse schilder was Apelles. Sommige schilders volgden Apelles ook daadwerkelijk na door de meer uitvoerige beschrijvingen van zijn werken na te schilderen. Bekend is bijvoorbeeld “De Geboorte van Venus” van Botticelli, die een reconstructie is van de “Venus Anadyomene”, die beschreven was door Philostratus.
De Geboorte van Venus
De dood van Alexander de Grote (323 v.Chr.) wordt gezien als de overgang van de Klassieke naar de Hellenistische periode (tot 27 v.Chr.). In de hellenistische kunst kende de Oud-Griekse kunst haar hoogtepunt.
Artemis Ephesia
Artemis was de beschermgodin van Ephesia.