Go to content Go to navigation Go to search

Michelangelo · May 10, 11:14 AM by Ad van den Ende

Michelangelo (1475 – 1564 )

De vader van Michelangelo, Lodovico, stamde af van een welvarende koopmansfamilie uit Florence.

Florence rond 1500 door Francesco di Lorenzo Rosselli.

Als kind werd Michelangelo aan een min toevertrouwd. Omdat de min de vrouw van een steenhouwer was werd Michelangelo al heel jong vertrouwd met het steenhouwen
Michelangelo was zes jaar oud toen zijn moeder stierf.

Michelangelo had als jongetje maar weinig belangstelling voor school; hij bracht zijn tijd liever door met tekenen. Zijn uitzonderlijke talenten bleken reeds op jonge leeftijd.
Zijn vader had weinig begrip voor de plannen van zijn zoon. De sociale status van het kunstenaarsberoep was niet hoog. Toch zette Michelangelo zijn plannen door. Op zestienjarige leeftijd ging hij in de leer bij de schilder Domenico Ghirlandaio. Een jaar later ging hij studeren bij de beeldhouwer Bertoldo di Giovanni, voormalig pupil van Donatello.

Van zijn 20e tot zijn 22e stond hij onder bescherming van Lorenzo de Medici (beeld van Andrea del Verrocchio), genaamd Il Magnifico (de prachtlievende)

In die jaren verkeerde Michelangelo in kringen van vooraanstaande geleerden en dichters.

Onder hun invloed maakte hij het beeldhouwwerk De centaurenstrijd

Het verhaal luidt als volgt:

“De Lapithen en de Centauren waren zeer vaak in burenruzies verwikkeld. Toch kwamen ze tot een vredesverdrag, waardoor de rust terugkeerde.
Toen de Lapithen de bruiloft van hun koning wilden vieren, nodigden ze de Centauren uit. Door overmatig wijngebruik kwamen de Centauren op dreef: ze vergrepen zich aan de Lapithenvrouwen en wilden de bruid, Hippodameia, ontvoeren. Er ontstond een hevige strijd tussen beide volkeren, die uiteindelijk beslecht werd in het voordeel van de Lapithen….” (Wikipedia, ingekort)

Bologna

Na de dood van Lorenzo de’ Medici kwam Florence in de greep van de monnik Girolamo Savonarola. Deze was fel gekant tegen alle pracht en praal en tegen de invloed van de klassieken. Hij bepaalde het culturele klimaat in de stad. In een grote brandstapel liet hij boeken, niet-godsdienstige schilderijen en luxe voorwerpen verbranden.

Michelangelo ontvluchtte zijn stad en vertrok naar Bologna. Daar trok hij voor een jaar in bij de adellijke Gianfrancesco Aldovrandi.
In Bologna schiep Michelangelo de
Engel met kandelaar
en de beelden van Sint Proculus
en Sint Petronius .

Eerste verblijf in Rome

Na een kortstondige terugkeer in Florence vertrok Michelangelo naar Rome.
Toen hij de stad binnen reed schrok hij. “Het stonk er naar de hopen afval. (…) De straten die zij volgden waren smal en de keien waren kapot. (…) Meer dan de helft van de huizen waar hij langs reed was uitgebrand. Geiten zwierven tussen de puinhopen. (…) De stad, die de bakermat was van het christendom, bleek een mesthoop en een vuilnisbelt te zijn.” (Irving Stone)

De antieke kunstschatten in Rome maakten veel goed. Deze oefenden een geweldige aantrekkingskracht op hem uit.
In Rome maakte hij zijn eerste Romeinse werken: zijn beeld van
Bacchus
en de beroemde Pietà

Pietà (detail).

Dit beeld maakte zeer veel indruk. Toen de troepen van Karel V Rome veroverden en alles kort en klein sloegen lieten zij dit beeld met rust.
Dat Maria er zo jeugdig uitzag verklaarde Michelangelo uit het feit dat zij maagd was; daardoor was zij minder snel verouderd, meende hij.

Terug in Florence

Toen Michelangelo 26 was keerde hij terug naar Florence. Daar trof hij een sterk verbeterd politiek klimaat aan. Er brak een vruchtbare periode aan voor Michelangelo waarin hij belangrijke opdrachten kreeg. De roem van de Pietà was ook tot Florence doorgedrongen.

De stad Florence gaf hem de opdracht uit een blok marmer van bijna zes meter hoog een standbeeld te maken van David als symbool van de republikeinse waarden moed en standvastigheid.

We zien David met een slinger over zijn schouder, klaar om de reus Goliath tegemoet te gaan.
David.

Dit beeld maakte een geweldige indruk op de inwoners van Florence. Zij noemden het ‘de reus’, en spraken van ‘de tijd vóór’ en ‘de tijd ná de reus’.

Voor een bevriend echtpaar maakte hij de doni tondo . In Florence was de ronde vorm voor de voorstelling van de Heilige Familie populair. Hier zien we de plastische vormen van Michelangelo’s schilderstijl.

Samen met Leonardo da Vinci werd hij gevraagd voor de uitvoering van twee grote muurschilderingen in het Palazzo Vecchio.
Leonardo wilde een schildering maken van De slag bij Anghiari .
Vanwege technische problemen heeft hij dit niet afgemaakt.

Michelangelo tekende de
Slag bij Cascina . Deze tekening maakte zeer veel indruk. Ook de schilder Perugino kwam kijken. Hij was uiterst verontwaardigd en noemde het ‘beestachtig’. “In mijn werk liggen verfijning, smaak, waardigheid…” zei hij. “Dit is liederlijkheid op elke vierkante centimeter!”
De jonge kunstenaars dachten daar anders over. Zij liepen weg bij Perugino om deze tekeningen na te tekenen. Perugino’s kunst vonden ze verouderd.
Michelangelo kon de schildering niet afmaken omdat hij door paus Julius II naar Rome werd geroepen.

Tweede verblijf in Rome

In 1505 werd Michelangelo door paus Julius II naar Rome gehaald om diens grafmonument te ontwerpen en uit te voeren.
“Michelangelo hoefde slechts de Porta del Populo binnen te komen om te zien en te ruiken dat er opvallende veranderingen hadden plaatsgegrepen. De straten waren schoongespoeld. Verscheidene van de stinkende forums waren bedekt met steenslag. Gapende muren en verlaten huizen waren neergehaald zodat de straten verbreed konden worden. De Via Ripetta was opnieuw geplaveid en de varkensmarkt was verwijderd van het Forum Romanum. Een aantal nieuwe gebouwen was in aanbouw.” (Irving Stone)

De Laocoöngroep

In 1506 werd het toentertijd beroemdste beeld uit de oudheid, de Laocoöngroep, opgegraven. Michelangelo was daarbij aanwezig. Deze beeldengroep was omstreeks 25 voor Christus door drie beeldhouwers op het eiland Rhodos vervaardigd. Het stelt de Trojaanse priester Laocoön en zijn twee zonen voor in een gevecht op leven en dood met een aantal grote zeeslangen. Apollo had deze op hen afgestuurd omdat Laocoön de Trojanen afraadde het houten paard de stad binnen te halen. “Ik vrees de Grieken ook als zij geschenken brengen!” Michelangelo was diep onder de indruk van het beeld. De kronkelende houding en expressieve uitdrukking van de drie mannelijke figuren had een grote invloed op zijn werk.

Het grafmonument van paus Julius zou veertig grote beelden moeten bevatten. Dat zou voor Michelangelo een levenswerk geweest zijn.
Dit project werd, met verscheidene onderbrekingen en aanpassingen, pas in 1545, 32 jaar na het overlijden van de paus, voltooid, op veel kleinere schaal.

Het Grafmonument van paus Julius II
Alleen de onderste drie beelden zijn door Michelangelo gemaakt. Het middelste van deze drie was de beroemde Mozes.

Mozes (ca 1516)

De uitvoering van dit grafmonument zou uiterst kostbaar zijn geweest. Dat geld had de paus nodig voor de bouw van de Sint Pieter.

Michelangelo kreeg de opdracht voor fresco’s op het plafond van de Sixtijnse Kapel in Rome. Hij protesteerde. “Ik ben beeldhouwer, geen frescoschilder!” zei hij. Dat was waar. Het enige dat hij van fresco schilderen wist had hij opgestoken in het ene jaar dat hij les kreeg van Ghirlandaio.

Het kan zijn dat paus Julius gehoord had van Michelangelo’s ‘Slag bij Cascina’. Hij achtte hem in ieder geval in staat deze opdracht uit te voeren. Hij kwam Michelangelo in zoverre tegemoet dat hij zelf het onderwerp mocht kiezen. Paus Julius had voorgesteld om de twaalf apostelen uit te beelden, en dat aan te vullen met geometrische figuren. Michelangelo vond dat een cosa povera (armzalig geval). Hij koos voor de onderwerpen: de zondvloed en het scheppingsverhaal. Die onderwerpen zouden hem, net als bij de Slag bij Cascina, in staat stellen zich toe te leggen op de menselijke gestalte.

We mogen aannemen dat ook theologen hun gedachten hebben laten gaan over deze onderwerpen. Tot nu toe gingen schilderingen over onderwerpen uit het Nieuwe Testament. De niet-geletterde mensen kenden deze onderwerpen. De uitbeelding daarvan herinnerde de mensen aan deze onderwerpen. Kort daarvoor was de eerste Italiaanse bijbelvertaling verschenen, zodat mensen geleidelijk ook met de verhalen uit het Oude Testament vertrouwd raakten. De afbeeldingen op het plafond van de Sixtijnse kapel zouden hen daaraan herinneren.

Nadat het plafond door de medewerkers was afgeschraapt en gereed gemaakt voor beschildering, en Michelangelo de eerste tekeningen gereed had, werd er met het werk begonnen. Dat was in het najaar van 1508. Ondanks zware regens, gevolgd door de ijzige kou van de transmontana, werd er hard gewerkt. In het begin waren er ernstige technische problemen. Een vriend van Michelangelo vond de oplossing hiervoor.

Vanaf de ingang van de kapel werd begonnen, en wel met De Zondvloed.
Dit verhaal herinnerde hem waarschijnlijk aan de preken van Savonarola. Deze waarschuwde in zijn preken vaak voor een komende zondvloed.

De dronkenschap van Noach

( Verhaal van de dronkenschap van Noach )

De zondvloed

( Verhaal van de zondvloed )

Het offer van Noach

( Verhaal van het offer van Noach )

De zondeval

( Verhaal van de zondeval )

De schepping van Eva

( Verhaal van de schepping van Eva )

De schepping van Adam

( Zeven-dagen-verhaal van de schepping)

De schepping van Adam is de beroemdste afbeelding in de Sixtijnse kapel. De liggende Adam wordt tot leven gewekt door een lichte aanraking van de top van Gods wijsvinger. Dit beeld is misschien geïnspireerd door de hymne ‘Veni Creator Spiritus’ (‘Kom scheppende Geest’. )

De scheiding van water en land

De schepping van de zon, de maan en de planeten

De scheiding van donker en licht

De sibillen

In de Middeleeuwen kregen de Sibillen een vaste plaats in de Christelijke kunst. Zij zouden de komst van Christus hebben voorspeld.

De Delphische Sibille

De Delphische Sibille zou het verraad van Christus, de bespotting door de soldaten en de doornenkroon hebben voorspeld.

Sibille van Cumae

De Sibille van Cumae was de belangrijkste profetes van de oude Romeinen. Zij voorspelde dat er een kind geboren zou worden dat de wereld vrede zou brengen, en de terugkeer van een gouden eeuw zou bewerkstelligen. Augustinus en andere theologen gaven aan deze profetie een christelijke draai.

Op 15 augustus 1510 (Maria Hemelvaart) werd het eerste gedeelte van de schilderingen plechtig getoond. Alle mensen waren volkomen verbluft ‘door de nieuwe, opzienbarende manier van schilderen’.
Vasari schreef: “Ieder detail is een reflectie van Michelangelo’s genialiteit, en ieder onderdeel is zichtbaar geïnspireerd en boven alle lof verheven.”

Ook Rafaël was onder de indruk. Hij was er zich van bewust dat zijn kunst de apotheose was van de kunst van Perugino, Ghirlandaio en Leonardo, maar dat Michelangelo’s werk in de Sixtijnse kapel een heel nieuwe richting betekende.
Hij zou graag het tweede gedeelte gedaan hebben. Dat zou door heel wat meer mensen gezien worden dan de fresco’s die hij in de pauselijke vertrekken schilderde.

Desiderius Erasmus uit Rotterdam ging in 1509 naar Rome om door de paus gedispenseerd te worden van de schandvlek van een onwettige geboorte. Die dispensatie kreeg hij. Maar verder had hij weinig positiefs over Rome mee te delen.
In zeven dagen schreef hij er een boek over. “De Lof der Zotheid’, een vernietigende satire over verdorven hovelingen, smerige en domme monniken, inhalige kardinalen, aanmatigende theologen, langdradige predikers en geschifte profeten die beweerden in de toekomst te kunnen zien, was in elk geval voor een deel gericht tegen de cultuur die bestond in het Rome van Julius II en diens kardinalen.” (King Ross)

Het Laatste Oordeel 1536 -1541

Paus Paulus III gaf Michelangelo de opdracht de altaarwand van de Sixtijnse kapel te beschilderen met Het Laatste Oordeel. Dit adembenemende schouwspel werd voornamelijk geïnspireerd door de hymne ‘Dies irae’ (Dag van toorn) en door Dantes inferno. Michelangelo had dit zo vaak gelezen dat hij het bijna van buiten kende.
Michelangelo besloot het geheel zelf te doen, zonder hulp van assistenten.

Toen het gereed was vonden velen het vele naakt in deze gewijde omgeving ongepast. Na het overlijden van Michelangelo werden de naakte figuren van lendedoeken voorzien.

Het Laatste Oordeel (detail)

Christus als opperrechter

In het onderste gedeelte schilderde Michelangelo de verdoemden die naar de hel werden gesleurd.

Het Laatste Oordeel (Een verdoemde)

reageer [2]

Titiiaan en Rafaël · May 1, 08:27 PM by Ad van den Ende

Titiaan (ca. 1487/ 90 – 1576)

De jonge Titiaan

Titiaan was de grootste schilder van de Venetiaanse school. Vermoedelijk was hij eerst leerling van Gentile Bellini en later van diens broer Giovanni; hij lijkt ook sterk beïnvloed te zijn door Giorgione (circa 1477-1510).

Vasari beschreef Giorgione als een romanticus en beschouwde hem als een van de voortrekkers van de ‘moderne’ kunst.

De storm

In dit schilderij van Giorgione zijn landschap en stemming de belangrijkste onderwerpen. Dit was revolutionair. Het had grote invloed op het werk van Titiaan.

Titiaan liet soms zijn dochter Lavinia model staan. Dat zien we in
Lavinia met een fruitschaal .

In een variatie op dit werk verschijnt ze in dezelfde houding, maar dan als Herodes’ dochter Salomé, met het hoofd van Johannes de Doper op de schaal.

Titiaan liet een enorme hoeveelheid werk na. Hij blonk uit in bijna elk genre. Tot zijn meesterwerken behoren portretten, religieuze onderwerpen en erotische werken uit de mythologie.

Salomé met hoofd van Johannes de Doper

Op de bruiloft van Herodes heeft Salomé zo mooi gedanst dat zij een wens mag doen. Op aanraden van haar moeder vraagt zij het hoofd van Johannes de Doper. Deze had geprotesteerd tegen het onwettige huwelijk van Herodes met Salomé’s moeder.

Noli me tangere (1508)

De evangelist Johannes vertelt dat Maria Magdalena op de tweede dag na de kruisiging wenend bij de graftombe staat als zij ontdekt dat deze leeg is. Wanneer zij zich omdraait ziet zij Jezus, maar zij denkt dat het de tuinman is. Dan roept Jezus haar bij haar naam: “Maria!”, en herkent zij Jezus. Zij wil hem aanraken, maar Jezus vraagt haar dat niet te doen (“Noli me tangere : Raak me niet aan, alsjeblieft.”) Hij trekt zijn gewaad terug uit de handen van Maria.

Portret van een man (ca. 1508 – 1512)

Het kan zijn dat dit een portret is van de dichter Ariosto, maar het kan ook een zelfportret zijn. De geportretteerde kijkt heel zelfverzekerd. Het lijkt of de blauwe mouw uit het schilderij naar voren steekt.

Heilige en Aardse Liefde (ca. 1514 – 1515)

De betekenis van dit schilderij is onzeker. In de achttiende eeuw dacht men dat het een voorstelling was van de hemelse liefde links, en de aardse liefde rechts. Twee figuren zijn zeker: de vrouw rechts is Venus, het jongetje met zijn hand in het water is Cupido.
Titiaan schilderde dit werk voor Nicolo Aurelio, secretaris van de Raad van Tien in Venetië. De vrouw links zit wellicht bij de Venusfontein te mijmeren over de aard van de liefde.

De Hemelvaart van Maria (ca. 1516 – 1518)

Op dit altaarstuk zien we Maria in een gouden aureool van licht opstijgen naar de hemel, terwijl de apostelen haar verbijsterd nakijken. Het rood van de gewaden van de apostelen komt terug in het karmozijnrood van Maria’s gewaad, en in de mantel van God boven haar. Dit geeft de hele compositie een opwaartse tendens.

Flora (ca. 1520)

Flora was de Romeinse godin van de lente en de bloemen.
Dit portret vertegenwoordigt hetzelfde schoonheidsideaal als de twee vrouwen in ‘Heilige en Aardse Liefde’.

Bacchus en Ariadne ca. 1520 – 1523

Ariadne, de dochter van koning Minos op Kreta, is verlaten door haar minnaar, de Atheense koningszoon Theseus. Zij heeft, met haar draad, Theseus geholpen uit het labyrint te komen nadat hij de Minotaurus heeft gedood. Hier ontmoet de eenzame Ariadne de wijngod Bachhus en diens brassende gevolg.
Dit was een schilderij voor Alfonso d’Este. Deze had een kleine dierentuin met twee jachtluipaarden. Die zien we hier tussen Bacchus en Ariadne.

Maria Magdalena (ca. 1535)

Deze sensuele kijk op een stichtelijk onderwerp werd door Titiaans atelier gekopieerd en aan de lopende band geproduceerd.

De jonge Engelsman (ca. 1540 – 1545)

Titiaan had de reputatie dat hij de beste portretschilder van Europa was. Dit portret is een van zijn indringendste karakterstudies.

De Graflegging

Het door een zonsondergang gedramatiseerde landschap verraadt de hand van Titiaan. Het ritme verbindt de ene figuur met de andere; daardoor voelt de toeschouwer zich meer bij de gebeurtenis betrokken.

In 1514 ging Titiaan voor de hoven werken.
In de jaren 1530 werkte hij ook voor het hof in Urbino, waar hij onder meer het naakt ‘Venus van Urbino’ maakte.

Venus van Urbino (ca. 1538)

Dit schilderij is nooit in Urbino geweest, en het stelt ook niet de godin van de liefde voor. Het is waarschijnlijk gewoon een afbeelding van een mooie vrouw. “Ze staart kalm en verleidelijk naar de toeschouwer, in een stemming van gedeelde intimiteit.” (Meesters)

De oudere Titiaan

Paus Paulus III (1548)

De paus met zijn neven Alexander en Octavianus. Men heeft dit wel – en terecht – een ‘document humain’ genoemd.

In 1532 kwam Titiaan in contact met keizer Karel V, die Titiaan in de adelstand verhief en tot hofschilder benoemde.

Portret van Karel V (1548)

Dit schilderij werpt licht op de eenzaamheid van de machtigste man van Europa.

Karel V te paard . (ca. 1548)

Dit is een portret van Karel V ter ere van zijn beroemde overwinning in de slag bij Mühlberg. Het
mooie landschap op de achtergrond maakt duidelijk waarom Titiaan werd geprezen om zijn vaardigheid om de natuur weer te geven.

In 1545-46 bezocht Titiaan Rome, wat hem inspireerde tot mythologisch werk als ‘Danaë’ en de ‘Ontvoering van Europa’.

Danaë (ca 1553 – 54)

Jupiter tracht de mooie Danaë te verleiden door een regen van goud.

De ontvoering van Europa (1559 – 62)

De onverzadigbare Zeus, in de gedaante van een stier, ontvoert de mooie Europa. Vanaf het strand kijken haar vriendinnen hulpeloos toe. Een gevleugeld kind ( “Putto” ) achtervolgt het stel, zittend op een vis.

Zelfportret (Vóór 1570)

Waarschijnlijk is dit Titiaans laatste zelfportret. Het licht-donker loopt vooruit op de schilderstijl van Rembrandt.

De kruisafname

Het is gemaakt circa 1575. Het schilderij is in een Maniëristische schilderstijl en beeldt Maria uit met het dode lichaam van Jezus. Ook zien we Nicodemus en Maria Magdalena.

Tarquinius Superbus en Lucretia

Tarquinius Superbus werd vooral berucht door zijn verkrachting van Lucretia, de vrouw van Lucius Tarquinius Collatinus, na een nachtelijke discussie rond het haardvuur. Vandaar de donkere achtergrond.

In Rome ontmoette Titiaan Michelangelo. Deze bewonderde het werk van Titiaan, maar hij vond het jammer dat Titiaan bij het schilderen niet van een tekening uitging. Michelangelo deed dat wel; Titiaan ging uit van kleur.

Titiaan was een perfectionist, die vaak een schilderij maandenlang niet aanraakte, waarna hij het opnieuw zeer kritisch bekeek en dingen die hem niet aanstonden zorgvuldig verbeterde.

Toen Titiaan op bijna negentigjarige leeftijd stierf was hij een van de beroemdste kunstenaars van Europa.

Rafaël (1483-1520)

Rafaël leerde de eerste schilder-vaardigheden van zijn vader, de schilder Giovanni Santi. Op zeventienjarige leeftijd ging Rafaël in de leer bij Pietro Perugino, destijds een van de belangrijkste schilders van Italië.

Overhandiging van de sleutels van het hemelrijk

De sleutels van het hemelrijk worden aan Petrus overhandigd. Een schilderij van Pietro Perugino.

In het begin was de invloed van de Perugino-school zeer groot. Dit is duidelijk te zien in Rafaëls eerste belangrijk werk ‘De verloving van Maria ’ uit 1504. De achtergrond en het menselijke schoonheidsideaal lijken afkomstig van Perugino.

De verloving van Maria (1504)

Hier laat Rafaël zien dat hij zeer veel geleerd heeft van Perugino, en hem, met zijn heldere compositie en gevoelige stijl, al vroeg is voorbijgestreefd. De staf van Jozef gaat bloeien; dat is het teken dat God hem voorbestemd heeft om de man van Maria te worden. Rechts breekt een afgewezen minnaar zijn staf.

Portret van Baldassare Castglione

Baldassare Castglione was de schrijver van ‘De Hoveling’, over het ideaal van de perfecte hoveling.

Dit boek beschreef diens ideale kwaliteiten. “Rafaëls werken lijken met hun rust en evenwicht dezelfde hoofse idealen uit te dragen.” (Meesters)

Toen hij 21 was ging Rafaël naar Florence. De kunst van Leonardo en Michelangelo hadden grote invloed op hem. Van Da Vinci nam hij bijvoorbeeld versluiering door sfumata over.
In zijn Florentijnse periode schilderde hij hoofdzakelijk Madonna’s.

Madonna zittend op stoel

Deze Madonna toont aan hoe vaardig Rafaël is in een tondo of cirkelvorm.

De Madonna del Granduca (ca. 1506)

Rafaël plaatste Maria en kind tegen een zeer donkere achtergrond. Zo schiep hij een van zijn eenvoudigste en meest gedenkwaardige afbeeldingen.

Portret van Agnoli Doni (ca. 1506)

Agnolo Doni was gierig, maar gaf wel geld uit aan schilderijen en beelden. Maar ook hier probeerde hij te besparen wat hij kon. Rafaël heeft zijn gierige instelling hier mooi weergegeven.

Madonna met de distelvink (1507)

De distelvink zou een doorn uit het hoofd van de lijdende Christus hebben getrokken, en daarbij bespat zijn met een druppel bloed. Zo zou hij aan zijn karakteristieke rode vlak zijn gekomen.

De graflegging (1507)

Rafaël had hier uitzonderlijk veel tekeningen voor gemaakt, maar desondanks is het hem niet gelukt eenheid in de compositie te brengen. Dat zou hem later wel lukken. Over de schoonheid van de figuren en het landschap is iedereen het wel eens.

In 1508 ontbood paus Julius II Rafaël naar Rome. Daar schilderde hij fresco’s in het Vaticaanse paleis.
In het Vaticaanse paleis beschilderde Rafaël de plafonds en de muurvlakken van een aantal pauselijke zalen (stanze).

De Stanza della Segnatura werd tussen 1509 en 1511 als eerste van fresco’s voorzien. De onderwerpen hebben betrekking op de aanvankelijke bestemming van de ruimte als bibliotheek. Theologie, filosofie, het recht en de kunsten staan centraal; deze werden beschouwd als de disciplines van humanistische geleerdheid.

School van Athene (1509 – 11)

School van Athene (detail)

Dit is een van de belangrijkste werken van de Renaissance. In het midden zien we Plato en Aristoteles met elkaar in gesprek. Dit werk symboliseert de zoektocht naar de waarheid.

De rust in de fresco’s van de Stanza della Segnatura vormt een groot contrast met de dramatisch expressieve fresco’s in aangrenzende vertrekken. Onder invloed van Michelangelo’s plafondschilderingen in de Sixtijnse kapel werden Rafaëls figuren krachtiger en volumineuzer.

De Sixtijnse Madonna (ca. 1513)

Dit is Rafaëls origineelste Madonna-met-kind-schilderij. Links zien we de heilige Sixtus met de gelaatstrekken van Paus Julius II; rechts is de heilige Barbara afgebeeld. Tussen hen in zweven de Maagd en het kind. Onderin kijken putti’s verbaasd toe.

Na Bramante’s dood in 1514 belaste Paus Leo X Rafaël met de leiding over de bouw van de Sint-Pieter. In 1515 werd hij bovendien ‘hoofdintendant van de straten van Rome’. Deze functie hield zowel verantwoordelijkheid in voor de aanleg van de stad als het toezicht op de opgravingen en metingen van ruïnes.

Vanwege deze vele werkzaamheden moest Rafaël veel leerlingen en assistenten aannemen. In de loop van de tijd liet hij de uitvoering van zijn ontwerpen steeds meer aan assistenten over.
Van de Transfiguratie was echter relatief veel door hem zelf geschilderd.

De transfiguratie

Dit is Rafaëls laatste grote werk. Het was nog niet klaar toen hij stierf. Zijn medewerkers hebben het afgemaakt.
Rafaël spaarde hier geen moeite om te bereiken wat Vasari de ‘ultieme perfectie’ noemde.
Bovenaan zweeft Christus tussen Mozes en Elia. Drie apostelen zijn daarvan getuige.
Onder brengen mensen een door de duivel bezeten jongen naar de discipelen voor genezing.

Rafaël wordt beschouwd als één van de drie grootste schilders van de Hoge Renaissance. Hij heeft naturalisme overeen weten te brengen met evenwicht en symmetrie.

Rosso Fiorentino en Jacopo Pontormo · Apr 26, 04:15 PM by Ad van den Ende

Rosso Fiorentino

Zijn naam Rosso Fiorentino (Rode Florentijn) is een bijnaam die hij kreeg vanwege zijn rode haar.
Hij was een van de hoofdpersonen van het vroege Maniërisme in Florence. Zijn opleiding volgde hij bij Andrea del Sarto.

Hemelvaart van Maria (1513 – 17)

Dit schilderij demonstreert het polemische karakter van Rosso. Zijn personages hebben “wrede en wanhopige voorkomens” zegt Vasari.

In de eerste werken van Rosso Fiorentino, waaronder De tenhemelopneming van Maria (te zien in de Sant’Annunziata, Florence) kan men nog duidelijk de invloeden van Jacopo da Pontormo en Andrea del Sarto zien.

In 1521 schilderde hij zijn meesterwerk: de grote Kruisafneming.

Kruisafneming
1521. Olie op hout

Kruisafneming (detail 1)

Kruisafneming (detail 2)

Rosso Fiorentimo ging heel anders te werk dan Leonardo da Vinci en Rafaël. Er is weinig verband tussen de armen en benen en de lichamen waar ze bij horen; gewaden hebben structureel weinig te maken met de figuren die er in gehuld gaan. De krachtige penseelvoering op het gladde houten oppervlak heeft wel een hoge kwaliteit. Hij paste de verf heel dun en vloeiend toe, anders dan zijn Venetiaanse tijdgenoten, die dikke lagen verf gebruikten.

De in Florence geboren schilder vertrok in 1523 naar Rome.

Mozes verdedigt de dochter van Jetro (circa 1523)

Jetro is een figuur uit de (Hebreeuwse) Bijbel. Hij was een Midjanietische priester. De zeven dochters van Jetro, waaronder Zippora, de latere vrouw van Mozes, werden op een dag aangevallen terwijl ze de drinkbakken van het vee wilden verversen. Een paar herders wilden hen verjagen. Maar dan komt Mozes redding brengen; hij valt de herders aan. Nadien helpt hij de meisjes nog met het verversen van het water.
Fiorentino gebruikte zachte kleuren in zijn schilderij. Verticalen zijn moeilijker te vinden, waardoor het schilderij niet zo evenwichtig is wat normaal wel zo was in de renaissance. (Wikipedia)

De Bruiloft van Maria

In tegenstelling tot wat gebruikelijk is schildert Rosse Fiorentino Jozef even jeugdig als Maria. De jonge vrouw achter Maria en de jongeman achter Jozef kijken teleurgesteld toe.

Rosso verliet Rome na de verschrikkelijke plundering door de troepen van Karel V in 1527 en trok daarna door verschillende steden om te schilderen. Uiteindelijk belandde hij in Frankrijk waar hij in 1532 de hofschilder werd van de koning van Frankrijk, Frans I.
Rosso stond aan de wieg van de maniëristische stroming in Fontainebleau. Deze stroming wordt algemeen de School van Fontainebleau genoemd. Maar daarnaast beïnvloedde hij ook andere artistieke stromingen zowel in Frankrijk als in Italië.

Jacopo Pontormo (1495 – 1557)

Pontormo was een geniale maar zeer onevenwichtige kunstenaar. Hij was de hoofdpersoon in de wending van de Florentijnse Hoogrenaissance naar het Maniërisme. Hij was een van de oorspronkelijkste schilders van de Renaissance.
“Pontormo biedt de moderne toeschouwer een uiterst persoonlijke, excentrieke, maar toch subtiele kunst gebaseerd op kundig tekenwerk, de gecultiveerde gevoeligheid van een uniek kolorist en een fantasierijk gevoel voor vorm.” (Beck)

Visitatie (1514 -16)

Jacopo werd beïnvloed door Rafaël. Ook diens ‘School van Athene” speelt zich af op een verhoging.
De school van Athene
Dit Fresco geeft de ontmoeting tussen Maria en haar nicht Elisabeth weer. De engel Gabriël had aan Maria meegedeeld dat ook Elisabeth zwanger was. Haar kind was Johannes (de Doper).
“Er is een element van verfijning en elegantie in dit werk van Pontormo, zowel in de poses van de figuren als de architectonische achtergrond.” (Beck)

Pucci-altaarstuk (518)

Pontormo kiest voor een plat vlak, en vult het gehele beeldvlak. De jonge Joannes wijst naar Jezus.
Dit schilderij staat aan het begin van een ontwikkeling die drie decennia zou duren.

Vertumnus en Pomona (detail) (1519 -21)

Vertumnus was verliefd op Pomona, en nam allerlei gedaantes aan om maar bij haar in de buurt te kunnen komen.
Dit fresco schilderde Pontormo voor het landhuis van de Medici’s.

Christus voor Pilatus (1523 -25)

Pontormo schilderde een fresco-cyclus voor een kloostergang. Deze cyclus had een grote religieuze kracht. Hier zien we Christus voor Pilatus.

Graflegging ca 1525

Graflegging (detail)

Pontormo was zich er van bewust dat zijn schilderij van dichtbij zou worden bekeken. “Daarom gaf hij de vormen een idee van nabijheid dat hij benadrukte door lichte, transparante kleuren. (…) Het schilderij toont Pontormo’s karacht als tekenaar, vooral in zijn uitvoering van vormen: de contouren: de handen en de gelaatstrekken van de figuren zijn perfect weergegeen.” (Beck)

Boodschap aan Maria ca 1525

Dit onderwerp is zelden zo beeldend weergegeven. De engel hangt in de lucht en houdt zijn hoofd wat opzij om mogelijke instructies goed te kunnen horen.

Het martelaarschap van de H.Mauritius en het Thebaanse legioen.

We zien een massaslachting met op de achtergrond een aantal kruisigingen.

Pontormo is mogelijk beïnvloed door zowel Leonardo’s Slag bij Anghiari
als door Michelangelo’s Slag bij Cascina .

Toch bewaarde Pontormo ook hier zijn eigen stijl.

OVERZICHT · Apr 25, 07:55 PM by Ad van den Ende

van de Geschiedenis van de Schilderkunst

Morisot en Renoir

Caillebotte en Cassatt

_REALISME _

Constable en Bonheur

_ Vincent van Gogh in Den Haag en Drenthe _

_Vincent van Gogh in Nuenen en Antwerpen _

ROMANTIEK

_Delacroix _

_Canaletto en Friedrich _

_Tiepolo en Goya _

BAROK

Rubens en Caravaggio

Poussin en Velázquez

Frans Hals

Claude Lorrain en Jacob van Ruisdael

Rembrandt en Vermeer

HET MANIËRISME

Bronzino en Tintoretto

El Greco

DE NOORDELIJKE RENAISSANCE

Jeroen Bosch en Pieter Bruegel

Hans Holbein en Albrecht Dürer

DE ITALIAANSE RENAISSANCE

Andrea Mantegna en Sandro Botticellii

Giovanni Bellini em Leonardo da Vinci

Michelangelo

Titiiaan en Rafaël

Rosso Fiorentino en Jacopo Pontormo

GOTIEK IN ITALIË

Cimabue en Giotto

Pietro Cavallini en Duccio di Buoninsegna

_Simone Martini en Pietro Lorenzetti _

Ambrogio Lorenzetti en Altichiero

Gentile da Fabriano en Masolino da Panicale

VLAAMSE PRIMITIEVEN

Melchior Broederlam, Robert Campin en Jan van Eyck

Hans Memling en Rogier van der Weyden

Dierc Bouts en Hans van der Goes

DE OUDHEID

Byzantijnse kunst

Griekse schilderkunst

Egyptische schilderkunst

Rotsschilderkunst

GOTIEK IN ITALIË · Apr 25, 04:48 PM by Ad van den Ende

Bronnen

Beck, James H, Italiaanse Renaissance-schilderkunst,Kőneman, 1999
Christiansen, Keith, Duccio and the Origins of Western Painting
Gombrich, E.H.,Eeuwige Schoonheid, 1984
Suckale, Robert e.a., Masterpieces of Western Art, Köln, 2002
Vigué, Jordi, Grote meesters van de Westerse schilderkunst, Barcelona, 2003
Zuffi, Stefano en Francesca Castria, Italiaanse Schilderkunst, Kőneman, 1997
Meesters in de schilderkunst, naslagwerk van Marshall Cavendish
Rijksmuseum Amsterdam
Wikipedia

Gotiek

“De Gotische kunst is een verzamelnaam voor de kunstuitingen in de beeldende kunsten in de periode tussen de romaanse kunst en de renaissance, ruwweg van het midden van de twaalfde eeuw tot de eerste helft van de zestiende eeuw.
De term Gotiek werd voor het eerst gebezigd door Giorgio Vasari in zijn Vite.
In Italië komt de gotische schilderkunst pas tegen het einde van de dertiende eeuw op gang met Giotto, Duccio en de Sienese school.

Ondanks het feit dat de frescokunst in Toscane en Rome niet echt aan belang inboette, ontwikkelde de paneelschilderkunst zich daar vroeger dan in Noord-Europa. Maar vanaf het einde van de veertiende eeuw wint de paneelschilderkunst, ook ten noorden van de Alpen, meer en meer aan belang. Dankzij het verblijf van Simone Martini en Lippo Memmi aan het pauselijk hof in Avignon raakte het Italiaanse werk meer en meer in Frankrijk, Duitsland en Midden-Europa bekend. Uit de wederzijdse beïnvloeding van die diverse stijlen ontstond de internationale gotiek.

De internationale gotiek deed zich voor in de West-Europese kunst tussen ruwweg 1380 en 1430. Opmerkelijk in deze stijl is de zachte en ritmische lijnvoering, de slanke proporties van de afgebeelde figuren en de geraffineerde weergave van de plooien in stoffen en kleding. De stijl kenmerkt zich door een nieuwe, meer realistische en gedetailleerde benadering van de natuur. Er is sprake van idealisering van de figuren en de afgebeelde landschappen en gebouwen en een ontwikkeling van het gebruik van perspectief. Ook doet zich een kentering voor van puur-Bijbelse onderwerpen naar meer wereldlijke onderwerpen, een voorbode van de renaissance.” (Wikipedia, ingekort)

reageer

Cimabue en Giotto · Apr 14, 07:28 PM by Ad van den Ende

Cimabue (ca 1240 – ca. 1302)

Cimabue was de belangrijkste kunstenaar van zijn tijd. Hij stond op de overgang van Byzantijnse kunst en natuurgetrouwe kunst.
Hij was de eerste Florentijnse kunstenaar die zich liet inspireren door de kunst uit de oudheid. Hij had in 1272 in Rome gewerkt. In die tijd werden daar door Pietro Cavallini vroeg-christelijke muurschilderingen gerestaureerd. Cimabue heeft die goed bestudeerd en hij heeft die indrukken in zijn kunst verwerkt.
Cimabue wordt gezien als de ontdekker en leermeester van Giotto di Bondone. Giotto ging al jong bij hem in de leer.

Als we het werk van Cimabue en Giotto met elkaar vergelijken zien we hoe radicaal Giotto met de Byzantijnse kunst heeft gebroken.

De Madonna en kind van Cimabue (1280) was stilistisch aanzienlijk beter dan veel vroegere Byzantijnse werken, maar het heeft slechts weinig diepte. Het heeft de conventionele gouden achtergrond, maar de figuren lijken erg tweedimensionaal, zoals die op speelkaarten.

In de Ognissanti Madonna van Giotto zien we wel diepte. De Madonna zit stevig op een driedimensionale troon. De figuren nemen veel meer ruimte in dan die van Cimabue. De knielende engelen op de voorgrond geven een gevoel van afstand tussen hen en de tronende Madonna.

We weten maar weinig over het leven van Cimabue en over zijn werken. Het is wel bekend dat hij opdracht kreeg om fresco’s te schilderen voor de basiliek van St. Franciscus van Assisi. Van die fresco’s is helaas weinig overgebleven.

St. Franciscus van Assisi

Toen hij jong was leefde hij, volgens zijn eerste biograaf, als een wildebras. Hij gaf, volgens hem, veel geld uit aan drank en kleding.
Bij een veldslag tussen Assisi en Perugia, in 1202, werd hij krijgsgevangen gemaakt. Na een jaar kwam hij vrij. Hij werd toen ernstig ziek. Toen hij weer bijna beter was werd hij getroffen door het leed van de melaatsen. Zij werden in die tijd uit de samenleving verstoten. Hij bekeerde zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen. In 1205 meende hij een visioen te zien in een vervallen kerkje, en Jezus te horen zeggen: “Franciscus, herstel mijn huis.” Vanaf die tijd wijdde hij zich aan de melaatsen, aan het herstellen van kerkjes en aan het gebed.
Mensen die een visioen meenden te zien hadden het moeilijk in die tijd. Vaak werden zij tot ketters verklaard en zwaar gestraft. Franciscus had geluk: zijn bisschop en de toenmalige paus, Innocentius III, hadden vertrouwen in hem. De paus raadde hem aan een congregatie te stichten.
Dat werd de congregatie van de Franciscanen, die sterk de nadruk legde op gehoorzaamheid, kuisheid en armoede.

Franciscus leidde een leven dat de mensen geweldig aansprak. Tot die tijd waren zeer veel mensen op het platteland nog heidens. Na hem veranderde dat. Franciscus heeft van de Kerk een echte volkskerk gemaakt. Hij was de man die na Paulus het meest gedaan heeft om de christelijke godsdienst te verspreiden. Mensen zagen in Franciscus een tweede Christus.

In de dertiende en veertiende eeuw was de kunst vooral religieus. Opleving van de godsdienst betekende ook opleving van de kunst. Er werden zelfs schilderijen gemaakt van de plaatsen waar Franciscus geweest was.

St. Franciscus van Assisi

Er was in die tijd ook veel weerstand tegen Franciscus en tegen zijn orde. Dat was waarschijnlijk de reden dat hij in dit schilderij werd voorgesteld als een hemelse, en dus ook onschendbare, figuur.
Schilders vergrootten de eerbied voor Franciscus.

Cimabue schilderde al fresco’s voor de basiliek van St. Franciscus in Assisi. Giotto heeft er nog meer aan gedaan om de eerbied voor Franciscus te vergroten.

Giotto en Franciscus

Franciscus ontdoet zich van zijn kleren .

Door zich van zijn kleren te ontdoen gaf Franciscus aan volledig afstand te nemen van zijn vader. Zijn bisschop was hierbij aanwezig. Met zijn mantel bedekte hij de naaktheid van Franciscus.

Franciscus spreekt tot de vogels .

Hij zegt dat zij ter ere van God moeten zingen.

De grote waardering van Franciscus voor de natuur, als schepping van God, heeft op schilderkunstig gebied grote gevolgen gehad.

Franciscus ontvangt de stigmata .

De stigmata zijn de wonden in handen en voeten die Christus heeft opgelopen toen hij aan het kruis werd genageld.

Iemand spreidt zijn mantel voor Franciscus uit

De broeders rouwen om Franciscus (detail) 1325 Bardi kapel, Santa Croce, Florence

De kale plek geeft aan waar ooit een graftombe tegen de muur aan gebouwd was. De bewening van Franciscus is ingetogener dan de fresco’s in de Arena-kapel, maar toont aan dat Giotto de menselijke gevoelens nog steeds goed kon weergeven. Vasari schreef dat Giotto met veel effect de tranen had geschilderd van een aantal broeders die de dood van hun heilige betreurden.

Giotto (ca. 1266 – 1337)

“Het treffende realisme en de dramatische kracht van zijn werk was een openbaring voor zijn tijdgenoten en luidde een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van de schilderkunst in.” (Meesters in de schilderkunst)

Giotto was een leerling van Cimabue, maar ontwikkelde al snel zijn eigen stijl. Hij reisde veel. Vanuit Florence bracht hij zijn krachtige schilderstijl naar Padua, Assisi en Rome.

Tijdens een reis naar Padua kreeg hij, in 1320, van de rijke koopman Enrico degli Scrovegni de opdracht de Arena-kapel te decoreren, die hij liet bouwen.

De Arena-kapel

“De eenvoudige inrichting was zeer geschikt voor Giotto’s monumentale stijl en de fresco’s die hij produceerde waren ongekend in hun dramatische kracht en schitterende kleuren.” (Meesters in de schilderkunst)

Giotto heeft in de Arena-kaplel drie verhalen verteld. In de bovenste rij vertelt hij het verhaal van Maria en haar ouders Anna en Joachim. In de twee middelste rijen gaat het over het leven en lijden van Jezus. In de onderste rij worden de deugden en ondeugden van de mens getoond. De gelovige ‘las’ de vier verhalen één voor één.
Er kwamen veel pelgrims naar de kapel. In 1304 verleende paus Benedictus XI een aflaat aan allen die de kapel bezochten. Dat waren er velen. Reeds in 1308 werden de fresco’s door schrijvers en critici hogelijk geprezen.
In zijn Divina Comedia schreef Dante: “Cimabue meende dat hij in de schilderkunst heer en meester was, en nu is het Gotto die naam maakt en de naam van zijn voorganger weer verduistert.” Dit is het eerste voorbeeld van een kunstenaar die al tijdens zijn leven werd geëerd.

Kus Goudem Poort (detail)

Volgens de legende werd een offer van Joachim eerst gewijgerd omdat hij geen kinderen had; dat zou een straf van God zijn. Later kondigde een engel de toekomstige geboorte aan van zijn dochter Maria. Verheugd gaat hij naar zijn vrouw Anna. Bij de stadspoort ontmoeten ze elkaar. Giotto laat Anna haar man liefdevol kussen. Deze kuise omhelzing is een symbool van de ‘onbevlekte ontvangenis’ van Maria.

Afbeeldingen over gebeurtenissen uit het leven van Christus, en daarna.

Geboorte van Christus

Giotto heeft dit geschilderd volgens de Byzantijnse traditie: Maria ligt en neemt het kind aan. Nieuw is het liefdevolle gebaar waarmee Maria Jezus aanneemt. Jozef is een oude man. Vermoeid ondersteunt hij zijn hoofd.

De drie wijzen brengen het Christuskind eer. Zij zijn in drie leeftijden afgebeeld. Nu heeft iedereen het kind bekeken: jong en oud, rijk en arm; knechten houden de kamelen aan de teugel.

Moord op de kinderen in Bethlehem
In opdracht van Herodes worden de kinderen in Bethlehem vermoord. Zo hoopte hij de pas geboren koning van Israël uit te schakelen. Hij staat boven in de toren en geeft leiding aan de slachting. Giotto heeft het lijden van de vrouwen met veel medegevoel weergegeven. Tranen stromen over hun wangen.

Christus doet intocht in Jeruzalem.
We zien de combinatie van het verhevene en het alledaagse: één mantel ligt al op d grond, een tweede hangt nog om het hoofd van een man, een derde man trekt aan een mouw. Jongens zijn in bomen geklommen om palmtakken te plukken.

Judas verraadt Christus door hem te kussen (detail).

Judas verraadt Christus door hem te kussen.
Judas omarmt Jezus. Zijn gele mantel van verraad vormt een centraal blok. Jezus en Judas kijken elkaar van heel dichtbij in de ogen, Jezus met een serene blik, Judas met een heel bezorgde blik. De speren steken als pieken omhoog, en verhogen zo het dramatische van de gebeurtenis.

Bewening van Christus
Het drama van het lijden van Christus beleeft in deze scène zijn hoogtepunt. De bezoeker van de kapel ervaart het verdriet van de dierbaren van Christus en krijgt zo de kans het verdriet zelf te beleven.
Giotto voegt aan het verhaal menselijke gevoelens toe, die zijn onderwerp levendig en toegankelijk maken.

Cimabue, Giotto en Duccio: een vergelijkug van drie Madonna’s

In de dertiende en veertiende eeuw beginnen kunstenaars en geleerden zich af te keren van de Middeleeuwse filosofie en kunstvoorstellingen en beginnen zij de ideeën van het Humanisme over te nemen. Men noemt dit de Italiaanse Gotiek, en ook wel de ‘Proto-Renaissance’ in de kunst.

Madonna van Cimabue
(1290 – 96)

Op het eerste gezicht zien Cimabue’s Madonna en engelen er tamelijk abstract uit. De gezichten van de engelen lijken allemaal op elkaar, ze zien er gewichtloos uit en staan boven op elkaar, Vergeleken met Byzantijnse voorbeelden hebben ze echter meer volume en vertonen hun gewaden realistische plooien.
Byzantijnse iconen zijn mooi, maar ze zijn uitsluitend gemaakt om godsdienstige redenen, ze zijn nooit bedoeld om de werkelijkheid weer te geven.

Giorgio Vasari was van mening dat met Cimabue de Renaissance was begonnen. De kunsthstoricus Frederick Hartt was daarentegen van mening dat Cimabue de laatste kunstenaar was van de Byzantijnse traditie.

De vernieuwingen van Giotto kan men zien in zijn ‘Ognissanti Madonna’ (de Madonna van Allerheiligen).

Ognissanti Madonna
(1308-10)

Giotto’s figuren zijn stevig en hebben gewicht. De gezichten zijn heel expressief en individueel; de troon is een realistisch driedimensionale ding, en de engelen staan achter elkaar in plaats van opgestapeld te zijn.

Veel kunsthistorici zien in Giotto de vader van de Italiaanse Renaissance. Zijn vernieuwingen in de kunst zijn vooral evident in zijn vele fresco-cycli, waarin hij heel duidelijk de emoties van ieder individu weet weer te geven.

Maestâ van Duccio
(1308)

Cimabue en Giotto waren Florentijnen; Duccio was een vooraanstaande schilder in Siena.

Florence en Siena waren aan elkaar vijandig. Florence steunde de paus, Siena koos de kant van de keizer. Door hun banden met het Heilige Roomse Rijk en de Franse paus in Avignon werden de kunstenaars van Siena sterker beïnvloed door de internationale Gotische Stijl die ten Noorden van de Alpen in zwang was. Dat nemen we waar in de poses en de gewaden van hun figuren. Maar net als Giotto gaf Duccio de intelligentie en persoonlijkheid weer van elke heilige.

De voorkant van Duccio’s Maestà schildert de Madonna en Kind op een troon, omgeven door heiligen en engelen (Maestà betekent: de Maagd Maria in majesteit). De achterkant toont bijna vijftig scènes uit het leven van Christus.

In zijn artikel Duccio en het begin van de Westerse Schilderkunst schrijft Keith Christiansen: “Uitgaande van het Byzantijnse begrip van een schilderij als een symbolische weergave van een goddelijk wezen begiftigde Duccio, de stichter van de Sienese schilderkunst, zijn figuren met een nieuwe menselijkheid, en verkende hij de psychologische band tussen Moeder en Kind.”

Cimabue, Giotto en Duccio verkennen alle drie de psychologie van de figuren die zij schilderen. Welke naam je ook aan deze kunstperiode geeft, het is duidelijk dat de ideeën van Renaisssance en Humanisme in de samenleving beginnen door te dringen.

Pietro Cavallini, Duccio di Buoninsegna · Apr 8, 03:21 PM by Ad van den Ende

Pietro Cavallini

In de tweede helft van de dertiende eeuw had de Romeinse school veel invloed. Van die school was Pietro Cavallini de belangrijkste figuur. Hij was een vernieuwer in de keuze van kleur en licht.

Het laatste Oordeel

Het Laatste Oordeel (detail)

We zien Christus als rechter, omringd door een schare engelen. Zijn frontale houding is Byzantijns. Het warme kleurgebruik en het spel met schaduwen is vernieuwend.

Kruisiging

Duccio di Buoninsegna

Duccio di Buoninsegna was de meest invloedrijke Sienese schilder. Zijn meesterwerken Madonna Rucellai (1285) en de Maesta vormen keerpunten in de geschiedenis van de Italiaanse schilderkunst. Hij werd beïnvloed door Cimabue en door de Byzantijnse kunst, maar hij introduceerde een warm menselijk gevoel, vergelijkbaar met dat van Giotto.

De Siënese schilderschool bloeide tussen de 13e en 15e eeuw, en wedijverde een tijd lang met de school van Florence, maar zij was meer conservatief, neigend naar de schoonheid en elegante stijl van de Gotiek. Haar belangrijkste vertegenwoordigers zijn Duccio, zijn leerling Simone Martini, Pietro en Ambrogio Lorenzetti en Sassetta.

Bij de Crevole Madonna is Duccio zeer sterk beïnvloed door Cimabue:

Madonna met kind (Cimabue)

Crevole Madonna

Crevole Madonna (detail)

Madonna en kind

Deze twee schilderijen worden algemeen beschouwd als de vroegste werken van Duccio. Er is nog een duidelijke Byzantijnse invloed.
Er is ook een andere (Franse?) invloed bij de Madonna di Crevole. Dat zien we in het intieme gebaar van het kind en in de tedere manier waarop het wordt vastgehouden.

Madonna di Crevole (kind)

Madonna van de Franciscanen

Maria kijkt de vereerder recht aan. Achter haar houden engelen een kleed omhoog ter ere van de ‘Koningin van de hemel’ en de ‘Zetel van Wijsheid’.
De oorspronkelijke ondergrond bevatte meer goud, maar daar heeft Duccio overheen geschilderd, waarschijnlijk om het kleed meer nadruk te geven. Hij hoefde kennelijk niet op de kosten te letten. Gevolg is wel dat veel verf is afgebladderd.
Links onder zien we drie Franciscanen. Zij zijn niet de schenkers, maar zijn toegevoegd om te laten zien welke verering de Franciscanen voor Maria koesteren.

Maestà

Maestà (1308 – 1311)
Dit schilderij werd door de inwoners van Siena in processie naar de DOM gedragen. Het is de grootste paneelschildering die ooit is vervaardigd.
In het miden troont, gemodelleerd naar Byzantijns voorbeeld, de Madonna, tussen engelen en heiligen. Er onder en erboven waren altaarstukken met verhalen over de jeugdige Jezus, en zeven scènes uit het leven van Maria. Op de achterkant waren oorspronkelijk 52 voorstellingen over gebeurtenissen uit het Nieuwe Testament geschilderd.
De roem van de Maestà trok grote aantallen pelgrims naar Siena.
Duccio had een langdurige invloed op de stijl van de Sienese kunst. Terwijl de schilders in het naburige Florence aan rondere en meer realistische vormen de voorkeur gaven hielden de kunstenaars van Siena zich in de vroege veertiende eeuw aan de lineaire en decoratieve stijl van Duccio, met goud en felle kleuren om patronen en ritme te creëren.
De Maestà betekende een grote stap voorwaarts in schilderstijl en het vertellen van verhalen door middel van visuele kunst.

Zoals we in het Laatste Oordeel van Pietro Cavallini zagen was de frontale houding voorbehouden aan Christus als Koning. Gedurende de dertiende eeuw werd ook Maria zittend op een troon, als koningin, afgebeeld. Dat zien we in deze Maestà.
Op de rand onder de troon lezen we een dubbel gebed: aan de Maagd wordt om vrede voor Siena gesmeekt, en om roem voor Duccio!

Kruisafneming

Op de achtergrond zien we, als een van de 52 voorstellingen uit het Nieuwe Testament, de Kruisafneming. “Zelfs de meest tragische episodes geeft de kunstenaar weer met een gratie die herinnert aan de kunst van de oude Grieken.” (Zuffi)

Simone Martini, Pietro Lorenzetti · Apr 6, 10:47 AM by Ad van den Ende

Simone Martini

Zijn eerste bekende werk is een groot fresco met Madonna en kind. (1315). In de jaren ’20 maakte hij een serie van tien werken over het leven van de heilige Martinus van Tours. Als zijn beste werk wordt vaak genoemd het altaarstuk met de annunciatie.
Aan het hof van de paus in Avignon ontmoette hij in 1340 de dichter en humanist Petrarca, die vol lof was over zijn werk. Er s grote overeenkomst tussen de amoureuze beelden van Petrarca’s poëzie en de lyrische tederheid van Simone’s schilderkunst.
Simone Martini zou voor Petrarca een portret hebben geschilderd van zijn muze Laura.

Simone’s verblijf in Avignon maakte de overdracht van de Siënese schilderkunst naar noordelijke gebieden mogelijk. Mede door zijn aanwezigheid wordt het Pauselijk Hof in Avignon een van de belangrijkste gotische centra in Europa.
Het meeste van zijn werk is religieus. Hij schilderde echter ook een van de eerste niet-religieuze werken in Italië: een portret van een Siënese legrleider te paard (1328).

Simone Martini stierf in dienst van het pauselijk hof in 1344 in Avignon. Na zijn dood zou zijn zwager Lippo Memmi een gedeelte van zijn werken hebben voltooid.

Stijl
Simone Martini was heel origineel. Hij was invloedrijk in de Sienese kunstwereld. Hij heeft in veel van zijn werken elementen van werken van Duccio, Giotto en Franse kunst gebruikt. Hij gebruikte veel technieken voor dieptewerkong die ontwikkeld waren door de Sienese schilder Duccio di Buoninsegna, de belangrijkste schilder in Siena van zijn tijd. Men denkt dat Simone Martini een leerling van Duccio was, omdat zijn werk duidelijk door hem geïnspireerd was. Daarnaast haalde hij inspiratie uit werken van beeldhouwers als Giovanni Pisano.

Hij gebruikte een fijne contourlijn, vriendelijke expressies en een heldere uitstraling. Simone Martini’s werk kan worden geplaatst in de periode van de vroege renaissance, na de eerste innovaties van Giotto. Hij was een belangrijke persoon in de ontwikkeling van de vroege Italiaanse schilderkunst en beïnvloedde de ontwikkeling van de Internationale Gotische stijl. Zijn stijl wordt getypeerd door zachte, gestileerde, decoratieve eigenschappen, kromming van lijn, en hoofse elegantie.” (Wikipedia, ingekort)

Madonna en kind
ca. 1308 – 1310

Dit was het vroegst bekende schilderij van Simone Martini

Maesta
1317

Deze Maesta toont aan dat Simone Martini hier al beschikt over een volledig gevormde artistieke peroonlijkheid. Dit werk geeft het begin aan van zijn rol op het kunstpodium van Siëna. Hij bewerkt de Maesta van Duccio in gotische stijl. Het verbeeldt de troon van Maria onder een tentdoek dat door heiligen hoog wordt gehouden. Daarop zien we in zwart-wit de wapens van Siëna geborduurd.

Annunciatie

Annunciatie (detail)

Annunciatie (detail)

“De schittering van het goud omgeeft de aristocratische, bijna onwerkelijke silhouetten van de twee hoofdpersonen, terwijl de vaas met lelies in het midden de scène een realistisch tintje geeft. De dynamische verhouding van gebaren en gevoelens tussen de heftige Gabriël en de ontstelde Maria wordt uitgedrukt in een grafische taal van abstracte, bijna abstracte perfectie.” (Zuffi)

Muzikanten

Een kardinaal, die aanhanger was van de Anjou-partiij in Italië, bestelde bij Simone Martini een serie van tien fresco’s over het leven van de heilige Martinus van Tours. Deze serie begint met een fresco over Martinus, die als Romeinse soldaat de helft vn zijn mantel aan een bedelaar geeft.
Als soldaat werd hij tot ridder geslagen. Deze muzikanten maken deel uit van het fresco dat deze gebeurtenis weergeeft. Zij gaan helemaal op in hun muziek, vooral de zangers.

Begrafenis van de heilige Martinus

Generaal te paard

De condottière Guidoriccio da Fogliano rijdt van Siëna (rechts) naar de belegerde stad Montemassi (links). Hij is niet in gevechtscostuum, maar is op zijn fraaist uitgedost. Het is meer een standbeeld tegen de achtergrond van het landschap. Condottières eisten vaak een standbeeld van de stad waarvoor ze vochten.
In de veertiende eeuw was het verschijsel condottière voortgekomen uit de huurlingenlegers. Zij vormden een ware plaag. Men prees zich gelukkig als men in een stad ‘met goed bewind’ leefde.

De weg naar Calvarië

In deze twee kleine panelen laat Simone Martini een heel andere kant van zijn kunst zien. Ze waren bedoeld voor particuliere devotie en vroegen dus een andere benadering dan de fresco’s.
Een grote menigte dringt zich door de stadspoort in de richting die door de armen van het kruis wordt aangegeven. Sprak Jezus hier de woorden: “Dochters van Jeruzalem, weent niet om mij maar weent om uzelf en om uw kinderen. Want als men zo met het groene hout handelt, wat zal er dan met het dorre gebeurem?”
Jezus draait zich om naar Maria. Zij heft haar armen op, alsof zij wil helpen om het kruis te dragen. Tegelijkertijd is dat ook een gebaar van wanhoop. Verder naar achteren steekt ook de vrouw met de rode vlechten, Maria van Magdala, haar armen wanhopig in de lucht.
Simone Martini wijkt hier sterk af van wat er toen gebruikelijk was.

De kruisafneming

De steile ladder vormt de hoofddiagonaal van de compositie. Maria wil haar zoon aanraken, Johannes probeert haar tegen te houden. Alle mensen links keren zich in de richting van Jezus.
Dat doen ook de mensen rechts. Tussen hen in bevindt zich Maria van Magdala. Zij steekt haar armen in wanhoop uit.
Met hun mooie kleurgradaties en delicate uitvoering zijn deze twee panelen toch ook een plezier voor het oog. Dat zal wel de wens van de opdrachtgever zijn geweest.

Pietro Lorenzetti

Pietro Lorenzetti ( ca. 1280 – 1348) was actief tussen 1306 en 1345. Samen met zijn jongere broer Ambrogio introduceerde hij het naturalisme in de Siënese kunst. Zij waren voorlopers van de Renaissance.

Pietro Lorenzetti werd beïnvloed door Giotto, en werkte samen met Simone Martini in Assisi.
Een van zijn laatste werken is de Geboorte van de Maagd (1342).

Zijn meesterwerk bestaat uit een reeks grote panelen over de Kruisiging , Kruisafneming en Graflegging . In deze werken voert hij grootse figuren op die emotioneel op elkaar reageren. Dit betekende een breuk met zijn vroegere Icoonkunst, vlakke uitbeeldingen van figuren zonder veel interactie. In dit schilderij en in andere werken van de kerk is de invloed merkbaar van Giotto’s verhalende fresco’s. (Wikipedia, ingekort)

Geboorte van Maria
Hier wijdt Pietro Lorenzetti zich aan de weergave van het dagelijks leven. We zien twee kamers. In de kamer links wordt aan Joachim verteld dat hij vader is geworden. Het bedgordijn in de kamer rechts is opzij geschoven, zodat we Anna, volgens de legende de moeder van Maria, zien. Maria zelf gaat in bad.
De gevoelens van de personages worden heel levensecht weergegeven.

Intocht van Christus in Jeruzalem

Dit is een fresco dat beschouwd kan worden als een Siënees antwoord op het werk van de Florentijn Giotto.
De gezichten en bewegingen van de personages doen denken aan net werk van Duccio.
De figuren zijn geplaatst tegen een achtergrond van zeer complexe architectuur.

Veelluik

Dit is een goed voorbeeld van een veelluik (polyptiek) in de dertiende eeuw. Maria en kind bevinden zich in het centrum. In de verschillende registers zien we schaalverkleining van de personages.

Kruisiging

Kruisafneming

Graflegging

In de jaren 1320 – 30 werd Pietro’s steil steeds eenvoudiger. Dit bereikt in de graflegging een hoogtepunt. Hier geeft de plaatsing van de figuren het geheel diepte.

Ambrogio Lorenzetti. Altichiero · Apr 5, 10:43 AM by Ad van den Ende

Ambrogio Lorenzetti (c. 1290 – 1348) was een uitzonderlijk originele Italiaanse schilder van de Sienese school. Hij werd sterk beïnvloed door zowel de Byzantijnse kunst als door de klassieken.
Zijn werk was heel individueel, en dat in een tijd dat opdrachtgevers het hoe en wat bepaalden. Hij bestudeerde de antieken, en experimenteerde met perspectief. Hij was een voorloper van de Renaissance.
Hij onderging de invloed van Simone Martini. Hij werkte eerst in Florence, ging voor enige jaren naar Siena, maar keerde daarna toch naar Florence terug.
Hij stierf in 1348, waarschijnlijk aan de pest.

Allegorie van het Goede Bewind in stad en land (detail)

Vrede

Deze vrouw symboliseert de vrede die er heerst in het goede bewind; zij ligt er heel ontspannen bij.

Allegorie van het Goede Bewind in stad en land (detail)

Ook buiten de stad heerst er vrede. We zien geen soldaten die mensen lastig vallen.

Allegorie van het Goede Bewind in stad en land

Dit geeft een goed beeld van een middeleeuwse stad. We zien voetgangers, mensen te paard, meisjes die dansen en een schoolmeester met zijn klas.

Madonna en kind

Maesta

Maesta (detail)

Annunciatie
1344
In dit late werk laat Ambrogio zijn gebruikelijke vrolijke beschrijvingen van realistische en menselijke details achterwege om de twee hoofdpersonen in streng perspectief weer te geven.

Altichiero da Zevio (ca. 1330 – ca. 1390) is vermoedelijk geboren in Zevio nabij Verona. Over zijn leven is vrijwel niets bekend. Zijn werk behoort tot de periode van de gotiek. Hij was een leerling en volgeling van Giotto. Hij wordt beschouwd als de stichter van de Veronese School en als een van de belangrijkste Italiaanse schilders uit de 14e eeuw.
Altichiero werkte aanvankelijk in Verona. Rond 1370 ging hij naar Padua. Hij werkte daar aan twee series fresco’s. Mogelijk werkte hij er aan schilderingen van Sint-Joris en andere heiligen. (Wikipedia, ingekort)

Presentatie van de familie Cavalli aan de heilige Maagd en het kind
1370
De mannen presenteren zich, geknield, in wapenrusting aan de heilige maagd. In tegenstelling met hen bewegen de beschermheiligen zich heel vrij.

Onthoofding van St. Joris
1380

Altichiero slaagt er in een grote groep figuren heel natuurlijk te laten bewegen. Links vooraan leidt een bezorgde vader zijn zoontje weg van dit macabere schouwspel.

Gentile da Fabriano, Masolino da Panicale · Apr 3, 08:53 PM by Ad van den Ende

Gentile da Fabriano (1370/80 – 1427)

Gentile da Fabriano was de grootste schilder van de late Gotiek in Italië.

Madonna met kind en de heiligen Nicolaas en Catharina
1405

“Alle verfijnde kenmerken van de internationale late Gotiek zijn aanwezig: het gebruik van kostbare materialen op een geheel goudkleurige achtergrond, de aandacht voor natuurlijke details, de grillige lijnen en de innemende gebaren en uitdrukkingen.” (Zuffi)

Gentile heeft ook gevoel voor humor: musicerende engelen zitten als vogeltjes tussen de bladeren.

Aanbidding der koningen
1423

Dit is een beroemd meesterwerk van Gentile. Het gehele schilderij laat de verschillende etappes zien van de reis van de drie koningen.

Pelgrims bij het graf van St. Nicolaas in Bari

De voorste pelgrim links is kennelijk genezen: hij draagt zijn stok. Die heeft hij blijkbaar niet meer nodig om te lopen.

Opdracht in de tempel

De vlucht naar Egypte

De vlucht naar Egypte (detail)

Aanbidding van de koningen

De heilige Maria Magdalena , de heilige Nicolaas, Johannes de Doper en St. Joris
1425

De wonderen van Sint Nicolaas
Deze  katholieke heilige bleek al vanaf zijn kindertijd een bijzonder figuur. Zo ging hij op de dag van zijn geboorte al rechtop in zijn badje staan, met zijn armpjes naar de hemel (afb. 1). Ook op latere leeftijd bleef Sint Nicolaas goede werken verrichten. Op een dag hoorde hij het verhaal van een arme man die zijn drie dochters niet kon uithuwelijken, aangezien hij de bruidsschat niet kon betalen. Hierdoor was hij gedwongen om zijn dochters in de betaalde liefde te laten werken.. Nicolaas vond dit afschuwelijk en besloot de bruidsschatten voor de meisjes te schenken. Driemaal gooide hij een zakje met goud door een open raam, waardoor de meisjes konden trouwen met een goede echtgenoot. Vanwege dit wonder zie je Nicolaas ook vaak afgebeeld met drie gouden ballen.
Sint Nicolaas doet een wonder voor drie meisjes en drie studenten
ca. 1425

Deze fresco’s van Gentile da Fabriano tonen scènes uit het leven van Sint Nicolaas. Afb. 1 (links): de jonge Sint Nicolaas staat tijdens het wassen rechtop in zijn badje. Afb. 2 (midden): Sint Nicolaas werpt goudstukken door het raam. Afb 3 (rechts) Sint Nikolaas wekt drie studenten weer tot leven. Foto’s: Wikimedia Commons.
Daarnaast wordt de bisschop vaak verbeeld met drie naakte jongens in een ton (afb. 3). Dit gaat terug op het wonder met drie studenten. Het drietal werd op doorreis vermoord door een herbergier en de lugubere waard borg het vlees van de jongens op in een pekelton (zoals hij dat gewoonlijk deed met varkensvlees). Tot zover de perfecte moord. Ware het niet dat Sint Nicolaas (door goddelijke interventie) lucht kreeg van het zaakje. Hij haastte zich richting de herberg. Hier wekte hij op wonderbaarlijke wijze de drie studenten tot leven en de angstige herbergier beloofde zijn leven te beteren.

Masolino da Panicale ((1383 – 1440)

Feestmaal voor Herodes
1435

Petrus geneest een kreupele (detail)

Petrus geneest een kreupele
1424 – 25

Adam en Eva
1424 – 25

Masaccio

Adam en Eva
1424 – 25

Previous Next