Go to content Go to navigation Go to search

Nederlandse kunstenaars in de late middeleeuwen 1400 - 1515 · 4158 dagen geleden by Ad van den Ende

Bevolkingsgroei in Europa 1000 – 1300

Na 1000 kwam er meer ijzer in gebruik; de (rijke) boeren gingen een keerploeg gebruiken, waarvan ploegschaar en kouter van ijzer waren gemaakt. De paarden kregen een haam om de schoften, zodat ze niet meer stikten als ze kracht zetten. Men ging woeste gronden ontginnen. In Holland, Utrecht en Vlaanderen waren dat de moerasachtige gebieden met struikgewas en laag geboomte, te vergelijken met de Biesbosch. Tot dan toe mochten jongen boerenzonen niet trouwen, omdat dan het boerenland teveel versnipperd zou worden. Nu kregen ze de kans om zelf, met veel moeite, land te ontginnen en een eigen bedrijf te starten. De hele familie werkte mee.
Bisschoppen waren tijdens hun reizen naar Rome door de Po-vlakte gereisd. Daar had men al polders met evenwijdige sloten op ongeveer 125 meter afstand van elkaar, die water afvoerden naar rivieren of weteringen. In de Noordelijke landen nam men dit over. Door dit alles nam de bevolking in de noordelijke landen in de jaren 1000 – 1300 toe.

Rond 1300 dreigde overbevolking. Veel boeren hadden niet meer dan 2 hectare akkerland; dat was te weinig om een normaal gezin te onderhouden. De ontginning was ook te intensief geweest. Ook gronden, die beter woest hadden kunnen blijven, waren tot akkerland gemaakt. Er was weinig nodig voor een massale hongersnood. Die brak uit in de jaren 1315 – 1317. In Ieper stierf 10 % van de bevolking.

En dat was nog niet het ergste. In de Zwarte Zee raakte een Portugese kolonie in 1436 in gevecht met een bende Tartaren. Onder de belegeraars brak de pest uit. Dode kameraden werden over de muren geschoten. Ook daar brak de pest uit. In paniek vluchtten de Genuezen op hun galeien terug naar Italië, met als gevolg dat ook daar de pest uitbrak. Zo begon een van de grootste rampen van de westerse beschaving. Men schat dat toen één derde van de bevolking van Europa is omgekomen. En de pest was epidemisch: in 1360 brak hij opnieuw uit.

Doordat er nu minder monden gevoed hoefden te worden daalden de graanprijzen. Overal in Europa kwam cultuurland braak te liggen. Land dat door een dijkdoorbraak overstroomde werd vaak niet opnieuw ingedijkt. Boeren vluchtten naar de stad, maar ook daar was niet veel werk voor hen.

De depressie zette zich in de 15e eeuw door. Het was een tijd van onzekerheid voor iedereen. Er braken opstanden uit. De onzekerheid uitte zich ook in godsdienstig fanatisme en in jodenhaat.
Er werd in het algemeen weinig winst gemaakt, en er waren weinig mogelijkheden voor investeringen. Veel kapitaalbezitters hebben daarom hun geld belegd in statige woonhuizen en in opdrachten aan kunstenaars.
Zo oogstten zij bewondering –en afgunst – van hun medeburgers.

Joos van Cleve

043a Keizer Maximiliaan I ca. 1530

Meester FVB

065a De verkondiging

Geertgen tot Sint Jans

“Geertgen werd vermoedelijk in Leiden geboren en is gestorven in Haarlem. Zijn leermeester is waarschijnlijk Albert van Ouwater geweest. Vanaf 1480 woonde Geertgen in het klooster van de Sint Jansheren te Haarlem – vandaar de toevoeging ‘tot Sint Jans’ aan zijn naam. Geertgen was geen lid van deze kloosterorde maar werkte als lekenbroeder voor de monniken. Hij schilderde onder meer een groot altaarstuk voor hun kerk. Volgens zijn biograaf Karel van Mander stierf Geertgen op 28-jarige leeftijd en werd hij in het Sint Jansklooster begraven. In totaal zijn twaalf werken van zijn hand bekend, alle met religieuze onderwerpen. Vanwege de hoge kwaliteit van deze schilderijen – zeer verfijnd, met verbazingwekkend nauwkeurige details – geldt Geertgen tot Sint Jans als de grondlegger van de Noord-Nederlandse schilderkunst.” (Rijksmuseum)

069a De aanbidding van de koningen

070a De heilige maagschap

In dit fictieve, middeleeuwse kerkgebouw is Christus’ naaste familie bijeen, de heilige maagschap, naar het oud-Nederlandse woord ‘maag’ voor bloedverwant. Links, in een blauw gewaad, zit Maria met Jezus en naast haar zit haar moeder Anna. Daarachter staan hun echtgenoten Jozef en Joachim. Rechts zit Maria’s nicht Elisabeth met haar zoon Johannes de Doper.

Jan Mostaert

072a Onbekende vrouw

“Deze elegante dame is geportretteerd voor een landschap waarin de bekering van Hubertus is afgebeeld. Hubertus joeg op een hert, maar toen hij ontdekte dat het dier een kruis droeg, kwam hij tot geloof en wijdde hij zijn verdere leven aan God. Hij werd vereerd als beschermheilige van de jacht. Het verband tussen de dame en het Hubertusverhaal is onduidelijk.” (Rijksmuseum)

072b De verovering van Amerika ca 1535

Meester van de Kruisafneming van Figdor, ca. 1505 – ca. 1510

075a Het martelaarschap van Sint Lucia

“Het martelaarschap van Sint-Lucia.
Nadat zij haar verloving met een Romeinse consul had verbroken om christen te kunnen worden, moest Lucia vele martelingen doorstaan, maar zij bleef standvastig. Tenslotte werd ze met een zwaard gedood, zoals hier te zien is. Dit paneel was onderdeel van een altaar dat aan deze heilige was gewijd.” (Rijksmuseum)

Meester van de “Virgo inter virgines”

076a Maria met Jezus en vier heilige maagden

“Dit schilderij is een ode aan de kuisheid. In een afgesloten tuin, een symbool voor de maagdelijkheid, zit Maria tussen vier andere maagden (‘virgo inter virgines’). De heilige vrouwen zijn herkenbaar aan hun attributen, die als halssieraden zijn geschilderd. Het zijn Catharina met rad en zwaard, Cecilia met een orgel, Barbara met een toren en Ursula met een hart en een pijl.” (Rijksmuseum)

Meester IAM van Zwolle (ca 1470-1500)

078a Het melkwonder

Meester van de Spes Nostra

080a Memorietafel

“Deze ‘memorietafel’ is geschilderd ter nagedachtenis aan de vier afgebeelde kanunniken. Het halfvergane lijk in het geopende graf wijst de kijker op zijn eigen dood en vraagt om voor hem te bidden: ‘Wie er ook langs komt, zie en ween. Ik ben wat jij zult zijn, wat jij bent ben ik ook geweest, ik smeek je, bid voor mij.” (Rijksmuseum)

Meester van Alkmaar (ca 1500)
082a De zeven werken van barmhartigheid

“Een Hollandse stad vormt het decor voor een beeldverhaal dat laat zien hoe een goed christen hulpbehoevende mensen moet helpen. Christus staat in bijna elk tafereel tussen de toeschouwers. De scènes geven een indruk van de stedelijke samenleving omstreeks 1500. Tijdens de Beeldenstorm van 1566, waarbij rooms-katholieke kerken door protestanten werden vernield, raakte het werk ernstig beschadigd.” (Rijksmuseum)

082b De hongerigen voeden

082c De zieken verzorgen

082d De doden begraven

082e De dorstigen laven

082f Gevangenen bezoeken

082g De naakten kleden

082h De vreemdelingen herbergen

Terug

reageer