Go to content Go to navigation Go to search

De eerste wereldoorlog door de ogen van tekenaars en schilders · 6602 dagen geleden by Ad van den Ende

Tekeningen en schilderijen van tekenaars en schilders, uitgekozen door de kunsthistoricus Philippe Dagen om de 80e verjaardag van de eerste wereldoorlog te gedenken. Een UNESCO-project.

De eerste wereldoorlog (19194-1918) kostte acht millioen mensen het leven, en bracht de ondergang met zich mee van drie keizerrijken: dat van Oostenrijk-Hongarije, Duitsland en Rusland. Het was de eerste oorlog waar de techniek een grote rol in speelde, evenals de massaproduktie en de algemene mobilisering. De slachtoffers kwamen uit Europa en Noord-Amerika, maar ook uit de koloniën in Afrika, India en Indochina en uit het hele Gemenebest. Hij woedde op het land, op en in de zee, en in de lucht. Hij werd met alle denkbare middelen gevoerd. De soldaat bediende de machines, en was er het slachtoffer van.

De oorlogsverklaring
Op 1 augustus 1914 verklaarde Duitsland de oorlog aan Rusland, en op 3 augustus aan Frankrijk. Op 4 augustus verklaarde Engeland Duitsland de oorlog. De dag daarop sloot Oostenrijk-Hongarije zich bij Duitsland aan. Kranten verspreidden het nieuw door heel Europa.

1 – Max Beckmann
Beckmann (1884-1950) zag zowel in Berlijn als in Parijs welk geweldig enthousiasme dit bericht opriep. Hier leest een groep voorbijgangers het bericht. Behalve vreugde zien we op hun gezichten ook angst
.
2 – Alfred Kubin
In december 1914 geloofde Kubin (1887-1959) niet meer in de “vrolijke oorlog” en in een snelle overwinning. De oorlogsfakkel wordt geheven boven brandende huizen. De hele oorlog zal hij geesten en skeletten tekenen om uiting te geven aan zijn angst.

De soldaten

Door de mobilisatie zagen gewone mensen zich ineens, als soldaat, in een totaal andere wereld geplaatst. In deze wereld golden andere wetten en was er een voortdurende doodsdreiging. Was de oorlog vroeger een aangelegenheid van beroepssoldaten, vanaf 1914 kon elke man, van welke stand of met welk beroep ook, onder de wapenen worden geroepen
.
3 – Pablo Picasso
Een spotprent van Picasso op zijn vriend Apollinaire, die in 1914 vrijwillig in dienst was gegaan om te bewijzen dat hij, ondanks zijn Poolse naam, een echte Fransman was. Alle oorlogssymbolen –kanon, kaarten, sabel en vlag – heeft hij getekend, maar op ironische wijze. Picasso was, als Spaans staatsburger, niet gemobiliseerd, en toonde weinig waardering voor het overdreven patriottisme van zijn vriend.

4 – Otto Dix (1891 – 1969)
Otto Dix schilderde zichzelf twee keer op hetzelfde stuk papier. Op de ene zijde zien we zijn Zelfportret als soldaat, met veel rood en een witte ondergrond. We zouden hier een verheerlijking van de strijd en de onbarmhartige vernietigingsdrang in kunnen zien. Op de andere zijde zien we zijn Zelfportret als artillerist, met veel zwart, en een angstige blik die contrasteert met de oorlogssymbolen op zijn helm. Deze afschuw van de oorlog zou hij later dagelijks in zijn tekeningen en gravures weergeven.

5 – Lovis Corinth
Corinth (1858 – 1925) schildert hier zijn vriend Struck, schilder, graveur en kunstcriticus, in diens officiersuniform. Hij geeft hem weer in al zijn bezorgdheid en zwaarmoedigheid. Na de oorlog verliet Struck Europa, waar het leven voor hem te pijnlijk was geworden, en vestigde hij zich in Palestina.

6. Max Beckmann
Max Beckmann diende eerst als verpleger in Oost-Pruisen, daarna in Vlaanderen en in Straatsburg. Hij maakte de eerste gifgas aanvallen mee rond Yperen. In Kortrijk was hij aanwezig bij operaties die doktoren uitvoerden op de gewonden; hij maakte er gedetailleerde tekeningen van.
Zijn zelfportret draait om drie elementen: de ogen die nauwkeurig waarnemen, de hand die tekent, en het Rode Kruis. Kleur is er nauwelijks.
Een paar maanden later werd Beckmann vanwege een zware zenuwinzinking naar Duitsland teruggestuurd. Langzaam herstelde hij en begon hij weer te schilderen.

7 – William Orpen
Voor de oorlog was Orpen (1878 – 1931) in Londen een veel gevraagde portretschilder. In 1916 werd hij toegevoegd aan het Britse hoofdkwartier. Hier ging hij door met portretschilderen.
Toen hij dit schilderde – op 10 juni 1917 – bereidde hij zich voor op een bezoek aan het front. Met kennelijk genoegen schilderde hij het bont dat de soldaat draagt, en de flessen wijn in de comfortabele slaapkamer. Ook op korte afstand van de loopgraven kon het leven prettig zijn, en een schilder gelukkig. Later zou hij deze houding betreuren.

8 – André Mare
Mare had tot taak de camouflage van de artillerieposities te verzorgen. Dichtbij de frontlinies leefde hij in dezelfde omstandigheden als de gewone soldaten.
Hij schildert zich in dit zelfportret als een soldaat. In 1912 had zijn vriend Léger hem in de geheimen van het Kubisme ingewijd. Hij benadrukt zijn magere gezicht en de veldmuts. Hij omgeeft zijn gezicht met symbolische en tegelijk schilderachtige elementen, waarbij de kleurenharmonie van de Franse vlag overheerst.
Kort nadat hij dit had geschilderd werd hij door een granaat getroffen en ernstig gewond. De schrijver-arts Georges Duhamel opereerde hem en wist drie granaatsplinters te verwijderen. Dankzij hem overleefde Mare.

9 – Egon Schiele

Schiele schildert deze man met zijn twee decoraties, die hem waren verleend omdat hij drie jaar oorlog had overleefd; maar de handen, ogen en het hele gezicht drukken de uitputting en wanhoop uit van een vroeg-oude man.
Schiele portretteert hem met dezelfde afstandelijkheid en koele zakelijkheid als hij daarvoor de Russische krijgsgevangenen had geschilderd, die hij moest bewaken. De kale achtergrond, en de afwezigheid van buste en uniform versterken het gevoel van nederlaag en verlatenheid. Dit kan ook een uitdrukking zijn van Schieles eigen eenzaamheid.

10 – Ernst Ludwig Kirchner
Kirchner was een van de vooraanstaande vertegenwoordigers van het Duitse expressionisme; toch werd ook hij gemobiliseerd. Hij werd ingedeeld bij de veldartillerie. In oktober 1915 werden zijn longziekte en depressie echter zo ernstig dat hij van het front werd weggestuurd.
Terug in zijn Berlijnse studio schilderde hij twee zelfportretten: het ene als een verlopen alcoholist, het andere als soldaat. De schilderijen aan de muur en het naaktmodel geven de plaats van handeling aan; in deze studio had Kirchner voorheen zijn uiterst satirische beelden van het leven van alledag geschilderd.

Maar is de persoon op de voorgrond nog steeds dezelfde schilder? Hij draagt het uniform en de pet van het 75e artillerie regiment, waarin hij gediend heeft. In plaats van een hand die een penseel vasthoudt steekt hij een bloederige armstomp naar voren, die bij de pols is afgescheurd. Een symbolische verminking: de man zal nooit meer schilderen; het model verdoet haar tijd. Kirchner zelf heeft zo’n wond niet opgelopen. Na een periode van lichamelijk en geestelijk herstel ging hij weer aan het werk. Toch kwam hij tragisch aan zijn einde: vervolgd door de Nazi’s pleegde hij zelfmoord.

Terug