Go to content Go to navigation Go to search

De Noordelijke renaissance (1515 - 1565) · 3918 dagen geleden by Ad van den Ende

“Een kunsthistorische stroming in het noorden van Europa die zich in de periode tussen ca. 15e tot ca. 16e eeuw ontwikkelde onder invloed van de Italiaanse hoogrenaissance en streeft naar een herleving van de kunst van de klassieke oudheid.

Pas vanaf ca. 1500 gingen kunstenaars in Duitsland, Frankrijk, de Nederlanden en elders in Noord-Europa duidelijk onder invloed komen van de voorbeelden uit de Italiaanse renaissance. Het is vanaf dat moment dat men met recht kan spreken van een “Noordelijke renaissance”.

Een pionier is zeker Albrecht Dürer geweest die al in het laatste decennium van de 15e eeuw Venetië bezocht en er werd beïnvloed door schilders als Giovanni Bellini en Andrea Mantegna. Bovendien verspreidde Dürer zijn vernieuwende vormentaal door middel van de talloze houtsnedes en gravures die hij uitgaf. Op dit vlak werd hij in de Nederlanden nagevolgd door de schilder en prentmaker Lucas van Leyden die eveneens door de verspreiding van zijn prenten een grote invloed ging uitoefenen.
Belangrijke schilders als Jan Gossaert en Bernard van Orley introduceerden al vroeg decoratieve elementen en motieven uit de Italiaanse renaissance in hun werk. Vaak ging het om motieven die waren ontleend aan de sculptuur en bouwkunst uit de klassieke oudheid. Gossaert had trouwens in 1508 Italië bezocht waar hij belangrijke tekeningen gemaakt had naar gebouwen en sculpturen uit de oudheid. Hij was ook verantwoordelijk voor de eerste mythologische taferelen met klassiek aandoende naakten die benoorden de Alpen door een niet-Italiaanse schilder werden vervaardigd. (…)
Ook voor de rest van Noord-Europa speelden de steden in het zuiden van Duitsland en in de Nederlanden een voorbeeldrol. Vanuit deze belangrijke handelscentra zal de “Noordelijke renaissance” – die al snel een eigen karakter verwerft – zich verder verspreiden. Onder meer de ontwikkeling van de prentkunst ging in de verspreiding van de nieuwe stijl een belangrijke rol spelen. In de loop van de 16e eeuw zal een studiereis naar Italië voor de meeste kunstenaars uit het noorden een absolute must worden. Door deze training in het buitenland gaan kunstenaars meer en meer vertrouwd raken met de geest van de renaissance uit Italië die ze in het noorden verder zullen uitdragen.

Een belangrijk middelpunt van renaissancecultuur in Centraal-Europa was het hof van de Habsburgse keizer Rudolf II in Praag. Hier waren buiten een schare Italiaanse kunstenaars en ambachtslui ook heel wat schilders uit de Nederlanden aanwezig zoals Egidius Sadeleer en de Antwerpenaar Bartholomeus Spranger.” (Wikipedia)

Cornelis de Zeeuw,1563

101a Portret van een jongeman

Frans Francken II

102a Allegorie op de troonsafstand van Keizer Karel ca 1620

“Op de troon zit Karel V. Moegestreden en door ziekten gekweld verdeelt hij in 1555 zijn rijk. Zijn broer Ferdinand (links van de troon) wordt keizer van het Duitse rijk, zijn zoon Filips (rechts) koning van Spanje en heer van de Nederlanden. De vier figuren rechts op de voorgrond verbeelden de vier werelddelen waarover Karels rijk zich uitstrekte. Neptunus (links) symboliseert Karels macht op zee.” (Rijksmuseum)

Jacob Cornelisz. van Oostsanen

“Over de levensloop van Jacob Cornelisz. van Oostsanen is niet veel bekend. Kunstenaarsbiograaf Karel van Mander meldt dat hij werd geboren in Oostzaan, een dorpje ten noorden van Amsterdam. Van Oostsanen werd vermoedelijk opgeleid in Haarlem, in de kring van Geertgen tot Sint-Jans, en lijkt ook in Amsterdam te hebben gewerkt. Hij kreeg voornamelijk opdrachten voor religieuze schilderingen op panelen en kerkgewelven, maar schilderde ook wel wereldlijke onderwerpen. Volgens Van Mander is Van Oostsanens religieuze werk tijdens de Beeldenstorm grotendeels verloren gegaan. Behalve als schi——-lder was Van Oostsanen ook als houtsnijder bekend.” (Rijksmuseum)

110a Drieluik met de aanbidding der koningen

“Op het middenpaneel aanbidden drie koningen het kind Jezus. De opdrachtgevers, hun kinderen en beschermheiligen zijn op de zijluiken afgebeeld. Links de vader met zes zonen en Sint-Hiëronymus, rechts de moeder met zeven dochters en Sint-Catharina. De twee in doodshemden afgebeelde kinderen waren al overleden. Op de buitenzijden staan Sint-Christoforus en Sint-Antonius-Abt.” (Rijksmuseum)

110b Portret van Jacob Cornelisz van Oostsanen

“Dit werk gold lange tijd als het vroegst bekende zelfportret in de Noord-Nederlandse schilderkunst, maar het is waarschijnlijk gemaakt naar een verloren werk. Dergelijke portretten zijn illustratief voor de groeiende status van kunstenaars. Jacob Cornelisz kijkt ons direct aan. Achter hem hangt een papiertje met het jaartal 1533 en zijn monogram: I W (omgekeerd) v A (‘J[acob] W[ar] v[an] A[msterdam]’).” (Rijksmuseum)

126a Saul bij de heks van Endor

“Bevreesd over de uitkomst van een veldslag raadpleegde Saul, koning van de Israëlieten, de waarzeggende heks van Endor. Toen hij hoorde dat hij de slag zou verliezen, stortte de koning zich in zijn zwaard. Zijn zelfmoord – middenachter – is een waarschuwing tegen hekserij. Vooraan vindt een heksensabbat plaats: in een krijtcirkel zit de waarzegster, omringd door andere heksen, saters en fantasiefiguren.” (Rijksmuseum)

Cornelis Engebrechtsz ca 1515

127a Jezus neemt afscheid van Maria

Dit paneel was deel van een reeks scènes uit het leven van Maria. Hier is te zien hoe Jezus, ondanks Maria’s smeekbeden om niet naar Jeruzalem te gaan, toch afscheid van haar neemt.

Aertgen van Leyden

139a De roeping van Sint-Antonius

“Deze meerdelige compositie verbeeldt het moment waarop de rijke Antonius – de staande man rechtsvoor – gehoor geeft aan de oproep van de priester in de kerk om al zijn bezittingen weg te geven. Op de achtergrond rechts deelt Antonius brood uit aan de armen. De levensechte vlieg op de witte kap van de vrouw vooraan is een bedrieglijk grapje van de schilder.” (Rijksmuseum)

Jan van Scorel

“Jan van Scorel (1495 – 1562) was een Noord-Nederlands schilder. Hij wordt beschouwd als een belangrijk vertegenwoordiger van de renaissance in de Lage Landen.
Bovendien is hij het eerste voorbeeld in de Nederlanden van een nieuw type zelfbewuste kunstenaar. Voordien werd de schilder als ambachtsman beschouwd. Beïnvloed door buitenlandse voorbeelden zag Jan van Scorel zich als intellectueel, de gelijke van dichters en geleerden. Als kanunnik verkeerde hij in de hoogste kringen en had hij contacten met verschillende humanisten. Tekenend voor zijn zelfbewustzijn is dat hij weigerde zich aan te sluiten bij het ambachtsgilde waartoe de schilders behoorden.
Het vroege werk van Jan van Scorel staat nog sterk onder de invloed van zijn leermeesters en van Dürer. Sinds zijn verblijf in Italië schilderde hij in de nieuwe renaissancestijl, waarbij soms letterlijke citaten van de grote Italiaanse meesters in zijn werk opduiken.” (Wikipedia)

143a Maria Magdalena

“De vrouw is Maria Magdalena. Zij is herkenbaar aan de zalfpot, waarmee ze de voeten van Jezus zou hebben verzorgd. Van Scorel schilderde haar als verleidelijke, luxe geklede courtisane, een verwijzing naar haar vermeende verleden als prostituee. In haar kleding straalt de invloed van de Italiaanse schilderkunst door, die Van Scorel op zijn reis naar Rome had leren kennen.” (Rijksmuseum)

Maarten van Heemskerck

“Zoals zijn naam aangeeft werd Maarten van Heemskerck in Heemskerk geboren. In Haarlem leerde hij het schildersvak bij Cornelis Willemsz en diens leerling Jan van Scorel. In navolging van de laatste reisde Van Heemskerck in 1532 naar Rome. Hij bestudeerde er de antieke ruïnes en de Italiaanse renaissancekunst. Na vier jaar kwam hij terug en vestigde hij zich in Haarlem, waar hij bleef wonen tot zijn dood. Van Heemskerck schilderde bijbelse, mythologische en allegorische taferelen en was een veel gevraagd portrettist. Daarnaast was hij ontwerper van honderden prenten. Als eerste in de Noordelijke Nederlanden pakte hij de prentproductie op professionele wijze aan: hijzelf leverde gedetailleerde ontwerptekeningen, waarna beroepsgraveurs, zoals Coornhert en Galle, die in de koperplaat graveerden. Een uitgever coördineerde de productie en verspreiding.” (Rijksmuseum)

144a Portret van een vrouw

145a Portret van een man

“Een man is bezig zijn kas op te maken, terwijl een vrouw aan het spinnewiel zit. Waarschijnlijk is dit paar vanwege hun verloving of huwelijk geschilderd. Hij is weergegeven als een zorgvuldige handelaar, zij als een vlijtige huisvrouw. Dit zijn twee van de vroegste portretten van Hollandse burgers.” (Rijksmuseum)

Meester van de barmhartige Samaritaan, 1537

147a De barmhartige Samaritaan

“Naastenliefde is belangrijker dan geloofsovertuiging: een man uit Samaria (Palestina), afgebeeld als een heiden met tulband, ontfermt zich over het slachtoffer van een brute roofoverval. Eerder hadden twee passerende joodse priesters – rechts – de halfdode man genegeerd. De ruïnes en het prominente naakt tonen de belangstelling van de schilder voor de kunst van Italië en de oudheid.” (Rijksmuseum)

Jan Swart van Groningen, 1550 – 1555

148a Cassandra treurt over de verwoesting van Troje

Jan Cornelisz Vermeyen, ca 1530-ca 1532

149a De bruiloft van Kana

“In deze nachtscène – iets nieuws in de schilderkunst – bereikte Vermeyen een dramatisch effect. Het kaarslicht speelt over de gezichten en veroorzaakt donkere schaduwen. Voor de vlammetjes is bladgoud gebruikt. Vermeyen was zijn tijd ver vooruit: pas omstreeks 1600 zou het ‘nachtstuk’ als genre door de Italiaanse schilder Caravaggio grotere bekendheid krijgen.” (Rijksmuseum)

150a Zittende Oosterse vrouw

Pieter Coecke van Aelst

157a Triomf van de faam

Herri met de Bles

185a Het Paradijs

“Het bergachtige, boomrijke landschap op dit ronde schilderij is het paradijs. Rondom de fontein, de levensbron, zijn de lotgevallen verbeeld van het eerste mensenpaar, Adam en Eva. De aarde wordt omringd door twee sferen, die verwijzen naar de schepping van zon, maan en sterren, en naar de scheiding van hemel en zee.” (Rijksmuseum)
Herri met de Bles

Lucas van Valckenborch (ca 1535 – 1597)

189a Bergachtig landschap 1582

Pieter Aertsen

193a Aanbidding der koningen 1560

192a De eierdans 1552

Pieter Pietersz

196a Man en vrouw bij een spinnewiel ca 1560 – ca 1570

“Ondanks hun individuele trekken is het onzeker of dit elegant geklede stel als portret is bedoeld. Het tafereel heeft wel een duidelijke boodschap: de man met zijn drinkkan verleidt de jonge vrouw, die ons rechtstreeks aankijkt. Ze moet kiezen tussen spinnewiel en drinkkan, tussen deugd en ondeugd.” (Rijksmuseum)

Terug

reageer