Go to content Go to navigation Go to search

Hendrick Goltzius (1558-1617). · Mar 9, 08:24 PM by Ad van den Ende

Bronnen
1. ‘Hendrick Goltzius (1558-1617). Tekeningen, Prenten en Schilderijen’ door Huigen Leeflang, Ger Luijten, Marijn Schapelhouman, Nadine M. Orenstein, Michiel C.Plomp en Lawrence W.Nichols. De parafrasen van teksten uit het Schilderboeck van Karel van Mander zijn uit dit boek overgenomen.

2. ‘Nederlandse kunst in het Rijksmuseum 1400 – 1600’ door Henk van Os, Jan Piet Filedt Kok, Ger Luijten, Frits Scholten e.a., Waanders Uitgevers, Zwolle 2000

3. ‘Eeuwige Schoonheid’, E.H.Gombrich, Weesp, 1984

Haarlem

Aan het eind van de zestiende eeuw stond Haarlem in Holland cultureel op de eerste plaats. Na de Spaanse bezetting en de grote stadsbrand van 1576 was de stad geleidelijk uit het dal omhoog geklommen. De val van Antwerpen zorgde voor een sterke instroom van vakmensen uit de Zuidelijke Nederlanden. Tussen 1580 en 1622 groeide het aantal inwoners van 18.000 tot ongeveer 40.000.

Het leven van Hendrick Goltzius (1558-1617)

I ´Hij is een man die zich in het geheel niet bezighoudt met wereldse beslommeringen en alledaags geklets, doch iemand die uit een alles overtreffende liefde voor de kunst graag met een geruste ziel stil en alleen is, omdat de kunst hem geheel voor zich opeist. Bijzonder gesteld is hij op zijn eigen vrijheid en ook op beschaafdheid en eerbaarheid. Zijn persoonlijk devies luidt: ‘Eer boven goud’, hetgeen bewijst dat hij niet zozeer naar geld streeft als wel naar eer, en hij presenteert zich dan ook veeleer bescheiden dan pronkzuchtig.´ (Parafrase Karel νan Mander, Levens)

Zelfportretten

1. Zelfportret, ca 1586-1590
Dit is het vroegst bekende zelfportret van Goltzius. Hij werkte hierbij met metaalstift op tafelet. Een tafelet is een met lijm en krijt geprepareerd en gepolijst plaatje van papier of perkament, dat aan beide kanten betekend kon worden. Zij waren meestal bijeengebonden als boekjes en konden zo gemakkelijk op wandelingen worden meegenomen.
Deze techniek heeft Goltzius zijn hele loopbaan toegepast voor studies en portretten.
Dit portret is heel gedetailleerd; het is ook het eerste portret waarin hij kleur heeft toegepast. In zijn rechterhand heeft hij een burijn, met zijn linkerhand houdt hij een koperplaat vast; hij laat zien dat hij graveur is. Met dat vak had hij voor zijn dertigste al grote roem verworven in heel Europa. De kleding laat zien dat hij van welstand is en goede smaak heeft. Hij heeft een levendige en zelfbewuste gezichtsuitdrukking.

´De jonge Hendrick Gοltzius greep iedere gelegenheid aan οm te tekenen: eerst οp de muren νan het οuderlijk huis, later als leerling ίn het atelier νan zijn vader. In plaats van iets geduldig te kopiëren, tekende hij vooral dingen νan eigen vinding en liefst grοte, zοals οlifanten en kamelen. Als kind al slaagde hij er in οm de inhoud νan hele verhalen in heldere, krachtige voorstellingen uit te beelden. Naast het glasmaken en glasschilderen probeerde hίj zichzelf etsen en graveren bij te brengen. Ondanks zijn νerminkte hand gίng hem dit zeer gοed af.
De situatie thuis νerhinderde dat hij kennis kon nemen van belangrijke kunst in andere plaatsen, dit zeer tot zijn verdriet. Hierin kwam verandering tοen hij in de leer ging bij Dirck Vοlkertsz Cοοrnhert in Xanten. Cοοrnhert bracht hem het graνeren bij en heeft hem οοk verder — naar zίjn mening — οp de beste wijze onderwezen. Zijn leermeester gaf hem opdracht οm ontwerptekeningen te maken die Gοltzius vervolgens zelf in prent bracht. Ook maakte hij een aantal zeer gοede graνures naar ontwerp νan Adriaen de Weert.
Begin 1577 keerde Cοοrnhert terug naar zijn voormalige woonplaats Haarlem. Οp zijn adνies volgde Gοltzius enige tijd later. In Haarlem maakte Goltzius gravures voor Cοοrnhert en Philips Galle. Bίjzonder geslaagd is De geschiedenis νan Lucretίa, die hij zelf heeft ontworpen en in koper gebracht.
Gοltzius heeft νan jοngsaf getracht οm in zijn werken de schοοnheid en variatie in de natuur na te volgen. Tevens is hij er οp bewonderenswaardige wijze in geslaagd de werkwijzen νan de beste kunstenaars na te bοοtsen, zοals die van Maarten νan Heemskerck, Frans Flοris, Anthοnie Blocklandt, vervolgens Federico Barocci en uiteindelijk Barthοlοmeιιs Spranger.’
(Parafrase Karel νan Mander, Levens)

Portretgravures en -tekeningen 1578 – 1590

In het begin graveerde Goltzius voor de Antwerpse uitgevers Aux 4 Vents en Philips Galle. Goltzius’ gravures kregen al snel internationale bekendheid. Na 1582 gaf hij zijn prenten zelf uit.

Portret van de vrouw van de kunstenaar

(Door rechts onderaan op het min-teken te klikken wordt een groter gedeelte van de afbeelding weergegeven.)

Hendrick Goltzius trouwde in 1579 met Margretha (Grietgen) Jansdochter, de weduwe van Adriaen Matham. Haar zoon, Jacob, werd later een leerling en medewerker van zijn stiefvader.

Goltzius was een echte overgangsfiguur. In het begin werkte hij in de toen heersende maniëristische stijl.

´In 1583 had de Vlaamse schilder en schrijver Karel van Mander zich ook in Haarlem gevestigd. In zijn “Schilderboeck” beschreef hij de levens van een groot aantal schilders van zijn tijd en van de generatie voor hem. Hij was een groot bewonderaar van Goltzius, vooral van diens “penwerken”. Goltzius slaagde er in met pen en inkt de zwellende en versmallende lijnen van een ets na te bootsen. (Wikipedia)

Als portretgraveur was Goltzius heel vindingrijk en hij wist zijn modellen uitstekend te karakteriseren. ‘Goltzius (…) schotelt ons een rijk scala aan gelaatsuitdrukkingen en gemoedstoestanden voor. Zijn personages zijn nu eens hautain, dan weer welwillend vriendelijk of koeltjes afwachtend. Bij hem ondergaat men de sensatie geconfronteerd te worden met mensen van vlees en bloed, hoe afgezaagd zo’n kwalificatie ook moge klinken.’ (Marijn Schapelhouman)

Portret van Jacques de la Faille

Jacques de la Faille was ´wijckmeester´ in Antwerpen, én kolonel van de burgerwacht, die door het calvinistische bewind was ingesteld. In 1584 vluchtte hij weg uit Antwerpen en vestigde hij zich als koopman in Haarlem.

Portret van Willem van Oranje

In de bovenhoeken en de linker benedenhoek zien we beschrijvingen van de uittocht van de Joden uit Egypte. ‘Jahweh ging voor hen uit: overdag in een wolkkolom, ’s nachts in een vuurzuil om hun licht te zijn. Zo konden zij dag en nacht doortrekken. Nooit week de wolkkolom overdag of de vuurzuil ’s nachts van de spits van het volk.’ (Exodus 13, 21-22) Links onderaan zien we Mozes die de Tafelen der Wet ontvangt. Rechts onderaan heeft een vogel zijn nest gebouwd in de kolkende golven. Dit is een aanschouwelijke voorstelling van de lijfspreuk van de prins.
De strekking van het geheel is duidelijk: Willem van Oranje wordt geïdentificeerd met Mozes, die zijn volk wegleidt uit het vijandige Egypte.

Portret van Charlotte de Bourbon

Portret van een oude man

Metaalstift op ivoorkleurig geprepareerd tafelet; ca 1586

Blad met drie studies van een manshoofd, ca 1587

In de jaren 80 worden de tekeningen met de metaalstift geleidelijk groter van formaat; de tekenstijl wordt ook vrijer. ’Het absolute hoogte- en eindpunt van deze geleidelijke ontwikkeling is het blad met drie studies van dezelfde mannenkop. (…) Met brede, verbonden parallelle arceringen
zijn de donkere partijen aangeduid, met een voortvarendheid die men bij een stroef materiaal als de metaalstift schier voor onmogelijk zou houden.
Goltzius verkent hier de uiterste grenzen van zijn materiaal.´ (Marijn Schapelhouman)

Het portret van een jongeman

Op de keerzijde van de tafelet zien we het portret van een jongeman met weelderig krullend haar. Zijn lichaam is met dezelfde losse lijnen en parallelle arceringen getekend als de studies op de voorzijde. Zijn gezicht is echter met veel fijnere lijnen getekend.

De vaandeldrager

We zouden bij deze figuur eerder denken aan een balletdanser dan aan een krijgsman. Toch was hij wel als zodanig bedoeld.

75 jaar eerder had Lucas van Leyden al eens een vaandeldrager gegraveerd. Bij hem had het vaandel nog een redelijke omvang. ´In Goltzius´ prent is het een enorme zijden lap geworden, die meer dan de helft van het beeldvlak beslaat. Het is nauwelijks overdreven om te stellen dat die uitwaaierende lap stof het hoofdmotief van de prent is geworden. Daarop heeft de graveur het uiterste van zijn vakmanschap beproefd. Nadere beschouwing leert dat heel die in de wind klapperende massa slechts is weergegeven door middel van parallelle, aanzwellende en weer afnemende lijnen. Met De Vaandrig loopt Goltzius vooraan in de rij van grote illusionisten in de prentkunst, in gezelschap van onder meer Rembrandt met zijn Schelp en Wenzel Hollar met De Mof.´ (Marijn Schapelhouman)

‘Toen ik in 1583 in Haarlem kwam wonen, maakte ik met hem kennis en liet ik hem enige tekeningen van Spranger zien, waar hij groot belang in stelde. Eerder al had hij op bewonderenswaardige wijze het voorbeeld van grote meesters nagevolgd, en datzelfde deed hij uiteindelijk ook met Spranger, wiens levendige stijl hij zich geheel eigen maakte. Kort daarna graveerde hij dat heerlijke stuk naar Spranger, ‘Het hemelse banket’, dat overvloeit νan zoete en bevallige nectar, en dat de ontwerper en de graveur beiden even onsterfelijk maakt.
Ik zou hier veel νan zijn prenten kunnen vermelden, waaronder de Romeinse helden, die hij al vroeg maakte en die νoldoende getuigen van de heldhaftige kracht van zijn tekenkunst en het νermogen van zijn burijn, maar zal omwille van de beknoptheid νeel oνerslaan.’
(Parafrase Karel van Mander, Levens)

Op dit artikel kan niet gereageerd worden.