3. Portretgravures en –tekeningen 1578 – 1590 · 4206 dagen geleden by Ad van den Ende
In het begin graveerde Goltzius voor de Antwerpse uitgevers Aux 4 Vents en Philips Galle. Goltzius’ gravures kregen al snel internationale bekendheid. Na 1582 gaf hij zijn prenten zelf uit.
Portret van de vrouw van de kunstenaar
(Door rechts onderaan op het min-teken te klikken wordt een groter gedeelte van de afbeelding weergegeven.)
Hendrick Goltzius trouwde in 1579 met Margretha (Grietgen) Jansdochter, de weduwe van Adriaen Matham. Haar zoon, Jacob, werd later een leerling en medewerker van zijn stiefvader.
Goltzius was een echte overgangsfiguur. In het begin werkte hij in de toen heersende maniëristische stijl. Dit zien we bijvoorbeeld in verschillende van zijn Negen etsen.
´In 1583 had de Vlaamse schilder en schrijver Karel van Mander zich ook in Haarlem gevestigd. In zijn “Schilderboeck” beschreef hij de levens van een groot aantal schilders van zijn tijd en van de generatie voor hem. Hij was een groot bewonderaar van Goltzius, vooral van diens “penwerken”. Goltzius slaagde er in met pen en inkt de zwellende en versmallende lijnen van een ets na te bootsen. (Wikipedia)
Als portretgraveur was Goltzius heel vindingrijk en hij wist zijn modellen uitstekend te karakteriseren. ‘Goltzius (…) schotelt ons een rijk scala aan gelaatsuitdrukkingen en gemoedstoestanden voor. Zijn personages zijn nu eens hautain, dan weer welwillend vriendelijk of koeltjes afwachtend. Bij hem ondergaat men de sensatie geconfronteerd te worden met mensen van vlees en bloed, hoe afgezaagd zo’n kwalificatie ook moge klinken.’ (Marijn Schapelhouman)Portret van Jacques de la Faille
Jacques de la Faille was ´wijckmeester´ in Antwerpen, én kolonel van de burgerwacht, die door het calvinistische bewind was ingesteld. In 1584 vluchtte hij weg uit Antwerpen en vestigde hij zich als koopman in Haarlem.
Portret van Willem van Oranje
In de bovenhoeken en de linker benedenhoek zien we beschrijvingen van de uittocht van de Joden uit Egypte. ‘Jahweh ging voor hen uit: overdag in een wolkkolom, ’s nachts in een vuurzuil om hun licht te zijn. Zo konden zij dag en nacht doortrekken. Nooit week de wolkkolom overdag of de vuurzuil ’s nachts van de spits van het volk.’ (Exodus 13, 21-22) Links onderaan zien we Mozes die de Tafelen der Wet ontvangt. Rechts onderaan heeft een vogel zijn nest gebouwd in de kolkende golven. Dit is een aanschouwelijke voorstelling van de lijfspreuk van de prins.
De strekking van het geheel is duidelijk: Willem van Oranje wordt geïdentificeerd met Mozes, die zijn volk wegleidt uit het vijandige Egypte.
Portret van Charlotte de Bourbon
Hij was wellicht ´den neef van den Poolschen Cooningh´ die door Karel van Mander genoemd wordt.
Metaalstift op ivoorkleurig geprepareerd tafelet; 1583
Metaalstift op ivoorkleurig geprepareerd tafelet; ca 1586
Blad met drie studies van een manshoofd, ca 1587
In de jaren 80 worden de tekeningen met de metaalstift geleidelijk groter van formaat; de tekenstijl wordt ook vrijer. ’Het absolute hoogte- en eindpunt van deze geleidelijke ontwikkeling is het blad met drie studies van dezelfde mannenkop. (…) Met brede, verbonden parallelle arceringen
zijn de donkere partijen aangeduid, met een voortvarendheid die men bij een stroef materiaal als de metaalstift schier voor onmogelijk zou houden.
Goltzius verkent hier de uiterste grenzen van zijn materiaal.´ (Marijn Schapelhouman)
Het portret van een jongeman
Op de keerzijde van de tafelet zien we het portret van een jongeman met weelderig krullend haar. Zijn lichaam is met dezelfde losse lijnen en parallelle arceringen getekend als de studies op de voorzijde. Zijn gezicht is echter met veel fijnere lijnen getekend.
De vaandeldrager
We zouden bij deze figuur eerder denken aan een balletdanser dan aan een krijgsman. Toch was hij wel als zodanig bedoeld.
75 jaar eerder had Lucas van Leyden al eens een vaandeldrager gegraveerd. Bij hem had het vaandel nog een redelijke omvang. ´In Goltzius´ prent is het een enorme zijden lap geworden, die meer dan de helft van het beeldvlak beslaat. Het is nauwelijks overdreven om te stellen dat die uitwaaierende lap stof het hoofdmotief van de prent is geworden. Daarop heeft de graveur het uiterste van zijn vakmanschap beproefd. Nadere beschouwing leert dat heel die in de wind klapperende massa slechts is weergegeven door middel van parallelle, aanzwellende en weer afnemende lijnen. Met De Vaandrig loopt Goltzius vooraan in de rij van grote illusionisten in de prentkunst, in gezelschap van onder meer Rembrandt met zijn Schelp en Wenzel Hollar met De Mof.´ (Marijn Schapelhouman)