De bloei van het Romaans · 6578 dagen geleden by Ad van den Ende
Samenvatting van:
De bloei van het Romaans
– Erich Kubach en Peter Bloch, 1964
Beeldende kunst
door Peter Bloch (blz. 131 e.v.)
950-1080 Tijd van de Ottoonse keizers In het westen: “Premier art Roman”
1. – 1150 Bloeitiijd van de Romaanse kunst (Deuxième art Roman)
Rond 1073: investituurstrijd tussen keizer Hendrik IV en paus Gregorius VII. Duitsland: keizerlijke traditie; de keizer heeft ook geestelijke macht (priester-koning); Zuiden en Westen: hier gaat het nieuwe, systematische denken overheersen; dit kiest voor de geestelijke macht van de paus.
I Het tijdperk
“Op de puinhopen van de tijd van de Karolingen had Otto de Grote omstreeks 950 een nieuw weasters rijk gevestigd. Saracenen en Hongaren werden in bedwang gehouden, Slaven, Denen en Noormannen gekerstend en zo aan het centrum verbonden.”
Otto wordt in Rome tot keizer gekroond, zoals Karel de Grote vóór hem. Otto knoopte ook aan bij het oud-testamentische idee van de “priester-koning”. Hij benoemt de bisschoppen, en is zo verzekerd van de blijvende eenheid van het rijk. De keizer kiest de paus, het volk van Rome mag dat bevestigen. Betere pausen; dezen winnen aan invloed en macht!
Otto III: Rome is de rijksresidentie (in tegenstelling tot de “schenking van Constantijn”).
Het denkbeeld van de vernieuwing van het Romeinse Keizerrijk begon echter zijn overtuigingskracht te verliezen. Er vormden zich allerlei christelijke koninkrijken. Mozaïek in de Martorana te Palermo toont vorst Roger II, die door Christus zelf gekroond wordt. Willem de Veroveraar verbindt in 1066 Engeland met het Noord-Franse continent (ca 1077: tapijt van Bayeux).
Rond het kroonland aan de oevers van de Seine groeit langzaam een staat die eeuwen lang op politiek en kunstzinnig gebied de toon aan zal geven. 1054: breuk met de patriarch van Byzantium; de westerse kerk beschouwt zich voortaan als de enige legitieme vertegenwoordiger van het godsrijk op aarde. 1059: Nicolaas II bereikt dat voortaan de kardinalen de nieuwe paus kiezen! Hij zet zich de dubbele kroon op, als heerser op geestelijk én wereldlijk gebied. 1073 – Paus Gregorius VII, geboren Romein en opgeleid in Cluny. Investituurstrijd, gaat ook over de ware rechtsorde in de wereld en de door God ingestelde leiding. Hendrik IV wordt in de ban gedaan, en gaat naar Canossa….
Het keizersschap bezint zich op zijn historische legitimiteit en stelt dat de Germanen het Romeinse imperium hebben voortgezet. In de architectuur dringen antieke vormen door; men zoekt voorbeelden uit de vóórchristelijke oudheid, zoals de Thermen en de Maxentiusbasiliek. Karel de Grote had antieke zuilen over laten brengen, de Salische keizers laten Italiaanse steenhouwers zelf komen, de “comacini”. Zij werkten aan de Dom van Spiers, aan de keizerlijke gebouwen te Mainz en Maria Laach, aan de St. Matthias in Trier; in Utrecht, Bremen, Lund, Königslutter en Brunswijk (Dankwarderode: grote bronzen leeuw, het eerste monumentale dierenbeeld sinds de Oudheid, 1166). Men zocht ook aanknoping bij het rijk en de persoon van Karel de Grote.
Kloosterorden
529 Stichting van het Benedictijnenklooster Monte Cassino. Rond het jaar 1000 was deze orde, met zijn strengen stabilitas loci, wel erg zelfgenoegzaam geworden.
910 Stichting van Cluny, rechtstreeks onderhorig aan de Paus. Deze orde van de Cluniacensers was dynamisch, deed van zich horen in de grote strijdvragen van die tijd, met name de investituur. Cluny III moest wedijveren met de dom van Spiers! Na de zege van de paus in de investituurstrijd daalde de ster van Cluny.
De Cluniacensers kenden een grootse viering van de eredienst. Daartegenover propageerde Bernardus van Clairvaux armoede en arbied (Cisterciënsers). Zij ontgonnen grote gebieden, met name ten oosten van de Elbe.
Hun kerken waren ascetisch-nuchter, met een vlakke koorafsluiting. Dit droeg bij tot de verbreiding van vroege vormen van Gotische architectuur. Er verschijnen Madonna-figuren in Byzantijnse stijl, en ook Mariabeelden, voorlopers van de trumeau-Madonna’s van de Gotische kathedralen. In hun handschriften zien we vaak de Boom van Jesse. Er ontstaan ook gemeenschappen van priester-monniken (Premonstratenzers en Augustijner koorheren).
Scholastiek
Na 1000 bloeit het systematische denken op. Aan de hand van de zeven vrije kunsten werd de kennis van de oudheid gesystematiseerd.
Martianus Capella schreef voor 439 De bruiloft van Philologia met Mercurius. De zeven vrije kunsten zijn de dienaressen van deze Mercurius. De plastische voorstellingen in verband met dit thema staan onder invloed van Martianus.
Het was de taak van het intellect helder te formuleren wat voor het gevoel zonder meer waar was. De filosofie van Augustinus werd de leer van de Kerk. Volgens Martianus geven slang en vishaak de tegenstrijdigheden aan die mogelijk zijn tussen denken en geloof; volgens Alanus ab insulis doen de schorpioen en de bloem dat.
In de twaalfde eeuw vormt de strijd om de universalia het grote twistpunt: de realisten waren volgelingen van Plato: de ideeën vormen de echte werkelijkheid; de dingen zijn daar slechts afspiegelingen van. De nominalisten leerden, in navolging van Aristoteles, dat de soortbegrippen slechts nomina zijn. Abélard was een rationalist: het intellect heeft het recht kritisch volgens eigen inzicht te beslissen. De overheersende opvatting van de twaalfde eeuw was het realisme.
Compendia en heiligenlevens
Er werden verschillende geïllustreerde wereldkronieken geschreven.
Typologie
Elk voorval in het Oude Testament zag men als een prefiguratie van een voorval in het Nieuwe Testament. (Slang in de woestijn die door Moses opgeheven wordt en Christus’ kruisiging; Jonas in de walvis en Christus in de onderwereld.) Deze theorie deed weer opgeld in de strijd tegen de Katharen, aanhangers van de Manichaeërs, die het Oude Testament verworpen hadden!
In 1141 gaf abt Suger aan Lotharingse goudsmeden opdracht een groot kruis (het Kruis van St. Denis) te vervaardigen: 17 voorvallen uit het leven van Chrristus werden afgebeeld met elk drie Oudtestamentische parallellen. Dit was een monumentaal voorbeeld van Maaslandse goedsmeedkunst.
Men doorzoekt de hele heilsgeschiedenis naar voorbeelden voor Christus’ kruis; men zocht ook naar profetieën van Christus’ menswording.
Demonische machten
Men geloofde heilig in een wereld vol demonen. De mens wordt afgebeeld in een labyrinth van slingerplanten en dierenlijven. Biji de dieren ligt het accent op hun gevaarlijke eigenschappen: snavels, muilen en klauwen.
1130 Pijler in het portaal van de kerk van Souillac. Gevleugelde draken en leeuwen vallen dieren en de mens aan. Toch heerst er ook een zekere orde: draak en leeuw staan steeds kruisgewijs tegenover elkaar; de gemartelde wezens in het midden vormen een as, met als toppunt een naakt mannetje, dat naar boven wijst. De demonen bevolken dragende delen; zij worden dus tot dienst van het goede gedwongen!
De leeuw is symbool van de Messias (de leeuw van Juda); van Marcus en van de opstanding. De draak is een demonisch dier (Michaël strijdt tegen de draak). Maar Christus overwint hem steeds.
Kruistochten
Anselmus van Canterbury raadt een jongeman aan Jerusalem op te geven, dat thans geen visioen van vrede is, maar van benauwenis. Maar hij is een roepende in de woestijn. De grafkerk wordt vaak nagebouwd (Fulda, Dijon, Charroux). Het heilige graf en de Calvarieberg worden steeds vaker afgebeeld.