Go to content Go to navigation Go to search

I. De vroege bronstijd · 6627 dagen geleden by Ad van den Ende

(3200 – 2000 voor Christus)

In deze periode was er vooral op de Cycladen een bloeiende cultuur. De Cycladen vormen een ring van eilanden in de Aegeïsche zee tussen Griekenland en Klein-Azië, met het eiland Paros als middelpunt.
In deze tijd kenden de pottenbakkers nauwelijks de draaischijf; toch wisten zij al mooie bekers en kannen te maken, vaak zwart of rood van kleur.
Op de Cycladen wordt veel marmer gevonden, in de bergen, maar ook langs het strand in de vorm van stenen.

Daar maakte men, met behulp van stenen hamers en slijpstenen, bekers van, en vazen, soms in de vorm van een zee-ëgel. Het moet veel tijd en inspanning gekost hebben om deze voorwerpen zo te slijpen; geen wonder dat zij vaak dikke wanden hebben.

Het meest karakteristiek voor de Cycladen zijn de marmeren beeldjes.
Het kan verwondering wekken dat dit in het begin vooral schematisch gevormde beeldjes waren, vaak in de vorm van een viool, waarin men slechts vaag de omtrekken van een mens herkent.

Geleidelijk werden deze menselijke trekken duidelijker.
Langzaam ging men over tot het vervaardigen van beeldjes met meer natuurlijke vormen. Verschillende hiervan hebben de vorm van een vrouw.

In het hoofd werd alleen de neus aangegeven; de rest werd mogelijk geschilderd. De armen waren voor het bovenlichaam gevouwen, de rechterarm altijd onder de linker. Tenslotte ging men er toe over ook ogen, mond en geslachtskenmerken weer te geven.

Deze beeldjes zijn de eerste uiting van kunst op Griekse bodem. Waarvoor ze gebruikt werden is niet bekend. Omdat verschillende beeldjes een zwangere vrouw voorstellen, en de geslachtskenmerken vaak worden benadrukt, zijn het mogelijk symbolen van de vruchtbaarheid.

Volgende
Terug