Go to content Go to navigation Go to search

Ontmoeting met een antropoloog · 5502 dagen geleden by Ad van den Ende

Toen we ons in het donker aankleedden liep er iemand luid drummend door het dorp: mijnheer Eyobo riep zijn kudde op naar de ochtenddienst. En dat deed hij met succes: zijn grote ronde kerk (een blikken dak op grote boomstronken) was meer dan half gevuld toen ik Egbert ophaalde in het grauwe ochtendlicht. Vrouwen stonden aan de ene kant, mannen aan de andere; iedereen deinde, klapte en zong uit volle borst op de maat van tien of twaalf drummers. En uit de presbyteriaanse kerk, nauwelijks vijftig meter verder, klonk het geluid van een niet minder enthousiaste eredienst. De rivaliserende gemeentes hielden ongetwijfeld een competitie op het gebied van een decibellen-wedstrijd, een ontwapenende manifestatie van sektarisme.

Terwijl ik naar die machtige golven van geluid stond te luisteren, die over de straat naar elkaar toe rolden, werd een lange wolkenbank in het oosten plotseling licht rose. Het zou al snel heet zijn – erg heet.

Om zes uur waren we op weg, mijmerend over de semantiek van geld. Onze gastheer had getourmenteerd gekeken en bezworen dat hij geen betaling wilde: ‘Ik wil alleen smeergeld.’ Toen ik hem had verzekerd dat de 2.000 CFA, die ik hem in zijn hand had gedrukt, inderdaad smeergeld was, straalde hij en stak de biljetten in zijn zak. Het was misschien maar gelukkig dat mijnheer Eyobo niet in de buurt was. Wij waren er bijna zeker van dat hij er op aangedrongen zou hebben dat Mammon geen rol zou spelen in onze relatie met mijnheer Makia.

Onze op-en-neer gaande binnendoorweg naar Somie liep door tamelijk dicht oerwoud, evenwijdig met lage, ronde, dicht beboste heuvels. Vandaar klonken veel apen-kreten, waaronder bloedstollende geluiden die we hadden leren identificeren als bavianen ruzies. De ochtendwolk loste snel op en om acht uur waren we hard aan het zweten. Een uur later bereikten we Somie, een dorpje aan de voet van een steile helling – onze ontsnappingsroute uit de hete vlakte. We namen ons voor de antropoloog op te zoeken (altijd een interessante soort) en tot drie uur te rusten; dit liet ons genoeg tijd om tegen zonsondergang het koele hoogland te bereiken.

We zagen maar weinig van de vijfhonderd inwoners van Somie, omdat beide seksen op het veld waren – zelfs, tot onze spijt, de bar eigenaar. (Ergens onderweg waren we onze bezwaren tegen bier als ontbijt kwijtgeraakt: een proces dat in voorbije tijden werd aangeduid als: ‘op de inboorlingen-toer gaan’.) Een jonge Fulani die een fiets voortduwde (fietsers zijn niet ongewoon op de vlakte) sprak gebrekkig Frans, maar raakte in de war toen Rachel de weg vroeg naar de compound van de Engelsman. Ze had moeten zeggen: ‘Van de blanke man’; niemand in Somie heeft ooit gehoord van een Engelsman. Maar tenslotte viel het kwartje toch en de jongen was bereid David te halen, die ook op het veld was.

Ik leidde Egbert naar sprietig gras buiten het dorp en op de weg terug haalde Dave me op zijn fiets in – een magere jonge man, te licht van huid om gelooid te zijn, met een geweldige kegelvormige strooien hoed op en verbluft kijkend. Een Engelsman, die twee jaar lang alleen in Somie heeft gewoond, heeft mede-Engels-sprekenden heel wat te vertellen, en al snel lieten we ons plan varen om die dag nog verder te gaan. Gelukkig was er dicht bij Dave’s driekamerhut gras in overvloed. Het opperhoofd, een oud-leraar en iemand die vloeiend Frans sprak, was weg. Maar Dave zei dat zijn vrouwen het heel prettig zouden vinden als we in het gastenverblijf van het paleis zouden overnachten. Hij stond er op dat we daar een van zijn muggen-spiraaltjes zouden branden.

Hij scheen weinig vertrouwen te hebben in de waarde van onze voorbehoedmiddelen. ‘Vandaag de dag zijn de muggen de baas, ze kunnen zich meten met al die pillen.’ Hij schrok toen hij hoorde dat we zonder onze eigen injectienaalden reisden. ‘Wie weet hoeveel Kameroenezen AIDS hebben? Wat gebeurt er als je een injectie moet krijgen? Willen jullie echt dood?’

Tijdens die voormiddag dronken we veel thee en leerden we veel over spinnen-waarzeggerij, op dat ogenblik Dave’s hoofd interesse. Hij had zojuist een moeizaam bevochten doorbraak bereikt. Men had hem beloofd dat hij een plaatselijke waarzeggers-ceremonie mocht bijwonen. Zijn bescheidenheid liet niet toe dat hij uitlegde wat een eer dit was, maar ik zag in dat dit hét bewijs was van vertrouwen, respect en acceptatie. Waarzeggers zijn net zo paranoïde als de Britse regering met betrekking tot hun Officiële Geheimen.

John Mbiti, de Keniaanse geleerde die even beroemd is als filosoof, theoloog, linguist, christelijk geestelijke en pionier van de oecumene, zegt het zo:
‘Waarzeggers zijn de bemiddelaars voor het onthullen van de geheimen van het menselijke leven. Dit gebeurt door het gebruik van mediums, orakels, bezetenen, voorwerpen voor waarzeggerij, gezond verstand, intuïtieve kennis en inzicht, hypnose en andere geheime kennis. Zij houden ook hun oren en ogen open voor wat er in hun gemeenschappen gebeurt, zodat zij een grote hoeveelheid parate kennis hebben die zij bij hun waarzeggerij gebruiken.’

… De kunst van de waarzeggerij stelt ons voor verwarrende problemen; ik heb niet de pretentie die op te lossen.Een zekere hoeveelheid communicatie speelt zich af tussen waarzeggers en niet-menselijke grootheden (ofwel levend of anderszins of beide). Het is moeiliijk om precies te weten wat dit is: het kan te maken hebben met de buiten-zintuiglijke vaardigheden van de waarzegger, er kunnen geestelijke bemiddelaars in het spel zijn, het zou telepathie kunnen zijn, het zou heel scherpe menselijke waarneming kunnen zijn, of een combinatie van deze mogelijkheden. Wat het ook is, ook waarzeggerij is een gebied dat bijdraagt aan het complexe karakter van de Afrikaanse opvattingen en belevingen van het universum. Op zijn eigen manier verbindt waarzeggerij de physieke met de geestelijke wereldd, en dit maakt het een religieuze aktiviteit.’

In gevallen van bijzonder belang, die om gevoelige diplomatieke oplossingen vroegen, is spinnen-waarzeggerij lange tijd de belangrijkste populaire vorm geweest in veel gebieden in West-Afrika, met inbegrip van West Kameroen. De aardspin (Heteroscodra crassipes, groot, zwart en harig) leeft in holletjes en is daardoor in contact met de heilige onderwereld waar de voorouderlijke – en sommige andere – geesten verblijven. Dus hij heeft een goede positie om als tolk te dienen voor hun wil, en hoort tot de dieren-élite waar men unieke wijsheid aan toeschreef. In gestileerde vorm ziet men ze op deurposten, ringen, tabakspijpen, en sierkrukjes, en getatoeëerd rond vrouwennavels.

In sommige gebieden beschouwde men, minder dan een eeuw geleden, de aardspin zo heilig dat op het doelbewust doden er van de doodstraf stond. En zij die de identiteit kenden van iemand die er per ongeluk een doodde moesten die geheim houden voor de rest van de gemeenschap.

Waarzeggers houden hun spinnen in holletjes in gesloten heilige kisten; daar worden blader-kaarten in gelegd wanneer een cliënt advies vraagt. Deze zijn gemaakt van de bladeren van een Afrikaanse pruimenboom (Pachylobus edulis) en elk blad wordt gemarkeerd door en apart symbool. (Er mogen er niet meer dan driehonderd in een pak zitten).

‘s Morgens vroeg worden er wat eetbare (voor een spin) groene bladeren, of juist gedode insecten, onder de bladeren-kaarten in het holletje gelegd. Een omgekeerde pot of emmer garandeert dat de spin in het donker werkt totdat de waarzegger en zijn cliënt tegen zonsondergang terug komen om de kaarten te interpreteren zoals zij door de hongerige spin ‘gerangschikt’ zijn. Mocht de waarzegger het gevoel hebben dat de wil van het lot, of het advies van de geesten, niet volkomen duidelijk gemaakt is, dan kan de hele gang van zaken herhaald worden, en nog eens herhaald worden.

Omdat het niet altijd mogelijk is om aardspinnen te vinden mogen in plaats daarvan in de omgeving van Somie ook landkrabben gebruikt worden, en soms gebeurt dat ook. Zelfs nu wordt het bewijs, geleverd door spin-waarzeggerij, erkend door gerechtshoven – officiële regerings-gerechtshoven, niet alleen door traditionele dorps-gerechtshoven. Mannen die op andere gronden niet veroordeeld konden worden zijn tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld ogenschijnlijk op grond van de rangschikking van bladeren door een spin.

Terug

reageer