De reis in het kort · 5790 dagen geleden by Ad van den Ende
Op haar tiende verjaardag – in november 1941 – kreeg Dervla een fiets en een atlas. Ze kreeg al snel plezier in het fietsen. In de atlas zag ze dat de verste afstand die ze met de fiets af kon leggen zonder een groot water over te moeten steken die richting India was. Dus besloot ze ooit naar India te fietsen. Op 14 januari begon ze aan har fietstocht van Duinkerken naar Delhi.
Twee jaar daarvoor had ze een herenfiets gekocht, een Armsrong Cadet met de naam ‘Rozinante’. Ze noemde hem ‘Roz’, en reed er die twee jaar duizenden kilometers op. Gezien de te verwachten slechte wegen in Azië liet ze de versnelling er af halen; die was het enige zwakke punt van Roz.
Met alles er op en er aan woog Roz ruim achttien kilo; daar kwam zeventien kilo bagage bij. Dervla stuurde vier reservebanden vooruit naar verschillende steden waar ze langs zou komen.
In Londen kreeg ze visa voor Joegoslavië en Bulgarije, en de nodige inentingen.
Ze besteedde veel tijd aan het bestuderen van de nodige kaarten. Ze kocht ook een revolver, en oefende om hem snel tevoorschijn te kunnen halen, de veiligheidspal te ontgrendelen en te schieten. Haar vrienden vonden die revolver nogal overdreven; al binnen een maand na het begin van de reis zou ze er plezier aan beleven.
Algemeen is men van mening dat een vrouw die zo’n reis maakt, alleen, wel erg moedig moet zijn. Maar “… omdat de mogelijkheid van fysiek gevaar in het algemeen me niet afschrikt is moed niet nodig. Als een man me probeert te beroven of aan te randen, of als ik, bij het invallen van de duisternis, volledig uitgeput tot aan mijn middel in de sneeuw zit, halverwege een bergpas, dan ben ik bang – maar in zulke omstandigheden is het eerder het instinct tot lijfsbehoud dan moed waardoor je beheerst wordt.”
De eerste vier maanden slaagde Dervla er in haar vier beste vrienden door brieven op de hoogte te houden van haar wel en wee, maar dat werd op de duur een te grote inspanning. Vanaf Teheran begon ze een dagboek bij te houden. Telkens wanneer ze langs een postkantoor kwam dat er betrouwbaar uitzag stuurde ze een aflevering daarvan naar huis. Haar vrienden stuurden deze aan elkaar toe; de laatste bewaarde hem voor een latere verdere bewerking.
Dit boek is een getrouwe kopie van deze afleveringen. Er is wel aan geschaafd om de fouten er uit te halen die er ongewild inslopen als ze ’s avonds laat na een vermoeiende rit begon te schrijven. Maar er zijn geen wetenswaardigheden uit encyclopedieën in opgenomen.
Nadat Dervla in Delhi was aangekomen heeft ze zes maanden gewerkt onder Tibetaanse vluchtelingen in het noorden van India. Vervolgens maakte ze nog een paar fietstochten in de Himalaya en in zuidwest Nepal.
Op 23 februari 1964 vloog ze naar huis.