Go to content Go to navigation Go to search

Thalatta! De zee! · 5157 dagen geleden by Ad van den Ende

[4.7.19]
ἐντεῦθεν διῆλθον
Vandaar legden ze af
σταθμοὺς τέτταρας
vier dagmarsen,
παρασάγγας εἴκοσι
twintig uur gaans,
πρὸς πόλιν μεγάλην
naar een stad, groot,
καὶ εὐδαίμονα καὶ οἰκουμένην
welvarend en dicht bevolkt,
ἣ ἐκαλεῖτο Γυμνιάς.
die Gumnias werd genoemd.

ἐκ ταύτης τῆς χώρας
Uit dat gebied
ὁ ἄρχων
stuurt de heerser
τοῖς Ἕλλησιν ἡγεμόνα πέμπει,
de Grieken een gids,
ὅπως
opdat hij hen
διὰ τῆς ἑαυτῶν πολεμίας χώρας
door een hem vijandig gebied
ἄγοι αὐτούς.
zou leiden.

[4.7.20]
ἐλθὼν δ᾽ ἐκεῖνος λέγει
Toen deze gekomen was zei hij
ὅτι ἄξει αὐτοὺς
dat hij hen zou voorgaan
πέντε ἡμερῶν
(langs een weg) van vijf dagen
εἰς χωρίον
naar een plaats
ὅθεν ὄψονται θάλατταν.
vanwaar zij de zee zouden zien.

εἰ δὲ μή,
Zo niet,
τεθνάναι
dan om te sterven
ἐπηγγείλατο.
verklaarde hij zich bereid.

καὶ ἡγούμενος
En voorop gaande,
ἐπειδὴ ἐνέβαλλεν
toen hij binnen viel
εἰς τὴν ἑαυτοῦ πολεμίαν,
in het hem vijandige (gebied),
παρεκελεύετο
spoorde hij hen aan
αἴθειν 1
het in brand te steken
καὶ φθείρειν 2
en te vernietigen
τὴν χώραν.
dat gebied.

1. αἴθω = in brand steken;
brandschatten
2. φθειρω = vernietigen;
ten gronde richten,
verwoesten

ᾧ καὶ δῆλον ἐγένετο
Hierdoor werd duidelijk
ὅτι τούτου ἕνεκα ἔλθοι,
dat hij daarom mee ging,
οὐ τῆς
en niet
τῶν Ἑλλήνων εὐνοίας.
uit genegenheid voor de Grieken.

[4.7.21]
καὶ ἀφικνοῦνται ἐπὶ τὸ ὄρος
En ze komen aan bij de berg
τῇ πέμπτῃ ἡμέρᾳ.
op de vijfde dag;
ὄνομα δὲ τῷ ὄρει ἦν Θήχης.
de naam van de berg was Theches.

ἐπεὶ δὲ οἱ πρῶτοι
Toen de voorsten
ἐγένοντο ἐπὶ τοῦ ὄρους
aankwamen op de berg,
καὶ κατεῖδον τὴν θάλατταν,
en de zee zagen,
κραυγὴ πολλὴ ἐγένετο.
brak er een luid geschreeuw los.

[4.7.22]
ἀκούσας δὲ ὁ Ξενοφῶν
Toen Xenofon dat hoorde,
καὶ οἱ ὀπισθοφύλακες
en de soldaten van de achterhoede,
ᾠήθησαν ἔμπροσθεν
meenden ze dat aan de voorkant
ἄλλους ἐπιτίθεσθαι πολεμίους.
andere vijanden hen aanvielen.

[4.7.23]
ἐπειδὴ δὲ βοὴ
Maar toen het geroep
πλείων τε ἐγίγνετο
sterker werd,
καὶ ἐγγύτερον
en dichterbij (kwam):
καὶ οἱ
ook degenen die
ἀεὶ ἐπιόντες
na elkaar aankwamen
ἔθεον δρόμῳ
renden in draf
ἐπὶ τοὺς
naar degenen die
ἀεὶ βοῶντας
steeds maar schreeuwden;

καὶ πολλῷ μείζων
en nog veel luider
ἐγίγνετο ἡ βοὴ
werd het geroep,
ὅσῳ δὴ πλείους
naarmate er meer mensen
ἐγίγνοντο,
bij kwamen.

[4.7.24]
ἐδόκει δὴ,
Het kwam Xenofon voor
μεῖζόν τι εἶναι τῷ Ξενοφῶντι
dat er iets heel belangrijks aan de hand was,
καὶ ἀναβὰς ἐφ᾽ ἵππον
en na te paard te zijn gestegen,
καὶ Λύκιον
en Lukios
καὶ τοὺς ἱππέας ἀναλαβὼν
en de ruiters te hebben meegenomen
παρεβοήθει.
snelde hij te hulp;

καὶ τάχα δὴ ἀκούουσι
en al snel horen ze
βοώντων τῶν στρατιωτῶν
van de soldaten dat ze roepen:
—θάλαττα θάλαττα
‘De zee! De zee!’,
καὶ
en ook
παρεγγυώντων.
van degenen die dat doorgeven.

ἔνθα δὴ ἔθεον πάντες
Toen renden allen,
καὶ οἱ ὀπισθοφύλακες,
ook de achterhoede-soldaten;
καὶ τὰ ὑποζύγια ἠλαύνετο
ook de lastdieren draafden mee,
καὶ οἱ ἵπποι.
en de paarden.

[4.7.25]
ἐπεὶ δὲ ἀφίκοντο πάντες
Toen allen waren aangekomen
ἐπὶ τὸ ἄκρον,
op de top,
ἐνταῦθα δὴ περιέβαλλον
toen omhelsden ze
ἀλλήλους
elkaar
καὶ στρατηγοὺς
en de generaals
καὶ λοχαγοὺς
en de kapiteins,
δακρύοντες.
huilend van vreugde.

Terug

reageer