Go to content Go to navigation Go to search

De twaalfjarige Jezus Lucas 2, 41-50 · 4341 dagen geleden by Ad van den Ende

41 Καὶ ἐπορεύοντο οἱ γονεῖς αὐτοῦ κατ᾽ ἔτος
En zijn ouders gingen jaarlijks
εἰς Ἰερουσαλὴμ τῇ ἑορτῇ τοῦ πάσχα.
naa Jeruzalem op het feest van Pasen.

42 καὶ ὅτε ἐγένετο ἐτῶν δώδεκα,
En toen hij twaalf jaar was,
ἀναβαινόντων αὐτῶν κατὰ τὸ ἔθος τῆς ἑορτῆς
(zij gingen op volgens de gewoonte van het feest)
43 καὶ τελειωσάντων τὰς ἡμέρας,
en toen de dagen (van het feest) ten einde waren,
ἐν τῷ ὑποστρέφειν αὐτοὺς ὑπέμεινεν Ἰησοῦς ὁ παῖς
toen zij terugkeerden bleef Jezus, de jongen, achter,
ἐν Ἰερουσαλήμ, καὶ οὐκ ἔγνωσαν οἱ γονεῖς αὐτοῦ.
in Jerusalem, en zijn ouders wisten het niet.

44 νομίσαντες δὲ αὐτὸν εἶναι ἐν τῇ συνοδίᾳ
Menend dat hij is in het reisgezelschap
ἦλθον ἡμέρας ὁδὸν
gingen ze de afstand van een dag
καὶ ἀνεζήτουν αὐτὸν
en zochten ze naar hem
ἐν τοῖς συγγενεῦσιν καὶ τοῖς γνωστοῖς,
onder de verwanten en de kennissen.

45 καὶ μὴ εὑρόντες
En toen ze hem niet vonden
ὑπέστρεψαν εἰς Ἰερουσαλὴμ
keerden ze terug naar Jeruzalem,
ἀναζητοῦντες αὐτόν.
hem overal zoekend.

46 καὶ ἐγένετο μετὰ ἡμέρας τρεῖς
En het gebeurde na drie dagen
εὗρον αὐτὸν ἐν τῷ ἱερῷ
dat zij hem vonden in de tempel,
καθεζόμενον ἐν μέσῳ τῶν διδασκάλων
zittend temidden van de leraren,
καὶ ἀκούοντα αὐτῶν καὶ ἐπερωτῶντα αὐτούς·
luisterend naar hen en hun vragen stellend.

47 ἐξίσταντο δὲ πάντες οἱ ἀκούοντες αὐτοῦ
Ze stonden versteld, allen die hem hoorden,
ἐπὶ τῇ συνέσει καὶ ταῖς ἀποκρίσεσιν αὐτοῦ.
over zijn inzicht en zijn antwoorden;

48 καὶ ἰδόντες αὐτὸν ἐξεπλάγησαν,
En toen ze hem zagen waren ze ontzet,
καὶ εἶπεν πρὸς αὐτὸν ἡ μήτηρ αὐτοῦ,
en zijn moeder zei tegen hem:

Τέκνον, τί ἐποίησας ἡμῖν οὕτως;
‘Kind, wat heb je ons aangedaan op deze manier?’
ἰδοὺ ὁ πατήρ σου κἀγὼ ὀδυνώμενοι ἐζητοῦμέν σε.
Zie, je vader en ik zochten je, terwijl we heel bedroefd waren.

49 καὶ εἶπεν πρὸς αὐτούς,
En hij zei tegen hen:
Τί ὅτι ἐζητεῖτέ με;
‘Waarom zochten jullie mij?
οὐκ ᾔδειτε ὅτι ἐν τοῖς
Wisten jullie niet dat ik in de dingen van (=het huis van)
τοῦ πατρός μου δεῖ εἶναί με;
mijn vader moet zijn?’

50 καὶ αὐτοὶ οὐ συνῆκαν τὸ ῥῆμα
En zij begrepen het woord niet
ὃ ἐλάλησεν αὐτοῖς.
dat hij tot hen sprak.

51 καὶ κατέβη μετ᾽ αὐτῶν
En hij daalde af met hen,
καὶ ἦλθεν εἰς Ναζαρέθ,
en ging naar Nazaret,
καὶ ἦν ὑποτασσόμενος αὐτοῖς.
en was gehoorzaam aan hen.

καὶ ἡ μήτηρ αὐτοῦ διετήρει πάντα τὰ ῥήματα
En zijn moeder sloot alles wat er gebeurd was
ἐν τῇ καρδίᾳ αὐτῆς.
in haar hart.

52 Καὶ Ἰησοῦς προέκοπτεν [ἐν τῇ] σοφίᾳ
En Jezus nam toe in wijsheid
καὶ ἡλικίᾳ καὶ χάριτι παρὰ θεῷ καὶ ἀνθρώποις.
en welbehagen en gunst bij God en bij de mensen.

————-

De leraren stonden versteld van Jezus’ inzicht en zijn antwoorden. Kennelijk was hij, hoe jong ook, al heel vertrouwd met de Bijbelse geschriften. Net als de andere jongetjes uit zijn dorp had hij waarschijnlijk van zijn vijfde tot zijn tiende les gehad in het ‘bet nasefer’, het ‘huis der boeken’. Daar leerden joodse kinderen de 22 medeklinkers van het Hebreeuwse schrift herkennen en natekenen. Zij leerden ook de klanken nabootsen van de klinkers die tussen de medeklinkers moesten worden gedacht. Kennis hiervan was nodig om de Schrift te lezen, die voor het grootste gedeelte in deze – toen dode – taal was geschreven. Daarna leerden zij de heilige boeken hardop lezen, met de zingzang die daarbij hoort.
Na het ‘huis der boeken’ gingen de tienjarigen naar het ‘bet talmud’, het ‘huis van de kennis’. Daar werden de van buiten geleerde teksten grondig nageplozen. Met behulp van legendes, fabels en parabels werd de diepere betekenis van de Bijbelse teksten meer duidelijk gemaakt.
Ik vermoed dat Jezus aan de schriftgeleerden de volgende voorspelling heeft voorgelegd: “Mijn zoon zijt gij, heden heb ik u verwekt.” Daar wist geen enkele schriftgeleerde een goed antwoord op.

Volgende
Terug