In de Hof van Olijven · 4342 dagen geleden by Ad van den Ende
Marcus 14, 27-42
27 Καὶ λέγει αὐτοῖς ὁ Ἰησοῦς
En Jezus zegt hun:
ὅτι Πάντες σκανδαλισθήσεσθε,
‘Allen zullen jullie je ergeren,
ὅτι γέγραπται,
want er staat geschreven:
Πατάξω τὸν ποιμένα,
Ik zal de herder slaan,
καὶ τὰ πρόβατα
en de schapen
διασκορπισθήσονται·
zullen verstrooid worden.
28
ἀλλὰ μετὰ τὸ ἐγερθῆναί με
Maar nadat ik ben opgestaan
προάξω ὑμᾶς εἰς τὴν Γαλιλαίαν.
zal ik voor u uitgaan naa Galilea.’
29 ὁ δὲ Πέτρος ἔφη αὐτῷ,
‘Maar Petrus zei hem:
Εἰ καὶ πάντες σκανδαλισθήσονται,
‘Ook al zullen allen zich ergeren,
ἀλλ᾽ οὐκ ἐγώ.
ík niet!’
30
καὶ λέγει αὐτῷ ὁ Ἰησοῦς,
En Jezus zegt hem:
Ἀμὴν λέγω σοι ὅτι σὺ σήμερον
‘Voorwaar, ik zeg je dat je heden
ταύτῃ τῇ νυκτὶ
nog deze nacht,
πρὶν ἢ δὶς ἀλέκτορα φωνῆσαι
vóór tweemaal een haan zal kraaien,
τρίς με ἀπαρνήσῃ.
mij driemaal zal verloochenen.’
31
ὁ δὲ ἐκπερισσῶς ἐλάλει,
Maar hij, met grote stelligheid, zei:
Ἐὰν δέῃ
‘Ook al zou het nodig zijn
με συναποθανεῖν σοι,
dat ik stierf met u,
οὐ μή σε ἀπαρνήσομαι.
zelfs dan zal ik u niet verloochenen.’
ὡσαύτως δὲ καὶ πάντες ἔλεγον.
Op dezelfde manier spraken allen.
32
Καὶ ἔρχονται εἰς χωρίον
Ze komen op een landgoed
οὗ τὸ ὄνομα Γεθσημανί,
met de naam Gethsemani.
καὶ λέγει τοῖς μαθηταῖς αὐτοῦ,
En hij zegt tegen zijn leerlingen:
Καθίσατε ὧδε ἕως προσεύξωμαι.
‘Ga hier zitten, terwijl ik ga bidden.’
33
καὶ παραλαμβάνει τὸν Πέτρον
En hij neemt Petrus
καὶ Ἰάκωβον καὶ Ἰωάννην
en Jacobus en Johannes
μετ᾽ αὐτοῦ,
met zich mee,
καὶ ἤρξατο ἐκθαμβεῖσθαι
en begon angstig
καὶ ἀδημονεῖν,
en onrustig te worden,
34
καὶ λέγει αὐτοῖς,
en hij zegt hun:
Περίλυπός ἐστιν ἡ ψυχή μου
‘Zeer bedroefd is mijn ziel,
ἕως θανάτου·
doodsbedroefd.
μείνατε ὧδε καὶ γρηγορεῖτε.
Blijft hier en waakt.’
35
καὶ προελθὼν μικρὸν
En, verder gegaan een stukje,
ἔπιπτεν ἐπὶ τῆς γῆς,
viel hij neer op de grond,
καὶ προσηύχετο ἵνα εἰ δυνατόν ἐστιν
en bad: ‘Als het mogelijk is,
παρέλθῃ ἀπ᾽ αὐτοῦ ἡ ὥρα.’
moge dan voorbij gaan dit uur.’
36
καὶ ἔλεγεν, Αββα ὁ πατήρ,
En hij zei: ‘Abba, Vader,
πάντα δυνατά σοι·
alles is mogelijk voor u;
παρένεγκε τὸ ποτήριον τοῦτο
neem weg deze beker
ἀπ᾽ ἐμοῦ·
van mij;
ἀλλ᾽ οὐ τί ἐγὼ θέλω
maar niet wat ik wil,
ἀλλὰ τί σύ.
maar wat u (wilt).’
37
καὶ ἔρχεται
En hij gaat (naar de apostelen)
καὶ εὑρίσκει αὐτοὺς
en vindt hen
καθεύδοντας,
slapend.
καὶ λέγει τῷ Πέτρῳ,
En hij zegt tegen Petrus:
Σίμων, καθεύδεις;
‘Simon, slaap je?
οὐκ ἴσχυσας μίαν ὥραν
Kon je niet één uur
γρηγορῆσαι;
waken?
38
γρηγορεῖτε καὶ προσεύχεσθε,
Waakt en bidt,
ἵνα μὴ ἔλθητε εἰς πειρασμόν·
opdat je niet komt in beproeving.
τὸ μὲν πνεῦμα πρόθυμον
De geest (is) wel gewillig,
ἡ δὲ σὰρξ ἀσθενής.
maar het vlees is zwak.’
39
καὶ πάλιν ἀπελθὼν
En weer weggegaan
προσηύξατο τὸν αὐτὸν
bad hij, dezelfde
λόγον εἰπών.
woorden zeggend.
40
καὶ πάλιν ἐλθὼν
En weer gegaan
εὗρεν αὐτοὺς καθεύδοντας,
vond hij hen slapend,
ἦσαν γὰρ αὐτῶν οἱ ὀφθαλμοὶ
want hun ogen waren
καταβαρυνόμενοι,
bezwaard,
καὶ οὐκ ᾔδεισαν
en ze wisten niet
τί ἀποκριθῶσιν αὐτῷ.
wat hem te antwoorden.
41
καὶ ἔρχεται τὸ τρίτον
En hij komt voor de derde keer
καὶ λέγει αὐτοῖς,
en zegt hun:
Καθεύδετε τὸ λοιπὸν
‘Slapen jullie nog steeds
καὶ ἀναπαύεσθε;
en rusten jullie uit?
ἀπέχει·
Het is zo ver.
ἦλθεν ἡ ὥρα,
Het uur is gekomen,
ἰδοὺ παραδίδοται ὁ υἱὸς τοῦ ἀνθρώπου
zie, overgeleverd wordt de mensenzoon
εἰς τὰς χεῖρας τῶν ἁμαρτωλῶν.
in de handen van de zondaars,
42
ἐγείρεσθε ἄγωμεν·
Sta op, laten we gaan;
ἰδοὺ ὁ παραδιδούς με
zie, degene die mij uitlevert
ἤγγικεν.
is dichtbij gekomen.’