20 Op Ithaca · 6319 dagen geleden by Ad van den Ende
20A Odysseus en Athena
Zo ligt Odysseus op zijn eigen (ei)land, maar
hij weet niet waar hij is. Alles komt hem vreemd voor;
want Pallas Athena heeft een wolk rond hem uitgespreid.
Odysseus staat op en klaagt luidkeels:
‘Ach, in welk land ben ik nu weer aangekomen? Allemachtig,
de Faiaken waren dus niet zo slim; want ze brachten me naar een vreemd land!’
Plotseling komt Pallas Athena naar hem toe;
het lijkt er op of zij een jonge en knappe koeherder is.
Maar Odysseus is niet echt blij. “Vriend, jij bent de eerste
die ik hier ontmoet. Wees dus gegroet en ontvang me niet in slechte gezindheid.
Kun je me zeggen welk land dit is en welk volk?’
Athena antwoordt hem: ‘Wat zeg je vreemdelijng?
Ben je niet goed bij je hoofd of kom je van ver? Want dit eiland
is toch zo onbekend nog niet. Want het is wel rotsachtig, maar toch
niet helemaal onvruchtbaar; hier worden velerlei spijzen en wijn voortgebracht. De naam van Ithaka is, denk ik, tot in Troje bekend!’