Egyptische schilderkunst · 3165 dagen geleden by Ad van den Ende
Dit ziet er uit als een realistisch stukje natuur. In werkelijkheid is het streng gecomponeerd. “De fries geeft reeds de ook voor de volgende eeuwen bepalende kenmerken van de Egyptische kunst te zien: stilering, idealisering en voorstelling en profil.” (Hagen)
De vogels zijn symmetrisch gerangschikt: drie naar rechts, drie naar links. Van elke drie lopen er twee, en staat de voorste stil en eet gras. Ze zijn perfect; ze passen in het hiernamaals van een grafdecoratie.
Er is evenwicht tussen stilering en natuurgetrouwheid. Dit was een kenmerk van de Egyptische kunst in het algemeen.
De ganzen zijn zo perfect geschilderd dat je denkt dat zij het resultaat zijn van een zeer lange ontwikkeling. In werkelijkheid dateren zij van het begin van de Egyptische schilderkunst. De fries werd al als grafversiering geschilderd in het Oude Rijk onder farao Snofroe, de stichter van de vierde dynastie. Hij was de vader van Cheops, de bouwer van de grote piramide.
Muurschileringen in de grafkamer van Nebamoen.
Nebamoen was een groot staatsman uit de achttiende dynastie van Egypte.
De rijke en levendige fresco’s geven een geïdealiseerd beeld van Nebamoens leven, met nadruk op de aktiviteiten die de overledene in het hiernamaals voort wenste te zetten. Ze tonen hem terwijl hij op hoenderjacht is.
of terwijl hij de opbrengst van zijn landgoederen keurt.
Vee-opbrengst
Ze tonen ook een banketscène met dansende meisjes en muzikanten.
Verder is er een tuin met een vijver vol vis .
In de vijver zemmen vissen die we van opzij zien. Egyptische schilders gaven alles niet weer zoals zij het zagen, maar zoals zij wisten dat her er uit zag. Mensen beelden zij vaak af met het gezicht en profil, en de borst van voren.
De vijver is omgeven met vijgenbomen, olijfbomen, papyrus en andere gewassen. De onderste rij bomen is ‘verkeerd om’ geschilderd; dat geeft het geheel diepte.
De verf werd aangebracht op een droge pleisterlaag, een techniek die als fresco a secco wordt omschreven.
Het geheel geeft de overvloed en geneugten weer die Nebamoen na zijn dood wachten. Het geeft ook een fascinerend beeld van Het Egyptische leven van circa vierduizend jaar geleden.
Isis en Osiris
In de mythologie wordt verteld over farao Osiris. Hij was getrouwd met zijn zus Isis.
De broer van Osiris was Seth. Seth was jaloers op zijn broer omdat hij koning was. Hij doodde hem, hakte het dode lichaam van Osiris in stukken en gooide deze over de uithoeken van het oude Egypte. Isis trok jarenlang rond op zoek naar de stoffelijke resten van haar echtgenoot. Na lang zoeken vond ze de lichaamsstukken terug. Zij smeekte de goden hem weer tot leven te wekken. Dat werd voor één nacht toegestaan. In die nacht werd Horus verwekt; hij heeft het hoofd van een valk.. Horus werd na een lange strijd met Seth koning van Egypte.
“De mythe van Osiris is het bekendste verhaal uit het oude Egypte en gaat over zijn dood en wederopstanding – een thema dat de dagelijkse cyclus weerspiegelt van het ‘sterven’ van de zon bij zonsondergang en zijn ‘geboorte’ bij zonsopkomst. Osiris was niet alleen god van het koningschap en de levenskracht van de farao, hij was de personificatie van de vruchtbaarheid van het land en de geest van de vegetatiecyclus. Als heerser over het dodenrijk schonk hij hen, die de onsterfelijkheid hadden verdiend door hun zuivere levenswandel, nieuw leven.” (Wikipedia)
Toverspreuken ten behoeve van de overledene werden oorspronkelijk in de muren van de piramiden gebeiteld. Vanaf ongeveer 1550 vC werden deze spreuken in ‘dodenboeken’ opgeschreven; zo werden zij voor de rijke bovenlaag betaalbaar.
Het was belangrijk dat men de magische formules juist kon beantwoorden. Bij deze formules hoorde de ‘negatieve belijdenis van zonden’: “Ik heb geen onrecht tegen mensen begaan, ik heb geen dieren mishandeld, ik heb het overstromingswater niet tegengehouden in het seizoen”.
De god van de onderwereld, de jakhalskoppige god Amoebis, knielt onder de weegschaal en gaat na of het hart van de overledene (links op de weegschaal) niet zwaarder is dan de veer rechts. Deze veer was het symbool van de god der gerechtigheid.
Rechts schrijft de ibiskoppige Thot, god van de schrijvers en de magie, de uitslag van de toetsing op. Is deze gunstig dan wordt deze uitslag rechtmatig en wordt de overledene niet verslonden door de dodenverslindster, die al begerig naar de schrijver opziet. Deze dodenverslindster was een kruising van een wilde kat, een krokodil en een nijlpaard.
De overledene mag als ‘gerechtvaardigde’ de donkere krocht van de onderwereld verlaten en het zonlicht weer aanschouwen. Dit dodenboek werd daarom het ‘Boek van het het uittreden in de dag’ genoemd.
rotsschilderkunst · 3165 dagen geleden by Ad van den Ende
“Grot- of rotsschilderijen zijn geschilderd op muren en plafonds, meestal daterend uit de prehistorie. Rotsschilderijen zijn gemaakt sinds het paleolithicum, 40.000 jaar geleden. Algemeen wordt aangenomen dat de schilderijen het werk is van de gerespecteerde ouderlingen of sjamanen.
Grotschilderijen kunnen waardevolle aanwijzingen geven over de cultuur en de opvattingen van die tijd. De leeftijd van de schilderijen blijft op vele plaatsen een omstreden onderwerp, omdat methodes zoals radiokoolstof datering gemakkelijk kan worden misleid door besmette monsters van het oudere of nieuwere materiaal, en grotten en rotsen zijn meestal bezaaid met overhangende brokstukken materiaal uit vele perioden. De keuze van de kunst-onderwerpen kan ook een datum vermelden, zoals de rendieren in de Spaanse grot van Cueva de las Monedas, die geleefd moeten hebben in de laatste ijstijd. De oudste grot van Chauvet is 32.000 jaar oud.
De meest voorkomende thema’s in grotschilderijen zijn grote wilde dieren, zoals bizons, paarden, oerossen en herten, en de sporen van de menselijke hand evenals abstracte patronen. Tekeningen van de mens zijn zeldzaam. In Europa is de grotkunst begonnen in de Aurignacien periode, (ca. 45,000 tot 35,000 jaar geleden.), maar ze bereikte haar hoogtepunt in de late Magdalenien (Lascaux, Frankrijk, 17,000 tot 12,000 jaar geleden).
De schilderijen werden gemaakt met rode en gele oker, hematiet, mangaanoxide en houtskool. Soms is het silhouet van het dier ingesneden in de rots. Toortsen voorzien wat licht in de grot. Abbe Breuil ïnterpreteerde de schilderijen als zijnde jachtmagie, bedoeld om de jacht op het aantal dieren te verhogen. Aangezien er een aantal beelden uit klei lijken te zijn die de doelstellingen van speren aangeven, kan dit gedeeltelijk waar zijn, maar ze verklaart niet hoe de afbeeldingen van roofdieren zoals de leeuw of de beer daarmee te maken hebben. Een alternatieve en meer moderne theorie is gebaseerd op studies van de meer moderne jager/verzamelaarssamenleving, en dat is dat de schilderijen zijn gemaakt door de Cro-Magnon sjamaan. De sjamaan zou zich hebben teruggetrokken in de duisternis van de grotten, kwam in een trance en schilderde dan beelden van zijn visies, misschien met enige notie van de aantrekkingskracht van de wanden zelf. Dit wordt deels verklaard door de afgelegen ligging van sommige van de schilderijen (die vaak in diepe grotten liggen) en de verscheidenheid van onderwerpen (van prooidieren of roofdieren en menselijke handafdrukken). Echter, zoals met alle prehistorie zaken is het onmogelijk om door het relatieve gebrek aan materiële bewijzen de prehistorische zaken en mentaliteit te begrijpen in onze moderne geest.
Gevlekte
paarden
ca. 25000 jaar oud