Hoofdstuk 7 De Tchabal Mbabo · 2913 dagen geleden by Ad van den Ende
Andrew had ons aangeraden de binnendoorweg te nemen naar Mayo Kelele, dat ook wel Makele wordt genoemd. Dat moest onze eerste halteplaats zijn, had hij, nogal bazig, gezegd. “De chief zal jullie bed geven.” Het alternatief, een pad dat bij droog weer begaanbaar was voor motorfietsen, slingerde rond de bergen, kilometers en kilometers lang, steeds opnieuw. De binnendoorweg gaat er eenvoudigweg recht overheen, omlaag en omhoog, omlaag en omhoog, en dat steeds opnieuw, tot de uiteindelijke klim, ongeveer twee kilometer hoog. (Deze hoogte lazen we op de USAF-kaart; die hadden we niet van Andrew gehoord.)
Egbert werd bij lamplicht geladen, begeleid door Ibrahim en diens zoons die in de nederzetting hun morgengebeden zongen. De overdracht van 2.000 CFA “voor paardenvoer”, was geen probleem, hoewel onze gastheer kennelijk niet op een bijdrage had gerekend.
We vertrokken onder een bewolkte ochtendhemel. Aan de overkant van de snel stromende ondiepe Mayo Mbambi gingen rietvelden over in vlakten met struikgewas, die op hun beurt overgingen in onbewoond bosland, waar we tevergeefs uitkeken naar onze binnendoorweg. Toen zagen we, aan de overkant van een snelle, met keien bezaaide stroom, het begin van ons brede spoor omhoog. Een nauwelijks zichtbaar, smal pad leek over de dalbodem omhoog te lopen, meer direct in de richting van Makele. Het was het soort pad dat in grootschalige Franse kaarten beschreven wordt als ‘Tracé incertain’, maar bij gebrek aan iets anders nam ik aan dat dit onze binnendoorweg was. Rachel was het daar niet mee eens, maar ze was me terwille.
Niet lang daarna stroomde een bundel van vroege gouden stralen uit in dat groene en stille dal – stil op duizenden vogelgeluiden na, afkomstig uit een grote verscheidenheid van schitterende bomen. Aan drie zijden verrezen dicht beboste bergen bijna loodrecht en ik moest denken aan de bijzondere schoonheid van Afrika. Zoals het bij mij overkwam had deze schoonheid even veel te maken met atmosfeer als met wat mijn ogen van het terrein zagen. Op de een of andere manier ontving ik raadselachtige maar niettemin belangrijke berichten over het verband tussen land en bevolking. Het lijkt vreemd om te denken (en nog vreemder om te schrijven of te zeggen) dat een plaats er niet alleen mooi uitziet maar ook zo aanvoelt. Maar zo ‘pakte” veel van Kameroen me; zelfs die afgrijselijk hete kilometers tussen Banyo en Sambolabbo hadden hun eigen subtiele charme. Op trektocht heb je de neiging je verbeelding de vrije teugel te geven, toe te geven aan alle soorten irrationele dromen, wat gedeeltelijk verklaart waarom trekken zo therapeutisch is. In dat wonderlijk mooie dal speelde ik met de gedachte dat Afrika zo heel anders aanvoelt dan ergens anders omdat het zo oud is …. de wieg van de mensheid, zeggen ze. Maar het duurde niet lang of ik moest aan iets meer praktisch denken.
Waar de grond begon te rijzen werd het oerwoud dichter, en spoedig was ons pad verdwenen, voorgoed. “Dit kan de binnendoorweg niet zijn!” zei Rachel.
“Nee”, gaf ik gedwee toe. “Je had gelijk.”
Een gigantisch grote Baviaan liep ons met grote passen voorbij, dreigend. Hij was zo groot dat we een ogenblik, voor we zijn soort hadden vastgesteld, lichtelijk schrokken.
“Zullen we naar de weg teruggaan?” stelde ik voor, terwijl ik wel wist wat het antwoord zou zijn.
“Natuurlijk niet.” zei Rachel. “Er moet hier een uitweg zijn. We gaan verder!”
En we gíngen verder. Een weg banend door het oerwoud, jonge boompjes ombuigend om de weg vrij te maken voor Egbert. Zoals altijd werkte hij steeds beter mee naarmate het voortgaan moeilijker werd. En het werd inderdaad heel moeilijk voor we bij de rand van een ravijn kwamen, vol met wat een ondoordringbare vegetatie bleek. “Wat nu?” vroeg Rachel zich af.
“Misschien is er een weg doorheen.” zei ik. “Jullie twee rusten uit, terwijl ik op verkenning ga.”
Twintig minuten lang ging ik op verkenning, klimmend over vreemde botanische obstakels, onder andere doorkruipend, onder het voortgaan slangen afschrikkend. Er was inderdaad een pad doorheen, voor mensen aangelegd om op gelijke hoogte met bavianen te komen, maar ook al werkte Egbert nog zo goed mee, dit zou hem niet lukken.
We bekeken de ons omringende bergen, en Rachel wees op de noordelijke top. “Als we daar zouden kunnen komen zullen we waarschijnlijk de hoofdweg vinden.”
Tussen ons en de helling in kwestie lag een gekrioel van uitlopers. “Rust maar weer uit,” zei ik, “dan ga ik weer op verkenning.”
Niet lang daarna riep ik vanaf een heuveltop: “Kom! Dit kan een weg zijn.” En dat was zo.
We zigzagden zo goed we konden; toch moest Egbert vanwege de stijging vaak stoppen om weer op adem te komen. “We zijn wreed!” verklaarde Rachel. “Hij is maar een paard! Hij is geen verdomde baviaan. Hij is er niet op gebouwd om tegen zoiets omhoog te klimmen!”
Een half uur later waren we op vlak grasland, dicht bij de weg. Ik feliciteerde Rachel, en we gingen onder een boom noten zitten eten. Egbert, de stakker, was te uitgeput om te eten. Hij kwam dicht naast ons staan en liet zijin kop hangen. “Als we thuis waren” zei Rachel grimmig, “zouden we in de gevangenis gegooid worden omdat we een paard zo slecht behandelen. Hij schijnt van ons te houden, maar ik kan me niet indenken waarom!”
Ik keek omlaag het dal in, heel ver beneden ons, en vroeg me af waar de echte binnendoorweg kon zijn. Drie weken en veel drama’s later zouden we daar achter komen.
Onze extreem korte weg had ons abrupt tot boven de 1500 meter hoogte gebracht, en terwijl we verder gingen, onder een diep “berg-blauwe hemel”, voelde de zon van elf uur prettig warm aan. Terwijl ik de koele, zuivere lucht inademde kreeg ik de neiging om te springen en te rennen. Toen ik een normale stroom van fysieke energie voelde besefte ik pas hoe enerverend de hitte was geweest op dat moordende stuk vanaf Banyo.
De hele verdere dag konden we ons plezier niet op. Kilometers lang trokken we door een verbijsterend gebied van topografische verdraaingen, geen enkele keer in staat om te raden wat we om de volgende hoek tegen zouden komen. Toen het spoor sterk omlaag ging door deze warboel van uitstekende punten en heuvelruggen hadden we soms een uitzicht over melodramatisch aandoende ravijnen of ondiepe, afgesloten, “geheimzinnige” valleien, vol met goudkleurig gras of lange, donker beboste hellingen of vreemd gladde grijze rotsen, die iets weg hadden van gewelfde raamloze wolkenkrabbers, plotseling uit miezerge heuvels tevoorschijn schietend.
Door elkaar heen krioelende bavianen maakten dit tot een luidruchtig en geanimeerd gebied. Ieder hoog punt was weer hoger dan het voorgaande, en vaak vingen we een glimp op van het hele door de hitte vervagende golvende landschap tussen ons en Banyo.
Aan de overkant van het meest melodramatische ravijn rees tot tenminste honderdvijftig meter hoogte een er theatraal uitziende helling, gedrapeerd met donkergroene vegetatie, en deze strekte zich uit over meer dan anderhalve kilometer alvorens over te gaan in een massieve grasrijke berg.
Twee kleine nederzettingen lagen op de pas waar ons spoor overging van de ene berg op de andere, aan het hoofd van het ravijn. Dichtbij groeiden lapjes jonge mais, – een verleiding voor Egbert – maar wij zagen alleen ver weg vlugge bewegingen van kledingstukken: vrouwen en kinderen verborgen zich voor ons.
Voor ons strekte zich een immens aantal goud-groene hellingen uit, bestrooid met vreemde uitsteeksels van gladde grijze rots, karakteristiek voor dit gebied. Ineens voelde ik me twintig jaar terug, in de meer tedere hoeken van de Ethiopische hooglanden. Hier was de vegetatie anders, en de verre pieken leken lager, maar het licht en het gevoel waren hetzelfde, en het pad-probleem was identiek. Ons spoor splitste zich; er was een ruime keus van veepaden, kilometers lang, in drie richtingen, zonder één aanwijzing welk pad mogelijk naar Makelele leidde.
Voortgaande in de richting die Rachel het meest waarschijnlijk leek ontmoetten we onze eerste medereizigers van die dag: – een Fulani vader en zoon. De kleine jongen leidde een schaap en staarde ons met ongeruste fascinatie aan.
“Makelele?” vroegen we, na de gebruikelijke begroetingen. De jonge man lachte vriendelijk, wenkte ons hem te volgen en leidde Egbert zelf naar een hoog punt. Daar wees hij ons het pad, en gaf hij gedetailleerde aanwijzingen in het Foulfouldé. We bedankten hem buitengewoon hartelijk. Het was niet zijn schuld dat we nog steeds absoluut niet in staat waren om het goede pad te onderscheiden. Gelukkig maakte het niet uit wanneer – en zelfs of – we Makelele zouden bereiken. Het onderweg zijn was genoeg.
Onder de bovenrand van een ronde heuvel genoot Egbert van een lange lunch op weelderig gras. Een siesta zonder vliegen of mieren, of enige behoefte aan schaduw voelde aan als de grootst mogelijke luxe.Terwijl we in de zon lagen aten we oudbakken brood en uien en zagen we een wat oudere man, klein en zwart, over de heuvel komen, Hij droeg een kolossale rol bamboe matwerk, bijna twee meter lang en beslist even zwaar als hijzelf, Opeens zag hij ons en keek buitengewoon verschrikt. Hij ging sneller lopen om ons zo snel mogelijk voorbij te zijn en keek de andere kant uit. Zijn gang was een vreemd schuifelende draf. We keken hem na, ons verwonderend over zijn knobbelige nek en beenspieren. Hadden we hem zonder bagage in een dorpsstraat gezien dan had hij oud en fragiel geleken. Hij was ongetwijfeld een bediende/slaaf van een van de runderplutocraten van dat gebied. Er zijn niet veel Fulani’s die vrachten vervoeren; dat is iets waar de Bantoestammen voor zijn, vinden zij.
Tijdens de namiddag sprongen verscheidene kastanjekleurige dwerg-antilopen over nabijgelegen hellingen en we zagen onze eerste wrattenzwijnen, twee families die luidruchtig in een stukje jungle aan het wroeten waren. De beren – bijna even groot als leeuwen – hadden formidabele slagtanden. Zeugen waren veel kleiner en biggen waren zo klein dat, wanneer ze door het korte gras galoppeerden, alleen de topjes van hun in bosjs groeiende staarten (die ze altijd omhoog hielden onder het rennen) zichtbaar waren. We waren gewaarschuwd dat de beren, als ze toevallig in het nauw gebracht werden (een zeer onwaarschijnlijke gebeurtenis) dodelijk kunnen zijn. Nu we hun omvang en slagtanden gezien hadden konden we ons dat goed indenken. Deze combinatie van antilopen, bavianen en wrattenzwijnen, die hetzelfde gebied deelden, was normaal, met de bavianen en wrattenzwijnen kennelijk bijzonder goede buren. Bij deze gelegenheid, toen de laatsten van ons wegvluchtten, gingen zij naar een grote kolonie bavianen, die ons, niet ver van het spoor, aanstaarden, en eenmaal omringd door hun vrienden begonnen zij opnieuw te wroeten, omdat zij zich kennelijk heel veilig voelden.
Rond vijf uur ‘s middags zagen we heel ver beneden ons – nogal tot onze verrassing – het compacte dorp Makelele, waarvan de maisvelden omlaag liepen tot de smalle Mayo Kelele. Toen we aankwamen liepen er maar een paar mannen rond. Tijdens onze lange afdaling hadden zij de tijd gehad om ons te observeren en over ons te speculeren, en hun verwelkoming ging gepaard met een aandoenlijk mengel van warmte en uiterste verbazing. Aangezien er niemand Frans of Engels sprak konden we aan die verbazing weinig doen.
De chief, een gracieuze oude heer in een vormloos wit gewaad, beval dat we zouden worden ingekwartierd bij zijn veel jongere halfbroer, wiens door struiken omringde nederzetting we bij het binnenkomen van het dorp al gepasseerd waren. Een opgewonden jongetje begeleidde ons naar de gastenhut, buiten de meer naar binnen gelegen vrouwennederzetting, en leidde Egbert toen naar overvloedig gras aan de overkant van de rivier, waar veel mooie paarden vrij rondliepen. We waren nu in het Kameoenese equivalent van County Meath. (in het graafschap Meath bevindt zich een Voedsel en Veterinair bureau. Noot vande vertaler)
Onze lemen hut zonder ramen was gereed voor gasten: vlekkeloos schoon met geitenhuiden uitgespreid op de aarden vloer en dekens en kussens op de met gras gevulde matrassen van twee zelfgemaakte houten bedden. Er was geen andere huisraad, ook al was dit een rijke familie. Onze gastheer Abdoulaye, ongeveer vijftig jaar oud, was eigenaar van de enorme kudde waar we voor gestopt waren om hem te bewonderen voor we Makelele zagen.
De donker-chocolade-bruine stieren – een veekleur die ik in Europa nergens gezien heb – had buitengewoon breed-gebogen, anderhalf meter grote horens en zij hoorden tot de mooiste die we in Kameroen zijn tegengekomen.
Abdoulaye’s twee junior- vrouwen droegen beiden kralen en gouden halskettingen en leken het uitstekend met elkaar te kunnen vinden. Zijn senior-vrouw ontmoetten we niet, maar we hoorden dat zij de junior-vrouwen had gekozen; zoals vaak gebeurt. Er waren veel kinderen; we kwamen er nooit achter wie de moeder van welk kind was omdat, wanneer samengestelde gezinnen het goed doen, dan delen alle volwassenen de verantwoordelijkheid voor alle kinderen.
Het opperhoofd had mijn vrouw-zijn geaccepteerd, na veel uitroepen van verbazing en veel gegiechel en handgeklap, maar Abdoulaye’s vrouwvolk was niet overtuigd. Zij verwelkomden ons hartelijk maar aarzelden mij een hand te geven. Wij werden ook niet uitgenodigd in de zes hutten die het centrale gedeelte van de nederzetting vormden: twee langwerpige met blikken dakbedekking, de andere rond en met riet bedekt.
Rond zonsondergang brandden er vier vuren; er is heel wat hout nodig om te koken voor zo’n familie en hun waswater te verwarmen.
De jongen die ons waswater bracht overtuigde ons ervan dat we het ook konden drinken. Later kregen we er spijt van dat we het daarvoor gebruikt hadden, toen we drie meisjes de lange helling van de rivier omhoog zagen komen met emmers op hun hoofd. Ook vergisten we ons toen we het vuile waswater weggooiden, in plaats van het te bewaren voor de sierstruiken van de nederzetting.
‘Moeilijke woorden’ bij “Cameroon with Egbert” van Dervla Murphy
(blz. 127 – 208)
Er gaat niets boven het lezen van een verhaal in de taal waarin het geschreven is. Dervla Murphy heeft een uitzonderlijk grote woordenschat. Om het lezen gemakkelijker te maken zal ik een gedeelte van “Cameroon with Egbert” voorzien van de vertaling van woorden die minder vaak voorkomen.
1 foot = ongeveer 30 cm
1 inch = ca 2,54 cm
1 yard = ca 91 cm
1 Engelse mijl = 1609 meter
p 127
to be up: het daar zijn
brow: bovenrand
stale: oudbakken
onion: ui
gait: gang, loop
shuffle: schuifelen
trot: draf
knotted: knobbelig
leg-muscles: beenspieren
frail: fragiel, broos
bovine: runder-
chestnut: kastanje
dwarf: dwerg
bound: (hier) springen
warthog: wrattenzwijn
root: wroeten
tusk: slagtand
scamper: galopperen
tuft: in bosjes groeien
aloft: omhoog
corner: in het nauw brengen
bemusement: verbazing, verbijstering
billet: inkwartieren
shrub: struik
lush: overvloedig
roam: ronddolen
County Meath: in het graafschap Meath bevindt zich een
Voedsel en Veterinair bureau
mud: lemen
blanket: deken
cushion: kussen
p 128
furniture huisraad
prodigious buitengewoon
bead kraal
credit geloven
chuckle grinniken
thatched met riet bedekt
scummy verachtelijk
litter bezaaien
flummoxe verwarren
flour bloem, meel
cradle wiegen
urge aandringen
cuddle knuffelen
mirth vrolijkheid
bound grens
peake pieken
badge insigne
p129
crisp knapperig
cube blokje
pot- in een pot
yawn geeuwen
gale storm
plead pleiten
tiny klein
crest top
stele-like grafsteen-achtig
pinnacle bergtop
ridge rug, kam
soar omhoog rijzen
flute plooien
scrubby klein
boulder rotsblok
cleft bergkloof
slab plaat
whirly wervelend (?)
uncannily geheimzinnig, mysterieus
volatile vluchtig
frenziedly uitzinnig
jagged gekarteld
friable brokkelig
p 130
gentle liefelijk
pebble bergkristal, kiezel
slab plaat
brighten oplichten
mature belegen
jackal jakhals
saunter flaneren
fawn lichtbruin
emboss prenten
livestock vee
raider razzia
p 131
pace stappen, lopen
grove bosje groepje bomen
leap springen
disdain minachting
cul-de-sac doodlopende weg
ridge kam, heuvelrug
escarpment helling
chasm afgrond, bergkloof
trick list, truk
conical konisch, spits
coarse grof
ragged gerafeld, voddig
clutch vastgrijpen
groove groef, spoor
astray verdwaald
pant hijgen
boulder kei, rotsblok
drop vallen
suckle zogen
tiny klein
board plank
slender dun, slank
pinnacle bergtop
cormorant aalscholver
ungainly onbevallig, onhandig
flap klapperen
awkward log, onhandig
flock (hier) zwerm
crunch vermalen
glance een blik werpen
bulging uitpuilend
p 132
warily voorzichtig
unwieldy log
wrapped verpakt
precipice steile helling
pollard knotten
shriek schreeuwen
rashly onbesuisd
ford doorwaden
mightily enorm
cliff klip, klif
sparkle glinsteren
ember sintel
tether vastleggen, vastmaken
stallion hengst
foal veulen
tough flink
croak kwaken
cackle kakelen
raucous schor, hees
whirr zoemen
hoarse schor, hees
chirrup tsjirpen
squeake krijsen
piercing doordringend
mutter morren
go awol verdwijnen, er vandoor gaan
distraught bezorgd
dispatch er op uit sturen
p133
randy zwerver
chasten kastijden
resent kwalijk nemen
encroachment aantasting. Inbreuk, lastig vallen
spine ruggegraat
presence aanwezigheid
awkward onbeholpen
upset verontrusten
quip spotten
mollify bedaren
concerned bezorgd
palatable smakelijk
emergency nood-
ration rantsoen
tin blik
tray dienblad
fare menu
thermos thermosfles
hive bijenkorf
dainty aardig
saucer schoteltje
bun bolletje
congruous passend
p134
dish gerecht
season (hier) kruiden
scatter verspreiden
shifty gewiekst
hatch uitbroeden
haunt spoken
congenial aardig
troop off afmarcheren
speed up versnellen
p135
hamlet gehucht
stack stapelen
intricate ingewikkeld
whorl krans
bustle in gejaagd binnen komen
mat mat
rage rage
bow buigen
permeate doordringen
subdue onderwerpen
stew stoofpot
iron (hier) strijkijzer
turn out weghelpen
in relays estafette-gewijs
scorn verachten
strapping potig
p 136
despise verachten
pickins kinderen(?)
peer staren
condescend neerbuigend
jeer spotten
gaudy kitscherig, bontgekleurd
baffle verbluffen
covetousness graagte
dash (hier) kleinigheid geven
thin dun, ijl
ridge rug, kam
ominous onheilspellend, omineus
mar bederven, ontsieren
p 137
dissension meningsverschil
clash botsing
intuit aanvoelen
akin verwant
tough zwaar, moeilijk
sulk mokken, ruzie maken
momentous belangrijk
dejected triest, treurig
peep loeren, gluren
fence heg, hek
dish gerecht
gloomily somber
gullet slokdarm
natty chic
lounge net
tie das, stropdas
homburg slappe vilthoed
wretched miserabel
palpitate beven, sidderen
lapels revers
census volkstelling
poise zelfverzekerdeid
predatorially roofzchtig
enumerate tellen
assert beweren
p 138
prey prooi
scrubby miezerig
glint glimp
coarse schraal
waist middel
industrial (hier) ijverig
entrap versrikken
gully geul
ditch greppel
bramble braam, braamstruik
grievous pijnlijk
scramble dringen
crop gewas
guard bewaker
cram proppen
straw stro
manure mest
overgrown overwoekerd
p 139
torch zaklamp
dud prul
gloat zich verheugen
salivate kwijlen
bob op en neergaan
scramble scharrelen
spirit spook
futile nutteloos
mud blubber
treacherous verraderlijk
blunder stommelen
grope tasten
baffle sterk verbazen, verbluffen
bore vervelend
daunt afschrikken
cunning slim, gewiekst
taut gespannen
ford doorwaadbare plaats
briskly opgewekt
reckless roekeloos
trip struikelen
swear vloeken
recce verkenning
squelch plassen
inky inktzwart
p 140
ring klank
munch kauwen
slither glibberen
precpitous zeer stijl
slippery glad, glibberig
wedge bekneld raken
crevice gleuf, spleet
extraneus buiten-
gear spullen, bagage
hug knuffelen
tentatively weifelachtig
erratically onregelmatig
lit voorlichten
sheet plaat
waver wankelen
clutch grijpen
wilt verslappen
stubble stoppel
rough ruig
blanket deken
damp vochtig
bag (slaap)zak
bewilderment verbijstering
elaborately uitgewerkt
sculpt beeldhouwen
ridge heuvelrug, bergketen
caught betrapt
canopy hemel, baldakijn
linger treuzelen
slant schuin, zijdelings
sparkle glinsteren
limp mank lopen
cheek wang
141
lust sterk verlangen
restore herstellen
witted pienter
obese diklijvig
dispatch sturen
zephyr zacht windje
crash (hier) neervallen
knack handigheid
slid gleden
surreptitiously heimelijk
account rekening
teetotaller geheelonthouder
crumple kreukelen
soiled verontreinigd
torn gescheurd
frayed gerafeld
oblique (hier) terloops
poised verstandig
142
spot vlek
embroidered geborduurd
gown gewaad
ditch afdanken
restrict beknotten
plunge duiken. plonzen
smooth glad
tight nauw, strak
call bezoeken
squat hurken
padlock van hangslot voorzien
toil ploeteren
foul vuil
cloudy troebel
seek zoeken
p 143
harrass: irriteren
gusty: winderig
gale: storm, harde wind
choke: verstikken
gritty: grauw
stung: prikkelen
scourge: geselen
litter: afval
dump: puinhoop
shuttered: gesloten
bang: bonzen
hovel: krot
dismiss: wegsturen
sullen: naargeestig
heaviness: zwaarte
aggro: agressie
rigidly: star, rigide
imaginativ: figuurlijk
lodging: onderdak
filthy: vies
thuggish: schurkachtig(?)
hassle: gedoe
doss-house: logement
scornful: schamper
sparse: karig, spaarzaam
p 144
stiffle: verstikken
tickle: kriebelen
runnel: goot
torture: marteling
cockroach: kakkerlak
din: lawaai
thudd: neerploffen
rummage: overhoop halen
whine: zeuren
hideous: afgrijselijk
distend : zwellen
fetch: halen
berate: uitschelden
shrill: snibbig
cosy: gezellig/
bend: buigen
dumb: stemloos
retort: weerwoord bieden
stallion: hengst
see off: uitgeleide doen
p 145
defy: trotseren
witting: doelbewust
sedately: bedaard, rustig
unseemly: ongelegen
butcher: slager
shrivelled: verschrompeld
sensible: verstandig
habit: gewoonte, gebruik
cupboard: opbergkast
bare: kaal,leeg
titbit: hapje
mellow: zacht
worry: bedroeven
track: (hier) weg
gaze: staren
draw: trekken
wiry: pezig
whisk: kloppen
briskly: flink, kordaat
implement: gereedschap, hulpmiddel
flavour: geur
tangy: zurig
brim: boordevol
guzzle: zwelgen
cauldron: ketel
pile: opstapelen
gourd: pompoen
saucepan: steelpan
plate: bord
p 146
ladle: pollepel
bend: buigen
thatched: met riet bedekt
wicker: rieten
canopy: scherm
carve: kerven, uithakken
post: paal
pole: poot, paal
pouche: zak, buidel
scabbard: schede
varnish: vernissen, lakken
tin: blikken
struck: raken, treffen
discordant note: wanklank:
matting: van matten voorzien
doll: pop
leg: been, poot
scope: gelegenheid
shrub: struik
glaze: verglazen
slim: dun, slank
stir: bewegen
plum: donkerrood
gossip: kletsen
chop: fijnhakken
bother: storen, hinderen
towell: handdoek
threadbare: versleten
p 147
mound: heuvel
enamel: email, glazuur
dish: schotel-
lid: deksel
garments: kleding
bag:: zak
rummage: doorzoeken
pouch: zak
fiendishly: vreselijk
domesticated: aan het huiselijk leven gewend
ingenuity: vernuftigheid
peel: afpellen
desecrate: ontheiligen
roar: geraas
dash: sprinten
shovel: blik, schop
scald: kokend
pour: schenken
ladle: pollepel
dish: bord
p 148
tray: blad
flourish: zwierig gebaar
dish schaal, gerecht
release: vrijlaten
lethal: dodelijk
olfactory: reukzenuwen
rotten: bedorven
relish: genieten
stew: stoofpot
conditioning: conditionering
furtively: heimelijk
gruel: pap, brij
addicted: verslaafd
chop: voedsel
knight: ridder
charger: strijdros
tin: blik
fizzy: mousserend
adamantly: onbuigzaam
charge: in rekening brengen
p 149
cheekbone: jukbeen
quiver: trillen
fiercely: fel
grove: groepje
gown: gewaad
agility: behendigheid
stride: stappen
dull: saai
divert: afleiden
willowy: slank, elegant
creased: geplooid
slacks: lange broek
silk: zijde
burly: potig, fors
lunge: te keer gaan
muse: mijmeren
emboss: rijk versierd
briefcase: aktentas
cow: koeioneren
winkle: boven water krijgen
cauldron: ketel
trestle: schraag
gourd: kalebas
p 150
sluggish: traag
trickle: sijpelen
cough: kuchen, hoesten
brutal: beestachtig
comment: commentaar leveren
eerily: spookachtig, mysterieus
subdued: getemperd
fortnight: veertien dagen
umbrella: paraplu
tote: dragen
splay: splijten
gritty: stenig
derelict: verlaten
shed: huisje, schuur, hut
Customs: douane
trunk: stam
ample: uitgebreid
bang: bonzen
gaudy: opzichtig
curl: krul, haarlok
hung-over: katterig
squint: loensen
bloodshot; bloeddoorlopen
parche: opdrogen
menace: dreigen
blink: knipperen
yelpe: keffen, janken
dive: duiken
swig: slok
p 151
pal: makker, kameraad
dress: aankleden
polite: aardig, beschaafd
straggle: uiteenvallen, zich verspreiden
marshy: moerasachtig
edge: grens, hoek
ditch: greppel
designe: bedoelen
worry: zich zorgen maken
snore: snurken
bench: bank
greasy: vettig
wrappe: inpakken
cockroach: kakkerlak
breeze block: lichte bouwsteen
p 152
garish: fel, opvallend
range: (hier) bergketen
tempt: bekoren
gown; gewaad
reckon: denken
ensure: verzekeren
din: lawaai
garbage: afval
gust: windvlaag
frown: fronsen
ornately: bloemrijk, overladen
exhaust: uitputten
distraught: bezorgd
excruciatingly: afschuwelijk
sawdust: zaagsel
p 153
allegedly: er werd beweerd dat
aerial: antenne
uproariously: uitgelaten
disregard: negeren, minachten
blurr: vertroebelen
censorious: kritisch, vitterig
worse for (the): aangeschoten onder invloed van
hiccupp: met horten en stoten uitbrengen
bulb: lamp, bol
flog: afranselen
gaily: bont, vrolijk
caparisone: opsmukken
hunker: neerhurken
arched: gewelfd
peep: gluren
retainer: bediende
usher: leiden
p 154
lit: verlicht
scattering: verzameling
carpet: tapijt
sprawle: slordig hangen
hectic: hectisch
hue: tint
peacock: pauw
carve: snijden, beeldhouwen
quizzical: geamuseerd, vragend
exile: balling
nasty: vervelend, akelig
rash: onbesuisd
jerry-: slordig, prutserig
edible: eetbaar
lump: stukje
tub: pot
spread: spreiding
crisp: knapperig
blotting-paper: vloeipapier
stand: neerzetten
coat: bedekken
muck: troep, rommel
cravenly: verlegen, laf
embark: beginnen, zich inlaten
factory: fabriek
tend: bedienen
p 155
avail of: profiteren van
mock-: namaak-
peripheral: perifeer
phoney: nep, namaak
strewn bezaaid
stroll: lopen, wandelen
cramped: benauwd, krap
shack: schuur, hut
alleyway: gang
soggy: zompig
luke-warm lauw
garrulous praatgraag
flouncey: met stroken
lace; ` kant
billow: opbollen
skirt: rok
slim{ slank
skin-tight: nauwsluitend
scarlet: scharlakenrood
brassière: bustehouder
shiny: glanzend
pain: pijn doen
prevalenceL invloed
intoxicationL vergiftiging
p 156
congenial: aardig, prettig
p 157
Hoofdstuk 8 Spooked in the Tchabal Gangdaba
spooke: opjagen
fissure: splijten
attenuate: dunner worden
chasm: afgrond, bergkloof
disparaging: geringschattend, kleinerend
usage taalgebruik
misapply: verkeerd toepassen
comprehensible: begrijpelijk
lean: dun, mager
suspicion: wantrouwen
twist: slingeren
dusty: stoffig
scrubby: met struikgewas bedekt
p 158
trickle: stroompje, straaltje
unremitting: niet aflatend
severe: hard, zwaar
level: waterpas, vlak
crest: top, kruin
slight: licht
dim; mat, schemerig
haze: in nevelen hullen
obliterate: uitwissen
harsh: onaardig, grof
pale: bleek
berry: bes
reluctant: onwillig
try: proberen
weird: bizar
ledge: rand
gloat: zich verlustigen
threadbare: kaal, versleten
shift: hemd
threshold: drempel
rivete: vastnagelen, in beslag nemen
batter: toetakelen, havenen
p 159
long: verlangen
wickerwork: vlechtwerk
untidy: slordig, onordelijk
thatch: dakriet
merge: in elkaar overgaan
shrivell: verschrompelen
hewn: uithakken
scamper: galopperen, hollen
skittish: dartel, uitgelaten
whinny: hinniken
coyly: koket
course: (hier) gerecht
breast: borst
spice: kruiden
round up: bijeendrijven
guinea-fowl: parelhoen
pursue: achtervolgen
fondly: liefdevol
stroke: aaien
squeal: gillen, schreeuwen
bewildered: heel verbaasd
stream: toestromen, toelopen
wrappe: inwikkelen
surge: dringen
hide: huid
p 160
shaggy: ruig
bias: vooringenomenheid
sustenance: levensonderhoud
porridge: pap
scrumptious: zalig,heerlijk
clarify: zuiveren
deft: behendig
demerits: minpunten
fuss: drukte maken
enamelware: emailwaren
seasoned: geroutinerd, doorgewinterd
queue: in de rij staan
course: reeks
muddy: modderig
shrugg: de schouders ophalen
peer: turen
wriggle: wriemelen
innocuous: onschadelijk
p 161
contaminate: besmetten
vine: rank, stengel van klimplant
swathe: omhullen
convolution: kronkeling
scrub: struikgewas, kreupelhout
dotted: bespikkeld
haze: nevel
morbid: ziekelijk, morbide
dire: ernstig, schrijnend
mar: verpesten, bederven
corrugate: plooien
dismal: naar, vervelend
drought: droogte
temper: stemming, humeur
hospitable: gastvrij
exhaust: uitputten
dispel: verdrijven
apologise: excuses aanbieden
reprove: verwijten
vibes: vibraties, gevoelens
incinerate: verbranden
p 162
ashen: asgrauw
uncannily: griezelig, geheimzinnig
gruelling: moordend
friable: brokkelig
afford: opleveren
foothold: voetsteunpunt
hideous: afschuwelijk
flat: vlak
clump: klomp
wizen: verdorren, uitdrogen
utterly: volslagen
steep: steil
freed: laten gaan, bevrijden
tall: hoog
spiky: stekelig
juiceless saploos, futloos
lump: stuk, fragment
embed: insluiten
itch: jeuken
guidance: raad
incomprehensible: onbegrijpelijk
dishevell: verfomfaaien
p 163
quiverful: boel, vracht (pijlkoker)
questioning: vragend
cautiously: voorzichtig
beam: glunderen
ingratiating: innemend, beminnelijk
cheerfull: opgewekt. vrolijk
decisive: beslissend, overtuigend
smooth: vlak, effen
stunted: in groei achtergebleven
thorny: doornig, stekelig
bush: struik
overtake: inhalen, voorbijgaan
ebullient: levendig
ebony: ebbenhout
cheekbone: jukbeen
weave: zigzaggen, slingeren
slope: helling
tangle: wirwar
feasible: mogelijk, te doen
even: zelfs
gloomy somber
ugly: lelijk
scornful: minachtend
hard-done-by: oneerlijk behandeld
challenge: betwisten
trickle: straaltje
ghastly: afschuwelijk
gaze: turen
craze: van zijn stuk brengen
reckless: roekeloos, onvoorzichtig
shrink: slinken
come over: worden, zich voelen
queer: niet goed, onwel
surrender: zich overgeven
tidal wave: vloedgolf, golf van emotie
heatstroke: hitteberoerte
sensible: verstandig
p 164
totter on: voortwankelen
wrappe: inwikkelen
minion: ondergeschikte
ill-at-ease: slecht op ons gemak
sorn: klaplopen
strained: gespannen
toothache: kiespijn
pad: spoor
relish: genieten
dust out: uitstoffen
yield: opbrengst
warthog: wrattenzwijn
sizzle: sissen
tar-barrel: teervat
reckless: roekeloos
scrutiny: nauwkeurig onderzoek
purchase: koop
offal: slachtafval
spurn: versmaden
gobbet: homp
tail: staart
gristle: kraakbeen
intestine: ingewanden
valve: hartklep
chunk: klont
tripe: pens
p 165
hide: huid, vel
slivers: schilfer
rapturous: hartstochtelijk
stench: stank
issue: uitgeven
tender: indienen
protrude: uitsteken
dwindle: afnemen
sardonical: spottend
scoot: wegrennen
squeeze: persen
repellent: verjagend
fume: damp
lawn: grasmat
mower: grasmaaier
yearn for: verlangen naar
sweet: zoet, aangenaam
baffle: sterk verbazen
range: (berg)keten
p 166
perilous: gevaarlijk
swirle: wervelen
yawn: gapen
chasm: afgrond
discordant: wanklankig
shirk: spijbelen
summon: ontbieden, roepen
apt: treffend
stock: voorraad
tonic: versterkend
picture: zich voorstellen
blend: mengen
tiresome: vermoeiend
escarpment: helling
for all … ondanks al …
mercenary: geldbelust
sheer: kaarsrecht
boulder: kei, rotsblok
stairway: trap
gruelling: moordend
creeper: klimplant
drape: draperen, bekleden
fern: varen(s)
laden: afgeladen
precipice: afgrond, steile helling
parche: opdrogen
desolation: woestenij
muscular: gespierd
frail: fragiel, zwak
dejected: terneergeslgen, bedrukt
exhausted: uitgeput
huge: grote
lined: (hier) gerimpeld
still: stil
twilit: schemerdonker
p 167
enhance: vermeerderen
relief: verademing
chilly: kil
hillock: heuveltje
convenient: geschikt, passend
copse: hakhout
simmer: sudderen
austere: ernstig
feature: gelaatstrek
content: tevredenheid
erratic: onregelmatig
cash-crops: marktgewassen
devise: bedenken
blaze: brand
scarey: eng, alarmerend
conflagration: vuurzee, grote brand
crimson: karmozijn, dieprood
sheet-lightning: weerlicht
dazzle: verblinden
p 168
circumspect: omzichtig
discombobulate: in de war brengen
skinny: schraal, mager
haystack: hooiberg
crouch: in elkaar duiken, hurken
whimper: janken
restrain intomen
gourd: kalebas
bewildered: heel verbaasd, verbijsterd
relish: genieten
pull: trekken, rukken
resent: kwalijk nemen
avid: begerig
suckle: zogen
fraught: precair, pijnlijk
hazardous: riskant
tick: teek
rope: vastbinden
deft: behendig
crush: verpletteren
anxious: bezorgd
awkward: ongemakkelijk
p 169
demean: vernederen
expediture; uitgaven
wide: wijd, ruim
sweet: zacht, liefelijk
brink: rand, zoom
astound: schokken, ontzetten
primeval: oorspronkelijk, oer-
intruder: indringer
thwart: bemoeilijken
blur: vervagen
tempt: verleiden
behalf (on…of): ten behoeve van
lush: overvloedig, sappig
tiresome: saai
dung: drol, keutel
acrid: doordringend, scherp
shortage: afwezigheid
tricky: netelig
dizzy: duizelingwekkend
p 170
exhilarating: opbeurend
path: weg, pad
winsome: aantrekkelijk
indelicate: indiscreet
cleft: bergkloof
tangled: verward
dusk: schemering
parch: opdrogen
scrub: struikgewas, kreupelhout
knot: knoop
sheet of flame: vlammengordijn
vantage point: gunstige positie
russet: roodbruin
bound: springen
swish: ritseling
tend: letten op
warden: wachter, bewaker
hippo: nijlpaard
p 171
thorough: grondig
nasty: lelijk, slecht
crack: geintje
trail: pad, spoor
rough: ruig, ruw
bare: kaal
crude: grof, bot
reluctant: onwillig, tegen haar zin
stout: stevig
sapling: jong boompje
ledge: rand, richel
Hoofdstuk 9 Exit Egbert
p 172
thud: ploffen
snort: briesen
infectious: aanstekelijk
bark: geblaf
eerie: griezelig, angstwekkend
wail: huilen, jammeren
grunt: grommen
bed: gaan slapen
scramble: zich haasten
ledge: rand, richel
dud: prul
bolt: op de vlucht gaan
sapling: boompje
p 173
tempt: verleiden
crops: voedselgewas
edge: rand
ebb wegebben
ridge: kam, rand
twist: slingeren
volition: wil
rugged: ruig, grof
endear: geliefd maken
convenience: gemak
devastate: overstuur maken
condition: in een gewenste toestand brengen, wennen
p 174
haunt: kwellen
ensnare: verstrikken
woo: vrijen
soar: omhoog rijzen
ingratiate: geliefd maken
ramshackle: gammel
escarpment: helling
bay: roodbruin paard
trample: trappen
p 174
haunt: kwellen
ensnare: verstrikken
woo: vrijen
soar: omhoog rijzen
ingratiate: geliefd maken
ramshackle: gammel
escarpment: helling
bay: roodbruin paard
trample: trappen
p 175
apprehensive: bang
wretched: stumperig
stray: verdwaald
muddle: verwarring
ghastly: verschrikkelijk
bewildered: verbijsterd
thicket: struikgewas
scattering: verspreiding
doze: dutten
corner: in het nauw brengen
bend: bocht
brink: rand
fissure: scheur, breuklijn
shudder: huiveren, rillen
p 176
unnerve: bang maken
brisk: kwiek, opgewekt
blast: dosis
cleft: bergkloof
pug: voetspoor
muddy: modderig
stiffen: vastberaden maken
bolt: op hol slaan
prowl: jagen
trap: val
flea: vlo
desolating somber stemmend
runny: druipend
labour: zwoegen
dire: ernstig
equine: paarden-
p 177
pull together: zich inhouden
saunter: slenteren
wreck: verijdelen
bump: bult, hobbel
smoulder: smeulen
affluent: vermogend
smart: elegant
match: lucifer
enamel: email
slot: in een gleuf plaatsen
pole: paal
p 178
stray: ronddwalen
broken: onderworpen, gedwee
p 179
spangle: (met sterren) bezaaien
bray: balken
haggard: verwilderd
distrait: angstug, bezorgd
predicament: moeilijke positie
over-wrought: overwerkt
shale: schalie
blend: mengsel
scorn: verachting
crescent: toename
jumble: krioelen
suitcase: koffer
trannie: trasistorradio
brolly: paraplu
p 180
raw: rauw, ruw, grof
anxious: bezorgd
limp: hinken
wan: zwak
tender: mals
gravy: saus, jus
batter: havenen
holdall: reistas
bun: broodje
stale: oud
doleful: somber
stunt: onvolgroeid
shoot: scheut
apprentice: leerling
p 181
ridge: heuvelrug
bulge: bobbel, buil
strewn: bestrooid
pebble: kiezel
crawl: kruipen
cloak: jas, mantel
anguished: gepijnigd
p 182
brink: rand
shifty: onbetrouwbaar
ledge: rand
rehearsel: herhaling
girth: buikriem
crupper: staartriem
belly: buik
furry: harig
toy: speelgoed
p 183
loom: opdoemen, naderen
tummy: buik
hop: huppelen
trot: draven
brisk: rap
sur: nors
purdah: afscheidingsgordijn
fat: vet
scowl: fronsen
soot: roet
dump: stortplaats
minion: ondergeschikte
paw: been
summon: roepen
p 184
freakish: ongewoon, bizar
tray: blad
appall: ontstellen
mutter: mopperen
vet: controleren
wretch: arme stakker
gasp: naar adem snakken
fuss: drukte maken
p 185
condone: vergeven, door de vingers zien
agonise: kwellen
arduous: moeilijk, zwaar
palpable: tastbaar
mess up: er een zootje van maken
rotten: gemeen, lelijk
share: delen
defeat: verslaan, overwinnen
disguise (blessing in): geluk bij een ongeluk
Hoofdstuk 10 Fun among the Fons
p 186
lavish: gul, overdadig
fill in: op de hoogte brengen
stray: afdwalen
p 187
grind: malen
anoint: zalven
boarding-school: internaat
rugged: ruig
p 188
moot: volksvergadering
protrude: uitpuilen
plantain: weegbree
mud: modder, leem
grove: bosje, groepje bomen
glossy: glanzend
shebeen: zwarte kroeg
p 189
gay: vrolijk
striped: van stroken voorzien(?)
thrive: bloeien, het goed doen
stew: stoven
grating: rooster
rumble: rommelen
whine: zeuren
resident: inwonend
p 190
siblings: broers en zussen
ledge: rand
posh: chic
edge: randje
p 191
elusive: ongrijpbaar
chestnut: kastanjebruin
akin: verwant
tenuous: onbelangrijk
glint: glinsteren
bulky: volumineus
leaf mould: bladaarde, humus
tangle: wirwar, chaos
tiresome: irritant
p 192
snap: snauwen
dogged: koppig
peer: turen, staren
queasy: misselijk
lurk: op de loer liggen
taut: strak, gespannen
vine: wijnstok
trip: struikelen
wire: draad
impede: belemmeren
chips (when the … are down): als het erop aankomt
vertigo: duizeligheid
sissy: mietje, lafaard
thigh: dij, bovenbeen
throbb:: bonzen
astute: spits
p 193
expatiate: uitwijden
eddy: werveling, draaikolk
swirle: wervelen
stock: voorraad
soggy: klef
grovell: kruipen, zich vernederen
beseech: smeken, bidden
p 194
slummy: vuil, smerig
sludge: prut
sewer: zinkput
whitisch: witachtig
slimy: dun
dough: deeg
nauseate: misselijk makend
ghastly: gedwongen
traitorous: verraderlijk
p 195
fastidious: kieskeurig
fly: vlieg
crooked: scheef
underwhelm: niet in vervoering brengen
pant: hijgen
padd: opvullen
slimm: afslanken
elevenses: elfuurtje
canopy: baldakijn
crash: neervallen
seeth: kolken, bruisen
boast: pochen
p 196
shudder: rillen, huiveren
thwart: bemoeilijken
tough: flink
torrential: onstuimig
downpour: stortbui
sidle: zich schuchter bewegen
mesmerise: fascineren
slippy: glibberig
suspension bridge: hangbrug
surge: golven
outlast: overleven
cloak: verhullen
tinge: kleuren
twilight: schemering
p 197
eerie: griezelig
berry: bes
fern: varen
fungi: paddestoel, schimmel
hue: tint, nuance
mute: stil
rustle: ruisen
pungent: scherp, pikant
skiddy: glibberig
ledge: rand, richel
outcrop: ontsluiting
trap: vangnet
collar: halsband
whippet: kleine windhond
clearing: open plek
riotous: ongebreideld
squeeze: dringen
dispirit: ontmoedigen
debilitate: verzwakken
apprehensive: bang
seek: zoeken, uitzien naar
rugged: ruig
blush: zich niet op zijn gemak voelen
p 198
gully: geul, bergkloof
spur: spoor
ridge: rug, rand, kam
prone: voorover
slanting: hellend
puzzle: verwarren
austere: sober, ernstig
noisome: walgelijk
miasma: uitwaseming
flip-flop: sandaal, teenslipper
plump: stevig, rond
spoil: verwennen
pet: huisdier
skin: schil, huid
thrust duwen
expedient: uitweg, hulpmidel
hugg: tegen zich aandrukken
cheeky: brutaal
scratch: krabben
hoover: stofzuigen
eave: (overhangende) dakrand
scrap: beetje, brokstuk
corrugation: rimpeling
crest: top, kam
plum: donkerrood
p 199
grind: malen
cumbersome: onhandig
pound: stampen
strenuous: belastend
scuttle: zich haasten
fetch: halen, brengen
grain: graan
tray: blad
brand: merk
p 200
lumpy: vol builen
roost: op stok zitten
rafter: nok
batter: slaan
crisp: knapperig
bun: broodje
scatter: verspreiden
overcome: van streek, onder de indruk
beam: stralen
hoe: schoffel
ordeal: beproeving
ruthless: meedogenloos
logging: houthakkers-
p 201
ambush: hinderlaag
umbrella: paraplu
cul-de-sac: doodlopende weg
boast: opscheppen met
dott: bezaaien
bash: in elkaar rammen
bold: dapper
call: (hier) bewijs vragen
inebriate: dronken
buffoon: clown
together: competent
unconcerned: zorgeloos
chuckle: grinneken
come clean: eerlijk bekennen
p 202
drag: slepen
rampant: algemeen, heersend
quest: zoeken
tepid: lauw
grudging: spaarzaam
eave: (uitstekende) dakrand
gnaw: knagen, knabbelen
kid: geitje
skull: schedel
mopp: afwissen, dweilen
burble: murmelen
dotty: getikt
groan: kreunen
p 203
outrageous: ongehoord, belachelijk
soulful: “verheven”
buxom: mollig
pursue the matter: zich met de zaak bezighouden
embroil: brouilleren
rowdy: lawaaischopper
imply: beduiden
sobriety: nuchterheid
stride: stappen
purposefully: vastberaden
mitigate: verzachten
precipitous: steil
pant: hijgen
warp: kromtrekken
shutter: luik
plantain: pisang
assiduous: volhardend
curry favour: in een goed blaadje komen
elder: ouderling
greenery: plantentuin
p 204
suspicious: achterdochtig
tentatively: voorzichtig
bemused: in de war gebracht
ledge: rand
shriek: schreeuwen
minder: verzorger, oppasser
usher: begeleiden
cauldron: ketel
jug: kan
mug: beker
lid: deksel
scoure: schoonmaken
tax: belasten
treble: verdrievoudigen
trannie: transistorradio
draw: trekken, scheppen
poignant: pijnlijk, scherp, pikant
velvety: fluweelachtig
touch: aanslag
string: snaar
wire: draad
enigmatic: raadselachtig
mean: schriel
p 205
depredation; gewelddadig optreden
shabbily: slordig
frock: jurk, japon
slender: slank, dun
poised: evenwichtig
forceful: krachtig
restive: onrustig
startling: verrassend
tuck: instoppen
hoarse: rauw, schor
crawle: kruipen
wretched: beklagenswaardig
206
greed: gulzigheid
hot up: verergeren, verhit raken
lullaby: slaaplied
lock: slot
proper: goed, juist
coarse: ruw, grof
quick-witted pienter
unduly: onfatsoenlijk
p 207
hoe: schoffel
bark: schors
poultry: gevogelte, kip
perilous gevaarlijk
repair: herstel
benign: onschuldig, goedaardig
frond blad
cloak: mantel
foothold voetsteunpunt
girth: omvang,buikriem
greedy: gretig
logger: houthakker
crevice: kloof, kier
slack: touw
indistinct: vaag
dim: schemerig
breezy: winderig
p 208
starvation: uithongering
Naar Sambolabbo · 4338 dagen geleden by Ad van den Ende
Asperge is meer smakelijk dan voedzaam dus Egbert moest een vrije dag krijgen in Sambolabbo, voor onze klim naar ruim 2100 meter. Een mars van drie-en-een-half uur zonder rust bracht ons daar vóór de hitte genadeloos werd.
Sambolabbo, een groot Fulani dorp, ligt boven de brede Mayo Mbami en direct onder de Tchabal Mbabo. We kwamen eerst bij een terrasgewijs aangelegde rij tamelijk nieuwe huizen en winkels met brede veranda’s waar we een jongeman vroegen naar onderdak en grasland. Hij was een uitstekende gebaren-taalkundige die ons meteen naar het nabijgelegen huis van zijn vader bracht. Daar werden we hoffelijk ontvangen en recht naar een teleurstellend weelderige gastenkamer gebracht. Onze walgelijke laarzen hadden we op de veranda uitgedaan; toen we het brandnieuwe muur-tot-muur nylon tapijt zagen deden we haastig onze niet minder walgelijke sokken uit. Een tweepersoonsbed, met gestreken katoenen kussenslopen en een ingewikkeld geweven sprei nam de helft van het vloeroppervlak in beslag. Tussen twee gemakkelijke stoelen stond een lage tafel met plastic tafelblad. De lemen muren waren wit gesausd en de houten blinden van het raamloze venster sloten perfect. Onze bejaarde gastheer, Ibrahim Ali, was duidelijk een man van betekenis. Toch sprak hij geen woord Frans en dat verbaasde ons, gezien zijn air van man-van-de-wereld. Later hoorden we dat hij vijf Afrikaanse talen sprak, nog afgezien van zijn moedertaal Foulfouldé, en men liet doorschemeren dat het feit dat hij geen Frans leerde een anti-koloniaal gebaar was geweest.
Ibrahim Ali was lang, slank, waardig en een rustige spreker. Toen onze stinkende, stoffige bagage was opgeslagen in een hoek van zijn gastenkamer (waar het er meteen veel minder deftig uitzag) overhandigde hij me de deursleutel. Impulsief gaf ik hem terug en tot mijn opluchting aanvaardde hij het compliment. Je weet nooit zeker hoe je bij zo’n gelegenheid moet reageren; hij had er de voorkeur aan kunnen geven om niet verantwoordelijk te zijn voor onze bezittingen. Maar gewoonlijk lijkt het toegeven aan een impuls te werken. En het feit dat hij er zich nooit druk over maakte om tijdens onze afwezigheid de deur te sluiten wees er op dat diefstal van een gast in Sambolabbo ondenkbaar is.
Tegen tienen genoot Egbert van het gras langs de rivier en waren wij dorstig. Een kleine jongen leidde ons naar de enige bar, via een smal pad tussen nederzettingen van verschillende omvang, elk twee tot zes hutten groot – meestal met een strodak, een enkele keer met een blikken dak. Ze zagen er allemaal keurig uit, veel er van hadden fraaie heesters of jonge boompjes. Sommige waren omheind door lemen muren, andere door hoge omheiningen van gevlochten gras of bamboe. Elk had zijn gebedsruimte – hoge cirkels kiezelstenen, twee tot twee-en-halve meter in doorsnee. In de meer welvarende nederzettingen waren ze omrand door omhooggezette flessen, vastgezet in de grond, of door lege blikken tomatenpuréé, of door witgeverfde stenen. Overal kraaiden en paradeerden er hanen, en hennen en kuikens scharrelden rond en piepten of maakten klokkende geluiden. Buiten de nederzettingen waggelden en kwaakten er eenden en we braken ons het hoofd over hun wateraanbod. Onzichtbare lammetjes blaatten. In de schaduw van mango- of avocadobomen stonden meerdere paarden met ingewikkeld versierde paardendekkleden; hun berijders deden zaken op de markt. ‘Niet vastgebonden’, merkte Rachel op. De meeste Fulani paarden, en misschien wel alle, zijn buitengewoon volgzaam en betrouwbaar. Het was al erg heet en er liepen maar weinig volwassenen rond. Veel kleine kinderen staarden ons aan, als verlamd, en renden dan naar hun hut. Hier zagen we voor het eerst aanzienlijke aantallen kereltjes die er ongezond uitzagen, ondervoed, met oogbindvliesontsteking, junglewonden en vaak ook door wormen opgezette buikjes.
Sambolabbo’s enige poel van verderf werd gerund door Andrew, een dikke uitbundige man uit Bamenda die vele andere ijzers in het Banyo-Sambolabbo vuur had – en ook nodig had, want er zit maar weinig handel in een lokale bar. Hij begroette ons hartstochtelijk, verheugd twee Ierse zuiplappen te ontmoeten met wie hij – een christelijke stedeling uit Bamenda – de woestheid van het bush-leven in het algemeen, en die van de Fulani samenleving in het bijzonder, kon betreuren. (De weinige blanke bezoekers van dit dorp zijn meestal geheelonthoudende missionarissen.) Hij beklemtoonde herhaaldelijk zijn Christen-zijn, en ook zijn rijke bezit aan vrouwen: een senior vrouw in Bamenda, een midden-vrouw in Banyo, en een junior vrouw in Sambolabbo. Toen hij Rachel aanzag voor mijn junior vrouw legde ik uit: ‘Een kind van me’, en om de geslachtskwestie kort te sluiten knoopte ik mijn shirt los.
‘Niet-te-geloven!’, riep Andrew uit, terwijl hij zijn vuist met een klap op de bar liet vallen. `Hah! Jullie Blanke mensen! De vrouwen net zo sterk als mannen!` Hij wierp een vluchtige blik op Rachel, die in een hoek zat en zich heel beslist distanciëerde van deze scène van onfatsoenlijke onthulling. ´Jouw kind? Maar zij is groter dan jij! Niet te geloven! Waar is je man?’ Hij keek vol verwachting naar de deur.
‘We reizen samen,’ legde ik uit, ‘Ik heb geen man.’
Andrew fronste vol mededogen zijn voorhoofd. ‘Naar God gegaan?’, fluisterde hij.
‘Ik ben nooit getrouwd,’ zei ik.
‘Waarom niet? schreeuwde Andrew, terwijl hij opnieuw met zijn vuist op de bar beukte. ‘Waarom geen man? Nu ben je oud, versleten, grijs en afgedaan. Maar toen je jong bent moet je zijn zoals dit mooie kind – je moet een man hebben die zo veel bruidschat betaalt!’ Hij hield stil en kneep zijn ogen samen. ‘Je familie vraagt te veel bruidschat?’
‘Zo ligt het niet in Europa,’ zei ik. ‘Heel veel vrouwen trouwen niet. En sommigen die geen man hebben, hebben wel een kind.’
‘Hoeveel kinderen heb je?’ vroeg Andrew.
‘Maar één,’ gaf ik toe.
‘Één?’ schreeuwde Andrew, ‘Maar één?’ Waarom maar één? Heb je geen zoon? Waarom geen zoon?’
Het begon me te vervelen. Opnieuw bedacht ik iets. ‘Na dit kind ben ik onvruchtbaar,’ zei ik.
‘Onvruchtbaar?’ fluisterde Andrew schor. ‘Wah!’ Terwijl hij zijn gezicht met zijn handen bedekte pakte ik mijn bier en trok ik me terug.
Andrew had geen Top in voorraad dus Rachel besliste dat de fase van geheelonthouder in haar herstelperiode voorbij was; dit veroorzaakte een sterke stijging in onze kosten van levensonderhoud. Wanneer je de inclinatie zou weten zou je met een rekenmachientje gemakkelijk de USAF-kaart de loef af kunnen steken en een betrouwbare kaart van Kameroen kunnen vervaardigen gebaseerd op de prijs van bier. In Bamenda 100 CFA (ongeveer 22p) per halve liter, in Sambolabbo 275 CFA (ongeveer 60p), en langs onze hele route gradaties die precies aan zouden geven: ‘afstand tot de dichtstbijzijnde stad’ en ‘toestand van de plaatselijke wegen’. Toen ik hardop mijn verrassing kenbaar maakte over de prijs in Sambolabbo kaatste Andrew de bal nijdig terug: ‘Jullie hebben op die verschrikkelijke weg vanaf Banyo gelopen, jullie zouden dat moeten begrijpen!’ En dat deden we; in aanmerking genomen wat we op de biervrachtwagen gezien hadden was Sambolabbo’s ‘33’ goedkoop.
Omdat Andrew voor zaken elders moest zijn liet hij ons spoedig alleen, maar hij nam de voorzorg de bar-opening af te sluiten. We vroegen ons af waarom; een dief zou die hindernis van ruim een meter gemakkelijk hebben kunnen nemen. Misschien omdat Sambolabbo bijna volledig moslim is liggen alle bierkratten onder de bar en waren er geen flessen te zien. De bar bestond uit een half-vrijstaande lemen hut, verlevendigd door een katholieke selectie van technicolor posters, gedrukt in Nigeria.
Van links naar rechts, als je binnen kwam, waren dit:
1. DE SUPER BUITENLANDER, een dikke, grijnzende reus van onbestemd ras, wiens dagelijkse menu’s voor alle maaltijden in misselijkmakende details werden weergegeven:
’20 gekookte eieren, 6 liter soep, 10 sneeën brood, 5 kilo vlees, 4 liter koffie, 6 kilo rijst’, enzovoorts.
2. GOD ZIET ALLES: een patriarch met sneeuwwitte baard staart ernstig omlaag naar de mensheid die met zijn dagelijkse bezigheden doende is met medaillons van de Maagd en het Kind, de Kleine Bloem, St. Jozef, St. Antonius van Padua, St. Rosa van Lima en een duif die er uit zag als een straaljager, kennelijk de afbeelding van de Heilige Geest.
3. KLEED JEUIT EN DRUK!: reproducties van super-erotische Play Boy foto’s die, vanwege een ouderwetse opvoeding, door mij niet beschreven worden.
4. SUPER MAMA: een Zwarte reuzin met borsten als kabelballonnen, biceps als rugby-ballen en een ketting van gouden medailles, gewonnen op internationale wedstrijden in gewichtheffen.
5. ONZE HEILIGE VADER! Paus Johannes XXIII die een menigte in Bamenda zegent, met uitspraken uit pauselijke preken over geboorte-beperking en medaillons van Zijne Heiligheid die zijn zegen uitspreekt op verschillende andere plaatsen in Afrika.
6. WE ZIJN VRIJ! Alle politieke leiders van Zwart Afrika na de onafhankelijkheid (velen zien er uit alsof zij door Scotland Yard gezocht worden), gerangschikt rond een grote centrale foto van Nkrumah.
We hadden deze posters afzonderlijk al eerder gezien in andere bars, maar het cumulatieve effect was bijzonder gedenkwaardig – en, op de een of andere manier, droevig.
Andrew was op dat moment bezig blikken platen te timmeren op de dakspanten van een nieuwe hut tegenover de bar.Toen ik voorstelde hem te roepen voor een tweede rondje vroeg Rachel: “Is het geen tijd voor de lunch? Realiseer je je dat we sinds ons vertrek uit Mayo Darlé geen stevige maaltijd hebben gehad?”
“Hoe zouden slappe maaltijden smaken?” vroeg ik me af.
“Naar soepblokjes en noten!” antwoordde Rachel.
Sambolabbo´s winkelcentrum –een open ruimte met ruw oppervlakte, omgeven door korte rijen koopmans-kramen –voelt aan als een stadsplein, maar heeft er niet de vorm van. Verreweg de grootste lemen hut is een witgekalkte moskee met een koepel in wording – een kleine verhoging op het dak.
Tegenover de moskee gebeurden op een verhoogd platform, onder een blikken dak de eetlust opwekkende dingen. Er gloeide houtskool onder een half teervat; er boven was een rooster en op het rooster waren stukjes die je vaag ‘vlees’ zou kunnen noemen. Snuivend als Bisto-kinderen –een toespeling op een advertentie die verraadt hoe oud ik ben – naderden we dit gastronomisch veelbelovende schouwspel, heel ordelijk, met veel gebarentaal, en werden we uitgenodigd op vettige houtblokken te gaan zitten Toen pas realiseerden we ons dat we waren voorgedrongen. Er stonden verschillende hongerige mannen vlak bij ons, en we hadden heel netjes op onze beurt te wachten. De houten stoelen waren een concessie voor de bezoekers, maar voordringen doen Blanken niet in Kameroen.
Verbroedering zou gemakkelijker zijn geweest als we het Foulfouldé machtig waren geweest. Er waren geen vrouwen te zien, maar de meeste mannen keken vriendelijk, nieuwsgierig, geamuseerd – ofschoon een paar harde, gesloten gezichten onder de oudere generatie enige anti-Blanke (of anti-Christelijke? ) vooringenomenheid suggereerden – . We slaagden natuurlijk wel in enige mate van communicatie: ‘Van Bamenda – met paard – naar N’gaoundere’.
Er zijn geen kooplui actief in de Mbabo bergen, en terwijl we naar een reeks beschaduwde winkeltjes tuurden, op zoek naar voorraden, kwam het onderwerp ‘geslacht’ weer aan de orde. Gebarentaal leidde tenslotte tot de (bio)logisch conclusie. Na veel nutteloos geredeneer stond ik midden in de winkel-gordel en ontblootte ik mijn boezem voor de sceptische menigte, wat een stormachtige vrolijkheid veroorzaakte. Deze tactische zet zou onder Aziatische moslims meer dan smakeloos zijn geweest, maar tegen die tijd proefde ik een heel andere Kameroenese Islam.
In kleine stadjes en dorpen is maar weinig eten te koop; de meeste gezinnen zijn er zelf-voorzienend. Op het laatst werd onze groeiende wanhoop opgemerkt door een vriendelijke jongeman: klein, gespierd, levendig, met een paar zinnen Frans. Hij bracht ons naar een klein winkeltje waar drie keiharde broden, in het verleden vanuit Banyo aangevoerd, op de toonbank lagen, onder een stuk jute. Opgelucht kochten we ze. Ergens anders verzamelden we twee roestige blikjes sardines, één dure ui (25 CFA) en vijf kleine banaantjes voor de exorbitant hoge prijs van 50 CFA. – bananen doen het niet goed in de omgeving van Sambolabbo. Zonder onze Somy notenvoorraad zou het vooruitzicht op het gebied van voedsel alarmerend zijn geweest.
Terwijl Rachel uitsliep van haar onverstandige inname van bier verplaatste ik Egbert op zijn veldje langs de rivier. Jammer genoeg leek hij minder geïnteresseerd in het grazen dan in een nabije kudde ezels, inclusief een leuke merry met een vrolijke oogopslag. We hadden al eerder gemerkt dat een ezelin hem bovenmate opwond.
Verschillende jongens in de teenager-leeftijd, op weg van school naar huis, groetten me: “Good-mor-en-ing-Sir!”
Ik begon me ongemakkelijk te voelen door het regelmatig verkeerd beoordeeld worden op het gebied van geslacht, een vergissing die alleen grappig is als hij maar af en toe voorkomt. Wanneer je een half uur lang met iemand (man of vrouw) hebt staan praten is het verwarrend je plotseling te realiseren dat het gesprek heel anders zou zijn verlopen als de ander van je geslacht op de hoogte was geweest. Gegeven de lage status van dorpsvrouwen kan deze vergissing soms in mijn voordeel zijn geweest, maar toch voelde ik altijd de neiging hem te corrigeren. De meeste Blanke vrouwen van de late twintigste eeuw “denken niet sexistisch”. Iemand is gewoon een individu die toevallig vrouwelijk is, maar als iemands vrouw-zijn herhaaldelijk wordt betwijfeld en regelmatig verkeerd wordt beoordeeld wordt het wel belangrijk. Tegen de tijd dat we Sambolabbo bereikten was ik tot de slotsom gekomen dat menselijke betrekkingen overal al ingewikkeld genoeg zijn zonder de Orlando-factor.
Voor de school hield het schoolhoofd me met een beslist gebaar staande – “U bent missionaris?” Ik probeerde het uit te leggen. Hij keek me stomverbaasd aan. Tien minuten lang begrepen we elkaar niet. Ik snapte alleen dat hij ook de leraar Engels was, ook al was hij niet in staat zich in die taal uit te drukken. (Het kaliber van de meeste leraren die we tegen kwamen was schandalig.) Er zijn nauwelijks 250 leerlingen op Sambolabbo’s openbare school; Moslims heben de neiging voor Koranscholen te kiezen, ook al beloven hun leerstof minder succes in de moderne wereld. De meeste Fulani’s blijven ongevoelig voor de aantrekkingskracht van de stad; zij doen het heel goed als veefokkers en/of kooplui.
Er zijn geen geiten in dit gebied, maar er waren wel veel haveloze schapen, vastgebonden op een stuk dor land tegenover ons onderdak. Ik stond naar lammetjes te kijken die in het stof rond huppelden toen een extroverte jonge Nigeriaan zich aan me voorstelde. “Ik ben Garvey, een illegale immigrant.” Hij kwam uit een dorp, vier uur lopen daarvandaan, en werkte plaatselijk als timmerman om geld te verdienen om zijn Bachelor-opleiding aan de Ibadan-universiteit te voltooien. “De CFA is zo sterk thuis, mijn loon hier betekent veel voor me. In Nigeria is geld heel schaars geworden als je geen rijke kerel bent. De mensen denken dat we rijk zijn, maar in Kameroen is het beter. Het heeft altijd goede, verstandige bestuurders en die hebben wij niet. En wij hebben teveel mensen – bijna honderd millioen! Hier zijn er nog geen tien millioen, daarom is het gemakkelijker goed te besturen.”
Garvey’s Engels was uistekend; in het landelijke Kameroen zijn de meeste mensen die vloeiend Engels spreken gewoonlijk werklui uit Nigeria. Welke problemen dat land ook heeft, het onderwijs- niveau is er duidelijk hoger dan dat in Kameroen. Toch heeft de Kameroenese regering altijd verkondigd dat een goed-geschoolde bevolking de zekerste garantie is voor toekomstige welvaart, en onderwijzers horen tot de best betaalde ambtenaren van het land. Maar helaas werkt dit beleid niet: je kunt wel raden waarom niet.
Toen Rachel wakker werd drentelden we terug naar Andrew, onderweg stoppend voor elk een kebab. In de bar zat een Bamileke vrouw, met een baby aan de borst en een bier in haar hand, (met de andere hand) in gedachten een dreumes te ontluizen. “Mijn jonge vrouw!” straalde Andrew, in haar richting knikkend.
Plotseling begon het pijpestelen te regenen. “Wou!”, riep Andrew. “Ongelooflijk! Ongelooflijk!” Hij sloeg zichzelf op zijn billen en danste in het rond.. “Een eeuwigheid regent het niet en nu: plenty, plenty!“
Twee niet-Fulani’s, die aan de nieuwe hut gewerkt hadden, stormden naar binnen en vroegen om bier. Een van hen vroeg hoeveel onze regering ons betaalde om in het oerwoud te wandelen; een niet ongebruikelijke vraag. Andrew was echter bekend met de curieuze Blanke gewoonte om voor hun plezier trektochten te maken. “Deze mensen van Europa”, vertelde hij de steen-leggers, “houden er erg van om plaatsen te zien. Zij houden er van om te trekken en te kamperen zoals de nomaden dat doen. Zij zijn nooit bang voor het oerwoud.”
Voor de meeste Kameroeners waren wij onverklaarbaar op een manier waarop Blanke reizigers in koloniale tijden dat niet geweest zouden zijn. Toen waren zij betrekkelijk talrijk en iedereen moest rijden of lopen. Onze komst zou dorpelingen alleen hebben verbaasd omdat we geen bedienden hadden – we hadden handelaren kunnen zijn, missionarissen, soldaten, bestuursambtenaren. Soms, als er werd doorgevraagd over ons doel, legde ik uit dat het mijn werk was om boeken te schrijven over landen ver van Europa. Een uitspraak die altijd vals klinkt in mijn eigen oren; het lijkt hypocritisch om datgene, wat men het liefste doet, als werk te omschrijven, zelfs als dat met heel veel geluk datgene is waardoor men zijn levensonderhoud verdient. Maar deze poging om de zaak te verhelderen vergrootte het mysterie van onze aanwezigheid alleen. ‘Een boek schrijven’ is voor de meeste Kameroeners een activiteit die net zo onbegrijpelijk is als het ‘een computer programmeren’ voor mij is; lezen noch schrijven maakt deel uit van hun cultuur.
Mungo Park had hetzelfde probleem in een veel sterkere mate. Toen haar een interview werd toegestaan met Tiggeti Sego, chief van Teese “Keek de oude man me heel ernstig aan… In antwoord op zijn vragen vertelde ik hem de motieven die mij er toe brachten het land te verkennen. Maar hij scheen te twijfelen aan de waarheid van wat ik beweerde. Hij dacht, denk ik, dat ik in het geheim een project overwoog dat ik bang was om toe te geven.”
Toen we bij zonsondergang Egbert weer verplaatsten voelde de vochtigheid, na die korte stortbui, aan als levensbedreigend. Een uur later werd het souper naar onze kamer gebracht: fufu en jammu jammu en twee grote bonken heerlijk vlees.
“Die scharminkelige schapen zijn goed gestoofd!” merkte Rachel goedkeurend op.
Er werd ook voorzien in vier rauwe eieren, maar helaas! Rachel heeft nog niet geleerd van deze vorm van proteïne te genieten. Ik at ze allemaal en zij kreeg extra vlees.
Toen we op ons comfortabel bed zaten zagen we het insecten-nachtleven in actie komen. Ik heb wel grotere kakkerlakken gezien, in Ecuador en Madagascar, maar nergens heb ik levendiger kakkerlakken gezien. Hun uitzinnige activiteiten op de witte muren waren als een entomologische olympiade.
“En dan te bedenken dat ze alleen maar warm lopen voor wanneer het licht uitgaat!” zei Rachel.
Woordenlijst cameroon with egbert, hoofdstuk 7