Jezus in de zaal van het Laatste Avondmaal · 4373 dagen geleden by Ad van den Ende
Lucas, 24, 35-46
33 καὶ ἀναστάντες αὐτῇ τῇ ὥρᾳ
En opstaande, nog hetzelfde uur,
ὑπέστρεψαν εἰς Ἰερουσαλήμ,
gingen ze terug naar Jeruzalem
καὶ εὗρον ἠθροισμένους τοὺς ἕνδεκα
en ze vonden verzameld de elf
καὶ τοὺς σὺν αὐτοῖς,
en de anderen,
34 λέγοντας ὅτι ὄντως ἠγέρθη ὁ κύριος
zeggend dat werkelijk opgestaan was de heer
καὶ ὤφθη Σίμωνι.
en zich had laten zien aan Simon.
35 καὶ αὐτοὶ ἐξηγοῦντο τὰ ἐν τῇ ὁδῷ
En zij zelf vertelden wat onderweg (gebeurd was)
καὶ ὡς ἐγνώσθη αὐτοῖς ἐν τῇ κλάσει τοῦ ἄρτου.
en hoe hij herkend werd door hen bij het breken van het brood.
36 Ταῦτα δὲ αὐτῶν λαλούντων
Terwijl zij dat vertelden
αὐτὸς ἔστη ἐν μέσῳ αὐτῶν
stond hij zelf temidden van hen,
καὶ λέγει αὐτοῖς, Εἰρήνη ὑμῖν.
en hij zegt hun: ‘Vrede zij u!’
37 πτοηθέντες δὲ καὶ ἔμφοβοι γενόμενοι
Verbijsterd en door angst overmand
ἐδόκουν πνεῦμα θεωρεῖν.
meenden zij een geest te zien.
38 καὶ εἶπεν αὐτοῖς,
En hij zei hun:
Τί τεταραγμένοι ἐστέ,
‘Waarom zijn jullie bevreesd
καὶ διὰ τί διαλογισμοὶ ἀναβαίνουσιν
en waarom komen er twijfels op
ἐν τῇ καρδίᾳ ὑμῶν;
in jullie hart?’
39 ἴδετε τὰς χεῖράς μου
Ziet mijn handen
καὶ τοὺς πόδας μου ὅτι ἐγώ εἰμι αὐτός·
en mijn voeten, dat ik het zelf ben.
ψηλαφήσατέ με καὶ ἴδετε,
Raak me aan en bekijk me,
ὅτι πνεῦμα σάρκα καὶ ὀστέα οὐκ ἔχει
want een geest heeft noch vlees noch beenderen
καθὼς ἐμὲ θεωρεῖτε ἔχοντα.
zoals jullie zien dat ik heb.’
40 καὶ τοῦτο εἰπὼν ἔδειξεν αὐτοῖς
En nadat hij dat gezegd heeft toonde hij hun
τὰς χεῖρας καὶ τοὺς πόδας.
zijn handen en zijn voeten.
41 ἔτι δὲ ἀπιστούντων αὐτῶν ἀπὸ τῆς χαρᾶς
Terwijl zij nog vol ongeloof waren door hun vreugde
καὶ θαυμαζόντων εἶπεν αὐτοῖς,
en stomverbaasd waren zei hij hun:
Ἔχετέ τι βρώσιμον ἐνθάδε;
‘Hebben jullie iets eetbaars hier?’
42 οἱ δὲ ἐπέδωκαν αὐτῷ ἰχθύος ὀπτοῦ μέρος·
Zij gaven hem van een geroosterde vis een stuk.
43 καὶ λαβὼν ἐνώπιον αὐτῶν ἔφαγεν.
En na het aangenomen te hebben at hij het voor hun ogen op.
44 Εἶπεν δὲ πρὸς αὐτούς,
Hij zei tegen hen:
Οὗτοι οἱ λόγοι μου οὓς ἐλάλησα πρὸς ὑμᾶς
‘Die woorden van mij die ik sprak tegen jullie,
ἔτι ὢν σὺν ὑμῖν,
nog zijnde met jullie,
ὅτι δεῖ πληρωθῆναι
dat het noodzakelijk is dat vervuld wordt
πάντα τὰ γεγραμμένα
alles wat geschreven is
ἐν τῷ νόμῳ Μωϋσέως καὶ τοῖς προφήταις
in de wet van Mozes en door de profeten
καὶ ψαλμοῖς περὶ ἐμοῦ.
en in de psalmen over mij.’
45 τότε διήνοιξεν αὐτῶν τὸν νοῦν τοῦ συνιέναι τὰς γραφάς.
Daarop opende hij hun geest voor het begrijpen van de schriften.
46 καὶ εἶπεν αὐτοῖς ὅτι Οὕτως γέγραπται
En hij zei hun: “Zo staat er geschreven:
παθεῖν τὸν Χριστὸν
dat de Gezalfde moet lijden
καὶ ἀναστῆναι ἐκ νεκρῶν τῇ τρίτῃ ἡμέρᾳ,
en opstaan uit de doden op de derde dag;
47 καὶ κηρυχθῆναι ἐπὶ τῷ ὀνόματι αὐτοῦ
en dat er verkondigd moet worden in zijn naam
μετάνοιαν καὶ ἄφεσιν ἁμαρτιῶν
een wedergeboorte en bekering van de zonden
εἰς πάντα τὰ ἔθνη –
aan alle volken,
ἀρξάμενοι ἀπὸ Ἰερουσαλήμ·
te beginnen vanaf Jeruzalem.
48 ὑμεῖς μάρτυρες τούτων.
Jullie zijn daarvan getuigen.
49 καὶ ἐγὼ ἀποστέλλω
En ik zend
τὴν ἐπαγγελίαν τοῦ πατρός μου ἐφ᾽ ὑμᾶς·
de belofte van mijn Vader naar u.
ὑμεῖς δὲ καθίσατε ἐν τῇ πόλει
Maar blijven jullie in de stad
ἕως οὗ ἐνδύσησθε ἐξ ὕψους δύναμιν.
totdat jullie bekleed worden met hemelse kracht.
50 Ἐξήγαγεν δὲ αὐτοὺς
Hij leidde hen
ἕως πρὸς Βηθανίαν,
helemaal naar Bethanië,
καὶ ἐπάρας τὰς χεῖρας αὐτοῦ
en met zijn handen hoog geheven
εὐλόγησεν αὐτούς.
zegende hij hen.
51 καὶ ἐγένετο
En het gebeurde,
ἐν τῷ εὐλογεῖν αὐτὸν αὐτοὺς
terwijl hij hen zegende,
διέστη ἀπ᾽ αὐτῶν.
dat hij van hen wegging.
In zijn Handelingen van de Apostelen vertelt Lucas in het eerste hoofdstuk dat, kort na Jezus’ afscheid, veel leerlingen in een bovenvertrek in Jeruzalem bij elkaar kwamen om te bidden.
14 οὗτοι πάντες ἦσαν προσκαρτεροῦντες
“Dezen allen waren volhardend
ὁμοθυμαδὸν τῇ προσευχῇ σὺν γυναιξὶν
tezamen in gebed, met vrouwen
καὶ Μαριὰμ τῇ μητρὶ τοῦ Ἰησοῦ
en met Maria, de moeder van Jezus,
καὶ τοῖς ἀδελφοῖς αὐτοῦ.
en met zijn broers.”