Medea zint op wraak (364-409) · 5538 dagen geleden by Ad van den Ende
Μedeaκακῶς πέπρακται πανταχῆι·
De situatie is hopeloos in alle opzichten.
τίς ἀντερεῖ;
Wie zal dit tegenspreken?
ἀλλ᾽ οὔτι ταύτηι ταῦτα, μὴ δοκεῖτέ πω.
Maar zo zal het niet aflopen, denk dat maar niet.
ἔτ᾽ εἴσ᾽ ἀγῶνες τοῖς νεωστὶ νυμφίοις
Er zal nog een zware strijd zijn voor de pas gehuwden
καὶ τοῖσι κηδεύσασιν
en voor degenen die het huwelijk gearrangeerd hebben
οὐ σμικροὶ πόνοι.
wacht geen gering verdriet.
δοκεῖς γὰρ ἄν με τόνδε θωπεῦσαί ποτε,
want denk je dat ik hem ooit gevleid zou hebben,
εἰ μή τι κερδαίνουσαν ἢ τεχνωμένην;
als ik niet uit was op voordeel of list?
οὐδ᾽ ἂν προσεῖπον
Ik zou (hem) niet eens gegroet hebben
οὐδ᾽ ἂν ἡψάμην χεροῖν.
en hem ook niet met mijn handen hebben aangeraakt.
ὁ δ᾽ ἐς τοσοῦτον μωρίας ἀφίκετο,
Hij is toch tot zo’n grote dwaasheid gekomen,
ὥστ᾽ ἐξὸν αὐτῶι
terwijl het hem toch mogelijk was
τἄμ᾽ ἑλεῖν βουλεύματα
mijn plannen te verijdelen
γῆς ἐκβαλόντι,
door mij het land uit te zetten;
τήνδ᾽ ἐφῆκεν ἡμέραν
hij stond mij toe deze dag
μεῖναί μ᾽, ἐν ἧι τρεῖς τῶν ἐμῶν ἐχθρῶν νεκροὺς
te blijven, waarop ik drie van mijn vijanden lijken
θήσω, πατέρα τε καὶ κόρην πόσιν τ᾽ ἐμόν.
zal maken: de vader en het meisje en mijn man.
πολλὰς δ᾽ ἔχουσα θανασίμους αὐτοῖς ὁδούς,
Hebbend vele wegen om hen te doden,
οὐκ οἶδ᾽ ὁποίαι πρῶτον ἐγχειρῶ, φίλαι,
weet ik niet welke ik het eerst in zal slaan, vriendinnen;
πότερον ὑφάψω δῶμα νυμφικὸν πυρί,
of ik in brand zal steken het huis van de bruid met vuur,
ἢ θηκτὸν ὤσω φάσγανον δι᾽ ἥπατος,
of dat ik een scherp zwaard zal steken door hun lever ,
σιγῆι δόμους ἐσβᾶσ᾽,
na stil hun huis te zijn binnen gegaan
ἵν᾽ ἔστρωται λέχος.
waar hun bed is gespreid.
ἀλλ᾽ ἕν τί μοι πρόσαντες· εἰ ληφθήσομαι
Maar één probleem heb ik: als ik betrapt word
δόμους ὑπερβαίνουσα καὶ τεχνωμένη,
na het huis te zijn binnen gegaan en mijn plan uitvoer.
θανοῦσα θήσω τοῖς ἐμοῖς ἐχθροῖς γέλων.
Door te sterven zal ik voor mijn vijanden voorwerp van gelach zijn.
κράτιστα τὴν εὐθεῖαν, ἧι πεφύκαμεν
Het beste (is) de kortste (weg), waarmee wij vertrouwd zijn
σοφοὶ μάλιστα, φαρμάκοις αὐτοὺς ἑλεῖν.
en het slimst: met vergif hen doden.
εἶἑν· καὶ δὴ τεθνᾶσι· τίς με δέξεται πόλις;
Goed. Dan zijn ze dood. Welke stad zal me toelaten?
τίς γῆν ἄσυλον καὶ δόμους ἐχεγγύους
Wie zal door een veilig land en betrouwbaar huis
ξένος παρασχὼν ῥύσεται τοὐμὸν δέμας;
als gastvriend te verschaffen mijn persoon beschermen?
οὐκ ἔστι. μείνασ᾽ οὖν ἔτι σμικρὸν χρόνον,
Die is er niet. Dus nog gewacht hebbend, een korte tijd,
ἢν μέν τις ἡμῖν πύργος ἀσφαλὴς φανῆι,
als er voor ons een veilige burcht verschijnt,
δόλωι μέτειμι τόνδε καὶ σιγῆι φόνον·
zal ik met list en in stilte deze moord begaan.
ἢν δ᾽ ἐξελαύνηι ξυμφορά μ᾽ ἀμήχανος,
Maar als tegenspoed mij hulpeloos verdrijft,
αὐτὴ ξίφος λαβοῦσα,
zelf een zwaard genomen hebbend,
κεἰ μέλλω θανεῖν,
ook als ik zal sterven,
κτενῶ σφε, τόλμης δ᾽ εἶμι πρὸς τὸ καρτερόν.
zal ik hen doden, ik zal het uiterste wagen.
οὐ γὰρ μὰ τὴν δέσποιναν ἣν ἐγὼ σέβω
Want niet, bij de heerseres die ik vereer
μάλιστα πάντων καὶ ξυνεργὸν εἱλόμην,
het meest van allen en die ik als helpster koos,
Ἑκάτην, μυχοῖς ναίουσαν ἑστίας ἐμῆς,
Hekate, die woont in het binnenste gedeelte van mijn huis,
χαίρων τις αὐτῶν τοὐμὸν ἀλγυνεῖ κέαρ.
zal iemand van hen voor zijn plezier mijn hart peinigen.
πικροὺς δ᾽ ἐγώ σφιν καὶ λυγροὺς θήσω γάμους,
Smartelijk en ellendig zal ik voor hen het huwelijk maken,
πικρὸν δὲ κῆδος
smartelijk de verbintenis
καὶ φυγὰς ἐμὰς χθονός.
en het vluchten van mij uit mijn land.
ἀλλ᾽ εἶα· φείδου μηδὲν ὧν ἐπίστασαι,
Maar vooruit! Wees niet zuinig op wat je weet,
Μήδεια, βουλεύουσα καὶ τεχνωμένη·
Medea, nadenkend en beramend.
ἕρπ᾽ ἐς τὸ δεινόν· νῦν ἀγὼν εὐψυχίας.
Ga tot het uiterste! Nu komt het aan op moed.
ὁρᾶις ἃ πάσχεις·
Je ziet wat je lijdt.
οὐ γέλωτα δεῖ σ᾽ ὀφλεῖν
Je hoeft je geen gelach op de hals te halen
τοῖς Σισυφείοις
van de volgelingen van Sisyfos
τοῖς τ᾽ Ἰάσονος γάμοις,
noch van de bruiloftsgasten van Jason,
γεγῶσαν ἐσθλοῦ πατρὸς Ἡλίου τ᾽ ἄπο.
jij afstammelinge van je edele vader de Zon.
ἐπίστασαι δέ· πρὸς δὲ καὶ πεφύκαμεν
Je weet (hoe je dat aanpakt). Bovendien zijn wij
γυναῖκες, ἐς μὲν ἔσθλ᾽ ἀμηχανώταται,
vrouwen, tot heldendaden het minst geschikt,
κακῶν δὲ πάντων τέκτονες σοφώταται.
maar in het bedenken van allerlei slechtigheden zeer bedreven.
Ἐπεισόδιον βʹ
ΙΑΣΩΝ ·
οὐ νῦν κατεῖδον πρῶτον ἀλλὰ πολλάκις
Niet nu zag ik voor het eerst, maar al dikwijls
τραχεῖαν ὀργὴν ὡς ἀμήχανον κακόν.
dat een heftige toorn een hopeloos kwaad (is).
σοὶ γὰρ παρὸν
Voor jou immers was het mogelijk
γῆν τήνδε καὶ δόμους ἔχειν
dit land en dit huis te bewonen
κούφως φερούσηι κρεισσόνων βουλεύματα,
(indien) berustend in de wilsbesluiten van je meerderen.
λόγων ματαίων οὕνεκ᾽ ἐκπεσῆι χθονός.
Vanwege dwaze woorden zul je worden verwijderd uit het land;
κἀμοὶ μὲν οὐδὲν πρᾶγμα·
en voor mij is het geen zaak (het kan mij niets schelen);
μὴ παύσηι ποτὲ
laat jij niet eens ophouden
λέγουσ᾽ Ἰάσον᾽ ὡς κάκιστός ἐστ᾽ ἀνήρ·
zeggende dat Jason een allerslechtste man is.
ἃ δ᾽ ἐς τυράννους ἐστί σοι λελεγμένα,
Wat betreft echter wat tegen tirannen door jou is gezegd:
πᾶν κέρδος ἡγοῦ
beschouw het als pure winst
ζημιουμένη φυγῆι.
dat je wordt gestraft met verbanning.
κἀγὼ μὲν αἰεὶ βασιλέων θυμουμένων
En steeds van een boos koninklijk huis
ὀργὰς ἀφήιρουν
probeerde ik de woede weg te nemen
καί σ᾽ ἐβουλόμην μένειν·
en ik wilde dat jij zou blijven.
σὺ δ᾽ οὐκ ἀνίεις μωρίας, λέγουσ᾽ ἀεὶ
Maar jij hield niet op met je dwaasheid, sprekend altijd
κακῶς τυράννους·
kwaad over tirannen;
τοιγὰρ ἐκπεσῆι χθονός.
daarom zul je worden verbannen uit het land.
ὅμως δὲ κἀκ τῶνδ᾽ οὐκ ἀπειρηκὼς φίλοις
Toch desondanks niet in de steek gelaten hebbend de dierbaren
ἥκω, τὸ σὸν δὲ προσκοπούμενος, γύναι,
kom ik, voor het jouwe bezorgd zijnde, vrouw,
ὡς μήτ᾽ ἀχρήμων σὺν τέκνοισιν ἐκπέσηις
opdat je noch zonder geld met je kinderen wordt verbannen,
μήτ᾽ ἐνδεής του·
noch gebrek hebbend aan iets.
πόλλ᾽ ἐφέλκεται φυγὴ κακὰ ξὺν αὑτῆι.
Een verbanning brengt veel ellende met zich mee
καὶ γὰρ εἰ σύ με στυγεῖς,
want ook als jij me haat
οὐκ ἂν δυναίμην σοὶ κακῶς φρονεῖν ποτε.
zou ik niet kunnen jou slecht gezind te zijn ooit.
Medea
ὦ παγκάκιστε, τοῦτο γάρ σ᾽ εἰπεῖν ἔχω
O allerslechtste, want zo kan ik je noemen
γλώσσηι μέγιστον εἰς ἀνανδρίαν κακόν·
met mijn tong, ten aanzien van je lafhartigheid als grootste scheldwoord.
ἦλθες πρὸς ἡμᾶς, ἦλθες ἔχθιστος γεγώς;
Je kwam naar ons, je kwam, de grootste vijand zijnde,
[θεοῖς τε κἀμοὶ παντί τ᾽ ἀνθρώπων γένει;]
[voor de goden en voor mij en voor heel het mensengeslacht.]
οὔτοι θράσος τόδ᾽ ἐστὶν οὐδ᾽ εὐτολμία,
Zeker geen moed is dit noch zelfvertrouwen,
φίλους κακῶς δράσαντ᾽ ἐναντίον βλέπειν,
je dierbaren slecht behandeld hebbend in het gezicht te zien,
ἀλλ᾽ ἡ μεγίστη τῶν ἐν ἀνθρώποις νόσων πασῶν, ἀναίδει᾽·
maar de ergste schaamteloosheid van alle mensenziektes;
εὖ δ᾽ ἐποίησας μολών·
Maar je deed er goed aan door te komen.
ἐγώ τε γὰρ λέξασα κουφισθήσομαι
Want ik zal, gesproken hebbend kwaad over jou, worden verlicht
ψυχὴν κακῶς σὲ καὶ σὺ λυπήσηι κλύων.
in mijn geest, en jij zal pijn lijden, het horend.
ἐκ τῶν δὲ πρώτων ἄρξομαι λέγειν.
Vanaf de eerste dingen zal ik beginnen te spreken.
ἔσωισά σ᾽, ὡς ἴσασιν Ἑλλήνων ὅσοι
Ik redde jou, zoals weten al degenen van de Hellenen die
ταὐτὸν συνεισέβησαν Ἀργῶιον σκάφος,
samen aan boord gingen van hetzelfde schip, de Argo,
πεμφθέντα
toen je gestuurd werd
ταύρων πυρπνόων ἐπιστάτην
als temmer van vuurspuwende stieren
ζεύγληισι καὶ σπεροῦντα θανάσιμον γύην·
met het juk, en om in te zaaien de doodbrengende akker.
δράκοντά θ᾽, ὃς πάγχρυσον ἀμπέχων δέρος
De slang, die, de geheel gouden vacht omvattend,
σπείραις ἔσωιζε πολυπλόκοις ἄυπνος ὤν,
met veelvuldige kronkelingen omvatte, zonder slaap zijnde,
κτείνασ᾽ ἀνέσχον σοι φάος σωτήριον.
gedood hebbend hield ik voor jou omhoog het reddende licht.
αὐτὴ δὲ πατέρα καὶ δόμους προδοῦσ᾽ ἐμοὺς
Zelf mijn vader en mijn huis verraden hebbend
τὴν Πηλιῶτιν εἰς Ἰωλκὸν ἱκόμην
bereikte ik het bij de Pelion gelegen Jolkos.
σὺν σοί, πρόθυμος μᾶλλον ἢ σοφωτέρα·
samen met jou, meer enthousiast dan wijs.
Πελίαν τ᾽ ἀπέκτειν᾽, ὥσπερ ἄλγιστον θανεῖν,
Pelias heb ik laten doden, zoals het ‘t pijnlijkst is om te sterven,
παίδων ὕπ᾽ αὐτοῦ, πάντα τ᾽ ἐξεῖλον δόμον.
door zijn kinderen, heel het huis heb ik vernietigd.
καὶ ταῦθ᾽ ὑφ᾽ ἡμῶν, ὦ κάκιστ᾽ ἀνδρῶν, παθὼν
En dat van ons, slechtste van de mannen, ondervonden hebbend.
προύδωκας ἡμᾶς, καινὰ δ᾽ ἐκτήσω λέχη
heb je ons verraden en een nieuw bed verworven.
παίδων γεγώτων·
Terwijl er kinderen waren geboren!
εἰ γὰρ ἦσθ᾽ ἄπαις ἔτι,
want als je nou nog kinderloos was,
συγγνώστ᾽ ἂν ἦν
zou het te begrijpen zijn
σοι τοῦδ᾽ ἐρασθῆναι λέχους.
dat je naar dit bed verlangde.
ὅρκων δὲ φρούδη πίστις,
Aan je eden ontbreekt de trouw,
οὐδ᾽ ἔχω μαθεῖν
en ik kan er niet achter komen
ἦ θεοὺς νομίζεις τοὺς τότ᾽ οὐκ ἄρχειν ἔτι,
of je denkt dat de goden van toen niet meer heersen!
ἢ καινὰ κεῖσθαι θέσμι᾽ ἀνθρώποις τὰ νῦν,
of dat er nieuwe wetten gelden voor de mensen nu.
ἐπεὶ σύνοισθά γ᾽ εἰς ἔμ᾽
Immers je weet dat je tegenover mij
οὐκ εὔορκος ὤν.
niet trouw aan je eden bent.
φεῦ δεξιὰ χείρ, ἧς σὺ πόλλ᾽ ἐλαμβάνου,
Ach, mijn rechterhand, die je vaak vasthield,
καὶ τῶνδε γονάτων, ὡς μάτην κεχρώισμεθα
en deze knieën, hoe zonder zin zijn we aangeraakt
κακοῦ πρὸς ἀνδρός,
door een slechte man,
ἐλπίδων δ᾽ ἡμάρτομεν.
in verwachtingen werden we teleurgesteld.
ἄγ᾽· ὡς φίλωι γὰρ ὄντι
Maar vooruit, alsof je een vriend bent
σοι κοινώσομαι.
zal ik je raadplegen.
– δοκοῦσα μὲν τί πρός γε σοῦ πράξειν καλῶς;
In welk opzicht menend bij jou succes te hebben?
ὅμως δ᾽· ἐρωτηθεὶς γὰρ
Hoewel, wanneer je vragen krijgt
αἰσχίων φανῆι –·
zul je nog schandelijker blijken!
νῦν ποῖ τράπωμαι;
Waarheen moet ik me nu wenden?
πότερα πρὸς πατρὸς δόμους,
Soms naar het huis van mijn vader?
οὓς σοὶ προδοῦσα
dat ik voor jou verraden hebbend
καὶ πάτραν ἀφικόμην;
én mijn vaderland hier ben aangekomen?
ἢ πρὸς ταλαίνας Πελιάδας;
Of naar de ongelukkige dochters van Pelias?
καλῶς γ᾽ ἂν οὖν δέξαιντό μ᾽ οἴκοις
Wel goed zouden zij me ontvangen in hun huis,
ὦν πατέρα κατέκτανον.
zij van wie ik de vader gedood heb!
ἔχει γὰρ οὕτω· τοῖς μὲν οἴκοθεν φίλοις
Want zo is het. Voor mijn dierbaren thuis
ἐχθρὰ καθέστηχ᾽,
ben ik een vijandin geworden;
οὓς δέ μ᾽ οὐκ ἐχρῆν
zij van wie het niet nodig was dat ik hen
κακῶς δρᾶν,
slecht behandelde.
σοὶ χάριν φέρουσα
Jou een dienst bewijzend
πολεμίους ἔχω.
heb ik hen als vijanden.
τοιγάρ με πολλαῖς
Daarom heb jij me in de ogen van velen
μακαρίαν Ἑλληνίδων ἔθηκας ἀντὶ τῶνδε·
van de Griekse vrouwen gelukkig gemaakt in ruil hiervoor.
θαυμαστὸν δέ σε ἔχω πόσιν
Een bewonderenswaardige man heb ik aan jou,
καὶ πιστὸν ἡ τάλαιν᾽ ἐγώ,
En trouw! Ik die ongelukkige,
εἰ φεύξομαί γε
als ik zal worden verbannen,
γαῖαν ἐκβεβλημένη,
uit het land gegooid,
φίλων ἔρημος,
verstoken van vrienden,
σὺν τέκνοις μόνη μόνοις
alleen met eenzame kinderen!
καλόν γ᾽ ὄνειδος τῶι νεωστὶ νυμφίωι,
Een ‘mooie’ schande voor de kersverse echtgenoot!
πτωχοὺς ἀλᾶσθαι παῖδας
Dat zijn kinderen als bedelaars rondzwerven,
ἥ τ᾽ ἔσωισά σε.
(en ik) die jou gered heb!
ὦ Ζεῦ, τί δὴ χρυσοῦ μὲν ὃς κίβδηλος ἦι
Zeus, waarom toch van goud dat vals is
τεκμήρι᾽ ἀνθρώποισιν ὤπασας σαφῆ,
hebt u aan de mensen duidelijke kenmerken gegeven.
ἀνδρῶν δ᾽ ὅτωι χρὴ
Maar van mannen waarvan het nodig is
τὸν κακὸν διειδέναι,
de slechte te onderscheiden
οὐδεὶς χαρακτὴρ ἐμπέφυκε σώματι;
is er geen enkel stempel aanwezig in het lichaam?
Χο. δεινή τις ὀργὴ καὶ δυσίατος πέλει,
Een wel vreselijke en moeilijk te genezen woede is er
ὅταν φίλοι φίλοισι συμβάλωσ᾽ ἔριν.
wanneer geliefden met geliefden ruzie krijgen!
Ια. δεῖ μ᾽, ὡς ἔοικε,
Het is nodig dat ik, naar het schijnt,
μὴ κακὸν φῦναι λέγειν,
niet slecht ben in het spreken!
ἀλλ᾽ ὥστε ναὸς κεδνὸν οἰακοστρόφον
Maar zoals van een schip een betrouwbare stuurman
ἄκροισι λαίφους κρασπέδοις ὑπεκδραμεῖν
de zeilen reeft ontsnap ik
τὴν σὴν στόμαργον,
aan jouw niet aflatend
ὦ γύναι, γλωσσαλγίαν.
krenkend gepraat, vrouw.
ἐγὼ δ᾽, ἐπειδὴ καὶ λίαν πυργοῖς χάριν,
Maar ik, omdat jij al te zeer opblaast je verdienste,
Κύπριν νομίζω
ik meen dat de Kyprische (Aphrodite)
τῆς ἐμῆς ναυκληρίας σώτειραν εἶναι
van mijn zeereis de redster was,
θεῶν τε κἀνθρώπων μόνην.
als enige van de goden en van de mensen.
σοὶ δ᾽ ἔστι μὲν νοῦς λεπτός·
Jij hebt wel een fijn verstand,
ἀλλ᾽ ἐπίφθονος λόγος διελθεῖν,
Maar het is een onzinnig verhaal om uiteen te zetten
ὡς Ἔρως σ᾽ ἠνάγκασε τόξοις ἀφύκτοις
dat Eros je dwong met zijn onontkoombare boog
τοὐμὸν ἐκσῶισαι δέμας.
mijn persoon te redden.
ἀλλ᾽ οὐκ ἀκριβῶς αὐτὸ θήσομαι λίαν·
Maar ik zal het niet al te scherp stellen.
ὅπηι γὰρ οὖν ὤνησας, οὐ κακῶς ἔχει.
Want zoals jij geholpen hebt is niet slecht.
μείζω γε μέντοι τῆς ἐμῆς σωτηρίας
Maar grotere dingen voor mijn redding
εἴληφας ἢ δέδωκας,
heb je gekregen dan gegeven,
ὡς ἐγὼ φράσω.
zoals ik aan zal tonen.
πρῶτον μὲν Ἑλλάδ᾽ ἀντὶ βαρβάρου χθονὸς
Allereerst: een Grieks in plaats van een barbaars land
γαῖαν κατοικεῖς καὶ δίκην ἐπίστασαι
bewoon je en met het recht heb je kennis gemaakt
νόμοις τε χρῆσθαι
en het beschermd zijn door wetten
μὴ πρὸς ἰσχύος χάριν·
zonder de willekeur van geweld!
πάντες δέ σ᾽ ἤισθοντ᾽ οὖσαν Ἕλληνες σοφὴν
Alle Grieken hebben gemerkt dat je slim bent.
καὶ δόξαν ἔσχες·
en je hebt naam gekregen.
εἰ δὲ γῆς ἐπ᾽ ἐσχάτοις
maar als je van de aarde in de uiterste
ὅροισιν ὤικεις,
grenzen zou wonen
οὐκ ἂν ἦν λόγος σέθεν.
zou er geen gepraat zijn over jou.
εἴη δ᾽ ἔμοιγε μήτε χρυσὸς ἐν δόμοις
Moge er voor mij zijn noch goud in mijn huis
μήτ᾽ Ὀρφέως κάλλιον ὑμνῆσαι μέλος,
noch de kunst om mooier dan Orpheus een lied te zingen
εἰ μὴ ᾽πίσημος ἡ τύχη γένοιτό μοι.
als mijn lot niet beroemd zou zijn.
τοσαῦτα μέν σοι τῶν ἐμῶν πόνων πέρι
Dat is alles wat ik je over mjn inspanningen
ἔλεξ᾽·
te zeggen heb.
ἅμιλλαν γὰρ σὺ προὔθηκας λόγων.
Want een wedstrijd lokte je uit van woorden.
ἃ δ᾽ ἐς γάμους μοι βασιλικοὺς
Wat betreft hetgeen je mij over het koninklijk huwelijk
ὠνείδισας,
veweten hebt,
ἐν τῶιδε δείξω πρῶτα μὲν σοφὸς γεγώς,
daarin zal ik eerst aantonen dat ik slim was,
ἔπειτα σώφρων, εἶτά σοι
vervolgens eerbaar, verder voor jou
μέγας φίλος καὶ παισὶ τοῖς ἐμοῖσιν
en voor mijn kinderen een grote vriend.
ἀλλ᾽ ἔχ᾽ ἥσυχος
Maar houd je rustig!
ἐπεὶ μετέστην δεῦρ᾽ Ἰωλκίας χθονὸς
Nadat ik hierheen was weggegaan uit het land Jolkos,
πολλὰς ἐφέλκων συμφορὰς ἀμηχάνους,
veel onoplosbare moeilijkheden met me meevoerend,
τί τοῦδ᾽ ἂν εὕρημ᾽ ηὗρον εὐτυχέστερον
welke gelukkigere vondst dan deze had ik kunnen vinden
ἢ παῖδα γῆμαι βασιλέως
dan de dochter van de koning te huwen,
φυγὰς γεγώς;
ik, een balling zijnde?
οὐχ, ἧι σὺ κνίζηι,
Niet – zoals jij , jezelf kwellend, denkt –
σὸν μὲν ἐχθαίρων λέχος,
omdat ik jouw bed haat,
καινῆς δὲ νύμφης ἱμέρωι πεπληγμένος,
noch getroffen door het verlangen naar een nieuwe bruid,
οὐδ᾽ εἰς ἅμιλλαν πολύτεκνον
noch naar een wedstrijd in (het hebben van) veel kinderen
σπουδὴν ἔχων·.
mij haastend.
ἅλις γὰρ οἱ γεγῶτες
Want de geboren kinderen zijn genoeg,
οὐδὲ μέμφομαι·
ik ben niet ontevreden.
ἀλλ᾽ ὡς, τὸ μὲν μέγιστον,
Maar (ik doe het) opdat, wat het belangrijkst is,
οἰκοῖμεν καλῶς
wij goed leven,
καὶ μὴ σπανιζοίμεσθα, γιγνώσκων ὅτι
en wij geen gebrek lijden, wetend dat
πένητα φεύγει πᾶς τις ἐκποδὼν φίλος,
voor een arme zich elke vriend uit de voeten maakt.
παῖδας δὲ θρέψαιμ᾽
en ik de kinderen grootbreng (op een manier)
ἀξίως δόμων ἐμῶν
die waardig is aan mijn huis.
σπείρας τ᾽ ἀδελφοὺς τοῖσιν ἐκ σέθεν τέκνοις
Verwekkend broers voor de kinderen van jou.
ἐς ταὐτὸ θείην,
In dezelfde positie breng ik hen,
καὶ ξυναρτήσας γένος
door hen tot één geslacht te maken,
εὐδαιμονοῖμην
dat zal tot mijn geluk zijn.
σοί τε γὰρ παίδων τί δεῖ;
Want waarom zou jij kinderen willen?
ἐμοί τε λύει
En ik heb voordeel van
τοῖσι μέλλουσιν τέκνοις
de toekomstige kinderen
τὰ ζῶντ᾽ ὀνῆσαι.
om de levende kinderen te helpen.
μῶν βεβούλευμαι κακῶς;
Dat heb ik toch niet slecht bedacht?
οὐδ᾽ ἂν σὺ φαίης,
Je zou dit nee bevestigen
εἴ σε μὴ κνίζοι λέχος.
als het bed je niet stak.
ἀλλ᾽ ἐς τοσοῦτον ἥκεθ᾽ ὥστ᾽
Maar tot zover zijn jullie gekomen dat,
ὀρθουμένης εὐνῆς
wanneer het bed in orde is,
γυναῖκες πάντ᾽ ἔχειν νομίζετε,
jullie vrouwen denken alles te hebben.
ἢν δ᾽ αὖ γένηται ξυμφορά τις ἐς λέχος,
Maar als er iets mis is met het bed
τὰ λῶιστα καὶ κάλλιστα
zouden jullie het beste en mooiste
Πολεμιώτατα τίθεσθε.
Als het meest vijandige beschouwen.
χρῆν γὰρ ἄλλοθέν ποθεν
Het zou goed zijn dat ergens anders vandaan
βροτοὺς παῖδας τεκνοῦσθαι,
stervelingen kinderen zouden verwekken,
θῆλυ δ᾽ οὐκ εἶναι γένος·
Dat het vrouwelijk geslacht er niet zou zijn.
χοὕτως ἂν οὐκ ἦν
En zo zou er zijn
οὐδὲν ἀνθρώποις κακόν.
geen enkel kwaad voor de mensen.
Χο. Ἰᾶσον, εὖ μὲν τούσδ᾽ ἐκόσμησας λόγους·
Jason, wel goed heb je deze woorden gekozen..
ὅμως δ᾽ ἔμοιγε,
Toch schijn je mij,
κεἰ παρὰ γνώμην ἐρῶ,
ook als ik tegen je verwachting zal spreken,
δοκεῖς προδοὺς σὴν ἄλοχον
door je echtgenote te verraden,
οὐ δίκαια δρᾶν.
niet rechtvaardige dingen te doen.
Μη. ἦ πολλὰ πολλοῖς εἰμι
Echt, in veel dingen ben ik het met velen
διάφορος βροτῶν.
van de stervelingen niet eens.
μοὶ γὰρ ὅστις ἄδικος ὢν
Voor mij geldt dat, wie, onrechtvaardig zijnde.
σοφὸς λέγειν πέφυκε,
knap in het spreken is,
πλείστην ζημίαν ὀφλισκάνει·
de meeste straf verdient.
γλώσσηι γὰρ αὐχῶν
Want verwachtend met zijn tong
τἄδικ᾽ εὖ περιστελεῖν,
zijn onrecht goed te verhullen
τολμᾶι πανουργεῖν·
waagt hij het om onrecht te begaan.
ἔστι δ᾽ οὐκ ἄγαν σοφός.
Maar hij is niet al te slim.
ὡς καὶ σύ·
Neem jou nou!
μή νυν εἰς ἔμ᾽ εὐσχήμων γένηι
Voor mij ben je geen fatsoenlijk iemand.
λέγειν τε δεινός.
Én toch knap in het spreken!
ἓν γὰρ ἐκτενεῖ σ᾽ ἔπος·
Één woord zal je vloeren!
χρῆν σ᾽,
Het was nodig dat jij,
εἴπερ ἦσθα μὴ κακός,
tenminste als je niet slecht was,
πείσαντά με γαμεῖν γάμον τόνδ᾽,
mij overtuigend dit huwelijk sloot,
ἀλλὰ μὴ σιγῆι φίλων.
en niet buiten medeweten van je dierbaren.
Ια. καλῶς γ᾽ ἄν οὖν σὺ
Ja, ik denk dat je je heel goed
τῶιδ᾽ ὑπηρέτεις λόγωι,
zou hebben geschikt in dit voorstel,
εἴ σοι γάμον κατεῖπον,
als ik aan jou een huwelijk had aangekondigd!
ἥτις οὐδὲ νῦν τολμᾶις μεθεῖναι
Jij die het zelfs nu niet op kan brengen te laten varen
καρδίας μέγαν χόλον.
de grote woede van je hart!
Μη. οὐ τοῦτό σ᾽ εἶχεν,
Niet dat hield je bezig,
ἀλλὰ βάρβαρον λέχος
maar een huwelijk met een niet-Griekse.
πρὸς γῆρας οὐκ εὔδοξον ἐξέβαινέ σοι.
Tegen (het begin van) je ouderdom leek dat je niet eervol.
Ια. εὖ νυν τόδ᾽ ἴσθι, μὴ γυναικὸς οὕνεκα
Weet dát nu goed dat ik niet vanwege een vrouw
γῆμαί με λέκτρα βασιλέων ἃ νῦν ἔχω,
het koninklijk huwelijk sloot dat ik nu heb,
ἀλλ᾽, ὥσπερ εἶπον καὶ πάρος,
Maar, zoals ik eerder al zei,
σῶσαι θέλων σέ,
omdat ik jou wilde redden,
καὶ τέκνοισι τοῖς ἐμοῖς ὁμοσπόρους φῦσαι
en (wilde) voor mijn kinderen verwekken van dezelfde vader
τυράννους παῖδας, ἔρυμα δώμασι.
koninklijke kinderen, als een bescherming voor het huis.
Μη. μή μοι γένοιτο λυπρὸς εὐδαίμων βίος
Moge mij niet ten deel vallen een pijnlijk rijk leven
μηδ᾽ ὄλβος ὅστις τὴν ἐμὴν κνίζοι φρένα.
en ook geen welvaart die mijn geest kwelt.
Jason
οἶσθ᾽ ὡς μέτευξαι, καὶ σοφωτέρα φανῆι;
Weet je hoe je moet veranderen om wijzer te blijken?
τὰ χρηστὰ μή σοι λυπρὰ φαινέσθω ποτέ,
Laten de goede dingen je nooit onaangenaam lijken,
μηδ᾽ εὐτυχοῦσα δυστυχὴς εἶναι δόκει.
en meen niet, gelukkig zijnde, ongelukkig te zijn.
Μη. ὕβριζ᾽, ἐπειδὴ σοὶ μὲν ἔστ᾽ ἀποστροφή,
Spot maar! Immers voor jou is er een toevluchtsoord.
ἐγὼ δ᾽ ἔρημος τήνδε φευξοῦμαι χθόνα.
Maar ik zal eenzaam dit land ontvluchten.
Ια. αὐτὴ τάδ᾽ εἵλου· μηδέν᾽ ἄλλον αἰτιῶ.
Zelf heb je dit gekozen! Beschuldig niemand anders.
Μη. τί δρῶσα; μῶν γαμοῦσα
Door wat te doen? Toch niet door te trouwen
καὶ προδοῦσά σε;
en jou te verraden?
Ια. ἀρὰς τυράννοις ἀνοσίους ἀρωμένη.
Goddeloze vervloekingen tegen de heersers uitend.
Μη. καὶ σοῖς ἀραία γ᾽ οὖσα τυγχάνω δόμοις.
Het treft dat ik ook voor jouw huis vloekbrengend ben!
Ια. ὡς οὐ κρινοῦμαι
(Weet) dat ik niet zal redetwisten
τῶνδέ σοι τὰ πλείονα.
met jou over de verdere punten hiervan.
ἀλλ᾽, εἴ τι βούληι παισὶν
Maar, als je iets wil voor de kinderen
ἢ σαυτῆς φυγῆι
of voor je eigen verbanning,
προσωφέλημα χρημάτων ἐμῶν λαβεῖν,
of hulp van mijn geld wil krijgen,
λέγ᾽· ὡς ἕτοιμος ἀφθόνωι δοῦναι χερὶ
zeg het. Want ik ben bereid met gulle hand te geven
ξένοις τε πέμπειν σύμβολ᾽,
en aan gastvrienden brieven te sturen,
οἳ δράσουσί σ᾽ εὖ.
die je goed zullen behandelen.
καὶ ταῦτα μὴ θέλουσα μωρανεῖς, γύναι·
En als je dat niet wil ben je niet goed wijs, vrouw.
λήξασα δ᾽ ὀργῆς
Wanneer je ophoudt met je toorn
κερδανεῖς ἀμείνονα.
zul je betere dingen winnen.
Μη. οὔτ᾽ ἂν ξένοισι τοῖσι σοῖς χρησαίμεθ᾽ ἂν,
Wij zullen niet van jouw vrienden gebruik maken,
οὔτ᾽ ἄν τι δεξαίμεσθα, μηδ᾽ ἡμῖν δίδου·
noch zullen wij iets aannemen; en geef niet aan ons!
κακοῦ γὰρ ἀνδρὸς
Want van een slechte man
δῶρ᾽ ὄνησιν οὐκ ἔχει.
hebben geschenken geen voordeel.
Ια. ἀλλ᾽ οὖν ἐγὼ μὲν δαίμονας μαρτύρομαι,
In elk geval roep ik de goden tot getuigen
ὡς πάνθ᾽ ὑπουργεῖν σοί τε καὶ τέκνοις θέλω·
dat ik in alle opzichten jou en de kinderen wil helpen.
σοὶ δ᾽ οὐκ ἀρέσκει τἀγάθ᾽,
Maar jou bevallen niet de goede dingen
ἀλλ᾽ αὐθαδίαι
Maar door je eigenzinnigheid
φίλους ἀπωθῆι·
stoot je vrienden van je af.
τοιγὰρ ἀλγυνῆι πλέον.
Daarom zul je nog meer pijn lijden.
Μη. χώρει· πόθωι γὰρ
Ga maar! Want door verlangen
τῆς νεοδμήτου κόρης
naar het pas getrouwde meisje
αἱρῆι χρονίζων δωμάτων ἐξώπιος.
word je gegrepen! Talmend buiten het huis.
νύμφευ᾽· ἴσως γάρ – σὺν θεῶι δ᾽ εἰρήσεται –
Trouw maar! Want misschien – met instemming van god -
γαμεῖς τοιοῦτον
zul je zo trouwen
ὥστε ἀρνεῖσθαι γάμον.
dat je dit huwelijk zou willen ontkennen!