Jezus met olie gebalsemd · 4335 dagen geleden by Ad van den Ende
Jezus spreekt voor de derde maal over over zijn dood.
(Lucas 18:31-34)
31 Παραλαβὼν δὲ τοὺς δώδεκα
Na de twaalf erbij gehaald te hebben
εἶπεν πρὸς αὐτούς,
zei hij tegen hen:
Ἰδοὺ ἀναβαίνομεν εἰς Ἰερουσαλήμ,
“Zie, we gaan naar Jeruzalem
καὶ τελεσθήσεται
en vervuld zal worden
πάντα τὰ γεγραμμένα διὰ τῶν προφητῶν
alles wat geschreven is door de profeten
τῷ υἱῷ τοῦ ἀνθρώπου·
over de Mensenzoon.
32 παραδοθήσεται γὰρ τοῖς ἔθνεσιν
Hij zal woren overgeleverd aan de heidenen
καὶ ἐμπαιχθήσεται καὶ ὑβρισθήσεται
en worden bespot en beledigd
καὶ ἐμπτυσθήσεται,
en bespuwd.
33 καὶ μαστιγώσαντες
En na hem gegeseld te hebben
ἀποκτενοῦσιν αὐτόν,
zullen ze hem doden,
καὶ τῇ ἡμέρᾳ τῇ τρίτῃ ἀναστήσεται.
En op de derde dag zal hij opstaan uit de doden.
34 καὶ αὐτοὶ οὐδὲν τούτων συνῆκαν,
En zij begrepen daar niets van,
καὶ ἦν τὸ ῥῆμα τοῦτο
en (de betekenis van) dat woord
κεκρυμμένον ἀπ᾽ αὐτῶν,
was verborgen voor hen,
καὶ οὐκ ἐγίνωσκον τὰ λεγόμενα.
En zij begrepen niet wat er gezegd was.
De Goede Week Matteus 26, 1-12
1
Καὶ ἐγένετο
En het gebeurde,
ὅτε ἐτέλεσεν ὁ Ἰησοῦς
toen Jezus beëindigd had
πάντας τοὺς λόγους τούτους,
al die woorden
εἶπεν τοῖς μαθηταῖς αὐτοῦ,
zei hij tegen zijn leerlingen:
2
Οἴδατε ὅτι μετὰ δύο ἡμέρας,
‘Jullie weten dat het over twee dagen
τὸ πάσχα γίνεται
Pasen is
καὶ ὁ υἱὸς τοῦ ἀνθρώπου παραδίδοται
en dat de Mensenzoon overgeleverd wordt
εἰς τὸ σταυρωθῆναι.
om gekruisigd te worden.’
3
Τότε συνήχθησαν οἱ ἀρχιερεῖς
Op dat ogenblik kwamen de opperpriesters
καὶ οἱ πρεσβύτεροι τοῦ λαοῦ
en de oudsten van het volk
εἰς τὴν αὐλὴν τοῦ ἀρχιερέως,
naar de binnenplaats van de hogepriester
τοῦ λεγομένου Καϊάφα
die Kaiafas genoemd wordt,
4 καὶ συνεβουλεύσαντο ἵνα τὸν Ἰησοῦν
en zij maakten samen plannen om Jezus
δόλῳ κρατήσωσιν καὶ ἀποκτείνωσιν·
met list gevangen te nemen en te doden.
5
ἔλεγον δέ, Μὴ ἐν τῇ ἑορτῇ,
Maar ze zeiden: ‘Niet op het feest,
ἵνα μὴ θόρυβος γένηται ἐν τῷ λαῷ.
opdat er geen oproer ontstaat onder het volk.
6
Τοῦ δὲ Ἰησοῦ γενομένου ἐν Βηθανίᾳ
Toen Jezus was in Bethanië
ἐν οἰκίᾳ Σίμωνος τοῦ λεπροῦ,
in het huis van Simon de Melaatse
7 προσῆλθεν αὐτῷ γυνὴ
kwam er naar hem een vrouw
ἔχουσα ἀλάβαστρον μύρου βαρυτίμου
die een fles had met dure balsemolie
καὶ κατέχεεν ἐπὶ τῆς κεφαλῆς
en zij goot het over zijn hoofd
αὐτοῦ ἀνακειμένου.
terwijl hij (aan tafel) aanlag.
8 ἰδόντες δὲ οἱ μαθηταὶ
Toen de leerlingen dit zagen
ἠγανάκτησαν λέγοντες,
werden ze kwaad en zeiden:
Εἰς τί ἡ ἀπώλεια αὕτη;
‘Waartoe die verkwisting?
9
ἐδύνατο γὰρ τοῦτο πραθῆναι
Dat had immers kunnen verkocht worden
πολλοῦ
voor veel (geld)
καὶ δοθῆναι πτωχοῖς.
en gegeven worden aan de armen!’
10
γνοὺς δὲ ὁ Ἰησοῦς εἶπεν αὐτοῖς,
Jezus, dit horend, zei hun:
Τί κόπους παρέχετε
‘Waarom bezorgen jullie overlast
τῇ γυναικί;
aan deze vrouw?
ἔργον γὰρ καλὸν ·
Want een goed werk
ἠργάσατο εἰς ἐμέ
heeft ze gedaan aan mij;
11
πάντοτε γὰρ τοὺς πτωχοὺς ἔχετε
Want altijd hebben jullie de armen
μεθ᾽ ἑαυτῶν,
bij jullie,
ἐμὲ δὲ οὐ πάντοτε ἔχετε·
maar mij hebben jullie niet altijd.’
12
βαλοῦσα γὰρ αὕτη τὸ μύρον τοῦτο
Want uitgietend deze olie
ἐπὶ τοῦ σώματός μου
over mijn lichaam:
πρὸς
om mij (gereed te maken) voor
τὸ ἐνταφιάσαι με
het begraven worden
ἐποίησεν.
heeft zij dat gedaan.