De ster in het oosten (Mattheus 2, 1-23) · 5488 dagen geleden by Ad van den Ende
Komst van de drie geleerden
1 Τοῦ δὲ Ἰησοῦ γεννηθέντος ἐν Βηθλέεμ τῆς Ἰουδαίας
Toen Jezus was geboren in Bethlehem in Judea,
ἐν ἡμέραις Ἡρῴδου τοῦ βασιλέως,
in de dagen van koning Herodes,
ἰδοὺ μάγοι ἀπὸ ἀνατολῶν παρεγένοντο εἰς Ἱεροσόλυμα
zie, (toen) verschenen geleerden uit het oosten in Jeruzalem,
2 λέγοντες, Ποῦ ἐστιν ὁ τεχθεὶς βασιλεὺς τῶν Ἰουδαίων;
die zeiden: ‘Waar is de (pas) geboren koning van de Joden?
εἴδομεν γὰρ αὐτοῦ τὸν ἀστέρα ἐν τῇ ἀνατολῇ
want wij zagen zijn ster in het oosten,
καὶ ἤλθομεν προσκυνῆσαι αὐτῷ.
en zijn gekomen om hem hulde te brengen.’
3 ἀκούσας δὲ ὁ βασιλεὺς Ἡρῴδης ἐταράχθη
Toen koning Herodes dat gehoord had raakte hij in verwarring,
καὶ πᾶσα Ἱεροσόλυμα μετ᾽ αὐτοῦ,
en heel Jerusalem met hem;
4 καὶ συναγαγὼν πάντας τοὺς ἀρχιερεῖς
en toen hij alle priesters
καὶ γραμματεῖς τοῦ λαοῦ
en schriftgeleerden van het volk bij elkaar had gebracht
ἐπυνθάνετο παρ᾽ αὐτῶν ποῦ ὁ Χριστὸς γεννᾶται.
informeerde hij bij hen waar de Gezalfde geboren zou worden.
5 οἱ δὲ εἶπαν αὐτῷ, Ἐν Βηθλέεμ τῆς Ἰουδαίας·
Zij zeiden tegen hem: ‘In Bethlehem in Juda.
οὕτως γὰρ γέγραπται διὰ τοῦ προφήτου·
Want zo is geschreven door de profeten:
6 Καὶ σύ, Βηθλέεμ γῆ Ἰούδα,
‘En gij, Bethlehem, land van Judea,
οὐδαμῶς ἐλαχίστη εἶ ἐν τοῖς ἡγεμόσιν Ἰούδα·
geenszins zijt gij de minste onder de steden van Juda.
ἐκ σοῦ γὰρ ἐξελεύσεται ἡγούμενος,
want uit jou zal de leider komen
ὅστις ποιμανεῖ τὸν λαόν μου τὸν Ἰσραήλ.
die mijn volk, Israël, zal weiden.’
7 Τότε Ἡρῴδης λάθρᾳ καλέσας τοὺς μάγους
Nadat Herodes toen in het geheim de geleerden geroepen had
ἠκρίβωσεν παρ᾽ αὐτῶν τὸν χρόνον
vroeg hij nauwkeurig aan hen de tijd
τοῦ φαινομένου ἀστέρος,
van het verschijnen van de ster.
8 καὶ πέμψας αὐτοὺς εἰς Βηθλέεμ εἶπεν,
En hij zond hen naar Bethlehem en zei:
Πορευθέντες ἐξετάσατε ἀκριβῶς περὶ τοῦ παιδίου·
‘Ga er heen en doe nauwkeurig navraag naar het jongetje.
ἐπὰν δὲ εὕρητε ἀπαγγείλατέ μοι,
Wanneer jullie het gevonden hebben, bericht het mij dan,
ὅπως κἀγὼ ἐλθὼν προσκυνήσω αὐτῷ.
opdat ook ik er heen ga en hem hulde bewijs.’
9 οἱ δὲ ἀκούσαντες τοῦ βασιλέως ἐπορεύθησαν,
Nadat ze naar de koning geluisterd hadden gingen ze weg;
καὶ ἰδοὺ ὁ ἀστὴρ ὃν εἶδον ἐν τῇ ἀνατολῇ
en zie, de ster die ze gezien hadden in het oosten,
προῆγεν αὐτοὺς ἕως ἐλθὼν ἐστάθη
ging voor hen uit tot hij, (zo ver) gekomen, bleef staan
ἐπάνω οὗ ἦν τὸ παιδίον.
boven (de plaats) waar het jongetje was.
10 ἰδόντες δὲ τὸν ἀστέρα ἐχάρησαν χαρὰν μεγάλην σφόδρα.
Toen zij de ster zagen verheugden ze zich met geweldig grote vreugde.
11 καὶ ἐλθόντες εἰς τὴν οἰκίαν
En toen ze waren gekomen bij het huis
εἶδον τὸ παιδίον μετὰ Μαρίας τῆς μητρὸς αὐτοῦ,
zagen ze het jongetje met Maria, zijn moeder,
καὶ πεσόντες προσεκύνησαν αὐτῷ,
en neerknielend brachten ze het hulde,
καὶ ἀνοίξαντες τοὺς θησαυροὺς αὐτῶν
en na hun kisten geopend te hebben
προσήνεγκαν αὐτῷ δῶρα,
gaven ze hem geschenken,
χρυσὸν καὶ λίβανον καὶ σμύρναν.
goud en wierook en mirre.
12 καὶ χρηματισθέντες κατ᾽ ὄναρ
En in een droom gewaarschuwd
μὴ ἀνακάμψαι πρὸς Ἡρῴδην,
om niet terug te keren naar Herodes,
δι᾽ ἄλλης ὁδοῦ ἀνεχώρησαν εἰς τὴν χώραν αὐτῶν.
gingen ze langs een andere weg terug naar hun land.
13 Ἀναχωρησάντων δὲ αὐτῶν
Toen zij vertrokken waren,
ἰδοὺ ἄγγελος κυρίου φαίνεται
zie, (toen) verscheen er een engel van de Heer
κατ᾽ ὄναρ τῷ Ἰωσὴφ
in een droom aan Jozef
λέγων, Ἐγερθεὶς παράλαβε τὸ παιδίον
die zei: ‘Sta op, neem het jongetje
καὶ τὴν μητέρα αὐτοῦ καὶ φεῦγε εἰς Αἴγυπτον,
en zijn moeder en vlucht naar Egypte,
καὶ ἴσθι ἐκεῖ ἕως ἂν εἴπω σοι·
en blijf daar totdat ik het u zeg.
μέλλει γὰρ Ἡρῴδης ζητεῖν τὸ παιδίον
Want Herodes zal het jongetje zoeken
τοῦ ἀπολέσαι αὐτό.
om het te doden.’
14 ὁ δὲ ἐγερθεὶς παρέλαβεν τὸ παιδίον
En hij stond op en nam het jongetje
καὶ τὴν μητέρα αὐτοῦ νυκτὸς
en diens moeder ‘snachts
καὶ ἀνεχώρησεν εἰς Αἴγυπτον,
en week uit naar Egypte.
15 καὶ ἦν ἐκεῖ ἕως τῆς τελευτῆς Ἡρῴδου·
En hij was daar tot de dood van Herodes.
ἵνα πληρωθῇ τὸ ῥηθὲν ὑπὸ κυρίου
Opdat vervuld zou worden wat gezegd was door de Heer,
διὰ τοῦ προφήτου λέγοντος,
door (de mond van) de profeet die gezegd heeft:
Ἐξ Αἰγύπτου ἐκάλεσα τὸν υἱόν μου.
‘Uit Egypte riep ik mijn zoon.’
16 Τότε Ἡρῴδης ἰδὼν
Toen werd Herodes, ziende
ὅτι ἐνεπαίχθη ὑπὸ τῶν μάγων
dat hij was misleid door de geleerden,
ἐθυμώθη λίαν, καὶ ἀποστείλας
geweldig kwaad, en hij zond (soldaten)
ἀνεῖλεν πάντας τοὺς παῖδας τοὺς ἐν Βηθλέεμ
en liet alle jongetjes in Bethlehem doden
καὶ ἐν πᾶσι τοῖς ὁρίοις αὐτῆς
en in alle dorpen er om heen
ἀπὸ διετοῦς καὶ κατωτέρω,
vanaf twee jaar en jonger,
κατὰ τὸν χρόνον
overeenkomstig de tijd
ὃν ἠκρίβωσεν παρὰ τῶν μάγων.
die hij gehoord had van de geleerden.
17 τότε ἐπληρώθη τὸ ῥηθὲν διὰ Ἰερεμίου
Toen werd vervuld wat gezegd was door Jeremias,
τοῦ προφήτου λέγοντος,
de profeet, die zei:
18 Φωνὴ ἐν Ῥαμὰ ἠκούσθη,
‘Een kreet werd in Rama gehoord,
κλαυθμὸς καὶ ὀδυρμὸς πολύς·
veel gejammer en gehuil.
Ῥαχὴλ κλαίουσα τὰ τέκνα αὐτῆς,
Rachel beweende haar kinderen
καὶ οὐκ ἤθελεν παρακληθῆναι,
en wilde niet getroost worden,
ὅτι οὐκ εἰσίν.
want ze zijn niet meer.’
19 Τελευτήσαντος δὲ τοῦ Ἡρῴδου
Toen Herodes gestorven was,
ἰδοὺ ἄγγελος κυρίου φαίνεται κατ᾽ ὄναρ
zie, een engel van de Heer verscheen in een droom
τῷ Ἰωσὴφ ἐν Αἰγύπτῳ
aan Jozef in Egypte
20 λέγων, Ἐγερθεὶς παράλαβε τὸ παιδίον
die zei: ‘Sta op, neem het kind
καὶ τὴν μητέρα αὐτοῦ καὶ πορεύου εἰς γῆν Ἰσραήλ,
en zijn moeder en ga naar Israël;
τεθνήκασιν γὰρ οἱ ζητοῦντες τὴν ψυχὴν τοῦ παιδίου.
want ze zijn gestorven, zij die het leven van het kind bedreigden.
21 ὁ δὲ ἐγερθεὶς παρέλαβεν τὸ παιδίον
En hij stond op, nam het kind
καὶ τὴν μητέρα αὐτοῦ
en diens moeder,
καὶ εἰσῆλθεν εἰς γῆν Ἰσραήλ.
en ging naar het land Israël.
22 ἀκούσας δὲ
Maar toen hij hoorde
ὅτι Ἀρχέλαος βασιλεύει τῆς Ἰουδαίας
dat Archelaos koning was van Judea,
ἀντὶ τοῦ πατρὸς αὐτοῦ Ἡρῴδου
in plaats van zijn vader Herodes,
ἐφοβήθη ἐκεῖ ἀπελθεῖν·
werd hij bang om daarheen te gaan.
χρηματισθεὶς δὲ κατ᾽ ὄναρ
Na in een droom een godspraak gehad te hebben
ἀνεχώρησεν εἰς τὰ μέρη τῆς Γαλιλαίας,
ging hij naar de landstreek Galilea.
23 καὶ ἐλθὼν κατῴκησεν
(Daar) aangekomen ging hij wonen
εἰς πόλιν λεγομένην Ναζαρέτ,
in de stad die Nazaret wordt genoemd,
ὅπως πληρωθῇ τὸ ῥηθὲν διὰ τῶν προφητῶν
opdat vervuld zou worden wat gezegd was door de profeten
ὅτι Ναζωραῖος κληθήσεται.
dat hij een Nazoreër genoemd zou worden.
————————
De mensen in de oudheid waren er van overtuigd dat astronomische fenomenen ingrijpende invloed konden hebben op hun dagelijks leven. Zij waren dan ook voortdurend bezig de verschijnselen aan de nachtelijke hemel te duiden.
Soms ontmoeten de planeten Jupiter en Saturnus elkaar in een buitengewone samenstand. Een jaar later komt daar de planeet Mars bij. Die constellatie komt maar één keer in de acht eeuwen voor.
In het jaar 7 v.Chr. lagen de banen van Jupiter en Saturnus tien maanden lang dicht bij elkaar. In februari van het jaar 6 v. Chr. voegde Mars zich daarbij.
In die tijd bevond zich vlakbij Babylon een wereldberoemde sterrenwacht, Sippar. Daar zijn kleitabletten gevonden met berekeningen van sterrenbewegingen voor de jaren 7 en 6 v. Chr., die een bijna botsing van Jupiter en Saturnus voorspelden boven Judea.
Een komeet?
Niets maakte in de oudheid – en lang daarna- meer indruk dan een komeet. Kometen werden beschouwd als voorbodes van belangrijke politieke veranderingen…. (Een komeet) verscheen ongeveer zeventig dagen, in maart en april van het jaar 5 v. Chr., vlak bij het sterrenbeeld Steenbok, en moet zowel in het Verre als in het Nabije Oosten te zien zijn geweest. Met het verstrijken van de nachten leek het alsof de komeet zich langs de zuidelijke hemel in westelijke richting bewoog. Aangezien ook het tijdstip klopt kan dit de astrale aandachtstrekker voor de wijzen zijn geweest.” Bron: Maier