De toren van Babel · 5287 dagen geleden by Ad van den Ende
1 Καὶ ἦν πᾶσα ἡ γῆ χεῖλος ἕν,
En de hele aarde was één van tong,
καὶ φωνὴ μία πᾶσιν.
en (er was) één taal voor allen.
2 καὶ ἐγένετο ἐν τῷ κινῆσαι αὐτοὺς ἀπὸ ἀνατολῶν
En het gebeurde, toen ze trokken uit het oosten,
εὗρον πεδίον ἐν γῇ Σεννααρ
ze vonden een vlakte in het land Sinear,
καὶ κατῴκησαν ἐκεῖ.
en ze vestigden zich daar.
3 καὶ εἶπεν ἄνθρωπος τῷ πλησίον
En de mens zei tegen de medemens:
Δεῦτε πλινθεύσωμεν πλίνθους
‘Kom, laten we tichelstenen tot baksteen verwerken
καὶ ὀπτήσωμεν αὐτὰς πυρί.
en ze bakken in het vuur.’
καὶ ἐγένετο αὐτοῖς ἡ πλίνθος εἰς λίθον,
En de tichelsteen werd hun tot steen,
καὶ ἄσφαλτος ἦν αὐτοῖς ὁ πηλός.
en het asfalt was voor hen de leem.
4 καὶ εἶπαν Δεῦτε οἰκοδομήσωμεν ἑαυτοῖς πόλιν
En ze zeiden: ‘Kom, laten we ons bouwen een stad
καὶ πύργον, οὗ ἡ κεφαλὴ ἔσται ἕως τοῦ οὐρανοῦ,
en een toren, waarvan de top zal zijn tot de hemel,
καὶ ποιήσωμεν ἑαυτοῖς ὄνομα
en laten we ons een naam maken
πρὸ τοῦ διασπαρῆναι
om te voorkomen dat we verstrooid raken
ἐπὶ προσώπου πάσης τῆς γῆς.
over het aangezicht van de aarde.
5 καὶ κατέβη κύριος ἰδεῖν τὴν πόλιν
En de Heer daalde omlaag om de stad te zien
καὶ τὸν πύργον, ὃν ᾠκοδόμησαν οἱ υἱοὶ τῶν ἀνθρώπων.
en de toren, die de zonen van de mensen bouwden.
6 καὶ εἶπεν κύριος
En de Heer zei:
Ἰδοὺ γένος ἓν καὶ χεῖλος ἓν πάντων,
‘Zie, één volk en één tong voor allen,
καὶ τοῦτο ἤρξαντο ποιῆσαι,
en dit begonnen ze te doen.
καὶ νῦν οὐκ ἐκλείψει ἐξ αὐτῶν πάντα,
en nu zal niets onuitvoerbaar zijn voor hen
ὅσα ἂν ἐπιθῶνται ποιεῖν.
wat ze denken te doen.
7 δεῦτε καὶ καταβάντες
Komaan, laten we, omlaag gegaan,
συγχέωμεν ἐκεῖ αὐτῶν τὴν γλῶσσαν,
daar in verwarring brengen hun taal,
ἵνα μὴ ἀκούσωσιν ἕκαστος
opdat ze elk niet verstaan
τὴν φωνὴν τοῦ πλησίον.
de stem van hun naaste.’
8 καὶ διέσπειρεν αὐτοὺς κύριος
En de Heer verstrooide hen
ἐκεῖθεν ἐπὶ πρόσωπον πάσης τῆς γῆς,
vandaar over het aangezicht van heel de aarde,
καὶ ἐπαύσαντο οἰκοδομοῦντες τὴν πόλιν
en ze hielden op met het bouwen van de stad
καὶ τὸν πύργον.
en de toren.
9 διὰ τοῦτο ἐκλήθη τὸ ὄνομα αὐτῆς Σύγχυσις,
Daarom werd haar gegeven de naam ‘Verwarring’,
ὅτι ἐκεῖ συνέχεεν κύριος
omdat daar de Heer verwarde
τὰ χείλη πάσης τῆς γῆς,
de tongen van heel het land,
καὶ ἐκεῖθεν διέσπειρεν αὐτοὺς κύριος ὁ θεὸς
en vandaar verstrooide hen de Heer God
ἐπὶ πρόσωπον πάσης τῆς γῆς.
over het aangezicht van heel de aarde.