Jozef verklaart de droom van de Farao · 5371 dagen geleden by Ad van den Ende
Gen 41,17-33
17 ἐλάλησεν δὲ Φαραω τῷ Ιωσηφ λέγων
De Farao sprak tot Jozef, en zei:
Ἐν τῷ ὕπνῳ μου ᾤμην
‘In de droom leek het mij
ἑστάναι παρὰ τὸ χεῖλος τοῦ ποταμοῦ,
dat ik stond langs de oever van de rivier,
18 καὶ ὥσπερ ἐκ τοῦ ποταμοῦ ἀνέβαινον ἑπτὰ βόες
en dat er als het ware uit de rivier zeven koeien kwamen,
καλαὶ τῷ εἴδει καὶ ἐκλεκταὶ ταῖς σαρξὶν
mooi om te zien en bijzonder door hun vlees,
καὶ ἐνέμοντο ἐν τῷ ἄχει·
en zij graasden in het oevergras.
19 καὶ ἰδοὺ ἑπτὰ βόες ἕτεραι ἀνέβαινον
En zie, zeven andere koeien kwamen omhoog,
ὀπίσω αὐτῶν ἐκ τοῦ ποταμοῦ
achter hen uit de rivier,
πονηραὶ καὶ αἰσχραὶ τῷ εἴδει
slecht en lelijk om te zien
καὶ λεπταὶ ταῖς σαρξίν,
en mager van vlees,
οἵας οὐκ εἶδον τοιαύτας
zoals je er niet zag
ἐν ὅλῃ γῇ Αἰγύπτῳ αἰσχροτέρας·
in heel Egypte (die) lelijker (waren).
20 καὶ κατέφαγον αἱ ἑπτὰ βόες αἱ αἰσχραὶ καὶ λεπταὶ
En de zeven lelijke en magere koeien aten
τὰς ἑπτὰ βόας τὰς πρώτας τὰς καλὰς καὶ ἐκλεκτάς,
de zeven eerste mooie en bijzondere koeien op.
21 καὶ εἰσῆλθον εἰς τὰς κοιλίας αὐτῶν
En ze verdwenen in hun magen,
καὶ οὐ διάδηλοι ἐγένοντο
en het was niet merkbaar
ὅτι εἰσῆλθον εἰς τὰς κοιλίας αὐτῶν,
dat ze in hun magen verdwenen waren,
καὶ αἱ ὄψεις αὐτῶν αἰσχραὶ καθὰ καὶ τὴν ἀρχήν.
en hun uiterlijk was even lelijk als in het begin.
ἐξεγερθεὶς δὲ ἐκοιμήθην
Ik werd wakker en viel weer in slaap,
22 καὶ εἶδον πάλιν ἐν τῷ ὕπνῳ μου,
en zag opnieuw in mijn slaap,
καὶ ὥσπερ ἑπτὰ στάχυες ἀνέβαινον
en (het was alsof) er zeven korenaren opkwamen
ἐν πυθμένι ἑνὶ πλήρεις καὶ καλοί·
aan één halm, volle en mooie (aren);
23 ἄλλοι δὲ ἑπτὰ στάχυες
maar zeven andere korenaren,
λεπτοὶ καὶ ἀνεμόφθοροι
dun en door de wind verdord,
ἀνεφύοντο ἐχόμενοι αὐτῶν·
groeiden op na hen;
24 καὶ κατέπιον οἱ ἑπτὰ στάχυες οἱ λεπτοὶ καὶ ἀνεμόφθοροι
en de zeven dunne en door de wind verdorde aren aten
τοὺς ἑπτὰ στάχυας τοὺς καλοὺς καὶ τοὺς πλήρεις.
de zeven mooie en volle aren op.
εἶπα οὖν τοῖς ἐξηγηταῖς,
Ik vertelde het dus aan de droom-uitleggers,
καὶ οὐκ ἦν ὁ ἀπαγγέλλων μοι.
en er was er geen die het mij uitlegde.
25 Καὶ εἶπεν Ιωσηφ τῷ Φαραω
En Jozef zei tegen de Farao:
Τὸ ἐνύπνιον Φαραω ἕν ἐστιν·
‘De droom van de Farao betekent één (ding).
ὅσα ὁ θεὸς ποιεῖ, ἔδειξεν τῷ Φαραω.
Wat de God bezig is te vervullen toonde hij de Farao.
26 αἱ ἑπτὰ βόες αἱ καλαὶ ἑπτὰ ἔτη ἐστίν,
De zeven mooie koeien zij n zeven jaren,
καὶ οἱ ἑπτὰ στάχυες οἱ καλοὶ ἑπτὰ ἔτη ἐστίν·
en de zeven mooie korenaren zijn zeven jaren;
τὸ ἐνύπνιον Φαραω ἕν ἐστιν.
de droom van de Farao betekent één (ding).
27 καὶ αἱ ἑπτὰ βόες αἱ λεπταὶ
En de zeven magere koeien
αἱ ἀναβαίνουσαι ὀπίσω αὐτῶν ἑπτὰ ἔτη ἐστίν,
die omhoog komen na hen zijn zeven jaren,
καὶ οἱ ἑπτὰ στάχυες οἱ λεπτοὶ καὶ ἀνεμόφθοροι
en de zeven dunne en in de wind verdorde aren
ἔσονται ἑπτὰ ἔτη λιμοῦ.
betekenen zeven jaren van honger.
28 τὸ δὲ ῥῆμα, ὃ εἴρηκα Φαραω
Dit is de betekenis die ik gezegd heb tegen de Farao.
Ὅσα ὁ θεὸς ποιεῖ, ἔδειξεν τῷ Φαραω,
Al wat de God bezig is te vevullen, toonde hij de Farao;
29 ἰδοὺ ἑπτὰ ἔτη ἔρχεται
Zie, er komen zeven jaren:
εὐθηνία πολλὴ ἐν πάσῃ γῇ Αἰγύπτῳ·
er zal grote overvloed zijn in heel het land Egypte.
30 ἥξει δὲ ἑπτὰ ἔτη λιμοῦ μετὰ ταῦτα,
Maar er komen zeven jaren van hongersnood daarna,
καὶ ἐπιλήσονται τῆς πλησμονῆς ἐν ὅλῃ γῇ Αἰγύπτῳ,
en zij zullen vergeten de overvloed in heel het land Egypte,
καὶ ἀναλώσει ὁ λιμὸς τὴν γῆν,
en de hongersnood zal het land verteren;
31 καὶ οὐκ ἐπιγνωσθήσεται ἡ εὐθηνία ἐπὶ τῆς γῆς
en niet zal men zich herinneren de welvaart in het land
ἀπὸ τοῦ λιμοῦ τοῦ ἐσομένου μετὰ ταῦτα·
door de hongersnood die daarna komt;
ἰσχυρὸς γὰρ ἔσται σφόδρα.
want deze zal zeer hevig zijn.
32 περὶ δὲ τοῦ δευτερῶσαι τὸ ἐνύπνιον Φαραω δίς,
Wat betreft het twee keer zich herhalen van de droom van de Farao,
ὅτι ἀληθὲς ἔσται τὸ ῥῆμα τὸ παρὰ τοῦ θεοῦ,
dit betekent dat, wat ik gezegd heb, echt zal zijn wat God betreft,
καὶ ταχυνεῖ ὁ θεὸς τοῦ ποιῆσαι αὐτό.
en God zal zich haasten om dit te doen.
33 νῦν οὖν σκέψαι ἄνθρωπον φρόνιμον καὶ συνετὸν
Nu moet u daarom uitkijken naar een verstandige en wijze man,
καὶ κατάστησον αὐτὸν ἐπὶ γῆς Αἰγύπτου·
en hem aanstellen over het land Egypte.’