Samson neemt wraak. · 5496 dagen geleden by Ad van den Ende
22 Καὶ ἤρξατο ἡ θρὶξ τῆς κεφαλῆς αὐτοῦ
En het haar van zijn hoofd begon
ἀνατεῖλαι, ἡνίκα ἐξυρήθη.
te groeien, vanaf het moment dat het geschoren was.
23 καὶ οἱ σατράπαι τῶν ἀλλοφύλων
En de stadskoningen van de buitenlanders
συνήχθησαν τοῦ θῦσαι θυσίαν μεγάλην
kwamen bijeen om een groot offer te brengen
Δαγων τῷ θεῷ αὐτῶν
aan Dagon, hun god,
καὶ τοῦ εὐφρανθῆναι καὶ εἶπαν
en om feest te vieren, en ze zeiden:
Παρέδωκεν ὁ θεὸς ἡμῶν ἐν χειρὶ ἡμῶν
‘Onze god leverde (hem) over in onze handen,
Σαμψων τὸν ἐχθρὸν ἡμῶν.
Samson, onze vijand.’
24 καὶ εἶδεν αὐτὸν ὁ λαὸς
En het volk zag hem
καὶ ᾔνεσαν τοὺς θεοὺς αὐτῶν καὶ εἶπαν
en ze prezen hun goden en zeiden:
Παρέδωκεν ὁ θεὸς ἡμῶν τὸν ἐχθρὸν ἡμῶν
‘Onze god leverde onze vijand over
ἐν χειρὶ ἡμῶν καὶ τὸν ἐξερημοῦντα τὴν γῆν ἡμῶν,
in onze handen, de man die ons land verwoestte,
ὅστις ἐπλήθυνεν τοὺς τραυματίας ἡμῶν.
die onze gewonden vermeerderde.’
25 καὶ ἐγένετο ὅτε ἠγαθύνθη ἡ καρδία αὐτῶν,
En het gebeurde dat hun hart verblijd werd,
καὶ εἶπαν Καλέσατε τὸν Σαμψων
en ze zeiden: ‘Roep die Samson
ἐξ οἴκου φυλακῆς,
uit het huis van de wacht
καὶ παιξάτω ἐνώπιον ἡμῶν.
en laat hij ons vermaken.’
καὶ ἐκάλεσαν τὸν Σαμψων
En ze riepen Samson
ἐξ οἴκου τῆς φυλακῆς
uit het huis van de wacht
καὶ ἐνέπαιζον αὐτῷ
en ze bespotten hem,
καὶ ἔστησαν αὐτὸν ἀνὰ μέσον τῶν δύο στύλων.
en ze plaatsten hem tussen twee zuilen.
26 καὶ εἶπεν Σαμψων πρὸς τὸ παιδάριον
En Samson zei tgen de jongen
τὸν χειραγωγοῦντα αὐτόν
die hem bij de hand leidde:
Ἐπανάπαυσόν με δὴ καὶ
‘Laat me toch los en
ποίησον ψηλαφῆσαί με ἐπὶ τοὺς στύλους,
laat me de zuilen betasten
ἐφ᾽ ὧν ὁ οἶκος ἐπεστήρικται ἐπ᾽ αὐτῶν,
waarop de tempel rust,
καὶ ἐπιστηρίσομαι ἐπ᾽ αὐτούς·
en ik zal er tegen leunen.’
ὁ δὲ παῖς ἐποίησεν οὕτως.
De jongen deed dat.
27 ὁ δὲ οἶκος ἦν πλήρης ἀνδρῶν καὶ γυναικῶν,
De tempel was vol mannen en vrouwen;
καὶ ἐκεῖ πάντες οἱ σατράπαι τῶν ἀλλοφύλων,
ook (waren) daar de stadskoningen van de buitenlanders,
καὶ ἐπὶ τοῦ δώματος ὡσεὶ τρισχίλιοι ἄνδρες καὶ γυναῖκες
en óp het paleis (waren) ongeveer drieduizend mannen en vrouwen,
ἐμβλέποντες ἐμπαιζόμενον τὸν Σαμψων.
kijkend naar Samson, die uitgejouwd werd.
28 καὶ ἐβόησεν Σαμψων πρὸς κύριον
En Samson riep tot de Heer
καὶ εἶπεν Κύριε κύριε, μνήσθητί μου
en zei: ‘Heer, Heer, herinner u mij
καὶ ἐνίσχυσόν με δὴ πλὴν ἔτι τὸ ἅπαξ τοῦτο,
en maak me sterk alleen nog deze ene keer,
καὶ ἐκδικήσω ἐκδίκησιν μίαν
en ik zal in één keer wraak nemen
ἀντὶ τῶν δύο ὀφθαλμῶν μου ἐκ τῶν ἀλλοφύλων.
vanwege mijn twee ogen op de buitenlanders.
29 καὶ περιέλαβεν Σαμψων τοὺς δύο στύλους
En Samson pakte de twee zuilen
τοὺς μέσους, ἐφ᾽ ὧν ὁ οἶκος ἐπεστήρικτο ἐπ᾽ αὐτῶν,
waar hij tussen stond, waarop de tempel rustte
καὶ ἐπεστηρίσατο ἐπ᾽ αὐτοῖς,
en hij leunde er tegen,
ἕνα ἐν τῇ δεξιᾷ αὐτοῦ
een in zijn rechterhand
καὶ ἕνα ἐν τῇ ἀριστερᾷ αὐτοῦ.
en een in zijn linkerhand.
30 καὶ εἶπεν Σαμψων
En Samson zei:
Ἀποθανέτω ἡ ψυχή μου μετὰ τῶν ἀλλοφύλων·
‘Laat ik sterven samen met de butenlanders.’
καὶ ἔκλινεν ἐν ἰσχύι,
En hij duwde uit alle macht,
καὶ ἔπεσεν ὁ οἶκος ἐπὶ τοὺς σατράπας
en de tempel viel op de stadskoningen
καὶ ἐπὶ πάντα τὸν λαὸν τὸν ἐν αὐτῷ·
en op al het volk dat daar binnen was,
καὶ ἐγένοντο οἱ τεθνηκότες,
en het gebeurde dat de doden,
οὓς ἐθανάτωσεν Σαμψων ἐν τῷ θανάτῳ αὐτοῦ,
die Samson gedood had bij zijn eigen dood,
πλείους ὑπὲρ οὓς ἐθανάτωσεν ἐν τῇ ζωῇ αὐτοῦ.
meer waren dan die hij had gedood tijdens zijn leven.
31 καὶ κατέβησαν οἱ ἀδελφοὶ αὐτοῦ
En ze daalden af, zijn broers
καὶ πᾶς ὁ οἶκος τοῦ πατρὸς αὐτοῦ
en heel de familie van zijn vader,
καὶ ἔλαβον αὐτὸν καὶ ἀνέβησαν
en ze droegen hem en gingen omhoog
καὶ ἔθαψαν αὐτὸν ἀνὰ μέσον Σαραα
en begroeven hem tussen Sara
καὶ ἀνὰ μέσον Εσθαολ ἐν τῷ τάφῳ Μανωε
en Estaol, in het graf van Manoach,
τοῦ πατρὸς αὐτοῦ.
zijn vader.
καὶ αὐτὸς ἔκρινεν τὸν Ισραηλ εἴκοσι ἔτη.
En hij leidde Israël twintig jaar.