Leven en Lot, recensie in de Volkskrant · 5740 dagen geleden by Ad van den Ende
Russisch epos zonder helden of boeven
Door Hella Rottenberg
Het manuscript van Leven en lot was in 1961, een jaar na voltooiing, in beslag genomen, ‘gearresteerd’ zoals Grossman het noemde. In een brief aan partijleider Chroesjtsjov had hij om vrijlating van zijn levenswerk gesmeekt. Hoe viel de behandeling van zijn roman, zo schreef Grossman, te rijmen met Chroesjtsjovs afrekening met het stalinisme? ‘Zo strijdt men niet tegen de leugen. Zo strijdt men tegen de waarheid.’
Het hielp niet. Grossman stierf in 1964 verbitterd en verguisd. Pas toen de Sovjet-Unie op z’n laatste benen liep, in 1988, mocht een uitgever in Moskou Grossmans Leven en lot publiceren. En nu, weer twintig jaar later, kan de Nederlandse lezer eindelijk kennismaken met deze schrijver, wiens roem en betekenis naarmate hij langer dood is, alleen maar lijkt te groeien.
Leven en lot is een oorlogsroman, met in het middelpunt de slag om Stalingrad in de winter van 1942-1943. Naar Stalingrad, waar het Duitse- en Sovjet-leger in maandenlange gevechten elkaar in het nauw proberen te drijven, keert de handeling steeds terug. Maar Grossmans vertelling waaiert breed uit. Hij neemt de lezer mee naar een Duits concentratiekamp met Russische krijgsgevangenen; naar Russische steden langs de bovenloop van de Wolga waar evacués een veilig heenkomen hebben gezocht; naar joden in de Oekraïne vlak voor ze bijeengedreven en vermoord worden; naar Moskou wanneer de eerste evacués mogen terugkeren.
Zoals Tolstoj – naar wie Grossman frequent verwijst – met Oorlog en vrede een epos schreef over de Russische overwinning op Napoleon, en via de lotgevallen van twee families de kleine en grote geschiedenis met elkaar verbond, zo stelt Grossman de familie Sjaposjnikov centraal.
In scherp contrast met de ideologische voorschriften van z’n tijd zijn Grossmans figuren geen helden of boeven. Niemand is uit één stuk gehouwen.
De Sovjet-generaals niet – ze piekeren over hun vrouw of liefje, ze zuipen zich soms een stuk in de kraag, ze zijn grof en ze maken ruzie over wie de overwinning op de Duitsers op zijn naam kan schrijven; de krijgsgevangenen niet – ze wantrouwen elkaar en ze twijfelen of ze zullen overlopen; en de Sjaposjnikovs niet, die vol tegenstrijdigheden zitten en zich voortdurend aan elkaar ergeren. De gesprekken, brieven, herinneringen en gedachten van zijn personages gebruikt Grossman niet alleen om hun onderlinge verhoudingen en hun levens te schetsen, maar ook voor filosofische uitweidingen over goed en kwaad, vriend en vijand, verraad en zelfverloochening.
Lang voordat Solzjenitsyn en andere dissidente schrijvers eraan toekwamen, ontleedt Grossman in Leven en lot het stalinisme tot op het bot en beschrijft het als ontspoorde ideologie uit naam waarvan ontelbare massamoorden zijn gepleegd.
In een dialoog tussen een SS’er en een Russische gevangene, een overtuigde bolsjewiek, durft Grossman zelfs een vergelijking te trekken tussen het nazisme en het stalinisme. De SS’er zegt: ‘Als wij elkaar aankijken, kijken we niet alleen in een gehaat gezicht, we kijken in een spiegel. (…) Herkent u zichzelf, uw wil niet in ons? Valt voor u de wereld niet samen met uw wil? Is er iets wat u kan doen aarzelen of stoppen?’
Grossmans beschrijving van het complexe gedrag van Viktor Strum, zijn hoofdpersoon, is een van de hoogtepunten van het boek. Strum is een theoretisch natuurkundige, die in Kazan tijdens zijn evacuatie vrijmoedig met collega’s van gedachten wisselt. In die tijd meenden ze dat Stalin z’n langste tijd had gehad en dat de vrijheid naakte.
Maar na de overwinning van Stalingrad, zo geeft Grossman de wrede paradox aan, was dit perspectief vervlogen. Terug in Moskou – Grossman laat de antisemitische campagne van Stalin dan al beginnen – weigert Strum aanvankelijk berouw te tonen en raakt in isolement.
Als zijn lot ineens een positieve draai krijgt, notabene door een telefoontje van Stalin zelf, merkt hij bij zichzelf dat zijn denken zich soepel aanpast. Hij weet zijn plek te behouden, maar niet dan nadat hij verraad heeft gepleegd. De wetenschap dat Grossman zelf zijn handtekening heeft gezet onder een beschuldiging tegen Joodse artsen en daar ontzettend spijt van heeft gehad, geeft Leven en lot een diepe tragiek. Het is zeer te prijzen dat Balans het prachtige magnum opus van Grossman (zo uitstekend) heeft laten vertalen en durft uit te brengen.